Weekblad voor het Eiland Tholcn en St. Filipsland
1949 - 1950
JAN QVEREENKAM's OudenNieuw.
6e Jaargang No. 7
'Ti!
30 December 1949
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Abonnementen l.~ per Advertentiën 0.10 per millimeter - Minimum 2.00
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 kwartaal franco p.p. ƒ1.25 c on
ai i- j 1 j tn -TL 1 t" t er /- n o Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Administratie Oudelandsestraat 9, I holen Teler. 57 Giro 124407 Prijs per nummer cent
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
Op de Grens.
Straks zullen wij, met allen die ons dierbaar zijn, wachten op de
laatste slag van de twaalf, die het oude jaar zal besluiten en het
nieuwe z'n intrede zal laten* doen. In het echt-Nederlandse
huishouden zal vader, het hoofd van het gezin opstaan, z'n vrouw
het eerst een gezegend jaar toewensen, hopend, dat ze voor elkaar
gespaard mogen blijven. En op dat teken zullen de andere aan
wezigen elkaar de hand drukken of ook omhelzen. In de algemene
felicitatie-partij zal de beklemming van ons afvallen, die wij zo
tegen twaalf uur in stil, plechtig wachten -toch allen min of
meer gevoelden.
Uren dagen, maanden, jaren
Vliegen als een schaduw heen
Ja, meer dan ooit worden wij bij een oudejaarsavondviering aan
deze woorden van de dichter Rhijnvis Feith herinnerd. Als wij
op de afgelegde levensbaan terugzien, hoe is die tijd omgevlogen
hoezeer zijn veelal de verwachtingen, die wij van de toekomst
hadden, bedrogen uitgekomen. Verwachtingen voor de toekomst.
Meen niet, dat het alleen de jeugd is, die deze verwachtingen
koestert. De jaren vliegen als een schaduw heen en zij, die zo'n
oudejaarsavond-herinnering ophalen, hebben evenzeer hun ver
wachtingen voor het nieuwe jaar en voor de toekomst als degenen,
die misschien voor het eerst deze grote-mensen-viering in haar
geheel mogen meemaken. Want ook wie oud is, koestert zijn ver
wachtingen, al zijn die vaak van minder persoonlijke aard al
betreffen die verwachtingen dan ook het gezin, de werkkring, de
gemeenschap misschien, waarvan wij toch allen deel uitmaken.
Doch naast de verwachting staat de herinnering. En hier hebben
de oudere onder ons op de jeugd veel voor. Aan de jeugd de
toekomst Ook zij zal spoedig genoeg ervaren, dat de uren, de
maanden en de jaren als een schaduw heen vliegen zij zal
merken, dat de tijd die achter hen ligt o zo vlug is vergaan
dat zij de middelbare leeftijd heeft bereikt voor zij in de jacht
van het gewone dagelijkse leven er goed en wel acht op heeft
geslagen. Zou er daarom zelfs op Oudejaarsavond geen tijd voor
bezinning meer overblijven
Is het één uur op een jaar, dan is het toch dit wel, dat ons
dwingt een ogenblik stil te staan, ook om terug te zien.
In vele Nederlandse gezinnen heersen rouw en droefenis om
dierbare verwanten, die verleden jaar misschien nog getuige
waren van de jaarwisseling thuis. Vele verwachtingen zijn ook
in 1948 de bodem ingeslagen. Vele harten schreien op dit uur en
dan zijn troostwoorden dikwijls wanklanken.
Bij anderen leeft de hoop, dat de man, zoon of verloofde, die
bij de vorige viering nog thuis was het volgend jaar weer zijn
oude plaats zal hebben ingenomen. Ook voor de hoopvollen
vliegen de dagen, de maanden en de jaren als een schaduw heen.
De toekomst zal het leren de toekomst, die wij slechts hoop
vol kunnen tegemoet zien, doch die wij in dienen te stellen in
handen van Hem, van wie alle dingen zijn.
Gelukkig zijn er ook velen in wier leven geen ingrijpende en
schokkende gebeurtenissen geschiedden.
Laten zij zich deze Oudejaarsavond-viering slechts de vraag
stellen wat is het hoogste, dat wij dit afgelopen jaar hebben
ervaren De mens heeft z'n herinneringsvermogen, maar ook het
vermogen om te vergeten. Laten zij zich dan alles herinneren wat
zij aan goeds ontvingen laten zij vergeten de onaangename,
onheuse bejegeningen, die hun door de medemens werden aan
gedaan. Bij zo'n jaarwisseling moet wrok wegvallen. Dan kan men
het nieuwe jaar 1950 dankbaar en met nieuwe hoop tege
moet treden.
Dat wensen we alle lezers van harte toe.
Jan Zeg Kees, is 't nu de vijfde keer
Dat wij een Nieuwjaarswens gaan schrijven
Zijn vijf jaar al voorbij nu weer
Gaan we 't „viertje" uit 't getal verdrijven
Kees Ja jong, een wijle is het slechts
En toch wat kan er veel gebeuren.
Men kan bevrijd zijn en geknecht,
Verheugd zijn en ook om iets treuren.
Jan Precies Kees, er was vreugd en smart
Geboren zijn er, omgekomen,
Er waren bladzij's wit en zwart,
Er was werk'lijkheid en mooie dromen.
KeesDaarom: een blik terug geworpen,
Op het afgelopen jaargetij,
't Gebeuren uit ons land en dorpen
Weer even aan ons oog voorbij.
Jan Nu, best begon het niet dit jaar
Er werd bij d'aanvang al gestreden
En 't buitenland dat stond reeds klaar
Met 'n oordeel, dwang en Uno-leden.
Kees Ja, zeiden zij, dat gaat niet zo
Wat wil dat kikkerland nog vechten,
Zonder ons voordeel, wacht es ho
Anders zullen wij je knechten
Jan 't Werd na interneren, confereren
Een eind dat scheen er nimmer aan
Maar Breêro zei: „Het kan verkeren"
De strijd die kwam toen weer tot staan.
Kees Ja Jan, nu komen w'op gebied
Waarover w'et nooit eens meer waren
Jij dacht: het kan niet, wij failliet,
Het land verdeeld, 't werden twee scharen.
Jan Jij zei: dat ook die zwarte mensen
Hun vrijheidsrecht hadden ik ook
Maar later, niet zo vlug die wensen
Nog even wachten, net als Van Mook.
Kees We zijn 't nu eens, wanneer we wensen
Dat alles nog ten goede keer
Inzonderheid nu zoveel mensen,
Hun leven gaven, dat doet nog zeer.
Jan Nu is de strijd voor goed gestaakt
En speciaal in deze dagen,
Werd er historie weer gemaakt.
De R.I.S., heeft heus geen klagen.
KeesGezamenlijk werd ,,'t lied" aangehoord
Van 't volk uit 't Oosten en uit 't Westen
't Wilhelmus en 't Indisch, na 't accoord
Bekrachtigd is 't ten lange lesten.
Jan Nu verder want de tijd gaat snel
De winter met zijn vele zcfrgen,
Maar zonder ijs, weet je 't nog wel
Het voorjaar kwam hm frisse morgen
Kees Ja, want Schreieder liet men zo maar gaan
Er werd gevit, er werd gemopperd
Sigaretten, daar kwam men niet aan.
Steeds vluchtte Gerrit, üitgestotterd.
Jan Ja, die sigaretten-makers staakten
Soms zelfs nog met wild geraas
De rokers, die van woede blaakten,
Wensten z' allen in de Maas.
Kees Over die rivier gesproken
Die loopt toch naar de Zuiderbuur
Waar de Benelux ging koken
Maar toch zal komen op den duur.
Jan Toch is die „baby" niet voorspoedig,
Heer anders was dat met een fiets
Waarvoor men eerst, wel zeer lankmoedig
Geen rijbewijs vroeg, eigenlijk niets.
Kees Totdat er plotseling zoveel kwamen
Dat volgens de Minister van 't Verkeer
De ongelukken zo toenamen
En nu is 't rijbewijs er weer.
Jan Toen gingen we aan 't annexeren,
Dat was niet mooi meer, wat een sof
Zo'n grote hap uit Duitslands kleren
Ten koste van die arme mof.
Kees Ons land, nu vele meters groter
Betekent heel wat meer, heeft macht
We bereiden niet enkel meer boter
Maar hebben ook 't Rurhgebied gepacht.
Jan: Er kwamen mensen, mensen gingen
De prijzen liepen weinig t'rug
Ze werden duur, de zilverlingen
In die tijd prikte d'eerste mug.
Kees: Opeens kwam er een man van staal,
Een kapper uit het dorpje Eén
Hij zei: wat nou, die hoofden kaal
Een haardos, waar de maan eerst scheen.
Jan Ik sprak van witte en zwarte bladen
Het was een zwarte bladzij toch
Toen veel jonge sterke levensdraden
Afgesneden werden och
Kees Vliegtuigen kwamen naar. beneden.
Niet zoals 't moest, maar stuurloos hard
Het ging niet aan de mens van heden,
Voorbij, zonder zeer diepe smart.
Jan Negentien Amerikanen
Hun beroep was journalist,
Mannen met beroemde namen
Werden uit 't leven weggewist.
Kees Ook politiek was het rumoerig,
De rondetafel werd ovaal,
Men schold: conservatief en „boerig"
Maar de gouden koets had d'oude praal.
JanEn Lieftinck, ach, die arme man
Zoveel critiek zo weinig baten
Al haalt hij 't onderste uit de kan
Hij kan de heffingen niet laten.
Kees Er werd gestemd, 't ging democratisch
Ook de gemeenteraad kwam aan 't bod
De Communisten kregen gratis
Lege zetels 't verdiende lot.
JanWethouders werden gekozen
't Waren steeds dezelfde niet
Zo hier en daar werd er „gesnoven"
Om een pamflet, een stembuslied.
Kees Er waren zeer veel overvallen
Dichter komen we bij huis
Ook op ons eiland, wat 'n mallen
Was een keer de boel niet pluis.
Jan: Maar we hebben nog politiemannen
Wat? Zijn 't maar „boerenpummels" hier?
't Was anders man, toen 't er ging spannen
't Was spoedig uit met hün plezier.
Kees We kunnen trots zijn op ons corps
Snel en pienter grepen z in
Noem ze maar minachtend „dorps".
Wij staan er dan toch voor in.
Jan Hó nu Kees, we gaan maar stoppen
Het einde raakt er zo van zoek
Het „NIEUWE" begint al aan te kloppen
Nu nog de wensen uit de hoek.
Kees Ja zeker man, vooruit de wensen
Voor 't komende nieuwjaar gedaan
Voor alle Eendrachtbode-mensen
Dat 't hun in VIJFTIG wel mag gaan.
Jan Dat 't land en volk in vriendschap leven
Dat 't Vorstenhuis bewaard mag zijn
De Republiek door 't zelfde streven
Bezield mag wezen, groot en klein:
KeesMet vredelievende gedachten
En bouwen aan hun toekomst steeds
Waartoe beide volken offers brachten
Een nieuw begin gemaakt werd reeds.
Jan Dat THOLEN 't heeft veel dure werken
Een vruchtbaar jaar beschoren zij,
En dat het steeds de steun mag merken
Van allen uit de burgerij.
Kees Dat eind'lijk ook nu mag verrijzen
Het TEHÜIS voor mensen, oud, soms zwak,
Toe, werk daaraan, dat is te prijzen
En carillon onder 't torendak.
Jan POORTVLIET krijgt een gemeentewapen
Een nieuwe weg, wat wil je meer
Een bestratingsplan, dat wordt geschapen
Zonder „B.S.6.O." dit keer.
Kees In SCHERPENISSE wil 't niet vlotten
Met het wijzerbord en 't mechaniek
Weg moesten vele varkenskotten
En die klok, die wordt weer magnifiek.
JanST. MAARTENSDIJK, ik mag die luidjes
Ondanks 't gekwebbel in de Raad
Waarin soms wel eens onweersbuitjes
Toch wel, ze zeggen waar 't op staat.
Kees De Kleuterschool krijgt nieuwe vloeren
De bazar die liep daar als gesmeerd
Omdat zowel burgers als boeren
Niet weinig centjes hebben verteerd.
Jan: STAVENISSE had verliezen
Van de voornaamsten onder hen
Toen men voor de Raad moest kiezen
Kwamen nieuwe kippen in de ren
Kees Ook daar niet zonder moeilijkheden,
Maar d'overheid, nog jong, vol kracht
Ze worden door hem niet vermeden
Er wordt nogal eens „nieuws" gebracht.
Jan ST. ANNALAND droomt van nieuwe wegen,
't Zit met een Dorpsweg vol met slijk
De uienprijs viel wel niet tegen,
Maar 't schiet niet op daar met die dijk.
Kees Een kerkgebouw staat vijftig jaren
In „vijftig", dat is geen kleinigheid
Herinnert ge 't nog, ouden van dagen
Dat d'eerste steen er werd geleid
Jan OLÏD-VOSSEMEER, 'k wens je veel zegen
Een groot bestratingsplan op touw
Verbetering van alle wegen
Een goed besluit en doet maar gauw.
Kees De neringdoenden zijn daar vlijtig
De duivensport floreert daar best
Dat voorspoed ook in anno VIJFTIG
Uw deel mag zijn plus ook de rest.
Jan Tenslotte D'Eendracht overwippend
ST. FILIPSLAND hoort ook bij ons
De Polder even binnenglippend
'k Vergat het niet, dacht je het soms?
Kees Dat j'ook nog woningen mag krijgen
Er zijn er daar nog steeds tekort
Hou vast hoor mannen, door te zwijgen
Krijg je het deksel op je bord.
Samen Wat VIJFTIG voor ons ook mag brengen
Weten doen we 't nu nog niet.
We mogen ons daarin niet mengen
Het jaar dat ligt nog in 't verschiet.
Voor allen nu de BESTE WENSEN
Dat het u allen wel mag gaan
Hopenlijk volgend jaar weer, mensen,
Nu even stil Daar gaat het Slaan
1950