De rijkswerkplaatsen voor vakontwikkeling
SHNAPIR §©&S
RAADSVERGADERING St. FIUPSLAND.
t-i Avonturen van een Drietal
BURGERLIJKE STAND
Geboren Johanna Adriana, d. v. W.
Stoutjesdijk en J. F. Hoek
Marinus Pieter, z. v. D. M. Bloppoel
en G. J. Franke
Johannes Leender, z. v. L. A. Geluk en
W. C. C. van Gorsel
Egidia Johanna, d. v. A. J. de Bruijn
en J. G. Bolier.
Ondertrouwd: A: D. van Ree 27 jr.
en A. Jasperse 24 jr.
J. C. van 't Hof 29 jr. en A. C. van
Houdt 20 jr.
A. J. van Splunter 34 jr en M. Hoek
25 jr.
A. H. Heijboer 27 jr. en H. B. I. Ste-
ketee 19 jr.
Getrouwd: J. C. van 't Hof 29 jr en
A. C. van Houdt 20 jr.
A. D. van Ree 27 jr. en A. Jasperse
24 jr.
A. J. van Splunter 34 jr. en C. de Graaf
30 jr.
SCHERPENISSE
GOED WEER
EEN GESLAAGDE DAG
Onder grote belangstelling werd op
2e Pinksterdag de 3e Scheldetocht ge
lopen. Om 12.15 uur sprak de voorzit
ter van de kring afd. Z.W.B. de wan
delaars toe. Vervolgens voerde ook de
Burgemeester het woord. 12.25 vertrok
de kleurrijke stoet. Een kleine 300 wan
delaars waren aanwezig, w.o. 13 groe
pen en enkele individuele wandelaars.
Langs de Oosterschelde was het een
prachtig gezicht. De Juniores rusten in
Strijen en de Senioren in Tholen. Om
half zeven waren de laatste weer in
Scherpenisse, vol lof over de prachtige
tocht. De uitslag, die om 7 uur bekend
werd, luidde als volgt:
1 Steeds Voorwarts Breda 73 pt. beker
2 Em Be E, Breda 68 pt. Plaquet
3 S.O.S. Breda 65J^ pt grote krans
4 Longo (na loting met Oudenbosch)
63 pt. kleine krans
lste Juniores S.W.S.O. Oudenbosch met
42J^ pt, krans
2de Steeds Voorwaarts Breda 41 pt. tak
Alle groepen ontvingen bovendien een
groepsprijs en alle wandelaars een me
daille. De burgemeester sprak een waar
derend woord, waarna de voorzitter,
dokter Helleman alle medewerkers harte
lijk dankte. De kringvoorzitter verzocht
een volgend maal allen voor nog meer
deelnemers te zorgen. Tenslotte sprak
ook dhr. Has, namens de Technische
Commissie, die de organisatie uitstekend
vond. Het was in alle opzichten een
geslaagde dag.
REISVERENIGING
De Reisvereniging Nooit Gedacht be
sloot in een gehóuden vergadering dit
jaar een reis te maken naar Dinant
(België) en wel op 14 Juli a.s.
IN DE SLOOT
Door het springen van een band ge
raakte de heer J. K. Poot Maandag j.l.
met zijn luxe auto in de sloot. Persoon
lijke ongelukken deden zich niet voor.
De wagen werd Dinsdagmorgen met
paardenhulp op de weg gebracht.
VEILING
7 Juni werden eerstelingen geveild
voor 18,21, Poters 16,01, Kriel 13,66
per 100 kg. Aanvoer 2700 kg.
Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijn
Pij n ve r drij ver bij uitnemendheid
Buisje 40-75 cc.
BURGERLIJKE STAND
Geboren: Jozua, z. v. J. C. Lindhout
en M. J. Tichem
Pieter z. van J. C. Hage en M. Har-
tog.
Ondertrouwd: C. A. Scheurwaater, 20
jr. en W. A. de Kwak Koolaard 19 jr.
Getrouwd: C. A. Scheurwater, 20 jr.
en W. A. de Kwak Koolaard, 19 jr.
Overleden: Jan L. Hage, 82 jr. weduw.
naar van A. J. Rijstenbil.
Vertrokken
Wilhelmina de Kwak Koolaard naar
Waddinxveen.
Verschillende verzoekschriften.
Materiaalaanvrage Chr. Schooi.
Op 7 Juni jl. werd te St. Filipsland
een openbare raadsvergadering gehou
den onder leiding van burgemeester de
Jonge. Afwezig was dhr. Storme.zand,
die volgens de voorzitter zijn uitnodi
ging niet tijdig had ontvangen, evenals
dhr. Quist uit de Polder. Dit in ver
band met de feestdagen. De voorzitter
zal zorgen, dat zulks niet weer gebeurd.
Dhr. Mol vraagt om 's avonds te ver
gaderen, daar 10 uur vm. te vroeg is.
De voorzitter voelt daar niet veel voor,
daar dan ook het gemeentepersoneel
moet komen. Hij zal het nader bezien.
De notulen worden onveranderd vast
gesteld.
Van de fa. van Dijk-Petit is er een
aanbod om de Oostdijk van een slijklaag
te voorzien. De oppervlakte is 3700 me
ter en het zou 40 cent per meter kos
ten. B. en W. stellen voor hierop niet
in te gaan, waarmee de Raad accoord
gaat. Eveneens wordt voor kennisgeving
aangenomen een schrijven van de Ver.
van Ned. Gemeenten inzake sanatorium
verzekering.
Van de Ver. Ned. Gem. voor Stad
en Plattelandgem. „Walcheren", die
om een bijdrage verzoeken met het doel
een geschenk aan te bieden ter gelegen
heid van het weer in gebruik nemen
van het stadhuis te Middelburg.
De voorzitter stelt voor dit verzoek
in te willigen. Dhr. Quist stelt 't tegen
deel voor. De subsidie voor Het Groene
Kruis is ook geweigerd, dat veel nutti
ger was. Met 5 stemmen tegen en 2
voor wordt besloten geen bijdrage te
verlenen.
Medegedeeld wordt dat de onteige
ning van grond op de Sluis te A. J.-
Polder eerst door het Rijk in orde zal
worden gemaakt, voor de gemeente die
overneemt.
Verzoek van A. Wesdorp om geen
kopers van afvalstoffen uit andere ge
meenten toe te laten. Dit verzoek wordt
door de betreffende ondervakgroep ge
steund. Na bespreking wordt het door
de Raad afgewezen.
Een verzoek van dhr. J. S. Quist, oud-
oorlogsvrijwilliger, om een onbewoon
bare woning, bewoonbaar te maken. De
eigenaar, dhr. Rod weigert dit te doen.
De voorzitter zegt, dat de gemeente
opzichter de zaak heeft opgenomen en
de kosten begroot op f 300.De voor
zitter stelt voor dit te doen. Met dhr.
Rod is overeengekomen, dat Quist de
huur aan de gemeente zal betalen, tot
de f300 zijn vergoed. Dhr. Verwijs zegt
wat te doen, als de huurder er voor die
tijd uitgaat. Dan op een volgende huur
der verhalen, antwoordt de voorzitter.
Dhr. den Engelsman meent dat dit
huis niet te herstellen is, waarmee weth.
Stormezand het eens is. Dhr. Quist
vraagt of de adviescommissie hiervan
weet. De voorzitter antwoordt, dat het
huis wel bewoonbaar is te maken en
Quist als O.V.W.-er voorrang heeft.
Bovendien is deze woning thans onbe
woonbaar. Dhr. Verwijs zegt: Maak het
winkelpand voor hem klaar. De voor
zitter merkt dat daar eindelijk gang in
komt. Na nog enige bespreking besluit
de Raad de woning voor dhr. Quist be
woonbaar te maken.
Een verzoek van de Chr. School te
A. J.-Polder om het vastgestelde bedrag
per leerling f 16,67 zijnde (totaal
f 1168,30) te verlenen. Dit wordt goed
gekeurd en zal in 4 termijnen worden
voldaan.
Schrijven van de Inspecteur van het
Brandwezen, die goedkeuring adviseren
aan G. S. tot aanschaffing van de auto
brandspuit, doch daarbij opmerken dat
het beter is vanwege de lage water
stand 2X4 meter zuigbuis te kopen.
Schrijven van de onderwijzersver.
Tholen en St. Filipsland om de reis en
verhuiskostenregeling ook voor hen van
toepassing te verklaren. Dit wordt voor
kennisgeving aangekomen.
Schrijven van Ged. St. om het sala
ris van de gemeente-ontvanger met
30 te verlagen, daar hij geen ge
meente-ambtenaar is. De voorzitter stelt
voor om aan G. S. te verzoeken deze
korting niet toe te passen, daar de ont
vanger dit ambt buiten kantoortijd doet.
Hiertegen heeft niemand bezwaar. Twee
begrotingswijzigingen 1948 leveren even
min commentaar op.
Schrijven van de afd. het „Groene
Kruis" te Tholen, waarin wordt verzocht
om een bijdrage ad 25 cent per inwoner
voor uitbreiding van het Consultatie
bureau. De voorzitter stelt voor hier
niet op in te gaan, waarmee de Raad
accoord gaat.
B. en W. stellen de Raad voor om
de tuinen bij de woningwetwoningen te
verhuren voor goede grond 50, minder
goede 30 cent per roede. Geen bezwaar.
Aan de orde is thans een verzoek
van de Chr. School alhier om aanvul
ling van leermiddelen enz. tot een be
drag van f4681. De voorzitter deelt
mede, dat het schoolbestuur onlangs
voor hetzelfde doel reeds f 5500 ont
ving en nu weer deze aanvraag. Hij
acht het nodig om de openbare verga
dering te schorsen, daar hij mededelingen
over zaken en personen wenst te doen,
die niet in het openbaar dienen te ge
schieden. Na ongeveer een uur wordt
de besloting opgeheven en stellen B.
en W. voor het verzoek geheel af te
wijzen. Men heeft schijnbaar in dat uur
voldoende gediscussieerd, zodat niemand
meer het woord verlangt. Dhr. Stor
mezand onthoudt zich van stemmen. De
heren Mol, Verwijs, Quist en den En
gelsman zijn tegen het voorstel van B.
en W. en steunen het verzoek van de
Schoolcommissie. Weth. van Dijke en
Guiljam zijn voor afwijzing.
Bij de rondvraag merkt dhr. Mol op
gaarne te zien, dat het kolenhok voor
de Chr. school in orde wordt gemaakt.
Dit wordt toegezegd. Dhr. Verwijs
vraagt naar de samenstelling van het
stembureau en naar het slootje in de
Prins Hendrikstraat. De voorzitter zegt
dat B. en W. het stembureau samen
stellen. Volgens dhr. Mol is dit niet de
oude gewoonte, voorheen werd het door
de Raad gedaan. Het slootje moeten de
eigenaren dempen. Kosten zijn er prac-
tisch niet aan verbonden.
Dhr. Quist is het ook niet eens met
de stembureau-samenstelling. Dat be-»
hoort de Raad te doen. Voorts merkt
hij op dat voor het schoonmaken der
riolen wel iets anders dan een kruiwa
gen aanwezig behoorde te zijn in de
Polder. De kruiwagen is al weer leegge
lopen voor ze op bestemming is. Hij
vestigt ook de aandacht van B. en W.
op de sloot bij Joppe, die zo vol zit,
dat de buizen niet meer lozen. Ook de
nieuwe straat op de Sluis staat vol on
kruid. De voorzitter zal e. en a. onder
zoeken en de zaak in orde laten maken.
Dhr. Guiljam vraagt naar aanleiding van
het in orde maken van een kolenhok
bij de Chr. School of het werk overi
gens daar klaar is. De voorzitter ant
woordt bevestigend. Daarna sluiting.
STEMMEN VAN LEZERS
Buiten verantwoording der redactie
Mijnheer de Redacteur
Naar aanleiding van het ingezonden
stuk in Uw blad van 27 Mei 1.1. zou ik
gaarne deze regelen als antwoord ge
plaatst zien waarvoor bij voorbaat mijn
hartelijken dank.
Wie is K. de ondertekenaar. Misschien
een zeer braaf huisvader maar in de
politiek een knoeier, kinderachtig kinds
kerks krabbelaar of wie of wat mag het
zijn. Het Kerkhof is steeds in de ge
meenteraad een onderwerp van bespre
king. Alle leden zijn er voor dat het een
oord is, wat met gepaste beplanting tot
de gemeente spreekt en eerbied voor de
doden inhoudt. Zo is "K. niet. Wan
neer op 15 Juni geen gemeenteraadsver
kiezing zou worden gehouden, dan had
K. niet de minste behoefte gehad om
daar plaatsruimte voor te vragen. Wie
de begraafplaats gebruikt, of liever mis
bruikt om een verkiezing te beinvloeden
is een man die niet de minste eerbied
heeft voor de plaats van de geliefde
doden zoals hijzelf zegt. Dat de begraaf
plaats volmaakt in orde is zegt niet een
gemeentebestuurder, maar dat de toe
stand zo is, als K. schrijft is een grote
leugen. Wanneer K. een raadslid is
of candidaat raadslid dan is het jammer
dat hij met K. tekent. Dan had hij met
voorkeurstemmen gekozen kunnen wor
den en zouden de kiezers geweten heb
ben dat dan die schandvlek uit de ge
meente zou zijn geweest. Maar K. zo is
het niet.
U weet K„ dat een mens een geboorte
dag, een levensweg (of lijdensweg), en
een laatste dag heeft. De een legt de
nadruk op de geboortedag, als die maar
met allerlei kaartjes met ooievaar erop
bekend gemaakt is, heeft hij zijn plicht
gedaan. Een ander heeft een idee oni
zijn laatste rustplaats tot een soort lust
oord te maken. Voor mij is dat mislei
ding: Een begraafplaats moet zijn een
plaats waar rust is voor geliefde doden,
en doden die zonder liefde achter te laten
liggen. En K. dan zijn er nog anderen
die ook met een zekere gemoedsstemming
aan de wieg staan en ook aan de be
graafplaats maar die zien ook wat tussen
wieg en graf ligt. Nu is het mogelijk dat
men op alle of op een van alle stan
den teveel nadruk legt en daardoor alles
niet het volle recht krijgt wat het toe
komt, maar s'levensweg is dikwijls een
lijdensweg en ik kan niet anders doen
dan K. en anderen aanraden ook daar
aan wat meer aandacht te besteden.
Het gebeurt wel dat een raadslid over
de begraafplaats begint en dan wordt
het wel opgelost omdat allen ervan door
drongen zijn dat deze aan zekere eisen
moet voldoen. De een wil wat meer of
minder dan de ander, gelukkig dat er
geen dictatuur is.
De gemeente heeft 20 nieuwe wonin
gen doen bouwen. Wat is er aan zekere
straten verbeterd en nog tsteeds, maar ik
sta aan de kant van hen die zeggen
„te weinig" En wanneer K. niet kan
begrijpen dat er gezegd wordt het kost
te veel, dan moet K. toch weten wan
neer men wil uitgeven men er
een moet hebben en daar zit het juist.
Als ik vraag laten we eens trachten
een rusthuis te zetten voor de ouden van
dagen, dan vinden ze dit wel aardig en
mooi, maar het is dit te lang en dat te
breed en men gaat over tot de orde
van de dag, K. een dag met de ouden
van dagen gaan rijden is leuk en prachtig
maar dan zijn er nog 364 dagen per
jaar. Het sportterrein is bij sommigen
een doorn in het oog maar waar moet
de jeugd dan heen K.? naar andere
plaatsen waar toch ook wel wat tegen
te zeggen is.
K. Uw schrijven is bij mij helemaal
niet zo ingedrongen dat ik een andere
politiek zou gaan voeren ten aanzien
van de begraafplaats, daar waren Uw
argumenten te overdreven voor. Mijn
bedoeling was K. te vragen, als U
klachten hebt over ons beleid kom dan
even aan en maak geen onnodige tam
tam.
U Mijnhgpr de Redacteur dankend.
A. J. op den Brouw
St. Maartensdijk
De vakopleiding is ook in ons land
na de oorlog meer in het brandpunt van
de belangstelling gekomen. Niet, dat wij
Nederlanders voordien geen belang
stelling daarvoor hadden, maar het ont
stellende tekort aan geschoolde arbeids
krachten spreekt thans zodanig, dat nu
meer dan gewone aandacht daarvoor
nodig is. De scholing van volwassen
arbeiders werd ter hand genomen en 't is
begrijpelijk, dat de reeds lang bestaande
Rijkswerkplaatsen voor Vakontwikkeling
met deze scholing werden belast. Tot
dit doel werden deze werkplaatsen door
het R.A.B. gereorganiseerd en aangepast
aan de behoefte van het ogenblik. Be
halve, dat voor deelnemers ioondervings-
vergoedingen werden vastgesteld, werd
een geheel nieuwe opleidingsmethode
ontwikkeld, waarover een en ander in
korte trekken hieronder volgt.
Wat wordt van een modern
vakman vereist
Het was in Nederland reeds lang be
kend, dat de vakopleiding van vol
wassenen aanpassing behoefde. Ze moe
ten door korte efficiente cursussen in
gewijd kunnen worden in de geheimen
van het vak. Voorts stond reeds lang
vast, dat meer dan voorheen aandacht
geschonken moest worden aan het
arbeidstempo van de leerling, om het
mogelijk te maken dat leerlingen in een
korte tijd in het normale bedrijfstempo
kunnen werken. Een z.g. grote vak
analyse werd gemaakt, d.w.z. er werd
nagegaan, wat de volledig geschoolde
vakarbeider moet kennen en kunnen.
Hierbij bleek al zeer spoedig, dat de
eisen, die aan de moderne vaklieden
worden gesteld, geheel verschillend zijn
van de vroegere. Zo werd bv. vroeger
algemeen aangenomen, dat een volledig
geschoold vakman moest beschikken
over een zekere teken-vaardigheid en
min of meer ingewikkelde constructies
moest kunnen ontwerpen. Thans behoort
dit niet meer tot de functie van de vak
man: nu moet hij vlot kunnen tekening-
lezen en schetsen.
Door de genoemde analyse werd dus
een inzicht verkregen in de omvang der
verschillende vak-gebieden en kon men
zich een duidelijk beeld vormen van de
materie, die door de leerlingen moest
worden verwerkt.
Het ontwerpen der leerprogramma's
Bij het opstellen van de verschillende
cursussen werd ervan uitgegaan, dat in
een scholingswerkplaats het vak niet in
zijn volle omvang onderwezen kan wor
den. Hier kan de leerling slechts ge
bracht worden tot „vakman-zonder
routine". Dit is dus geenszins een vol
ledig vakman. Want het volledige vak
manschap impliceert stellig een grote
dosis routine. Ter verduidelijking een
voorbeeld:
Een chauffeur, die zijn eerste rijbewijs
ontvangt, heeft bewezen alles te be
heersen, wat daarvoor wordt vereist en
toch zal hij eerst een „volledig-chauf-
feur" zijn, nadat hij vele honderden
kilometers achter het stuur heeft ge
maakt.
De Rijkswerkplaatsen kunnen dus
evenmin als welke vakopleiding ook,
volledige vaklieden afleveren, doch moe
ten het aan de bedrijfswerkplaatsen over
laten de personen in kwestie de nodige
routine bij de brengen. Deze „na-scho
ling" in de bedrijven is dus een integre
rend deel van de opleidingsmethode der
Rijkswerkplaatsen en de ervaring leert,
dat indien dit gedeelte wordt verwaar
loosd, weinig resultaat wordt bereikt.
Voorts werd er rekening mee ge
houden, dat de z.g. grote vakken (bank-
werken, timmeren, electricien, meubel
maken) meer inzichtsmoeilijkhedfen be
vatten dan de kleine vakken als metse
len, lassen, enz. Aangezien de duur van
de opleiding in de scholingswerkplaats
hoofdzakelijk wordt bepaald door de om
vang. van deze inzichtsmoeilijkheden, is
het begrijpelijk, dat voor de eerstgenoem
de vakken ook een langere opleidingstijd
nodig is, dan voor de laatstgenoemde.
De handvaardigheids-moeilijkheden
dit geldt voor alle vakken zijn door
leerlingen van ongeveer 20 jaar, in 2 a
3 maanden te overwinnen. Hiervan uit
gaande werden de scholingstijden voor
de grote vakken geschat op 78 maan
den en voor de kleine vakken op 34
maanden. Deze schattingen zijn vrijwel
juist gebleken.
Voor het samenstellen van de leer
programma's was het verder nodig
„kleine" vakanalyses te maken, waaruit
inzichten werden verkregen in de moei
lijkheid van iedere handeling afzonder
lijk. Hierbij werd onderscheid gemaakt
tussen materiaals- en bewegingsmoei
lijkheden.
De rhythmische oefeningen
Voor het gemakkelijk overwinnen van
de bewegingsmoeilijkheden, werden
series arbeidstechnische vooroefeningen
ontworpen. Deze oefeningen worden aan
het begin van een cursus gedurende één
uur per dag gehouden in groepen van
6 leerlingen. De leerlingen maken de
voorgeschreven bewegingen op daarvoor
speciaal ontworpen apparaten in een
tempo, dat door een werkmeester op een
slag-instrument wordt aangegeven. Naar
dit tempo aangeven door een slag-
rhythme noemen we de oefeningen
„rhythmische oefeningen", terwijl de
leerlingen bij voorkeur spreken van
„rumba". Merkwaardig genoeg nemen
de leerlingen deze wijze van scholen
zeer ernstig op; vermoedelijk omdat zij
hierin de moderne sporttrainingsmethoden
herkennen. Ook de werkmeesters zijn,
tegen veler verwachtingen in, overtuigd
van het nut dezer oefeningen en drin
gen er steeds op aan, dat ook in hun
school deze oefeningen geheel worden
gegeven. Tot nu toe kon dit nog niet
op alle werkplaatsen vollecjig worden
doorgevoerd, omdat daarvoor een speci
ale opleiding voor het personeel nodig
is, welke helaas nog niet ter hand werd
genomen.
Practijk-cursus en cursus
tekening-lezen
Voor het overwinnen van de mate
riaal- en inzichtsmoeilijkheden werden
voor de verschillende vakken practijk
cursussen en cursussen voor tekening-
lezen ontworpen. Hoewel de practijk-
cursussen niet veel nieuws bevatten,
moet toch worden vermeld, dat zij, even
als de cursussen in tekeninglezen zijn
verdeeld in series. Elke serie bestaat uit
ongeveer 10 werkstukken (opdrachten),
die zodanig gekozen zijn, dat de som
van de materiaal- en inzichtsmoeilijk
heden van het eerste werkstuk, beneden
het bevattingsvermogen van de gemid
delde leerling blijft. De volgende op
drachten van dezelfde serie nemen
telkens zoveel in moeilijkheden toe, dat
de laatste opdracht van de serie boven
dit gemiddelde bevattingsvermogen uit
komt. Hierdoor wordt bereikt, dat de
gemiddelde leerling bij de beginwerk-
stukken hoge prestaties kan leveren,
doch aan het eind van de serie onder
vindt, dat hij zich geheel moet geven,
om vakman te kunnen worden. Tegen de
tijd, dat hij moedeloos zou worden, is
hij met deze serie klaar en krijgt de
eerste (gemakkelijke) opdrachten van
de volgende serie. De zeer goede leer
lingen moeten zich bij het maken van
de laatste opdrachten van elke serie ook
inspannen, waardoor zij niet „verslap
pen"; de minder goeden kunnen aan het
begin van elke serie nog goede presta
ties leveren, waardoor zij de moed be
houden tot doorzetten. Vooral voor
„langzaam aanlopende" karakters is dit
zeer belangrijk.
Het premiestelsel
Alle opdrachten worden uitgevoerd in
een zg. dubbel premie-stelsel. Voor elke
opdracht is een tijd vastgesteld; hierdoor
ontstaat spreiding, zelfs bij gelijktijdig
beginnen aan een cursus, zodat vrijwel
alle leerlingen aan verschillende werk
stukken bezig zijn, hetgeen de zelfstan
digheid bevordert. Heeft een leerling
81. Gelukkig bleef het vlot midden in de rivier.
Door de takken heen zagen ze de Indiaanse vrou
wen en kinderen aan de rivieroever aan het plassen
en spelen, hier en daar scheerde een ranke kano
over het water, maar niemand riep alarm, en onge
hinderd dreven ze verder.
Het dorp verdween uit het gezicht, het werd weer
eenzaam op de rivier. Dagen en weken dreven ze
zo voort, Henk waagde het thans zo nu en dan wat
wild te schieten, en de vluchtelingen hoopten de be
schaafde wereld gauw terug te zien.
82. De rivier was nu heel breed geworden en op
een morgen, heel in de vroegte, zag Frank die de
wacht hield, een watervliegtuig naderen. De machine
kwam dichterbij en streek niet ver van hun takken-
hoop neer. Frank schoot direct het geweer af, en
onmiddellijk kwam het vliegtuig over het water naar
hen toe. De twee vliegeniers, die de machine beman
den, waren stom verbaasd toen daar uit de takken-
hoop de vier vluchtelingen te voorschijn kwamen.
En toen ze alles vernomen hadden waren ze opge
togen. Ze spraken af om naar de dichtbijzijnde stad
te vliegen, ongeveer een uur stroomafwaarts, en van
daar zou onmiddellijk een boot tehulp gezonden gor
den, die over enige dagen bij hen zou zijn.