Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland
Het Aziatische Congres.
„De streek moet
zelf aan de slag".
Verbazingwekkend
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
3e Jaargang No. 9
14 Januati 1949
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473 St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Prijs per nummer 8 cent
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
Abonnementen 1. per Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
kwartaal franco p.p. 1.25 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Rondom het te houden Con
gres van Aziatische mogendhe
den hebben zich twee kringen af
getekend, twee kringen waarin
men verbaasd was. In de ene
was men verbaasd over de ver
bazing in de andere. Die verba
zing ging over het baas-zijn.
De eerste kring van verbazing
ontstond in Batavia, toen bekend
werd dat Pandit Nehroe een bij
eenkomst van de landen in Zuid-
Oost Azië belegde waar over de
Indonesische kwestie zou worden
gesproken. Ze zeiden het daar
natuurlijk wat deftiger, maar wat
ze zeiden kwam eigenlijk hierop
neer: „Wat doen jullie je te be
moeien met kwesties die alleen
Nederland en Indonesië aan
gaan Bemoei je met je eigen."
Officiëel heet zoiets, dat men zijn
verbazing uitdrukt. In India was
men ook verbaasd. Een verba
zing die men zo ongeveer ver
talen kan met: „Wat doen jullie
Westerlingen hier nog Hoepel
op
Nu kunnen wij ons weer ver
bazen over de verbazing van die
beiden. Waarom? Wel het is
van de zijde van Batavia struis
vogelpolitiek om niet te willen
zien, dat wat zich in Indonesië
afspeelt niet geheel de bevolking
van dat stuk Azië aangaat. Dat
de Indonesische kwestie niet
alleen een kwestie Indonesië
Nederland is maar slechts een
onderdeel van de kwestie „het
Verre Oosten" ener en de oude
koloniale mogendheden uit
West-Europa anderzijds.
Maar evenzeer is het van Pan
dit Nehroe de kop in het zand
steken wanneer hij zegt: „We
doppen onze eigen boontjes wel
-gaan jullie uit het Westen je
pensioen maar genieten in Was
senaar, Nice of Wight. Wan
neer West-Europa zich uit dat
stuk van de wereld zou terug
trekken zou er onmiddellijk een
stuk invloed van Oost-Europa
voor in de plaats treden iets
waar men zich ook al evenzeer
tegen schrap zet als tegen het
blijven van West-Europa. Van
daar dat men voor de conferen
tie van New-Dehli uit China
Tsjang Kai Tsjek aanzocht, hoe
wel diens regering al haast geen
China meer vertegenwoordigt.
Wat Nehroe dan wel wil? La
ten we hemzelf aan het woord.
In 1940 schreef hij: „Evenmin
als wij kunnen gedogen dat Azië
en Afrika geëxploiteerd worden
door Europa en Amerika, zomin
zullen wij toestaan dat de toe
komstige wereldpolitiek deze
landen negeert. Nu de grote rij
ken ineenstorten moet er een
Oosterse federatie komen, die
niet erg vijandig staat tegenover
het Westen, maar op eigen be
nen staat."
Welnu, „de grote rijken" lo
pen nu in de steun bij de V.S.
India zelf heeft zijn „vriend
schappelijke en onafhankelijke
positie verworven en de „ik" van
Pandit Nehroe gaat nu over van
de le persoon enkelvoud naar de
le persoon meervoud, „wij"
uit het Oosten, waarvoor de
jongste gebeurtenissen in Indone
sië wel een welkome aanleiding
gaven, maar geen oorzaak wa
ren. Er zullen op het congres
wel felle woorden worden ge
zegd tegen Nederland over
diens houding in Indonesië, maar
wij kunnen de gedachte niet van
ons afzetten dat Nehroe ons in
zijn hart dankbaar is, dat we
hem de gelegenheid gaven, al
fulminerende tegen ons, zijn ge
trouwen om zich te verzamelen
en niet alleen om nauwer aan
elkaar te binden, maar het ge
meenschappelijk afweerfront te
gen politieke invloed van buiten
af te formeren, zonder afstand te
doen van de hulp van dat „bui
ten" om hun economische leven
op gang te brengen. Waarbij ze
goede kaarten in de hand heb
ben. Economische omdat de pro
ducten van hun bodem onmisbaar
zijn voor de wereldhuishouding
en politieke omdat in de tegen
stelling AmerikaRusland de
eerste in Azië geen „onvriende
lijke gezichten" wil zien. Goede
kaarten om de slag „Azië voor
de Aziaten" binnen te halen.
Misschien dat er nadien onder
ling nog ruzie over ontstaat wie
in die nieuwe federatie de eerste
rol zal spelen Het India van
Nehroe denkt zich zeker geen
tweede plaats toe maar of de
anderen, en we denken daarbij
vooral aan de voormannen van
de Republiek, daar genoegen
mee zullen nemen In elk geval
verbazen wij ons maar niet als
het daartoe over een paar jaar
komt.
Aldus burgemeester L. A. Verburg te Stavenise, de initiatief
nemer tot het houden van een samenspraak inzake oprichting
van een
STICHTING REGIONALE WERKGEMEENSCHAP
VOOR HET EILAND THOLEN.
Tijdens deze bijeenkomst was men het er unaniem over eens,
dat een stichting als hiervoren genoemd, nuttig kan zijn voor
ons eiland. Een overkoepelend orgaan, dat de economische,
sociale en culturele belangen van ons eiland, waarvoor de
moeilijkheden steeds groter worden, mede wil behartigen.
Een stichting, waarin landbouw-, visserij-, middenstands-,
volksgezondheids-, sociale- en culturele belangen gediend
kunnen worden door vertegenwoordigers uit de op dit gebied
reeds gevormde organen.
Tegelijk was men het er over eens, dat allereerst een gron
dige voorbereiding nodig was, alvorens men tot een derge
lijke stichting kan overgaan, waartoe een commissie werd
benoemd.
Gewoonlijk wordt geen uitvoerig verslag gegeven van
een voorlopige bespreking. Waar hier echter gesproken
is over een plan, bij welker uitvoering velen belang
kunnen hebben en zeer zeker een uitgebreide samen~
werking gewenst is, geven we hier wel een vrij uitvoerig
verslag van de gehouden besprekingen.
woners van 10 millioen zal hebben be
reikt met alle moeilijkheden, daaraan
verbonden. Het sociale- en culturele
leven vraagt steeds meer de aandacht,
moet dit althans vragen wil men de klok
niet terug zetten.
In onze gemeenten komt men met
deze vraagstukken in aanraking, zij het
in de ene gemeente intensiever dan in
de andere. Vele instellingen, organisa
ties en de pl. overheid hebben hier
mede bemoeienis en trachten een oplos
sing te vinden. Niet altijd wordt over
koepelend gewerkt, wat tot verspilling
van krachten leidt. Het is in de eerste
plaats dringend nodig, aldus spr. dat
men tot plaatselijke krachtenbundeling
komt. Niet alleen de overheid, ook de
bevolking zelve dient de schouders onder
het werk te zetten.
Het is niet sprekers bedoeling thans
te adviseren om overal een dorpsge
meenschap op te richten. Dit moet men
plaatselijk bezien.
Toch meent hij dat het een eis is,
dat iedere gemeente zijn krachten bun
delt en de Zeeuwse eilanden regionaal,
zeker het eiland Tholen. Het eiland
Tholen beleeft een keerpunt in zijn ge
schiedenis of gaat dit met rasse schreden
tegemoet. Inzonderheid denkt spr. daarbij
aan het grote overschot van landarbei
ders. Grote veranderingen zijn het ge
volg en de noodzakelijkheid ten aanzien
van het culturele leven iets positiefs
naar voren te brengen, „al was het
In hotel van Dalen te Stavenise wa
ren onderstaande personen Maandag
10 Januari jl. op uitnodiging van de
burgemeester aldaar aanwezig, t.w.:
dhr. A. Schout, lid van Ged. Staten van
Zeeland; Ir. M. de Vink, directeur van
de Prov. Plan. Dienst; drs. M. C. Ver
burg, directeur E.T.I.; Mr. Hornstra
van de Stichting Zeeland voor Maat
schappelijk en Cultureel werk; de heer
A. S. de Jonge, secr. Kamer van Koop
handel; Ir. Geuze, voorzitter der Z. L.
M.; de heer Directeur van het G.A.B.
te Middelburg, J. C. de Korver; voorts
alle burgemeesters van het eiland Tho
len, vertegenwoordigers van de Land
arbeidersorganisaties en het dagelijks
bestuur van de Stichting Gemeenschap
St. Maartensdijk.
UITEENZETTING
BURGEMEESTER VERBURG
Na een welkomstwoord geeft de bur
gemeester van Stavenisse een uiteenzet
ting van het doel dezer bijeenkomst.
Spreker merkt op, dat vele problemen
de gedachten in deze na-oorlogse tijd
bezig houden en dat, waar begrippen
als evacuatie en inundatie enigszins zijn
vervaagd, begrippen als wederopbouw,
volkshuisvesting, werkloosheid en de
bestrijding daarvan thans in het middel
punt der belangstelling staan. Dit nog
afgezien van het feit, dat Nederland
waarschijnlijk al in 1950 een aantal in-
alleen maar voor onze jeugd, die met
de vrije tijd vaak geen raad weet."
Weliswaar biedt de gemeentewet de
mogelijkheid tot samenwerking tussen de
verschillende gemeenten, zie bijv. de
gemeenschappelijke regelingen met be
trekking tot de Keuringsdienst krachtens
de Vleeskeuringswet, de Keuringsdienst
van Waren, Distributie- en School-
artsendienst. Men dient evenwel verder
te gaan door daarbij ook de particuliere
organisaties, enz. te betrekken. Een sa
menwerkende overheid staat nog te veel
naast de bevolking. De zelfwerkzaam
heid der bevolking moet worden opge
voerd. De streek moet zelf aan de slag!
Op velerlei gebied verwacht men
het thans nog uitsluitend van de Over
heid, bijv. industrialisatie en verschil
lende part. organisaties blijven afwach
ten op wat komen gaat. Waarom zou
den wij niet trachten hierin verandering
te brengen Wanneer alle op het so
ciaal-, economisch- en cultureel terrein
werkzaam zijnde organisaties hun han
den ineenslaan, zullen wij ongetwijfeld
meer bereiken. Veel verspilling van
krachten zal voorkomen kunnen wor
den. Men zal ook doublures kunnen
voorkomen. Men zal meer begrip voor
elkanders moeilijkheden krijgen. Het ge
meenschapsgevoel zal worden verste
vigd. Het uittreden naar buiten zal met
meer effect kunnen geschieden.
Deze krachtenbundeling kan, aldus
burgemeester V erburg, m.i. het beste
worden bereikt door het stichten van een
regionale werkgemeenschap c.q. een
werkgemeenschap voor het eiland Tho
len.
Na op de noodzaak van een zorg
vuldig voorbereide bestuursverkiezing te
hebben gewezen, merkt spreker op, dat
het niet zijn bedoeling is hiermee het
oprichten van Dorpsgemeenschappen te
forceren. Ook zonder dat men hiertoe
in bepaalde gemeenten is overgegaan,
zou een regionale stichting gewenst zijn.
Naast eventueel adviserende leden van
elders lijkt het de burgemeester gewenst
het Bestuur uit inwoners van het eiland
Tholen te kiezen, om een zuivere ver
tegenwoordiging van de streek te krijgen.
Spreker besluit zijn uiteenzetting met
reeds thans voor te stellen over te gaan
tot het in het leven roepen van een
„Stichting werkgemeenschap Eiland
Tholen", en met de woorden: „De toe
komst zal bewijzen, dat het noodzake
lijk is."
Hierna vraagt de heer Verburg aan
de aanwezigen hun mening uit te spreken
GEDACHTENWISSELING
EN DISCUSSIE
Ir. Geuze zegt, dat het economisch
gedeelte ook inderdaad van groot be
lang moet worden geacht. Hij denkt
daarbij inzonderheid aan de Midden
stand, die in een event, stichting ook
zeker vertegenwoordigd moet zijn en
vraagt de secretaris van de Kamer van
Koophandel, dhr. de Jong, hoever het
niet agrarisch gedeelte vertegenwoordigd
zou kunnen worden.
Deze antwoordt dat op het eiland één
lid van de Raad van Bijstand woont, nl.
dhr. T. Dijkslag te Tholen. Hij is het
met dhr. Geuze eens, dat de Midden
stand en de Visserij hierbij ook zeker
medewerkende factoren moeten zijn. De
Kamer van Koophandel overkoepelt
reeds alle bedrijfstakken, behalve land
bouw en Visserij. Een zuiverder ver
tegenwoordiging hiervan zou men krij
gen, aldus dhr. de Jong, door bijv. con
tact te zoeken met pl. middenstands
organisaties.
Burgemeester v. d. Hoeven merkt op,
dat er in Tholen wel een vissersver
eniging is en acht het ook gewenst de
Middenstandsbedrijven te doen vertegen
woordigen.
Dhr. Geuze zegt dat men geen georga
niseerde winkeliers heeft. Wel is er een
Bond van Smedenpatroons en Wagen
makers, Burgemeester v. d. Hoeven zegt.
dat men beter eerst de vraag kan stellen
of men thans het ogenblik reeds rijp acht
tot een dergelijke stichting over te gaan.
Hij meent van niet, daar men dan niet
van onder af gaat beginnen, maar juist
omgekeerd. Z.i. is dat niet de juiste
methode.
Ged. A. Schout zegt, dat hij juist wou
weten of alle gemeenten op het eiland
het er over eens waren, dat er iets moet
gebeuren.
Burgemeester Verburg antwoordt, dat
hij niet eerst advies heeft gevraagd aan
de gemeentebesturen, maar direct hier
toe is overgegaan, menende dat het er
van onderop niet spoedig van zal komen.
Dhr. A. Schout zegt het initiatief
schitterend te vinden, maar wil toch
Dr. L. D. A Looysen te Tholen.
Dr. Vermet te Nw-Vossemeer.
eerst weten of alle gemeenten daarvoor
voelen.
De burgemeester van Tholen wil het
liever eerst nog laten groeien. Vergeet
niet dat dergelijke dingen direct finan
ciële consequenties meebrengen, merkt
hij op.
Ir. Geuze zegt niet te spreken namens
het Kringbestuur, maar is toch van
mening dat deze het in grote lijn zeer
op prijs zou stellen, wanneer men door
coördinering van de belangen-groepe-
ringen tot nuttiger samenwerking zou
komen. Ook bij de landbouw leeft de
vraag, welke gevolgen event, industrie
hierop zou kunnen hebben. Aan de
andere kant wil zij de werkgelegenheid
voor de arbeider liefst zo breed mogelijk
zien. Wanneer dergelijke dingen in een
Centraal orgaan besproken kunnen wor
den, meen ik dat het zeer nuttig kan zijn
en zeg dan ook vrijblijvend onze steun
toe.
Burgemeester Versluijs is ook bang de
omgekeerde volgorde te bewandelen.
Dhr. v. 'tVeer zet uiteen, dat de
A.N.L.B. dit plan zal toejuichen, daar
de moeilijkheden steeds toenemen.
Dhr. de Jonge, secr. van d. K.v.K. is
het met vorige sprekers eens en meent
dat een dergelijke stichting van groot
belang kan zijn, inzonderheid wat voor
lichting aangaat.
Dhr. de Vink van de Prov. Plan.
dienst zegt dat hier thans de vraag is
gerezen: Moet men er toe overgaan of
wachten. Hij zou daarentegenover willen
vragen: Zijn er op het moment pro
blemen
Ja, die zijn er. Daarom is het voor
verschillende dingen gewenst, dat men
zijn inlichtingen centraal kan krijgen.
Verwacht niet direct resultaten, maar als
studie-orgaan kan het van buitengewoon
groot nut blijken te zijn. Onze dienst
zal een dergelijke stichting uiterst dank
baar begroeten.
Notaris Blindenbach is van mening,
dat men er in principe toe moet besluiten.
Van onder op komt het nooit. Hij vraagt
zich echter af of het wel goed is thans
reeds een Stichting te vormen. Hij acht
het beter dat eerst een voorbereidende
commissie wordt gevormd, die e. en a.
grondig kan bespreken en onderzoeken.
Ir. Geuze kan zich hier zeer zeker
mee verenigen. Er zijn problemen, die
de aandacht vragen. Zo denkt hij o.m.
aan de beroepskeuze. Wat zou voor
lichting op dit gebied ook van betekenis
zijn. Er is ter plaatse -- aldus dhr.
Geuze weliswaar een Onderwijs
instituut, waar men, naar ik aanneem,
ongetwijfeld veel kan opdoen, maar men
schept er nog geen bestaanszekerheid
mee en het kan leiden tot ontevreden
heid, als men met ULO, schrijfmachine
of andere diploma's meent alle mogelijke
aspecten te hebben, terwijl men afge
zien daarvan toch op een enkele uit
zondering na buiten het eiland een
plaats moet zoeken. Van hoeveel belang
zou een juist advies bij beroepskeuze zijn.
Ook dokter Bernhardi meent dat een
dergelijke stichting nuttig zal blijken en
denkt daarbij aan voorlichting op gebied
van de Volksgezondheid.
De directeur van het Gew. Arbeids
bureau, dhr. de Korver én Drs. M. C.
Verburg, directeur E.T.I. menen dat een
overkoepelend orgaan nuttig is voor het
verzamelen van gegevens.
Mr. Harmstra van de Stichting Zee
land zegt dat men hiermee een geweldige
taak opneemt. Hij verwijst naar een
dergelijke organisatie in Gelderland, waar
gebleken is dat goed werk verricht werd.
Een welvaartsstichting is nuttig. Hij
sluit zich aan bij het gesprokene door
Ir. Geuze, maar raadt af de stichting te
baseren op art. 3 van het voorl.
Stichtingsstatuut, waarin meer de na
druk op de dorpsgemeenschappen wordt
gelegd. Vooraanstaande personen van
alle hoofdtakken dienen te worden op
genomen.
Burgemeester Bouwense's ervaring is,
dat het zwaartepunt niet op het over
koepelend orgaan moet rusten, indien
het plaatselijke kwesties betreffen, dan
wordt het een afschuifsysteem, waaraan
men tenonder gaat.
Burgemeester Verburg antwoordt, dat
het nimmer de bedoeling is, dat men zich
met pl. aangelegenheden gaat bemoeien
en meent dat men thans tot de con-