De rijkswerkplaatsen voor vakontwikkeling SHNAPIR §©&S RAADSVERGADERING St. FIUPSLAND. t-i Avonturen van een Drietal BURGERLIJKE STAND Geboren Johanna Adriana, d. v. W. Stoutjesdijk en J. F. Hoek Marinus Pieter, z. v. D. M. Bloppoel en G. J. Franke Johannes Leender, z. v. L. A. Geluk en W. C. C. van Gorsel Egidia Johanna, d. v. A. J. de Bruijn en J. G. Bolier. Ondertrouwd: A: D. van Ree 27 jr. en A. Jasperse 24 jr. J. C. van 't Hof 29 jr. en A. C. van Houdt 20 jr. A. J. van Splunter 34 jr en M. Hoek 25 jr. A. H. Heijboer 27 jr. en H. B. I. Ste- ketee 19 jr. Getrouwd: J. C. van 't Hof 29 jr en A. C. van Houdt 20 jr. A. D. van Ree 27 jr. en A. Jasperse 24 jr. A. J. van Splunter 34 jr. en C. de Graaf 30 jr. SCHERPENISSE GOED WEER EEN GESLAAGDE DAG Onder grote belangstelling werd op 2e Pinksterdag de 3e Scheldetocht ge lopen. Om 12.15 uur sprak de voorzit ter van de kring afd. Z.W.B. de wan delaars toe. Vervolgens voerde ook de Burgemeester het woord. 12.25 vertrok de kleurrijke stoet. Een kleine 300 wan delaars waren aanwezig, w.o. 13 groe pen en enkele individuele wandelaars. Langs de Oosterschelde was het een prachtig gezicht. De Juniores rusten in Strijen en de Senioren in Tholen. Om half zeven waren de laatste weer in Scherpenisse, vol lof over de prachtige tocht. De uitslag, die om 7 uur bekend werd, luidde als volgt: 1 Steeds Voorwarts Breda 73 pt. beker 2 Em Be E, Breda 68 pt. Plaquet 3 S.O.S. Breda 65J^ pt grote krans 4 Longo (na loting met Oudenbosch) 63 pt. kleine krans lste Juniores S.W.S.O. Oudenbosch met 42J^ pt, krans 2de Steeds Voorwaarts Breda 41 pt. tak Alle groepen ontvingen bovendien een groepsprijs en alle wandelaars een me daille. De burgemeester sprak een waar derend woord, waarna de voorzitter, dokter Helleman alle medewerkers harte lijk dankte. De kringvoorzitter verzocht een volgend maal allen voor nog meer deelnemers te zorgen. Tenslotte sprak ook dhr. Has, namens de Technische Commissie, die de organisatie uitstekend vond. Het was in alle opzichten een geslaagde dag. REISVERENIGING De Reisvereniging Nooit Gedacht be sloot in een gehóuden vergadering dit jaar een reis te maken naar Dinant (België) en wel op 14 Juli a.s. IN DE SLOOT Door het springen van een band ge raakte de heer J. K. Poot Maandag j.l. met zijn luxe auto in de sloot. Persoon lijke ongelukken deden zich niet voor. De wagen werd Dinsdagmorgen met paardenhulp op de weg gebracht. VEILING 7 Juni werden eerstelingen geveild voor 18,21, Poters 16,01, Kriel 13,66 per 100 kg. Aanvoer 2700 kg. Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijn Pij n ve r drij ver bij uitnemendheid Buisje 40-75 cc. BURGERLIJKE STAND Geboren: Jozua, z. v. J. C. Lindhout en M. J. Tichem Pieter z. van J. C. Hage en M. Har- tog. Ondertrouwd: C. A. Scheurwaater, 20 jr. en W. A. de Kwak Koolaard 19 jr. Getrouwd: C. A. Scheurwater, 20 jr. en W. A. de Kwak Koolaard, 19 jr. Overleden: Jan L. Hage, 82 jr. weduw. naar van A. J. Rijstenbil. Vertrokken Wilhelmina de Kwak Koolaard naar Waddinxveen. Verschillende verzoekschriften. Materiaalaanvrage Chr. Schooi. Op 7 Juni jl. werd te St. Filipsland een openbare raadsvergadering gehou den onder leiding van burgemeester de Jonge. Afwezig was dhr. Storme.zand, die volgens de voorzitter zijn uitnodi ging niet tijdig had ontvangen, evenals dhr. Quist uit de Polder. Dit in ver band met de feestdagen. De voorzitter zal zorgen, dat zulks niet weer gebeurd. Dhr. Mol vraagt om 's avonds te ver gaderen, daar 10 uur vm. te vroeg is. De voorzitter voelt daar niet veel voor, daar dan ook het gemeentepersoneel moet komen. Hij zal het nader bezien. De notulen worden onveranderd vast gesteld. Van de fa. van Dijk-Petit is er een aanbod om de Oostdijk van een slijklaag te voorzien. De oppervlakte is 3700 me ter en het zou 40 cent per meter kos ten. B. en W. stellen voor hierop niet in te gaan, waarmee de Raad accoord gaat. Eveneens wordt voor kennisgeving aangenomen een schrijven van de Ver. van Ned. Gemeenten inzake sanatorium verzekering. Van de Ver. Ned. Gem. voor Stad en Plattelandgem. „Walcheren", die om een bijdrage verzoeken met het doel een geschenk aan te bieden ter gelegen heid van het weer in gebruik nemen van het stadhuis te Middelburg. De voorzitter stelt voor dit verzoek in te willigen. Dhr. Quist stelt 't tegen deel voor. De subsidie voor Het Groene Kruis is ook geweigerd, dat veel nutti ger was. Met 5 stemmen tegen en 2 voor wordt besloten geen bijdrage te verlenen. Medegedeeld wordt dat de onteige ning van grond op de Sluis te A. J.- Polder eerst door het Rijk in orde zal worden gemaakt, voor de gemeente die overneemt. Verzoek van A. Wesdorp om geen kopers van afvalstoffen uit andere ge meenten toe te laten. Dit verzoek wordt door de betreffende ondervakgroep ge steund. Na bespreking wordt het door de Raad afgewezen. Een verzoek van dhr. J. S. Quist, oud- oorlogsvrijwilliger, om een onbewoon bare woning, bewoonbaar te maken. De eigenaar, dhr. Rod weigert dit te doen. De voorzitter zegt, dat de gemeente opzichter de zaak heeft opgenomen en de kosten begroot op f 300.De voor zitter stelt voor dit te doen. Met dhr. Rod is overeengekomen, dat Quist de huur aan de gemeente zal betalen, tot de f300 zijn vergoed. Dhr. Verwijs zegt wat te doen, als de huurder er voor die tijd uitgaat. Dan op een volgende huur der verhalen, antwoordt de voorzitter. Dhr. den Engelsman meent dat dit huis niet te herstellen is, waarmee weth. Stormezand het eens is. Dhr. Quist vraagt of de adviescommissie hiervan weet. De voorzitter antwoordt, dat het huis wel bewoonbaar is te maken en Quist als O.V.W.-er voorrang heeft. Bovendien is deze woning thans onbe woonbaar. Dhr. Verwijs zegt: Maak het winkelpand voor hem klaar. De voor zitter merkt dat daar eindelijk gang in komt. Na nog enige bespreking besluit de Raad de woning voor dhr. Quist be woonbaar te maken. Een verzoek van de Chr. School te A. J.-Polder om het vastgestelde bedrag per leerling f 16,67 zijnde (totaal f 1168,30) te verlenen. Dit wordt goed gekeurd en zal in 4 termijnen worden voldaan. Schrijven van de Inspecteur van het Brandwezen, die goedkeuring adviseren aan G. S. tot aanschaffing van de auto brandspuit, doch daarbij opmerken dat het beter is vanwege de lage water stand 2X4 meter zuigbuis te kopen. Schrijven van de onderwijzersver. Tholen en St. Filipsland om de reis en verhuiskostenregeling ook voor hen van toepassing te verklaren. Dit wordt voor kennisgeving aangekomen. Schrijven van Ged. St. om het sala ris van de gemeente-ontvanger met 30 te verlagen, daar hij geen ge meente-ambtenaar is. De voorzitter stelt voor om aan G. S. te verzoeken deze korting niet toe te passen, daar de ont vanger dit ambt buiten kantoortijd doet. Hiertegen heeft niemand bezwaar. Twee begrotingswijzigingen 1948 leveren even min commentaar op. Schrijven van de afd. het „Groene Kruis" te Tholen, waarin wordt verzocht om een bijdrage ad 25 cent per inwoner voor uitbreiding van het Consultatie bureau. De voorzitter stelt voor hier niet op in te gaan, waarmee de Raad accoord gaat. B. en W. stellen de Raad voor om de tuinen bij de woningwetwoningen te verhuren voor goede grond 50, minder goede 30 cent per roede. Geen bezwaar. Aan de orde is thans een verzoek van de Chr. School alhier om aanvul ling van leermiddelen enz. tot een be drag van f4681. De voorzitter deelt mede, dat het schoolbestuur onlangs voor hetzelfde doel reeds f 5500 ont ving en nu weer deze aanvraag. Hij acht het nodig om de openbare verga dering te schorsen, daar hij mededelingen over zaken en personen wenst te doen, die niet in het openbaar dienen te ge schieden. Na ongeveer een uur wordt de besloting opgeheven en stellen B. en W. voor het verzoek geheel af te wijzen. Men heeft schijnbaar in dat uur voldoende gediscussieerd, zodat niemand meer het woord verlangt. Dhr. Stor mezand onthoudt zich van stemmen. De heren Mol, Verwijs, Quist en den En gelsman zijn tegen het voorstel van B. en W. en steunen het verzoek van de Schoolcommissie. Weth. van Dijke en Guiljam zijn voor afwijzing. Bij de rondvraag merkt dhr. Mol op gaarne te zien, dat het kolenhok voor de Chr. school in orde wordt gemaakt. Dit wordt toegezegd. Dhr. Verwijs vraagt naar de samenstelling van het stembureau en naar het slootje in de Prins Hendrikstraat. De voorzitter zegt dat B. en W. het stembureau samen stellen. Volgens dhr. Mol is dit niet de oude gewoonte, voorheen werd het door de Raad gedaan. Het slootje moeten de eigenaren dempen. Kosten zijn er prac- tisch niet aan verbonden. Dhr. Quist is het ook niet eens met de stembureau-samenstelling. Dat be-» hoort de Raad te doen. Voorts merkt hij op dat voor het schoonmaken der riolen wel iets anders dan een kruiwa gen aanwezig behoorde te zijn in de Polder. De kruiwagen is al weer leegge lopen voor ze op bestemming is. Hij vestigt ook de aandacht van B. en W. op de sloot bij Joppe, die zo vol zit, dat de buizen niet meer lozen. Ook de nieuwe straat op de Sluis staat vol on kruid. De voorzitter zal e. en a. onder zoeken en de zaak in orde laten maken. Dhr. Guiljam vraagt naar aanleiding van het in orde maken van een kolenhok bij de Chr. School of het werk overi gens daar klaar is. De voorzitter ant woordt bevestigend. Daarna sluiting. STEMMEN VAN LEZERS Buiten verantwoording der redactie Mijnheer de Redacteur Naar aanleiding van het ingezonden stuk in Uw blad van 27 Mei 1.1. zou ik gaarne deze regelen als antwoord ge plaatst zien waarvoor bij voorbaat mijn hartelijken dank. Wie is K. de ondertekenaar. Misschien een zeer braaf huisvader maar in de politiek een knoeier, kinderachtig kinds kerks krabbelaar of wie of wat mag het zijn. Het Kerkhof is steeds in de ge meenteraad een onderwerp van bespre king. Alle leden zijn er voor dat het een oord is, wat met gepaste beplanting tot de gemeente spreekt en eerbied voor de doden inhoudt. Zo is "K. niet. Wan neer op 15 Juni geen gemeenteraadsver kiezing zou worden gehouden, dan had K. niet de minste behoefte gehad om daar plaatsruimte voor te vragen. Wie de begraafplaats gebruikt, of liever mis bruikt om een verkiezing te beinvloeden is een man die niet de minste eerbied heeft voor de plaats van de geliefde doden zoals hijzelf zegt. Dat de begraaf plaats volmaakt in orde is zegt niet een gemeentebestuurder, maar dat de toe stand zo is, als K. schrijft is een grote leugen. Wanneer K. een raadslid is of candidaat raadslid dan is het jammer dat hij met K. tekent. Dan had hij met voorkeurstemmen gekozen kunnen wor den en zouden de kiezers geweten heb ben dat dan die schandvlek uit de ge meente zou zijn geweest. Maar K. zo is het niet. U weet K„ dat een mens een geboorte dag, een levensweg (of lijdensweg), en een laatste dag heeft. De een legt de nadruk op de geboortedag, als die maar met allerlei kaartjes met ooievaar erop bekend gemaakt is, heeft hij zijn plicht gedaan. Een ander heeft een idee oni zijn laatste rustplaats tot een soort lust oord te maken. Voor mij is dat mislei ding: Een begraafplaats moet zijn een plaats waar rust is voor geliefde doden, en doden die zonder liefde achter te laten liggen. En K. dan zijn er nog anderen die ook met een zekere gemoedsstemming aan de wieg staan en ook aan de be graafplaats maar die zien ook wat tussen wieg en graf ligt. Nu is het mogelijk dat men op alle of op een van alle stan den teveel nadruk legt en daardoor alles niet het volle recht krijgt wat het toe komt, maar s'levensweg is dikwijls een lijdensweg en ik kan niet anders doen dan K. en anderen aanraden ook daar aan wat meer aandacht te besteden. Het gebeurt wel dat een raadslid over de begraafplaats begint en dan wordt het wel opgelost omdat allen ervan door drongen zijn dat deze aan zekere eisen moet voldoen. De een wil wat meer of minder dan de ander, gelukkig dat er geen dictatuur is. De gemeente heeft 20 nieuwe wonin gen doen bouwen. Wat is er aan zekere straten verbeterd en nog tsteeds, maar ik sta aan de kant van hen die zeggen „te weinig" En wanneer K. niet kan begrijpen dat er gezegd wordt het kost te veel, dan moet K. toch weten wan neer men wil uitgeven men er een moet hebben en daar zit het juist. Als ik vraag laten we eens trachten een rusthuis te zetten voor de ouden van dagen, dan vinden ze dit wel aardig en mooi, maar het is dit te lang en dat te breed en men gaat over tot de orde van de dag, K. een dag met de ouden van dagen gaan rijden is leuk en prachtig maar dan zijn er nog 364 dagen per jaar. Het sportterrein is bij sommigen een doorn in het oog maar waar moet de jeugd dan heen K.? naar andere plaatsen waar toch ook wel wat tegen te zeggen is. K. Uw schrijven is bij mij helemaal niet zo ingedrongen dat ik een andere politiek zou gaan voeren ten aanzien van de begraafplaats, daar waren Uw argumenten te overdreven voor. Mijn bedoeling was K. te vragen, als U klachten hebt over ons beleid kom dan even aan en maak geen onnodige tam tam. U Mijnhgpr de Redacteur dankend. A. J. op den Brouw St. Maartensdijk De vakopleiding is ook in ons land na de oorlog meer in het brandpunt van de belangstelling gekomen. Niet, dat wij Nederlanders voordien geen belang stelling daarvoor hadden, maar het ont stellende tekort aan geschoolde arbeids krachten spreekt thans zodanig, dat nu meer dan gewone aandacht daarvoor nodig is. De scholing van volwassen arbeiders werd ter hand genomen en 't is begrijpelijk, dat de reeds lang bestaande Rijkswerkplaatsen voor Vakontwikkeling met deze scholing werden belast. Tot dit doel werden deze werkplaatsen door het R.A.B. gereorganiseerd en aangepast aan de behoefte van het ogenblik. Be halve, dat voor deelnemers ioondervings- vergoedingen werden vastgesteld, werd een geheel nieuwe opleidingsmethode ontwikkeld, waarover een en ander in korte trekken hieronder volgt. Wat wordt van een modern vakman vereist Het was in Nederland reeds lang be kend, dat de vakopleiding van vol wassenen aanpassing behoefde. Ze moe ten door korte efficiente cursussen in gewijd kunnen worden in de geheimen van het vak. Voorts stond reeds lang vast, dat meer dan voorheen aandacht geschonken moest worden aan het arbeidstempo van de leerling, om het mogelijk te maken dat leerlingen in een korte tijd in het normale bedrijfstempo kunnen werken. Een z.g. grote vak analyse werd gemaakt, d.w.z. er werd nagegaan, wat de volledig geschoolde vakarbeider moet kennen en kunnen. Hierbij bleek al zeer spoedig, dat de eisen, die aan de moderne vaklieden worden gesteld, geheel verschillend zijn van de vroegere. Zo werd bv. vroeger algemeen aangenomen, dat een volledig geschoold vakman moest beschikken over een zekere teken-vaardigheid en min of meer ingewikkelde constructies moest kunnen ontwerpen. Thans behoort dit niet meer tot de functie van de vak man: nu moet hij vlot kunnen tekening- lezen en schetsen. Door de genoemde analyse werd dus een inzicht verkregen in de omvang der verschillende vak-gebieden en kon men zich een duidelijk beeld vormen van de materie, die door de leerlingen moest worden verwerkt. Het ontwerpen der leerprogramma's Bij het opstellen van de verschillende cursussen werd ervan uitgegaan, dat in een scholingswerkplaats het vak niet in zijn volle omvang onderwezen kan wor den. Hier kan de leerling slechts ge bracht worden tot „vakman-zonder routine". Dit is dus geenszins een vol ledig vakman. Want het volledige vak manschap impliceert stellig een grote dosis routine. Ter verduidelijking een voorbeeld: Een chauffeur, die zijn eerste rijbewijs ontvangt, heeft bewezen alles te be heersen, wat daarvoor wordt vereist en toch zal hij eerst een „volledig-chauf- feur" zijn, nadat hij vele honderden kilometers achter het stuur heeft ge maakt. De Rijkswerkplaatsen kunnen dus evenmin als welke vakopleiding ook, volledige vaklieden afleveren, doch moe ten het aan de bedrijfswerkplaatsen over laten de personen in kwestie de nodige routine bij de brengen. Deze „na-scho ling" in de bedrijven is dus een integre rend deel van de opleidingsmethode der Rijkswerkplaatsen en de ervaring leert, dat indien dit gedeelte wordt verwaar loosd, weinig resultaat wordt bereikt. Voorts werd er rekening mee ge houden, dat de z.g. grote vakken (bank- werken, timmeren, electricien, meubel maken) meer inzichtsmoeilijkhedfen be vatten dan de kleine vakken als metse len, lassen, enz. Aangezien de duur van de opleiding in de scholingswerkplaats hoofdzakelijk wordt bepaald door de om vang. van deze inzichtsmoeilijkheden, is het begrijpelijk, dat voor de eerstgenoem de vakken ook een langere opleidingstijd nodig is, dan voor de laatstgenoemde. De handvaardigheids-moeilijkheden dit geldt voor alle vakken zijn door leerlingen van ongeveer 20 jaar, in 2 a 3 maanden te overwinnen. Hiervan uit gaande werden de scholingstijden voor de grote vakken geschat op 78 maan den en voor de kleine vakken op 34 maanden. Deze schattingen zijn vrijwel juist gebleken. Voor het samenstellen van de leer programma's was het verder nodig „kleine" vakanalyses te maken, waaruit inzichten werden verkregen in de moei lijkheid van iedere handeling afzonder lijk. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen materiaals- en bewegingsmoei lijkheden. De rhythmische oefeningen Voor het gemakkelijk overwinnen van de bewegingsmoeilijkheden, werden series arbeidstechnische vooroefeningen ontworpen. Deze oefeningen worden aan het begin van een cursus gedurende één uur per dag gehouden in groepen van 6 leerlingen. De leerlingen maken de voorgeschreven bewegingen op daarvoor speciaal ontworpen apparaten in een tempo, dat door een werkmeester op een slag-instrument wordt aangegeven. Naar dit tempo aangeven door een slag- rhythme noemen we de oefeningen „rhythmische oefeningen", terwijl de leerlingen bij voorkeur spreken van „rumba". Merkwaardig genoeg nemen de leerlingen deze wijze van scholen zeer ernstig op; vermoedelijk omdat zij hierin de moderne sporttrainingsmethoden herkennen. Ook de werkmeesters zijn, tegen veler verwachtingen in, overtuigd van het nut dezer oefeningen en drin gen er steeds op aan, dat ook in hun school deze oefeningen geheel worden gegeven. Tot nu toe kon dit nog niet op alle werkplaatsen vollecjig worden doorgevoerd, omdat daarvoor een speci ale opleiding voor het personeel nodig is, welke helaas nog niet ter hand werd genomen. Practijk-cursus en cursus tekening-lezen Voor het overwinnen van de mate riaal- en inzichtsmoeilijkheden werden voor de verschillende vakken practijk cursussen en cursussen voor tekening- lezen ontworpen. Hoewel de practijk- cursussen niet veel nieuws bevatten, moet toch worden vermeld, dat zij, even als de cursussen in tekeninglezen zijn verdeeld in series. Elke serie bestaat uit ongeveer 10 werkstukken (opdrachten), die zodanig gekozen zijn, dat de som van de materiaal- en inzichtsmoeilijk heden van het eerste werkstuk, beneden het bevattingsvermogen van de gemid delde leerling blijft. De volgende op drachten van dezelfde serie nemen telkens zoveel in moeilijkheden toe, dat de laatste opdracht van de serie boven dit gemiddelde bevattingsvermogen uit komt. Hierdoor wordt bereikt, dat de gemiddelde leerling bij de beginwerk- stukken hoge prestaties kan leveren, doch aan het eind van de serie onder vindt, dat hij zich geheel moet geven, om vakman te kunnen worden. Tegen de tijd, dat hij moedeloos zou worden, is hij met deze serie klaar en krijgt de eerste (gemakkelijke) opdrachten van de volgende serie. De zeer goede leer lingen moeten zich bij het maken van de laatste opdrachten van elke serie ook inspannen, waardoor zij niet „verslap pen"; de minder goeden kunnen aan het begin van elke serie nog goede presta ties leveren, waardoor zij de moed be houden tot doorzetten. Vooral voor „langzaam aanlopende" karakters is dit zeer belangrijk. Het premiestelsel Alle opdrachten worden uitgevoerd in een zg. dubbel premie-stelsel. Voor elke opdracht is een tijd vastgesteld; hierdoor ontstaat spreiding, zelfs bij gelijktijdig beginnen aan een cursus, zodat vrijwel alle leerlingen aan verschillende werk stukken bezig zijn, hetgeen de zelfstan digheid bevordert. Heeft een leerling 81. Gelukkig bleef het vlot midden in de rivier. Door de takken heen zagen ze de Indiaanse vrou wen en kinderen aan de rivieroever aan het plassen en spelen, hier en daar scheerde een ranke kano over het water, maar niemand riep alarm, en onge hinderd dreven ze verder. Het dorp verdween uit het gezicht, het werd weer eenzaam op de rivier. Dagen en weken dreven ze zo voort, Henk waagde het thans zo nu en dan wat wild te schieten, en de vluchtelingen hoopten de be schaafde wereld gauw terug te zien. 82. De rivier was nu heel breed geworden en op een morgen, heel in de vroegte, zag Frank die de wacht hield, een watervliegtuig naderen. De machine kwam dichterbij en streek niet ver van hun takken- hoop neer. Frank schoot direct het geweer af, en onmiddellijk kwam het vliegtuig over het water naar hen toe. De twee vliegeniers, die de machine beman den, waren stom verbaasd toen daar uit de takken- hoop de vier vluchtelingen te voorschijn kwamen. En toen ze alles vernomen hadden waren ze opge togen. Ze spraken af om naar de dichtbijzijnde stad te vliegen, ongeveer een uur stroomafwaarts, en van daar zou onmiddellijk een boot tehulp gezonden gor den, die over enige dagen bij hen zou zijn.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1949 | | pagina 3