Weekblad voor het EilandTholen en St. Filipsland Het Bestuur der Gemeente °ff een lentebeeld.Nieuw leven. RAADSVERSLAG St. MAARTENSDIJK. ZONDAGSDIENST ARTSEN 5e Jaargang No. 20 1 April 1949 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Abonnementen 1.per Redactie Kerkring A 473 St. Annaland - Telefoon 47 kwartaal franco p.p. 1.25 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 12440/ Prijs per nummer 8 cent Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 (Van onze juridische medewerker) Reeds eerder voelden we het gemis van een vrij regelmatige voorlichting op economisch-, sociaal- en maatschappelijk terrein. Zo nu en dan schreven we zelf een artikel of kregen de medewerking, zoals in vorig nummer, van een soc. economisch deskundige. Thans verheugt het ons 11 te kunnen berichten een juridische medewerker gevonden te hebben, die voorlichting kan en wil geven op genoemd gebied. Vanaf het eerste nummer hebben we ons op het standpunt gesteld, dat ons weekblad naast een dagblad zou: worden gelezen en het niet in de eerste plaats gaat om voorlichting en nieuws omtrent het wereldgebeuren. Dan blijft er nog genoeg over om onze samenleving van dienst te zijn. Waar de gemeenteraadsverkiezing voor de deur staat, verzochten we deze medewerker te beginnen met een serie artikelen over het Gemeentebestuur. Hier onder volgt het eerste. Het is zeer nuttig, dat ook de jongere lezers hiervan kennis nemen, opdat ze weten, hoe een Gemeentebestuur wordt gekozen en wat hun taak is. Niet alleen nuttig, maar noodzakelijk. Red. lip: I Het is algemeen bekend, dat door het fezend publiek steeds de nodige aan dacht wordt besteed aan de gemeente raadsverslagen. Voorts worden de be- ,*uurshandelingen van het college van burgemeester en wethouders en die van de burgemeester als regel door het pu bliek op de voet gevolgd, hetzij met opbouwende-, hetzij met afbrekende critiek. Dit alles behoeft op zichzelf geen be zwaar te zijn, doch het kan bezwaarlijk worden als men zich oordelen gaat vormen over zaken, waarvan men wei nig of misschien niets afweet. Het is om die redenen, dat wij u een uiteenzetting gaan geven van het be stuur der gemeente. Als wij van het ontstaan, taak en werkwijze van de bestuursorganen der gemeente iets meer afweten zullen wij in de eerste plaats «iet meer kennis van zaken de raads- verslagen kunnen lezen en ook verder de handelingen van de gemeenteraad, het college van B. en W. en de bur gemeester kunnen volgen. Het zal u bekend zijn, dat de Neder landse Staatsinrichting, de zgn. schei ding der machten kent, nl.: 1. de wetgevende macht; 2. de uitvoerende macht; 3. de rechterlijke macht. In het bestuur der gemeente vinden wij de beide eerste machten terug, respec tievelijk in: 1ste de gemeenteraad en 2e het college van burgemeester en wet houders en de burgemeester. Tijdens de duitse bezetting kende men ook de ge meentelijke rechterlijke macht, toen de burgemeester (politiegezagsdrager) be voegd was om strafbeschikkingen uit te vaardigen terzake van de overtreding van bepaalde voorschriften. V/ij zullen U eerst een uiteenzetting geven met betrekking tot de gemeen teraad en wij zullen daarbij achter eenvolgens behandelen: a. de geschiedenis; b. de verkiezing; c. taak en werkwijze. Vervolgens geven wij een omschrij ving van de verkiezing, de taak en de werkwijze van a. het college van burge meester en wethouders en b. de burge meester. Tenslotte hopen wij U iets mede te delen betreffende: a. de ambtenaren der gemeente; b. begroting en rekening der gemeente; c. samenwerking van gemeenten; d. hoger toezicht op de handelingen van het gemeentebestuur. DE GESCHIEDENIS VAN DE GEMEENTERAAD In de vroegste tijden werden de belan gen van de gemeenschap door de be langhebbenden zelf (althans de mannen) behartigd. Later namen alle „ghemeene poorters" deel aan de beraadslagingen over de zaken, de welvaart en de dienst der stad betreffende. Zij werden daartoe bij klokkenslag opgeroepen. In de laatste helft der 13e eeuw stelde de burger- aristocratie zich in de plaats der gehele gemeente. Dit had tot gevolg, dat alleen de meest gegoeden en de verstandigsten (vroeden) aan bod kwamen. Deze vorm den voor alsnog geen vast lichaam. Het aantal personen, dat in de beraad slagingen werd gemengd, werd steeds kleiner, zodat uiteindelijk uitsluitend de mensen van „standing" de lakens uit deelden. Deze zg. vroedschappen vormden langzamerhand zichzelf aanvullende colleges. De leden hadden zitting voor hun leven. Het is begrijpelijk, dat deze colleges op de duur ontaardden in familieregeringen, met alle gevolgen van dien. Ook tegenwoordig klaagt men nog wel eens over bestuurscolleges, die bepaalde personen of groepen van personen zou den bevoorrechten, maar in de tijd van de vroedschappen is het zeer waarschijn lijk erger geweest Het is volkomen begrijpelijk, dat de machtsaanmatiging van de regenten het volk op de duur tot ontevredenheid bracht. In 1795 werden dan ook de vroedschappen, zij het onder (franse revolutie) vervangen door de nieuwe municipaliteiten, welke door volks stemming werden samengesteld. Ook de staatregeling van 1798, 1801 en 1805 huldigden terzake van de ge meentebesturen het principe van volks stemming met periodieke aftreding. Helaas gingen deze beginselen in 1806 weder grotendeels verloren. Tijdens de franse overheersing (18101813) wer den deze vanzelfsprekend niet hersteld. Een bezetter houdt nu eenmaal niet van volksinvloed; hij verkiest de centrali satie. In 1814 en 1815 werd een grondwet vastgesteld, die de volksinvloed ten dele herstelde. De verkiezing van de leden van het gemeentebestuur voor het leven werd weer regel. Tussen steden en platteland werd onderscheid ge maakt. De grondwet van 1815 bepaalde o.m., dat de wijze van samenstelling van de stedelijke besturen moest worden ge regeld bij reglementen. Volgens het krachtens dit voorschrift van de grondwet tot stand gekomen reglement van 1825 werden de raads leden in de plattelandsgemeenten be noemd door de provinciale staten, voor de tijd van zes jaren. De leden der stedelijke raden werden daarentegen voor hun leven gekozen. Zoals het ook dikwijls thans nog is, stonden ook toen reeds de bewoners der plattelandsgemeenten achter bij die der steden. De reglementen, hiervoren bedoeld, waren in sterk centraliserende geest op getrokken. Van gemeentelijke zelfstandig heid was maar bitter weinig te bespeuren De grondwetswijziging van 1848 opende de mogelijkheid tot verbetering. Geëist werd namelijk regeling bij de wet van samenstelling, inrichting en bevoegd heid der gemeentebesturen, rechtstreekse verkiezing en periodieke aftreding van de raadsleden en gemeentelijke auto- Deze wet (sedert dien vele malen gewijzigd) kwam tot stand in 1851, onder minister Thot;becke. Zij bestaat nog steeds onder de naam van „ge meentewet". Ondanks de vele wijzigin gen in de loop der jaren bleven haar grondslagen vrijwel onaangetast, be houdens een periode tijdens de duitse bezetting, aanvangende op 1 September 1941, toen de gemeenteraden werden op gedoekt en het gehele bestuur der ge meente werd gecentraliseerd in de per soon van de burgemeester. Deze gemeentewet kent drie gemeente lijke bestuursorganen, t.w. de gemeente raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.. Een volgend maal zullen wij nagaan hoe de gemeenteraden tot stand komen (de verkiezing). Wat doen we met de twee toegewezen woningen Mededelingen omtrent restauratie toren. Vrijdag 25 Maart des vm. om 10 uur kwam de voltallige ge meenteraad in openbare verga dering bijeen. Voorzitter: Burge meester D. C. Bouwense, secre taris dhr. H. J. Meloen. Na opening en goedkeuring notulen worden enige, reeds eer der vermelde stukken voor ken nisgeving aangenomen, daar op besluiten, enz. goedkeuring is verkregen. Een verzoek van dhr. M. Har- tog om een dakraam in zijn ge meente-woning te mogen'plaatsen* wordt ingewilligd. Eveheens de verzoeken van de volgende per sonen om in aanmerking te ko men voor een stukje gem. land, die op de lijst zullen worden ge plaatst: P. J. Jansen, C. P. Anthonisse, H. J. v. Splunter, J. Lindhout en W. D. Anthonisse P. C. v. Splunter staat reeds op de lijst. Van het Prov. Bestuur over het in voorbereiding zijnde streekplan voor het Eil. Tholen, waardoor voor besluiten buiten het uitbreidingsplan om toestem ming is vereist van de Plan. dienst. Idem goedkeuring verkoop grond Heijboer volgens raads besluit in vorige vergadering, idem betreffende de erfpachts kwestie A. P. v. Damme Van de Min. v. B.Z. een schrijven met als bijvoegsel het rapport van de commissie Ub- bink. Van het Prov. Bestuur de mededeling, dat 2 woningen kun nen worden gebouwd in 1949. De voorzitter vraag nu: „Wat gaan we met deze toewijzing doen Voor particuliere bouw be stemmen of voor gemeente woningen Reeds is één aan vrage van een particulier binnen. Zullen we nog even wachten of er nog een particuliere aanvrage komt In elk geval wou ik deze toewijzing niet te loor laten gaan, aldus de voorzitter. Er zou wel meer particuliere vraag zijn, als men zekerheid had met de finan ciële regeling. Dhr. Koopman vraagt of de voorzitter meer kan vertellen Dr. L. D. A. Looysen, Tholen Dr. R. C. Renes, Oud-Vossemeer omtrent de financiering van woningwetwoningen. De voorzitter antwoordt be vestigend en zegt dat het in het kort zo is: Er wordt onderscheid gemaakt door het Rijk tussen het rendabele en onrendabele ge deelte van het benodigde kapi taal. Van een woning die bijv. 10000 kost zal men (als ver gelijking) 5000 rendabel noe men. Van de andere helft krijgt men dan gedurende 10 jaar rente van het Rijk. Nadien wordt be paald wat dan de rendabele waarde nog is; blijkt die hoger dan het bedrag na aftrek van de uitbetaalde rente, dan krijgt men dat uitbetaald. De meesten vin den het een bezwaar, dat men geen zekerheid van deze uit betaling krijgt. Dhr. o.d. Brouw zegt een ander plan te hebben met deze toegewezen woningen. Hij dacht hiervan een zodanig gebouw te zetten, dat er bijv. een 10-tal (zonodig alleenwonenden) per sonen in kunnen worden onder gebracht, die allen een afzonder lijke kamer hebben met daar naast bijv. een gezamenlijke keuken, eetzaal, e.d. met als hulp een Sociale Verzorgster. Hij wil hier alleen dat denkbeeld oppe ren en de vraag stellen of het mogelijk zou zijn en toestemming zou worden verleend. Daarmee zou dan heel wat meer te be reiken zijn, dan met de twee par ticuliere of 2 gem. woningen. Spr. zegt, dat men zou kunnen menen, dat dit nog al idealistisch is en men de mensen er toch niet in zou krijgen, maar dat acht hij helemaal niet onmogelijk, als het maar geriefelijk wordt gemaakt. De voorzitter antwoordt, dat de idee van vorige spreker hem uit het hart is gegrepen. Ook hij had aan zoiets gedacht, maar niet bij de toewijzing van deze 2 wo ningen. Daarmee zouden we dit denkelijk niet kunnen bereiken, aldus de voorzitter. Dhr. o. d. Brouw zegt dit nog niet zo direct te weten. Gezamen lijk die toewijzing benutten lijkt z.i. rendabeler. We willen allen zo graag wat doen, maar we doen niets. De voorzitter meent, dat er veel meer ruimte voor nodig is. Weth. Hage merkt op, dat er toch een Stichting in he,t leven is geroepen, waardoor men t.z.t. een Tehuis van Ouden van da gen zal krijgen. Daarvoor is al kapitaal gevormd en nu is het wel beroerd, dat het niet in St. Maartensdijk, maar in Tholen zal komen te staan, toch zal er op die manier voor de ouderen worden voorzien. Spreker wijst er nog op, dat de vorige burgemeester, Mr. H. H. Schuller, er destijds op heeft gewezen dat St. Maartens dijk grond had voor zo'n Tehuis, maar dat Tholen daarmee niet accoord ging en zelf grond be schikbaar stelde. De voorzitter antwoord daar op, dat dhr. o. d. Brouw het anders bedoeld. Het is meer voor hen, die niet in aanmerking komen voor ge noemd Tehuis.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1949 | | pagina 1