Weekblad voorliet Eiland Tholcn en St Filipsland
Onze agrarische export»
RAADSVERSLAG STAVENiSSE.
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
4e Jaargang No. 22
16 April 1948
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473 St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
Abonnementen 0.90 per Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
kwartaal franco p.p. 1.15 Spierinkjes tot en met 20 woordên 1.00, elk woord meer 0.05
Prijs per nummer 8 cent
'Hoewel onze Land- en Tuin
bouw evenzeer van de oorlog
hebben geleden als de andere tak
ken van h%t bedrijfsleven, doet
zich toch het opmerkelijke feit
voor, dat onze agrarische export
in verhouding tot de uitvoer uit
de industrieele sector sterk is ge
stegen. Deze stijging viel reeds
kort na het beëindigen der vij
andelijkheden op te merken en zij
zet zich tot op heden voort.
Wanneer echter een bepaalde
hoeveelheid land- en tuinbouw
producten wordt uitgevoerd, dan
mag men niet zonder meer zeg
gen: Wat een prestatie van onze
boeren en tuinders. Want ieder
weet, dat daartegenover een zeer
grote invoer van buitenlands
graan en veevoeder staatZo is
het ook met de industriële
producten.
Willen wij een zuivere kijk
krijgen op de waarde van onze
agrarische export, dan moeten wij
die vergelijken met de waarde,
die de agrarische producten op
de binnenlandse markt hebben.
En er bestaan te dien opzichte
merkwaardige cijfers Het is be
kend, dat vele onzer producten
buiten onze grenzen meer opbren
gen, dan daar binnen.
België en Frankrijk betalen bv.
voor onze kaas resp. 2,60 en
2,70, dus gemiddeld 2,65. Aan
gezien uit 100 kg volle melk
gem. 10,6 kg. kaas gemaakt
wordt, betekent dit, dat onze
melk in het Zuiden 28,1 ct. per
liter opbrengt, dus... aanmerke
lijk meer dan in het eigen land
Evenzo is het met de condens.
Deze doet gem. 0,90 per kg.
Uit 100 kg volle melk worden
39 kg condens bereid, hetgeen
neerkomt op een melkprijs van...
35.1 ct. per liter! En zelfs voor
het koren ontvangen onze boe
ren een prijs, die beneden de ge
middelde Europese kostprijs ligt.
Samenvattende kunnen wij zeg
gen, dat het huitenland méér voor
onze agrarische voortbrengselen
betaalt dan het binnenland.
Worden nu met deze winsten
de' exporteurs vetgemest? Neen,
die komen o.a. ten goede aan het
Landbouwegalisatiefonds. Wan
neer nu de gelden van dit fonds
uitsluitend onze Land- en Tuin
bouw ten goede kwamen, zou
iedere boer daar vrede mee kun
nen hebben. Maar zo is het niet.
Uit dit fonds worden o.a. de toe
lagen of het distributiepakket
betaald en... die belopen het
sommetje van jaarlijks (althans
over 1948) 550 millioen. Nu kan
het, teneinde wedloop tussen lo
nen en prijzen te temperen, nood
zakelijk zijn, om zo'n bedrag toe
te leggen, maar het doet onze
boeren en tuinders ietwat pijn
lijk aan, dat dit van „hun" geld
gebeurt. Dat „hun" is natuurlijk
niet geheel juist, omdat, zoals
wij reeds zeiden, tegenover de
agrarische uitvoer óók een grote
agrarische invoer bestaat, die ook
betaald moet worden. Wat velep
nogal eens vergeten. Want wan
neer geen krachtvoeder, kunst
mest en broodgraan werd inge
voerd, zou onze voedselpositie
natuurlijk snel en schrikbarend
teruglopen.
Een andere vraag is natuurlijk,
of men,' door te handelen als hier
boven geschetst, d.w.z. door een
kunstmatig lage-prijvniveau te
handhaven mét grote toeslagen,
niet precies hetzelfde bereikt als
bij een hoog prijs- en loonniveau
met inflationistische tendenzen.
Dit is een vraag, die op veler lip
pen ligt. Maar waar het voor de
boeren op aankomt, is, dat zijn
beloning in een redelijke verhou
ding staat tot die van andere be
drijfstakken. Hier wringt de
schoen en daar zal nog veel ge
organiseerd optreden aan te pas
moeten komen. Hetzelfde geldt
voor de beloning van de landar
beider.
Maar dit zal alleen zonder ge
vaar kunnen geschieden, wanneer
onze productie stijgt. Een verho
ging van de agrarische richtprij
zen brengt onmiddellijk stijging
van de kosten van levensonder
houd met zich mede en dat wordt
nogal eens over het hoofd ge
zien. Geldelijk zijn wij er n.l. zo
slecht aan toe, dat dit niet meer
te verantwoorden is. Zo komt
het grote crediet van het Mar
shall-plan ons meer dan ooit te
pas, mits... onze voortbrenging
daarmede gebaat blijkt en wij niet
gaan potverteren. En nu, na het
zachte voorjaar en de vele regens
op de inundatiegronden, mogen
wij zeggen, dat 1948 er voor de
productie niet ongunstig uitziet.
Aan ons de taak, ter wille van ons
volk, onze krachten te gebruiken
en de beschikbare middelen aan
te wenden.
INDIE VRAAGT UW
AANDACHT! (1)
Onder bovenstaande titel bren
gen we onze lezers enkele inte
ressante artikelen van de hand
van een teruggekeerde militair
uit Indonesië, die op eenvoudige
wijze zijn indrukken, gedurende
de twee en half jaar opgedaan,
zal weergeven. Red.
INLEIDING
Er is een spreekwoord dat zegt
„Onbekend maakt onbemind".
En was het vroeger zo niet met
de houding van het Nederlandse
volk ten opzichte van Indië
Het was 'de enkeling die Indië
kende. Die er ook van vertellen
kon. Maar toch zal niemand wil
len beweren dat in de jaren voor
de oorlog Indië de belangstelling
had van het Nederlandse volk
als geheel. Integendeel, velen
waren zelfs de mening toegedaan
dat Indië maar een struikelblok
was aan het Nederlandse been.
Dat we het beter kwijt waren
dan rijk, omdat het toch maar
hopen geld kostte. Dit is natuur
lijk onjuist en vooraanstaande
personen in de bezettingstijd heb
ben er dikwijls op gewezen dat
hierin na het beëindigen van de
vijandelijkheden in Nederland
een einde moest komen. Toen is
men al begonnen met te wijzen
op de plicht van het Nederland-,
se volk ten opzichte van Indië.
Een plicht die waarschijnlijk of
fers zou kosten maar die uitge
voerd zou moeten worden om
dat Nederland en Indië niet van
elkaar te scheiden waren. Daar
toe was het nodig dat men be
langstelling kreeg voor'Indië. En
die belangstelling kon men enkel
krijgen door een juiste voorlich
ting. Wat wist, of beter weet
momenteel, de grote massa af van
de levenswijze der bevolking,
van de economische toestand, van
de structuur van het land. Goed,
men weet dat er een bevolking
is. Misschien zelfs dat er Java
nen en Madoerezen leven maar
de algemene naam is toch nog
steeds „Inlander". De voorlich
ting heeft ingezien dat er hier
een belangrijk terrein braak lag.
En ongetwijfeld is, gezien de po
litieke toestand in Indië, de be
langstelling groter geworden. Dat
is verblijdend. Grote Nederlandse
en ook Indonesische belangen
staan op het spel. In Indië gebeu
ren op het ogenblik dingen die
van verstrekkende betekenis zul
len blijken te zijn. Daarom is deze
voorlichting ook zo moeilijk. Om
bepaalde dingen te kunnen be
oordelen is het zelfs noodzake
lijk Indië van nabij te kennen.
Wat hier als normaal beschouwd
kan worden kan in Indië abnor
maal zijn en omgekeerd. Ik wil
hiermee zeggen dat men niet de
zelfde maatstaven kan aanleggen
als in Nederland. Ieder die dus
een artikel over Indië leest dient
êiermede rekening te houden.
Toen men mij vroeg een serie
artikelen te schrijven heb ik deze
moeilijkheden direct onder ogen
gezien, Ik heb echter gemeend dat
deze niet te zwaar mochten wegen
gezien de belangstelling die er
voor het Indiase gebeuren be
staat.- Het is niet mijn bedoeling
te gaan beoordelen of de politiek
die op het ogenblik gevoerd
wordt de juiste is. Daar zijn
echter nog zoveel andere dingen
die de belangstelling hebben. Ik
denk hier slechts aan de land
bouw die in Indië een zo grote
plaats inneemt en ook hier op ons
eiland voor een groot deel van
de bevolking de enigste bestaans
mogelijkheid is. En hoeveel pro
ducten gebruiken we hier in
Nederland waarvan men nauwe
lijks weet hoe ze gewonnen en
bereid worden De suiker, de
rubber, de kapok, enz. Ik twijfel
er niet aan of hier is de nodige
belangstelling voor. Maar daar
over dan in een volgend artikel.
NOGMAALS WOONCOMMISSIE
Vrijdag 9 April des vm. 10 uur kwam
de Gemeenteraad in voltallige vergade
ring bijeen onder voorzitterschap van
Burgemeester L. A. Verburg. Na opening
en ongewijzigd vaststelling der notulen
worden de volgende ingekomen stukken
behandeld:
1. Schr. van Prov. Bestuur goed
keuring rekening over 1944.
2. Verzoek van D. Nieuwkerk, Joh.
Stoutjesdijk en P. Gaakeer om ver
betering van de Armenhuizen
3. Van Prov. Best. om over 1948
geen uitgaven buiten de begroting te
doen;
4. Van het Gemeentebestuur Beerta
verzoek adhaesie-betuiging aan het voor
stel om verhoging van lonen voor
D.U.W.arbeiders;
5. Van de vakgroep Kermis inrichting
een verzoek niet mee te gaan met de
vermakelijkheidsbelasting;
6. Van het Prov. Bestuur, houdende
goedkeuring subsidie „Groene Kruis";
7. Van het Gem. Bestuur te St.
Maartensdijk, dat dé gevraagde bijdrage
ad 200.voor het hulpsteiger wordt
toegekend;
8. Idem van Scherpenisse;
9. Van het P.B. dat goedkeuring op
de aankoop van het pand A 247 2 mnd.
is verdaagd, gevolgd door nadere mede
deling, dat deze gk. niet wordt verleend;
10. Rapport kascontrole;
11. Schrijven van de Ned. Bond van
Dansleraren en de Commissie van actie
tegen de Vermakelijkheidsbelasting;
12. Dankbetuiging v. Jhr. Mr. Quarles
v. Ufford, voor blijk van belangstelling
bij zijn aftreden als Commissaris van de
Koningin;
13. Dankbetuiging van het bestuur
„Groene Kruis" voor toegekende sub
sidie;
14. Van het gem. bestuur Oud-Vos-
semeer dat geen bijdrage aan hulpstei
ger wordt verleend;
15. Van St. Annaland en Poortvliet
dat zij hierin wel bijdragen;
De voorzitter deelt mede, gelezen te
hebben, dat ook Tholen zal bijdragen.
16. Gk. P.B. verordening verplaat
sing gem. personeel.
17. Gk. heffing op de vermakelijk
heidsbelasting m.i.v. 1 April jl.
18. Verzoek van de Coöp. Veevoe
derdrogerij om met 2 aanhangtvagens
achter tractor door de gemeente te rijden.
Wordt onder voorwaarde ingewilligd.
Dhr., Stoutjesdijk merkt op, dat het
vaak gebeurt, zonder dat vergunning
is aangevraagd, waarop de voorz. ant
woordt, dat geen bezwaar bestaat na
aanvrage.
19. Van de Chr. Middelb. en H. On-
derwijsver. in Zeeland om een bijdrage
voor dit> onderwijs per 11.
B. en W. stellen voor de bijdrage
Verbetering Armenhuizen
Bouw van een „lijkenhuisje"
toe te kennen. Dhr. Hage zegt er tegen
te zijn. Dhr. v. Beveren meent, wan
neer dit ingewilligd wordt er gevaar
bestaat, dat vandaag of morgen ook
ter plaatse het Chr. onderwijs wordt
ingevoerd. Dhr. Hage, zijn bezwaar
nader motiverend, zegt het erg te vin
den, dat goed gesitueerde mensen nog
geld ontvangen voor hun kinderen, die
deze school bezoeken. De voorzitter
merkt op, dat ook H.B.S.-leerlingen een
bijdrage ontvangen. Het voorstel wordt
met 43 aangenomen (tegen de heren
v. Beveren, Hage en Tazelaar.
20. Mededeling aan de raad, dat de
Havenmeester geen salarisverhoging zal
ontvangen.
21. Verzoek van dhr. W. G. v. Dis
sel om alsnog ontslag te krijgen als lid
der Commissie tot wering v. School
verzuim.
22. Een verzoek van de Oudercom
missie der O.L.s. alhier om, gezien de
toestanden der school de navolgende
verbetering aan te brengen: De oude
W.C.'s te vermaken; Ramen repareren;
Demping van de langs 'de school lo
pende sloot; Verbetering van muren en
vloeren; Geschikt terrein voor speel- en
sportplaats. Waar er van nieuwbouw
voorlopig niets zal komen, meent de
Oudercommissie dit verzoek te moeten
indienen.
Weth. Potappel meent dat demping
der sloot op bezwaar van de Polder zal
stuiten. Weth. v. d. Slikke merkt op,
dat eerst een deskundig onderzoek moet
worden ingesteld. De voorz. zegt, dat
eerst de plannen gemaakt zullen wor
den en deze aan het Polderbestuur ter
goedkeuring overgelegd.
Dhr. Tazelaar meent, dat de beslissing
bij de Polderbesturen ligt.
Dhr. v. Beveren gaat met heel het
schrijven accoord.
Dhr. Leune zegt op de verlanglijst
vele goede wensen te zien en hoopt dat
demping der sloot, andere dringend om
herstel roepende zaken niet zal doen
mislukken.
Dhr. Stoutjesdijk vraagt of er een
septictank geplaatst wordt.
De voorzitter antwoordt, dat het de
bedoeling is een centrale septic-tank te
plaatsen. Dit behoeft echter eveneens
nader onderzoek.
Dhr. Tazelaar vraagt of de gemeente
niet capabel genoeg is en hier door een
Oudercommissie op gewezen moet wor
den. De voorzitter zegt, dat het plan
al enige maanden in voorbereiding is.
23. "Een verzoek aan het Min. v.
Binnenl. Zaken om gelden beschikbaar
te stellen vpcr de bestrijding van be
smettelijke ziekten wordt z.h. stemming'
goedgekeurd.
24. Schrijven van de Ver. „De Hol
landse Molen" naar aanleiding van een
Dr. L. D. A. Looysen, Tholen
Dr. v. Haga, Oud-Vossemeer
door dhr. J. W. v. d. Slikke aan het
Min. v. O. K. en W. gericht verzoek
om een subsidie van de gemeente, voor
verrichte reparaties aan zijn molen.
De voorzitter wil hierover liever in
besloten zitting spreken. Hiertoe wordt
overgegaan. Na heropening stellen B.
en W. voor voor 1948 100.beschik
baar te stellen. Met 5 stemmen wordt
dit voorstel aangenomen, daar de heeren
v. d. Slikke en Leune niet aan de stem
ming mogen deelnemen (belanghebbende
en bloedverwant.j.
Punt 4: Met alg. st. wordt dhr. J.
Gideonse gekozen als lid der Commissie
tot wering van Schoolverzuim.
Punt 5; Voorstel'B.'en W. tot aan
koop van een gedeelte haventerrein en
slikken. De voorzitter zegt, dat 184
H.A. eigendom is van de Ambachtsheer
lijkheid en dat dit voor 500kan ge
kocht worden. Bij niet aankoop zou de
Ambachtsheerlijkheid' mogelijk de baten
willen ontvangen.
Dhr. Hage vraagt waar deze stukken
liggen, waarop de voorzitter antwoordt,
dat het grootste deel de haven en de
slikken is.
Z.h.st. wordt tot aankoop besloten.
Punt 6: Voorstel B. en W. benoe
ming Jid en plv. leden Adviescommis
sie Woonruimtewet 1947. De voor
dracht luidt: 1. A. Ouwehand. 2. A.
Gaakeer Jz„ 3. L. Moerland Mz. en 4.
A. Wesdorp Lz.
Tot 1 Jan. 1949 is, aldus de voor
zitter, ontheffing van voltalligheid ge
kregen met de restrictie, dat de commis
sie toch gehoord dient te worden.
Dhr. Tazelaar zegt, dat hem uit de
stukken bleek, dat Stavenisse ontheffing
kreeg van art. 8 en vraagt wie het ver
zoek om ontheffing moest doen; hij meent
dat de raad dit moet doen, waarvan
B. en W. de uitvoerende macht is. De
Voorzitter leest ter verduidelijking art.
151 v. d. betreffende Wet voor. Dhr.
Tazelaar meent, dat elke gemeente ont
heffing kan krijgen en dat de advies
commissie dus op het ogenblik niet de
beslissing in handen heeft. Hij zegt te
willen onderzoeken of B. en W. het
recht hebben aan de Min, verzoeken te
doen, buiten de Raad om.
De Voorz. antwoordt, dat de Raad
met de Commissie niets te maken heeft;
ze benoemt de leden en voor het overige
staat ze er buiten.
Dhr. Tazelaar: Wanneer de commis
sie dus buiten haar bevoegdheid gaat,
heeft de Raad het recht om na bepaalde
tijd te zeggen, dat het zo niet gaat.
Als ik goed begrijp, dan zijn alle vor
deringen die tot nu toe geschieden na
de vaststelling der Wet nietig verklaard,
wat ik zeer jammer vindt.
Dhr. v. Beveren; Ik meen er uit te
verstaan, dat B. en W. dus thans ge
rechtigd is te vorderen, zonder dat per
sonen in kwestie in beroep kunnen gaan.
Dan stelt hij voor om tot 1 Jan. 1949
te wachten de commissie volledig te
maken.
De voorzitter antwoordt, dat dit niet
mag.
Dhr. Tazelaar vindt het bijzonder,
jammer, dat B. en W„ die wisten, dat
een bepaalde zaak in onderzoek was,
toch in het huis van de eigenares ver
anderingen lieten aanbrengen.
De voorzitter: B. en W. zijn niet ver
plicht hiervan in de Raad een verkla
ring af te leggen. Mocht het op een
procedure uitlopen, dan kan het de ge
meente hoogstens enkele tientjes kosten.
Dhr. Tazelaar: Ik wil alleen zeggen,
dat B. en W. er finaal naast zijn ge
weest. U hebt een vordering uitgevaar
digd, die niet rechtsgeldig was.
Dhr. v. Beveren hoopt dat B. en W.
met haar commissie nimmer zo iets bij
hem zouden uithalen.
De voorzitter: En wanneer het nodig
mocht zijn, gebeurt het.
Dhr. Potappel zegt dat alleen gespro
ken moet worden van B. en Wethou
der, hij vindt de vordering verschrikke
lijk.
Dhr. Leune vindt het op zijn beurt
erg, dat Potappel tegen woningbouw
was.
En de voorzitter besluit de discussie
met te zeggen: „Ik zou, wanneer ik
tegen woningbouw was geweest, nimmer
over woningvordering hier willen spre
ken."
Bij de daaropvolgende stemming wordt