Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland De Winkelsluiting. Uit Eigen Land De weg naar de Toekomst ZOND AGSDIEN ST ARTSEN 5e Jaargang No. 12 4 Februari 1949 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Abonnementen 1.- per Redactie Kerkring A 473 St. Annaland - Telefoon 47 kwartaal franco p.p. 1.25 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Prijs per nummer 8 cent Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Er zijn weinig zaken, die zo de belangstelling hebben van de gewone man" als de regeling van de winkelsluiting. Het gaat daarbij niet alleen om de mid denstand, ook de klant heeft er een groot belang bij. En welk mens is niet de klant van een ander mens Zoals wellicht be kend, is de Regering voorne mens een nieuwe winkelsluitings wet in het leven te roepen. De Minister van Economische Za ken heeft hiertoe een concept ge maakt ter behandeling in de Tweede Kamer. Ingediend is het evenwel nog niet. Want reeds nu kwamen er zovele reacties, dat de Minister er van af heeft gezien, het ontwerp zonder meer in te dienen. Minister Van den Brink besloot het wetsontwerp door publicatie in voorontwerp- vorm ter algemene discussie te stellen. Daarmee is vanzelfsprekend door de Minister in de eerste plaats bedoeld, dat de Midden standsbonden hierover in beraad gaan en een oordeel uitspreken. •Uiteraard is e. en a. daarvan ook uitgegaan. Laten we in ons blad verder gaan en niet direct menen dat ,,dit toch niet helpt". Indien men er belang in stelt, geven we zo wel onze „winkelier-lezer" als de „klant-lezer" gelegenheid hun oordeel hierover uit te spreken. Ons eiland mist een Midden standsorganisatie, zodat het niet via dit orgaan kan. Toch zullen er hieromtrent ook verschillende meningen heersen. Schrijf Uw mening, Uw critiek, zodat op die wijze de gevoelens zeer waar schijnlijk ook uiteenlopende openbaar komen en aldus een be paalde mening kan worden ge vormd over het oordeel van ons eiland tegenover het geestespro duct van minister Van den Brink c.s. Daartoe laten we hieronder nog even in het kort de voor naamste punten uit het vooront werp volgen. In de eerste plaats dan de bepaling van het „normale" sluitingstijdstip voor alle werk dagen, met uitzondering van Donderdag op 's avonds 7 uur en voor Donderdag op avonds 9 uur. Dan de algemene ver plichting tot sluiting op Dins dagmiddag. Voorts de algehele Zondagssluiting. Ook de ope ning van de mogelijkheid, dat de gemeenteraad voor restau rants, koffiehuizen e.d. sluiting van een dag per week voor schrijft. Vervolgens, dat de raad kan bepalen, dat bepaal de groepen van winkels ten behoeve van de vacantie van ondernemers en winkelperso neel ten hoogste 12 aangewe zen dagen gesloten moeten zijn. Voor markt-, straat- en rivierhandel zullen dezelfde verkooptijden gelden als voor winkels. En tenslotte, dat via automaten verkoop ook na sluitingstijd mogelijk blijft, zonder dat bijvulling mag plaats hebben. Van bovengenoemd ontwerp kan voor ons eiland (vermoede lijk) al direct een gedeelte bui ten beschouwing blijven. Men zal geen bezwaar maken tegen algemene sluiting op Zon dag. De vacantie-regeling zal ook niet het voornaamste punt van discussie vormen. Evenmin de bepalingen voor automaten. Anders ligt dat evenwel met de sluiting op werkdagen om 7 uur, de Donderdagavond-ope ning en de sluiting op een be paalde middag en avond. Om te beginnen zullen we zelf een (klein) woord van critiek laten horen. De sluiting op werkdagen om 7 uur zou m.i. een verbetering zijn. Thans is dat 6 uur en het is het grootste gedeelte van het jaar voor onze landbouwende bevolking te vroeg. Ik kan me niet indenken, dat hiertegen van de zijde der middenstand sterk gereageerd zal worden. Anders ligt het met de Donder dagavond-opening tot 's avonds 9 uur. Daaraan is op ons eiland geen behoefte. En waarom zou men dan van de winkeliers ver gen dat ze tot dat uur wel open zijn afgezien van het feit dat onze plattelandswinkeliers bijna altijd de een of ander „thuis" hebben. Wel menen we dat er stemmen zullen opgaan, waaruit blijkt, dat men eerder een „Zaterdag avond-opening" tot dat uur zou wensen, dan op een dag midden in de week. We denken hierbij in de eerste plaats aan de ban ketbakkers en de speciaal ver snaperingswinkels. Daartegen over zal een meerderheid daar weinig voor voelen, omdat ze hiermee hun „vrije" Zaterdag avond zien verdwijnen. Bovenstaande is reeds «bewe zen, toen te St. Annaland een tweetal bakkers verzochten tot 10 uur Zaterdagsavonds te mo gen verkopen, de Raad dat goed keurde voor alle winkels en een groot deel van de winkeliers daartegen onmiddellijk ageerde. Het gaat evenwel om het belang der bevolking en dan lijkt het m.i. niet ongewenst, dat die be paalde, hierboven genoemde be drijven op de Zaterdagavond langer open mogen zijn. Hier over wordt evenwel in het ont werp niet gerept, daar dit zeker in de steden op grote tegenstand van de Middenstand zou stuiten. Als het mogelijk was kwam men zelfs eerder tot de Zaterdagmid dagsluiting. Tenslotte willen we thans nog opmerken, dat onze Restaurants houders weinig zullen voelen voor een dag sluiting, maar daar dit ter beoordeling ligt van de gemeenteraad komt dit niet in aanmerking, tenzij een of meer Restaurantshouders daar om vragen. Genoeg, bovenstaande was onze mening. Gaarne horen we ook die van anderen. Ook die van de klantIn afwachting dus Van Royen sloeg een goede slag. Soekarno en Hatta. Prettige stemming in de Eerste Kamer. B.G. Leeu warden en de uitgedeelde klap. Wanverhoudingen op de arbeidsmarkt. „Het is beter dan niets", schijnt de mening van de Vei ligheidsraad te zijn geweest, toen hij zich een oordeel moest vor men, over de Indonesische kwes tie en de houding door alle be trokken partijen daarin aan te nemen in een resolutie vastleg de. Hoewel het voor ons vast staat, dat béter cJan deze half slachtige resolutie aan te nemen, de zaak in nauw contact met Nederland zowel als met de In donesiërs had kunnen worden opgenomen, zit men nu met het ongelukkige resultaat der Ame rikaanse, Cubaanse, Noorse en Chinese resolutie. Een resultaat waarvan Dr. van Royen al direct verklaarde, dat niet anders verwacht mag wor den, of Nederland zal haar slechts ten dele kunnen uitvoe ren. Het merkwaardige is wel, dat nu van Royen eens open kaart kon spelen (tot nu toe werd hem dit van Den Haag en Batavia uit steeds onmogelijk gemaakt) de Amerikaanse pers hier zichtbaar voldaan over was. Dit moge onze bewindvoerders en allen die zich blindelings, ho mogeen met hun daden verkla ren, doen bedenken, dat het in ternationaal politiek bezien, nog steeds niet nodig blijkt om blin delings bevelen op te volgen, ten einde de gunst der internationale opinie deelachtig te worden. Steeds opnieuw blijken er nog mensen te zijn (en meer dan men in eerste instantie durfde te veronderstellen), die onbaat zuchtige eerlijkheid naar waarde weten te schatten. Terwijl Polar, de Indonesische afgevaardigde, in één zaal verzuchtte te vrezen dat Nederland zich ook thans niet aan de gestelde voorwaarde zou houden, vertelde van Royen in een andere zaal dat de ge stelde voorwaarden in de hui dige omstandigheden niet na te komen zijn. Tableau: een bijna instemmend grinnikende Amerikaanse pers. Geeft dit niet te denken Ondertussen werd er van Re geringszijde, nog weinig commen taar opgegeven, althans niet meer nieuws dan Van Royens openhartigheid. De Commissie van Goede Diensten een andere is nog onwennig wil voor 15 Februari precies weten, wat de Regering zal doen, opdat ze het besluit aan haór Werk gever kan doorgeven. De twee voornaamste Repu blikeinen Soekarno en Hatta zijn door de Federalen uitgenodigd aan een bespreking deel te nemen, teneinde „het overleg" aan te vangen. Waar zijn we vorig overleg ook weer gebleven Dan kunnen we daar nu weer beginnen. Ook te denken geeft, zij het dan op andere gronden, de op nieuw uitgesproken vrijspraak over Schreieder te Leeuwarden. De klap die men hier mede in het gezicht van het Openbare Rechts gevoel durfde geven, is wel een rake. Het is ongetwijfeld gevaar lijk. Het leidt ongetwijfeld tot excessen indien men bij de recht spraak het Openbaar Rechtsge voel slechts iets meer dan de minimaal toelaatbare plaats toe kent. Wat hier gebeurde, is ten minste even bedenkelijk... Wij vragen ons met duizenden in den lande af, waar wij aan toe zijn, als de hoofdfiguren van rovers- bénden die hun ondergeschikten voor de uitvoering van hun plan nen opdracht gaven, niet meer dan een „pak je koffers" tegen zich horen uitspreken. Het zal ons dan ook niet verbazen als na deze uitspraak, minder democra tische bereidheid tot aanvaarden in ons volk aanwezig blijkt te zijn, dan men te Leeuwarden wel schijnt te verwachten. Over aanvaarden en niet aan vaarden kan overigens op zich zelf en betreffende één week meer worden gezegd dan welk Nederlands nieuwsblad zich zou kunnen veroorloven op te nemen. Het wetsontwerp op de geld- zuivering in zijn laatste fase werd door de 1ste Kamer aanvaard. Vooral de wijze waarop dit wets ontwerp „er door kwam", deed minister Lieftinck glimmen van voldoening.Behoudens de com- Dr. P. J. Duinker, Tholen Dr. H. Menger St. Filipsland munisten, die niet konden na laten weer eens op hun wat wormstekige stokpaardje te klimmen door te spreken over de door de minister van financiën gevoerde „agressieve imperio- alistische politiek" waren alle sprekers zowaar vol lof over de gevoerde dubbeltjespolitiek. Zo gezellig als het in de Kamer was, zo weinig prettig was de zitting van de Amsterdamse Ge meenteraad. Niet zonder reden. Alsof er geen andere zorgen be staan, wordt er in de hoofdstad weer gestaakt dat het „een lieve lust" is. De burgemeester heeft daar zo zij bepaalde bezwaren tegen, die hij ook niet wilde ver zwijgen. Zoals te verwachten, waren de communisten het ook ditmaal niet met hem eens, hoe wel nog belangrijker is, dat de taal der communisten hier nog blijk geeft van een allerminst verandere partij-politiek, zoals bv. in Frankrijk en Italië. Zo min wij ons echter vóór een stakingsgolf kunnen uitspre ken, als gevolg van dwaas op de spits gedreven werknemers-eisen, zomin mogen wij nalaten te waarschuwen tegen het onverant woord omspringen met arbeids krachten, zoals dit dagelijks méér bij vele bedrijven wordt gecon stateerd. Het regent ontslagen en wat te zeggen van een semi-offi- cieel bedrijf, dat na een „proef tijd" van verscheidene jaren nu eerst tot schifting zegt te zijn ge komen en het personeel, op de beste na, zonder meer aan de dijk zet. Rede van Ir. M. A. Geuze, Alg. Voorzitter der Z.L.M., gehouden op de L.J.G. Landdag III (Slot) Zie eens hoe het over het gehele land gesteld is met het lidmaatschap van de jonge boeren van b.v. de coöperatieve zuivelfabrieken. En dan moet ik hier weer tot de conclusie komen: gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel; laten we hopen door gebrek aan kennis. De jonge boer heeft de tijd niet meegemaakt dat hun ouders en grootouders de grote strijd om het zelfbeschikkingsrecht over hun eigen voornaamste producten hebben gevoerd. En dan het terrein van de vrouw. Ik zou haast geneigd zijn om te zeggen: de vrouw op de achtergrond. Want hoe vaak is het niet het stille werk van de vrouw op de achtergrond die het onze mannen mogelijk maakt h^t omvangrijke werk te verrichten, dat er geschiedt. De taak van de boerin is er in de loop van de jaren niet minder op geworden. Wel vaak is zij anders komen te liggen. Wat ik over organisatie heb gezegd, geldt ook, hoewel in mindere mate, voor de plattelandsvrouw. Het is mijn stellige overtuiging, dat een nauwere samenwer king tussen de provinciale boerenorgani- saties en de plattelandsvrouwen uit het gewest gewenst is. Veel werk kan gezamenlijk besproken, gecoördineerd en uitgevoerd worden. De taak van de vrouw is veel ver anderd in de loop der jaren. En in vele streken zijn een aantal van de lichtere werkzaamheden van de boerderij van haar afgenomen. In andere echter is door het voortdurend gebrek van vrou welijke hulp de taak van de huisvrouw echter nog weer toegenomen. Meer dan ooit komt het er op aan de inrichting van het huishouden te vergemakkelijken, opdat het directe werk zo gering moge lijk blijve. Het landbouwhuishoudonderwijs mag dan ook geen meisjes van het platteland missen. Er bestaat in Groningen een ge zegde, dat hierop neerkomt, dat een halve kerel en een heel wijf, dat loopt wel rond, maar een hele kerel en een half wijf, dat wordt nooit wat. Het is maar al te waar, dat het geld, waarvoor een man een hele week hard heeft moeten werken, er door een onge schikt beheer van de vrouw doorgelapt kan zijn, eer de helft van de week om is. Zo ligt er een grote taak voor ons. Een taak, die ogenschijnlijk niet groot lijkt, voor de boer op het kleine bedrijf, die elk jaar zijn enkele bunders grond heeft te verzorgen en zijn paar koeien heeft te melken, of voor de moeder, die in haar kleine woning druk bezig is met de alledaagse dingen van het huishouden. Maar wat van hen gevraagd wordt, naast hun gewone werk van alle dag, is dat ten eerste dit werk niet alleen sleur zal zijn, maar dat men er eer in zal stel len dit zo goed mogelijk te doen, zodat men er zijn arbeidsvreugde aan zal beleven. En ten tweede wordt van hen ge- vraagd geen oppervlakkig leven, maar een kennis nemen van alle dingen die voor Nederland, dus voor de Neder landse burger, en van alle dingen, die voor boerenstand en platteland belangrijk zijn. En is het dan soms wat te moeilijk of te ingewikkeld om de stof te ver werken, zorgt dan dat de kinderen genoeg gelegenheid hebben tot studie om

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1949 | | pagina 1