Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland Is er vooruitgang bij Wederopbouw? Het Bestuur der Gemeente Oudste scheepswerf ter wereld. ZONDAGSDIENST ARTSEN 5e Jaargang No. 25 6 Mei 1949 Uitgevers Firma C Dieleman en G. Hei,boer Abonnementen per AdYer,e„,iën 0.10 per millimeter - Minimum 2.00 Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 kwartaal franco p.p. f 1.25 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Prijs per nummer 8 cent Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen Een van de meest besproken problemen in ons land is dat van de wederopbouw. Vooral in de eerste tijd na de nu vier jaar achter ons liggende oorlog is er op dit punt veel critiek geoefend op de regering, een critiek die op veel punten gerechtvaardigd was. De vele muta- ties bij het ministerie van wederopbouw waren dan ook niet toevallig, maar anderzijds werd er toch ook onvol doende rekening gehouden met de vele problemen en moeilijkheden waarvoor onze overheid op dit gebied stond. Wanneer wij nu minister In 't Veld en zijn staf hulde kunnen brengen voor hetgeen hij in 1948 reeds tot stand bracht, dan behoort toch een deel van die lof ook aan zijn voorgangers, die door hun voorbereidend werk de nu langzaam doorbrekende resultaten mogelijk maakten. Het was vooral het schreeu wend materiaalgebrek, dat in 1946 en 1947 de wederopbouw heeft geremd. Nog steeds is dit tekort aan bouwmaterialen waar bij ook het onvoldoend aantal bouwvakarbeiders niet uit het oog mag worden verloren, niet in enigszins bevredigende toestand omgezet. Hoewel er van cement, stenen en pannen in 1948 veel grotere hoeveelheden beschikbaar kwamen, namen toch de voorra den hiervan in dit tijdsgewricht nog verder af, gezien de zeer sterk toegenomen vraag. De ge noemde bouwmaterialen zijn wel de zorgenkindjes van de bouwnij verheid, maar alhoewel de hout en metaalindustrie wel verbeterd is, is er toch ook aangaande deze stoffen nog dringend verbetering van voorraadpositie gewenst. De beperkende voorschriften voor hout zijn dan ook van kracht ge bleven. Verheugend is de inge treden verbeterde glaspositie, waarvoor wij ten dele de Belgen dankbaar moeten zijn. Het gejammer over het woning tekort en de vele boze woorden, dientengevolge tot Den Haag ge sproken, zijn volkomen begrijpe lijk, vooral wanneer die klachten komen van hen, die waarlijk in nood zitten en dat zijn er he laas nog velen maar niet rechtvaardig. In het afgelopen jaar werd er veel bereikt en ondanks de ge maakte fouten dient gewaardeerd te worden dat het zwaartepunt van de wederopbouw ook daar werd gelegd, waar de oorlog de zwaarste slagen had toegebracht. Wanneer wij melden dat in 1948 voor plm. f 350 millioen aan wo ningen werd gebouwd, zal dit weinig zeggen, maar belangrijker is de toename van onze woning voorraad met 35.839 woningen. Hiervan is reeds afgetrokken de vermindering van onze woning voorraad tengevolge van afbraak enz. DE DRUPPEL OP DE GLOEIENDE PLAAT Misschien mompelt men dan hier en daar het spreekwoord van een druppel op de gloeiende plaat maar wij moeten toch zwijgen wanneer wij deze toename verge lijken met de jaren 1936 en 1937, toen er jaarlijks ongeveer 5000 woningen minder gereed kwamen. Dit moet ons iets zeggen, want leefden wij toen niet in een tijd perk van overvloed aan arbeids kracht en materiaal Wij kunnen daarbij niet te genwerpen, dat er toen geen ge brek aan woningruimte was. Vele bouwwerken, nu woning ge noemd, waren nog overbevolkt en verdienden de naam krot nauwe- WELKE MAATSTAF? Ook de statistieken betreffende de aantallen gereedgekomen wo ningen in de verschillende provin cies wijzen er op, dat die streken van ons vaderland het meest be voorrecht waren waar het oor logsgeweld het felst heeft ge woed. Het gemiddeld aantal wo ningen, toegevoegd aan onze wo ningvoorraad steeg in Noord- Brabant, Limburg en Zeeland met meer dan 100 boven de gemid delde toename in de dertiger ja ren, doch bleef in de grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag daar ver beneden. In prin cipe komt ons dit juist voor. Im mers in deze streken is de nood wel zeer hoog, al is de gang van zaken in de geteisterde gebieden, lijks. Slechts daar geldt critiek, waar de kwaliteit in 't geding komt. De woning van nu is onge twijfeld van mindere kwaliteit dan hetgeen op dit gebied in de dertiger jaren voor onze ogen verrees. Dit valt te betreuren, doch is noodzakelijk een gevolg van onze verarming. Als zodanig is deze versobering juist. Ook wat de grootte betreft. De ons toegemeten ruimte bij het betrek ken van een woning is zeer ge ring en te weinig voor behoor lijke bewegingsvrijheid. Maar ve len van ons zouden een ruimte als een tiental jaren geleden be schikbaar, niet of met zeer grote moeite slechts kunnen inrichten, waardoor ongetwijfeld de sociale spanning zou toenemen. Zeer zeker verlangen wij terug naar betere, ruimere woningen, maar de weg daarheen zal slechts be gaanbaar zijn wanneer onze wel vaart weer stijgt en de levens standaard van ons volk omhoog gaat. Met vereende krachten zul len wij in de komende jaren daar naar moeten streven. waar nog tallozen op behoorlijke huisvesting wachten, in bepaalde gevallen ten hemel schreiend, maar er moet gewoekerd worden met het weinige dat beschikbaar is en dat is op deze wijze zo eer lijk mogelijk verdeeld. Richten wij tenslotte het oog op de toekomst, dan zullen wij voor ons zien een taak die in de geschiedenis der huisvesting haars gelijke in het verleden niet vindt. Dan zien wij ook dat er in de woningbouwpolitiek in de ko mende jaren nog veel moet veran deren, vooral in het voordeel van de grote steden, waar de bevol- kings- en gezinswas beangstigend ver uitsteken boven de toename van het aantal woningen. Steu nend op hetgeen in zeer moeilijke jaren werd bereikt, moet bij ons de overtuiging rijpen dat de wo ningbouw in Nederland van rege ring en volk weliswaar een uiterste krachtsinspanning eisen, doch een krachttoer, die slechts dienen kan om glorie toe te voe gen aan nationale energie en uithoudingsvermogen. van onze juridische medewerker V DE OPENBAARHEID DER RAADSVERGADERINGEN De wet schrijft uitdrukkelijk voor, dat de vergaderingen van de gemeenteraad in het openbaar worden gehouden. Wij behoeven niet te wijzen op het grote be lang, hetwelk aan deze openbaar heid is verbonden. Daardoor worden immers de kiezers in de gelegenheid gesteld de handelin gen van de gekozenen op de voet te volgen. Blijkt gedurende de zittingsperiode van deze gekoze nen, dat zij de hen toevertrouwde taak niet naar behoren verrichten, dan zullen de kiezers daarmede bij de eerstvolgende verkiezing rekening kunnen houden. Het laat zich verstaan, dat er zich omstandigheden kunnen voordoen, waarbij het gewenst is, dat een raadsvergadering niet in het openbaar wordt gehouden. De wet heeft hierin voorzien door te bepalen, dat de deuren van het vergaderlokaal moeten worden gesloten, wanneer zulks wordt gevorderd door: a. de voorzitter: b. in gemeenten beneden de 20.000 zielen door 3, in de overige gemeenten door !/5 der aanwezige leden. Na sluiting der deuren bepaalt de vergadering of in het geheim Dicht bij Aden ligt de scheepswerf, waarvan werd vastgesteld, dat het de oudste ter wereld is. Bij recente onderzoekin gen werd een ruim tien meter dikke laag hout spaanders gevonden. De kano, die op stapel staat, is een schip, dat veel ge bruikt wordt op de Rode Zee en Indische Oceaan. Inwoners van Aden ge loven, dat op deze scheeps- werf de Ark van Noa(c)h werd gebouwd. zal worden beraadslaagd. Indien de raad besluit over een bepaald onderwerp met gesloten deuren te beraadslagen betekent zulks niet automatisch, dat ook in het geheim ter zake een besluit zal worden genomen. De raad kan ook daartoe be sluiten, doch zo mogelijk besluite men steeds in het openbaar. Thorbecke zei eens: „Openbaar heid is licht, geheimhouding duisternis. Publiek belang, pu bliek behandeld, trekt belangstel ling, onderzoek, kunde en be kwaamheid. Geheimhouding knecht wantrouwen en geeft aan ontevredenheid of beweging de gevaarlijkste wapenen tegen het bestuur in handen." Dit geldt zeer zeker ook voor de vergaderingen van de ge meenteraad Indien een raadslid ruchtbaar heid geeft aan hetgeen in een be sloten vergadering is behandeld, is hij nog niet strafbaar. Een raadslid, dat het karakter van een besloten vergadering begrijpt, zal evenwel niet „uit de school klappen." De raad kan echter g e- heimhouding opleggen met betrekking tot hetgeen in de be sloten vergadering is behandeld en de stukken, welke aan de raad zijn overgelegd. Onder deze ge heimhouding vallen niet uitslui tend die leden, die op de betref fende vergadering aanwezig wa ren, doch ook de leden, die na die vergadering van het behan delde of van de stukken kennis nemen, terwijl ook de burgemees- Dr. L. D. A. Looijsen, Tholen. Dr. R. C. Renes, Oud-Vossemeer ter de geheimhouding in acht dient te nemen. Burgemeester en Wethouders kunnen omtrent de inhoud van stuitteen, welke aan de Raad wor den overgelegd, voorlopige geheimhouding opleggen. Deze voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerst volgende raadsvergadering ter bekrachtiging wordt aangeboden of wanneer de raad niet tot be krachtiging overgaat. Hij, die dé geheimhouding schendt, is strafbaar ingevolge artikel 272 van het wetboek van strafrecht. De wet somt een 4-tal onder werpen op, waarover in een be sloten vergadering noch mag worden beraadslaagd, noch een besluit mag worden genomen, terwijl voorts een 6-tal punten zijn genoemd, waarover in |het geheim geen besluit mag worden genomen. De wetgever heeft wil len voorkomen, dat over bepaalde belangrijke onderwerpen dus in het openbaar wordt beraad slaagd en/of besloten. De raadsvergaderingen mogen slechts worden gehouden wan neer meer dan de helft van het getal zitting hebbende leden is opgekomen. Is het vereiste aantal leden (blij kens de presentielijst) niet aan wezig, dan zal de voorzitter de vergadering dus niet openen. Hij zal een nieuwe vergadering be leggen overeenkomstig de wijze, welke wij reeds vroeger aanga ven. In dit geval behoeven er echter tussen de rondzending der oproepingsbriefjes en het uur, waarop de tweede vergadering zal worden gehouden, slechts 24 uren te verlopen. Indien ook de tweede vergade ring niet door het vereiste aan tal leden wordt bezocht, belegt de voorzitter een derde vergadering. Daarvoor gelden dezelfde bepa lingen als voor de tweede verga dering, echter met dit verschil, dat in de oproepingsbriefjes dan de bepalingen van artikel 54 der gemeentewet (over deze materie handelende) moeten worden aan gehaald. Deze derde vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden, dat is opgekomen. De dan aanwezige leden kunnen de op deze agenda voorkomende zaken ook afdoen: zelfs al is er maar één lid aanwezig. Gelukkig is het in de praktijk niet dikwijls nodig gebleken van deze bevoegdheid gebruik te ma ken. Toch kunnen wij ons herin neren het geval van de gemeente raad van Stavenisse, die tot drie maal toe met een minderheid ter vergadering kwam. Dit was evenwel een uitzondering op de regel. Indien de nalatigheid van de raadsleden om ter vergadering te verschijnen er toe mocht leiden, dat de regeling in het bestuur van de huishouding der gemeen te door de raad grovelijk wordt verwaarloosd (hetgeen dan niet denkbeeldig is) kan een speciale wet, met terzijde stelling van de

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1949 | | pagina 1