WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST. FIlfPSLAND
UIT EIGEN LAND
EEN OORLOGSVLOOT VAART
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Natuur en techniek op zee
Een indruk van geveilde producten in 1949-50
WAKKER GESCHUD
Woningnood door repatriërenden vergroot
Nog geen benelux
DE „SIGAAR"
(OOGST 1949)
a.b. Hr. Ms. Marnix II
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
6e Jaargang No. 29
2 Juni 1950
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen ƒ1.— per
kwartaal franco p.p. ƒ1.25
Prijs per nummer 8 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Sinds de huidige regering aan het
bewind kwam, heeft ze al heel wei
nig gelegenheid gekregen in te dut
ten. Mocht dat na de R.T.C. even
het geval zijn geweest, dan zorgde
het Kamerdebat over Indonesië in
de vorige week gehouden, er wel
voor, dat ze helder wakker werd.
In dat licht bezien heeft het zeker
het gewenste resultaat opgeleverd.
Het was bij voorbaat zeker dat
door de A. R. en de heer Weiter
striemende redevoeringen tegen het
gevoerde Indonesië-beleid zouden
worden gehouden, doch wat zou
den de heren Romme (K.V.P.) en
Oud (V.V.D.) te vertellen heb
ben
Zij gaven te kennen dat de re
gering in gebreke is gebleven om
de uitvoering van het R.T.C.-
accoord te bevorderen. De heer
Oud stelde dit scherper dan de
fractieleider van de K.V.P., doch
in wezen kwam hun betoog op het
zelfde neer.
De motie-Oud, die de regering
tot aftreden zou hebben genoopt,
werd weliswaar verworpen, doch
de motie Romme, die aandrijft op
maatregelen, om de regeling van
het zelfbeschikkingsrecht voortgang
te doen vinden, houdt een directe
waarschuwing in, dat het kabinet-
Drees tot andere maatregelen moet
overgaan, wil het in de naaste toe
komst zichzelf niet aan de dijk ge
zet zien. Of zou dit te bout ge
sproken zijn Immers, de heer Oud
verklaarde, dat hij zijn motie ge
richt wenste te zien tegen minister
Van Maarseveen. Niet het kabinet
in zijn geheel. Dus mag men er,
voor wat de heer Oud betreft, niet
al te verstrekkende conclusies aan
verbinden.
Maar evenmin behoeft te wor
den vergeten, dat de heer Van
Maarseveen minister is, die niet
maar op eigen houtje z'n politiek
voert. Het is ook kabinetspolitiek,
zodat de motie tegen het kabinet
was gericht, al werd door de motie
schepper anders verklaard.
Trouwens, slechts zeer weinig
kamerleden hebben te kennen ge
geven, dat zij tevreden waren over
het regeringsbeleid inzake Indo
nesië.
De heer Romme, en met hem de
K.V.P., heeft de regering slechts
tot de orde geroepen. Of hij, in
geval minister Drees en de zijnen
niet tot een krachtiger politiek in
staat blijken of overgaan, zijn ver
trouwen in dit kabinet inderdaad
zal opzeggen, valt nog moeilijk te
voorspellen, ook al lijken er nu
enige symptomen in die richting te
wijzen.
Voor Nieuw-Guinea en in
mindere mate ook voor Ambon
zijn de stukken niet slechter komen
te liggen. Minister van Maarse
veen zal begrepen hebben, dat be
houd van Nieuw-Guinea door vrij
wel alle partijen wordt gewenst en
dat ook in het buitenland steeds
meer stemmen worden vernomen,
die een dergelijke beslissing zou
den toejuichen. Het zou wenselijk
zijn, dat eens opening van zaken
werd gegeven over de afspraken,
die hierover tussen ons land en de
R.I.S. zijn gemaakt op de eerste
Unie-conferentie in Djocjakarta.
Of is men bang de zaak daar eerder
mee te schaden
Ambon staat nog beduidend
wankeler, al kan ze zich verheugen
in een grote particuliere belangstel
ling in ons land. Vele landgenoten
fnenen, dat wij als volk verplichtin
gen hebben tegenover dit gebied
en steunen daarom acties als die
van de stichting „Door de eeuwen
trouw."
Als gevolg van de massale eva
cuatie van Nederlanders uit Indo
nesië dreigt inmiddels op gebied
van woningnood de toch al gespan
nen toestand in een ondraaglijke
over te gaan. Hiervan merkt men
niet zo direct iets in onze omge
ving, maar elders in de centra weet
men daarover mee te praten. Dui
zenden gezinnen dikwijls tame
lijk berooid door de geldsanering
in de R.I.S. zoeken hun heil in
het oude vaderland, nu zij in Indo
nesië niet meer welkom zijn. Om
deze stroom van landgenoten op te
vangen zal weer gelijk dat in
1945/46 het geval was gemeen
schappelijke woongelegenheid voor
deze repatriërenden moeten worden
geschapen. Een dergelijk „woon
oord", gevormd door barakken, zal
o.m. bij Ede verrijzen en aan 250
gezinnen accomodatie bieden.
Een flinke sigarenfabriek in Val-
kenswaard heeft als eerste het
hoofd in de schoot moeten leggen
onder de zware druk van belasting
en accijnzen die de verkoopmoge
lijkheden voor sigaren, zowel naar
binnen- als naar buitenland, omlaag
drukken.
Na de liquidatie van kleine mid-
denstandsbedrijven (ongeveer 500
kruideniers sloten vorig jaar hun
zaak) komt thans ook de volgende
categorie klaarblijkelijk aan de
beurt. Weliswaar maakt één ver
trokken zwaluw nog geen herfst,
doch het symptoom is gevaarlijk.
De belastingpolitiek, die het uiter
ste vergt van vele particuliere be
drijven, heeft in deze gevallen een
averechtse werking. Immers, de
staat mist voortaan de inkomsten
der geliquideerde bedrijven en moet
bovendien nog geld toeleggen op
de werkverschaffing aan hen. die
brodeloos zijn. Waar het hier een
onderneming geldt, die tientallen
jaren heeft bestaan, en men denke
daarbij aan de crisistijd, kan de
oorzaak moeilijk elders wor 'en ge
zocht dan bij de fiscus.
Intussen zal de benelux nog niet
failliet gaan voorlopig. De over
eenkomst zal op 1 Juli nog niet in
werking treden, omdat men nu nog
maar liever even afwacht wat de
Belgische verkiezingen zullen bren
gen.
Nog leeft de zeeman in de twin
tigste eeuw in de natuur, in de
voortdurende omringing van water
en wolken, maar niet langer, als in
de tijden van de roemruchte zeil
vaart, leeft en vaart hij ook door
die natuur. Het laat hem thans be
trekkelijk koud of het waait of
stormt en uit welke richting die na
tuurkrachten op hem loskomen.
Zeestromen en golven als huizen zo
hoog kunnen van invloed zijn op
zijn humeur, maar ze beïnvloeden in
slechts geringe mate de uitslag van
zijn reis.
Te sterker spreken die verschil
len aan boord van een modern oor
logsschip. Dat is een brok drijvende
techniek. Wanneer De Ruyter des
tijds op zijn campagne staande een
zeeslag leidde, dan had hij te maken
met de wind en de zee en hij had
verder de beschikking over zijn ge
zond zeemansverstand en zijn goed
ontwikkeld stemgeluid voor zijn be
velvoering. Hoe anders is dat nu.
De officieren op de brug vinden
zich omringd door talloze knoppen,
draden, verklikkers, wijzers, tele
foons en luidsprekers. Nu en dan
gaan lichtjes branden of belletjes
rinkelen en te midden van dat alles
staat daar de commandant, die
of hij wil of niet van al die tech
niek gebruik moet maken om suc
ces in de strijd ter zee te behalen.
Op het eerste gezicht zou men dus
zeggen dat die brug met al die mo
derne snufjes om de zee-oorlog te
vervolmaken vreselijk belangrijk is
in het leven van een schip. Dat is
evenwel alleen juist, zolang het een
vaartochtje geldt. In ernstiger om
standigheden wordt er geploeterd
en gerekend achter vele stalen deu
ren boven hoge drempels. In die
kamertjes zitten de meest ingenieu
ze instrumenten die in contact staan
met bijvoorbeeld de radarzenders
in de mast of de onderzeebootop
sporingsapparaten onder het schip.
Die voelhorens van een moderne
oorlogsbodem zijn zo ingewikkeld
en zo geperfectionneerd dat voor
elke soort een stel specialisten op
geleid moet worden voor de bedie
ning ervan. Slechts de resultaten
van al dat specialistenwerk komen
ter kennis van de commandant, die
aan de hand daarvan zijn bevelen
geeft. Bevelen ondertussen, die
voor een groot deel onvermijdelijk
zijn; voor het overschietende klei
nere deel kan ook de moderne zee
man nog plezier hebben van aange
boren zeemanschap, waarmede de
bemanning van een Nederlands
oorlogsschip in rijke mate geze
gend is.
Wanneer wij dit sterke verschil
tussen de eenvoudige boord aan
boord oorlogsvoering uit vroeger
eeuwen en de geperfectionneerde
bestrijding van een dikwijls on
zichtbare vijand overpeinzen op het
zonovergoten voordek van de Mar
nix, dan zien we op enige kabel
lengten voor ons uit de Karei Door
man als een strijkijzer over de gol
ven gaan. Daar aan boord is de
techniek nog veel verder doorge
voerd omdat de mens zich daar ook
in het luchtruim meet met de na
tuur. We zien hoe de radiomasten
terzijde van het reusachtige vlieg-
dek gestreken worden tot een hori
zontale positie en we kunnen daar
uit opmaken dat de vliegtuigen ac
tief zullen worden. Wanneer even
later een brommend geloei naar
ons overwaait, weten we dat de
motoren warm gedraaid worden en
weer enige tijd later zien we de
vliegtuigen vlak achter elkaar zich
losmaken van het vliegdek. Van
enige afstand lijkt het zo eenvou
dig. Je stapt in een vliegtuig, rijdt
zo hard je kunt naar het einde van
het dek en als je daar bent aange
komen, begint je machine te zwe
ven. Maar als het tijdstip van lan
den gekomen is, wordt het duidelij
ker dat de mens, die zich zo ver
gewaagd heeft buiten zijn natuurlijk
element, de technische middelen,
die hem daartoe in staat stellen,
maar nauwelijks beheerst. Dan
brommen de vliegtuigen laag over
de Marnix heen, terwijl ze hun lan
dingsgestel naar buiten draaien.
Halverwege de Marnix en de
Doorman gaan ook de remklappen
uit en door de kijker is zichtbaar
hoe een in het wit geklede man
terzijde van het vliegdek zich in
spant om met zijn witte „bats" aan
wijzingen te geven aan zijn colle
ga in het vliegtuig. Die hangt in de
lucht dank zij een machine en hij
kan landen op zee dank zij een an
dere enorm veel grotere machine,
maar op dit moment helpt de tech
niek niet verder. De man in het
vliegtuig kan het landingsdek niet
zien: hij ziet slechts de witte plank
jes gebaren en op een bepaald te
ken daarvan laat hij zijn machine
doorzakken tot hij een bons voelt.
Zeker slaagt hij dan een diepe
zucht, want elke landing is een
sensatie, een waagstuk tot op ze
kere hoogte. Niet voor niets vaart
een van de andere schepen van
het smaldeel vlak achter de Door
man, evenzeer heeft het een bedoe
ling dat aan boord van dat „oppik-
vaartuig" een sloep buiten boord
gedraaid hangt met bemanning en
dokter compleet om hulp te gaan
bieden als dat nodig zou zijn...
Het is rustig peinzen daar op de
windingen van een polsdikke tros
op het voordek van de Marnix.
Maar dat landen met vliegtuigen op
een vliegdek dat toch maar heel
klein is in verhouding tot al het
omringende water, dat is enerve
rend werk. De hele oorlogsvaart
ter zee is veel enerverender ge
worden door al die techniek. De
ondergang van het schip kan ver
oorzaakt worden door kleine hape
ringen in de bediening van welk
onderdeel dan ook. Dat is duidelijk
genoeg wanneer we alleen naar de
voelhorens voor vliegtuigen en on
derzeeboten zien. Maar het is zeker
ook het geval voor de bediening
van de seinlamp. Is de seiner twee
de klasse met dit misschien wel een
voudigste apparaat aan boord, niet
kwiek genoeg, dan kan een bevel
van het vlaggeschip verkeerd be
grepen worden, met misschien fa
tale gevolgen.
En toch wordt een mens in het
zonnetje op het voordek van een
onderzeeboot niet verwaand. Hij
heeft misschien reden om met trots
om zich heen te zien en vast te
stellen hoe al die ingewikkelde
techniek bediend en gedeeltelijk
zelfs uitgevonden wordt door Ne
derlanders. Hij kan zich zelfs her
inneren hoe deugdelijk en hoe dap
per die Nederlanders die technische
middelen gebruikt hebben om de
belagers van hun rechten ter zee te
bestrijden. En toch is dat alles be
trekkelijk. Dat blijkt zeker op volle
zee, waar de mens met al zijn tech
niek weer verkeert temidden van
de natuur. Daar kan hij zien, van
diezelfde zonnige plaats op het
voordek, hoe de meeuwen met
meesterlijke beheersing van eigen
kracht en door de invloed van de
wind meezweven met die kostbare
menselijke middelen om zich over
zee te verplaatsen. Die meeuwen
kennen geen bezinegebrek, maar
wanneer zij honger krijgen, zoeken
ze niet het land en zelfs niet het
vliegdek van de Karei Doorman.
Ze cirkelen omlaag en strijken net
buiten de boeggolf van de Marnix
neer op zee. Ze eten wat de zee
hen biedt en rusten wat. Dan vlie
gen ze weer verder. En de mens
zwoegt naarstiglijk op de Karei
Doorman om een paar vliegtuigen
weer klaar te maken voor een
vlucht van zeer beperkte duur...
(Nadruk verboden) K.
Terwijl de gewassen voor de
oogst 1950 zich ontwikkelen, zij
het wat later dan vorig jaar, waar
aan het koude lenteseizoen niet
vreemd is, terwijl boer en arbeider
het voor deze tijd vrij druk hebben,
door een niet geringe hoeveelheid
onkruid, vanwege de natte periode,
terwijl er ook verschillende zijn, die
met bezorgdheid hun gewas aardap
pelen gadeslaan of reeds korte met
ten met enige percelen maakten, is
het in de veilingsgebouwen op ons
eiland rustig. Er is reeds grote
schoonmaak gehouden. De sorteer-
machines zijn opgepoetst. De vei-
lingkisten nagezien en zonodig ge
repareerd. Hier en daar is een
kwastje verf aangebracht of een
technische verbetering. Het vaste
personeel speurt nog eens rond of
nog iets kan worden opgeruimd, of
de klok goed geolied is en contro
leert of de lijst van „vermist mate
riaal" nog moet worden aangevuld.
De administrateurs hebben ook
hun zaken van het seizoen 1949/50
in orde gemaakt of leggen daaraan
de laatste hand, zodat straks op de
ledenvergadering in een eenvoudig
overzicht kan worden aangetoond,
op welke manier de veiling in het
afgelopen seizoen heeft „geboerd".
Deze tijd achtten we gunstig om
onze lezers een beeld te geven, van
wat op de veilingen op het eiland
Tholen is verhandeld. Ieder weet,
dat het afgesloten seizoen gunstig
Dokter R. C. Renes te Oud-Vos-
semeer, tel. 19.
Dokter H. Menger te St. Filips-
land, tel. 20.
is geweest. Gunstig voor de vele
landbouwers op ons eiland. Wat
immers te kort schoot aan opbrengst
werd toch lonend door de stevige
prijs, die er van de producten ge
maakt werd, waarbij vooral de prijs
voor de uien wel als een uitzonde
ring genoemd mag worden.
Ons plan om een totaal beeld te
geven van de omzet op het eiland
Tholen van alle producten kon niet
worden verwezenlijkt. Er gaat nog
te veel om buiten de veilingen om
zelfs maar een enigszins juiste schat
ting van dit totaal te kunnen maken.
Tot onze spijt kunnen we zelfs nog
niet de cijfers van alle veilingen op
ons eiland geven, daar het Bestuur
van de St. Maartensdijkse veiling
meende te moeten wachten tot na
de ledenvergadering voor ze deze
cijfers vrij wilde geven. Van de
veilingen Tholen en St. Annaland
werden de omzetcijfers onmiddellijk
verstrekt.
De Thoolse veiling geeft over het
seizoen 1949/50 het volgende beeld:
2.377.697 kg aardappelen voor een bedrag van 190.272.55
2.011,901 kg uien 200.214.42
369.165 kg zilveruien 38.616.11
1.771.125 kg peen 66.475.24
195.446 kg bonen 76.910.31
32.867 kg groenten 3.744.64
6.973 kg fruit 4.807.40
6.765.174 kg totaal aan landbouwprod. voor 580.940.67
Geveild in Bergen op Z. door de Thoolse veiling 60.000.00
Het bedrag via de Thoolse veiling was alzo 640.940.67
Om nog even bij de dorre, maar I omzet te St. Annaland met een ver
in dit geval toch veel zeggende cij- gelijkingstabel over de omzet in
fers te blijven, bezien we nu de 1948/49. Die cijfers tussen haakjes.
1949/50
7.943.318 kg
3.224.363 kg
554.665 kg
100.411 kg
1948/49
(5.493.221 kg) aardappelen
(7.172.661 kg) uien
(1.518.545 kg) peen
98.220 kg) groenten
'f
f
536.038.30
635.427.43
32.038.39
25.436.42
451.887.01)
476.667.13)
54.347.56)
24.196.03I
11.822.752 kg (14.282.647 kg) totaal
Uit de cijfers over beide jaren
van deze laatste veiling, kan men
enige vergelijking maken. Er blijkt
nl. uit dat er in het laatste seizoen
bijna 2Y2 millioen kg minder pro
ducten werden aangevoerd, waar
tegenover evenwel slechts een ver
schil in geld, van ongeveer
200.000,-.
Het meest opvallend zijn daarbij
de uiencijfers. Voor meer dan de
helft minder kilo's werd een nog
aanmerkelijk groter bedrag geboekt.
1.228.940.54 1.007.097.73
Het was dan ook een zeldzame
prijs. Zo dikwijls komt het niet
voor, dat de voor de boer belang
rijkste factoren voor een winstge
vend bedrijf: een goede opbrengst
en een stevige prijs, samengaan. En
het zij gezegd, dat een stevige prijs
een groter doorslag geeft dan een
goede opbrengst. Maar de boer ziet
vanzelf graag een goed gewas. Dat
is een eerste vereiste. De landbouw
had het afgelopen seizoen geen re
den tot klagen.
w!
FRIEZENDAG IN VELSEN
Ter gelegenheid van de Friezendag te Velsen werd een schaakwedstrijd met)
levende stukken gespeeld. Aan het eind van de wedstrijd werd door de
Zwarte Koning zijn zwaard overhandigd aan de Witte Koning ten teken van
de nederlaag van Zwart.