W eekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland Industrialisatie is nodig. Zij kan opgedroogde inkomstenbronnen compenseren UIT EIGEN LAND* Liquidatie Wapenstilstand Jubeljaar» ZONDAGSDIENST ARTSEN Spanning bij de Stoottroepen» 4e Jaargang No. 10 r 23 Januari 1948 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Abonnementen 0.90 per Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00 Reaactie A 494 St. Annaland Telefoon 47 Kwartaal franco p.p. 1.15 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Prijs per nummer 8 cent Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen Over het algemeen wordt de industriële ontwikkeling in ons land niet geremd door een tekort aan kapitaal in het binnenland, doch veeleer doordat er niet vol doende arbeidskrachten beschik baar zijn. Ook een tekort aan deviezen en van aankoopsmogelijk heden van kapitaalgoederen en grondstoffen buitenslands remmen de industrie. De regering is er van doordrongen, dat in de grond slagen, waarop onze vooroorlogse welvaart berustte, belangrijke en duurzame veranderingen zijn ge komen, welke het noodzakelijk maken te streven naar een vér gaande en snelle industrialisatie. Slechts op deze wijze zal naar haar mening compensatie worden verkregen voor de opgedroogde inkomstenbronnen. Indien in het industriële beeld van ons land een bepaalde tak van industrie ontbreekt, waarvan men aanneemt, dat zij niettemin be staansmogelijkheden heeft, dan zal de overheid in eerste instantie moeten afwachten tot van onder nemerszijde belangstelling voor deze mogelijkheid wordt getoond. Het mag in het algemeen zeker niet juist worden geacht, dat de overheid op de stoel van de parti culiere ondernemers gaat zitten, zonder deze een redelijke kans te geven zich behoorlijk te oriënteren op de technische en financiële consequenties van een bepaald project. Dit betekent evenwel zeker niet, dat het beleid der regering zich op het stuk van de uitbreiding der industrie tot een zuiver passieve houding zou be palen. Niet alleen wordt ieder redelijk initiatief van ondernemerszijde ondersteund en zonodig gericht, doch tevens wordt getracht het bedrijfsleven te interesseren voor nieuwe mogelijkheden. Het ver krijgen van medewerking van de Herstelbank wordt hierbij bevor derd. Voorts zal de regering zeker rechtstreeks investering van Staats wege overwegen, indien blijkt, dat de totstandkoming van sleutel- industrieën welke een noodzake lijke grondslag vormen voor de verdere industrialisatie van ons land, achterwege bliift, hetzij om dat het particuliere ondernemers- initiatief ontoereikend is, hetzij omdat de kapitaalvoorziening ernstige moeilijkheden oplevert. Onder de grote bevolkingstoe name en de door de oorlog ont stane achterstand is een probleem en of de industrialisatie hiermede gelijke tred kan houden is nog niet te zeggen. Wel hebben recente be- rekingen uitgewezen, dat om het vooroorlogse' consumptiepeil te kunnen herstellen en handhaven, de industriële productie met onge veer 2.7 milliard zal moeten wor den verhoogd en het industriële apparaat een dienovereenkomstige uitbreiding zal moeten ondergaan. Een gedeelte der productie zal dienen ter opvanging der stijgende vraag, welke een gevolg is van een bevolkingsaccres en ter vervanging vaT} vroegere invoer. Een aanzien lijk gedeelte, ca. de helft, zal ech ter moeten worden geëxporteerd. teneinde een aanvaardbare beta lingsbalans te verkrijgen. Het tempo der industrialisatie is niet hoog. Dqor een verhoging van het tempo zou ongetwijfeld meer profijt kunnen worden getrokken van het gunstiqe getij. Een meer voortvarende investeringspolitiek kan hier echtér geen uitkomst brengen, omdat de belemmeringen op ander gebied liggen. De bin nenlandse particuliere financiëring heeft de ontwikkeling tot nu toe niet geremd. In 1947 is, naar wij lazen, volgens een globale be- reking, voor een bedrag van onge veer 800.000.000 besteed aan investeringen van nieuwe fabrie ken, uitbreiding van bestaande en vervanging van outillage. Hoewel de Minister van Econo mische Zaken in zijn Memorie van Antwoord zich de moeilijkheden niet verheèlt, koestert hij niettemin de verwachting, dat met inspan ning van alle krachten de zware taak kan worden volbracht. Wie weet of met de nieuwe jeugdige Minister van Economische Zaken de wind nog meer in de zeilen grijpt. De industrialisatie immers, houdt ook onze omgeving ernstig bezig, De steeds voortgaande techniek op landbouwgebied, wekt de gerecht vaardigde vrees, dat er binnen afzienbare tijd heel wat minder landarbeiders in dit kleine stukje Nederland op onze eilanden een bestaan zullen hebben als landarbeider. En de enige hoop van onze ge meenten, dat het inwoneraantal dan niet sterk zal verminderen is gevestigd op industrie. Tholen is hierbij tot nu toe het meest voor uitstrevend en stippelde reeds een terrein uit. waar eventueel indu strie zou kunnen worden geves tigd. Deze vooruitstrévendheid mag door niemand voorbarige zorg genoemd worden, daar ook hier geldt, dat men dikwijls de put wil dempen als het kalf verdron ken is. Welke industrie zou hier nu komen Ja, dat is niet te voorzien, het ongelooflijke kan soms werke lijkheid worden. De mogelijkheid is toch ook hier niet helemaal uit gesloten, dat een groot-particu lier" de technische en financiële consequenties van een bepaalde industrie in onze omgeving eens gaat overwegen. En waarom zou een papierfabriek, een schoen fabriek, een industrie van Philips, een fabriek waar landbouwpro ducten tot een industrieel product worden verwerkt of dergelijke, niet evengoed kunnen gedijen, als in een groter of kleinere plaats ergens anders in Nederland En het vraagstuk van niet-vol- doende arbeidskrachten behoeft in onze omgeving niet het grootste vraagstuk te zijn, ook al kan men nu niet direct bogen op geschoolde fabrieksarbeiders. Ligt onze omgeving voor indu strie dan werkelijk zo beroerd We zitten rondom in het water. Het schip blijft de goedkoopste vervoerder. Voor snel vervoer spreekt ook de vrachtauto een woordje mee en we hebben een goede verbinding met het vaste land. Industrialisatie is ook voor ons eiland nodig. Dat een „groot-par ticulier" nog eens spoedig tot de ontdekking komen, dat het eiland Tholen op dit gebied meer moge lijkheden biedt, dan ooit gedacht werd. Deze en de vorige generatie u en ik hebben op school, tijdens de geschiedenislessen altijd met veel genoegen geluisterd naar de verhalen over de kranige Hol landers, die Oost- en West-Indië ontdekten die na deze ontdek kingen de Oost- en de West- Indische Compagnie oprichtten. Ons werd grote bewondering bijgebracht voor de machtige Com pagniesheren, die er voor zorgden, dat het kleine Holland een gouden eeuw beleefde. In die tijd was dat ook prachtig werk, maar de tijden veranderen en dat gaat de laatste jaren met gezwinde pas. Wij zijn met de totale liquidatie van het koloniale regiem begonnen en dat die afbraak niet gemakkelijk gaat, weten wij voor de Oost zo lang zamerhand wel. Aan het einde van deze maand zal te 's-Gravenhage een Ronde-tafel-conferentie wor den gehouden, waarbij de verhou ding tussen Nederland en de West zal worden geregeld. De delegatie uit Suriname is reeds in ons land aangekomen en om nu maar even bij dit gedeelte van de West te blijven: over de gang van zaken zijn de heren niet bepaald tevreden. Zij wensen, populair gezegd, een woordje mee te mogen praten, als de nieuwe structuur van ons koninkrijk wordt vast gelegd. De verhoudingen in het koninkrijk dienen eindelijk eens te worden geregeld in onderling overleg. Door de moeilijkheden in Indonesië kon de Rijksconferentie niet eerder worden gehouden. Zij zal nog niet compleet zijn, doordat de Oost uiteraard slechts door enkele waarnemers wordt ver tegenwoordigd. Voor Suriname en voor Curasao is de conferentie van groot belang. Verwacht wordt dat in Den Haag héél wat moeilijk heden het hoofd dienen te worden geboden. De langdurige voorbereidingen wijzen wel in deze richting. De delegatie uit Curagao en Aruba moet worden erkend. Het is te hopen, dat de besprekingen tot een gunstig resultaat mogen voe ren en dat aan de verlangens die in deze „koloniën" leven volledig kan worden tegemoet gekomen. In de Oost trachtten wij immers al een paar jaar door het vuren te staken, tot betere ver houdingen te komen De order is zoals we vorige week reeds bekend maakten weer een af gekondigd voor het gehele Indo- nesche gebied het wapenstil standsverdrag is getekend en alle maatregelen zullen worden ge nomen om op de meest effectieve wijze een einde te maken aan alle vijandelijkheden. Naast het wapenstilstandsver drag is een politiek,accoord aangegaan, waarvan de allervoor naamste bepalingen zijn, dat maat regelen zullen worden genomen tot geleidelijke vermindering van de gewapende macht van beide partijen en dat vrije verkiezingen zullen worden gejiouden, waarin de bevolking kan vaststellen, welke haar politieke verhouding zal zijn tot de Verenigde Staten van Indonesië. De Commissie van Drie is door beide partijen bedankt voor haar goede diensten en zal binnenkort te Lake Succes verslag van haar bevindingen doen. Wij mogen aannemen, dat voor Oost-Indië nu de goede weg is ingeslagen, al mogen wij ons niet verhelen, dat wij na de ver ouderde staatkundige regeling waar wij zijn ingegroeid thans verhoudingen moeten scheppen en dulden, die wij eerst vreemd en belachelijk en tot voor kort niet voor mogelijk hadden gehouden. Was er de afgelopen week met de „koloniën" nogal w^t te doen laten wij na de geschiedenis eens aan een ouderwetse zangles herinneren. U heeft nog op school, ook meegezongen van „ons hart lei in de baren" en van het feit, dat in de zee ons element lag. Is dat nóg zo De stichting „Nationale Koop- vaardijweek 1948" meent terecht, dat er wel enige propaganda voor de koopvaardij mag worden ge maakt. Gedurende de koopvaardij- week (van 19 Juli7 Aug. een lange week dus) zal de aandacht van het publiek op de koopvaardij worden gevestigd. En reeds voor die tijd zal veel propaganda wor den gemaakt; over de radio, op de scholen, met tentoonstellingen en anderszins. Van schepen en van varen ge schreven de schepenbouwers zijn niet bepaald verrukt over de gevolgen, die het plan-Marshall op hun bedrijf kunnen hebben. Zij verwachten er een vertraging door van het tegenwoordige scheeps bouw program. Maar het Engelse blad „de Times" is van mening, dat Nederland de door het Mars hall-plan verkregen middelen het meest productief zal maken. En om na enkele sombere klanken in deze laatste optimistische geest te blijven, memoreren we nog even, dat ondanks alle moeilijkheden 1948 voor ons land een jubel- jaar wordt. In de eerste plaats door het regeringsjubileum. De minister van onderwijs heeft er in een circulaire aan de scholen op gewezen, dat er dit jaar talrijke nationale gedenk dagen aan de orde komen. De minister noemde behalve het jubi leum van H.M. de Koningin ook de herdenking van de in 1648 gesloten Vrede van Munster (einde van de 80-jarige oorlog) en de herdenking van de plechtige afkondiging van de herziene grondwet, honderd jaar geleden. Als wij in deze circulaire lezen, dat de school „niet alleen moet worden gezien als een instituut, waar kennis en inzicht wordt ver- Dr. P. J. Duinker, Tholen, Tel. 40 Dr. Vermet, Nieuw-Vossemeer Tel. 10 worven, maar waar ook het hart en het gemoed het voedsel dienen te ontvangen, dat zij niet kunnen ontberen," dan ja, dan moet men töch toegeven, dat de tijden al aardig veranderen dat deze en vorige oude-mensen-generatie anders werden onderwezen. Tenslotte: Onze nieuwe Com missaris, jhr. Mr. A. F. C. de Casembrood werd Dinsdag jl. door H.M. de Koningin in het paleis op de Dam te Amsterdam beëdigd. In Semarang's omgeving rijgen de dagen zich, evenals op zovele andere buitenposten, aaneen. Wekenlang lijkt de ene dag op de andere en daar een mens aan alles gewoon raakt, kan zelfs het prachtige natuurwonder van een Indische morgen veler gemoederen niet meer in beroering brengen. Iets anders brengt echter wel beroe ring. De luit is al vroeg in de tent ge komen en heeft de korporaal aange spoord de jongens uit bed te halen, want... de generaal komt vanmorgen een kijkje nemen. Slaperig en sputterend komen de jon gens, die de afgelopen nacht patrouille liepen, overeind. „Voor mijn part zat ie in de Biesbos" (een bewijs dat de sol daat, die dit geeuwend bromt, daar niet vandaan komt). „Dat hij zich moge ver slikken", is een volgende uitroep van een reeds minder slaperige Stoottroeper. Er fladderen nog Woorden door de tent van „rambam krijgen", „plattepetgekken", enz., die echter de oorzaak zijn, dat rustige slapers in bedrijvige soldaten zijn omgezet. Tenslotte... een generaal is een generaal. Er is spanning bij de Luit, «panning bij de Sergeant, bij de Korpo raal en tenslotte bij de soldaten. De tent wordt terdege opgeruimd, de uitrustingsstukken worden toch weer eens model opgeborgen, al blijven ze voor onmiddellijk gebruik gereed en als het middageten klaar staat, is er nog geen generaal. Enige tijd na de toch niet zo rustig verwerkte maaltijd komt er bericht, dat de generaal toch niet komt. „Dank je."l Ongemerkt ligt er weer een lange avond voor je. Een avond van wacht kloppen of een avond om bij een wal mend oliepitje een brief te schrijven aan familie, vriend of vriendin, waardoor na enige tijd je ogen zeer gaan doen en je er maar gauw een eind aan maakt. Een buitenpost heeft weinig vertier. Voor je gaat slapen wacht je nog maar even op de carrier, die naar de compie is gere den en misschien post meebrengt. Ook dat wordt een teleurstelling. Een paar kranten van vier weken oud. Verder geen nieuws. Waar blijft dat pakje nu, dat 2 maanden geleden uit Nederland is verzonden? Toch komt er die dag voor de 2e maal spanning. Voor de niet-dienstdoen- de soldaten op het punt staan onder de wol te kruipen (gezien het tropen- klimaat figuurlijk) komt de luit, voor de tweede maal de tent binnen en deelt mede, dat bericht over actie is binnen gekomen. Vannacht komt er een aan val. Ongeveer een herhaling van de woorden, die morgen geuit, bij de me dedeling van de komst der platte pet, volgt, al komen ze er minder overtui gend uit en is de persoon niet dezelfde. Hoe het bericht is binnengekomen, komt er weinig op aan. Er zal toch wel iets van waar zijn en ze hebben zich gereed te houden. Het volledig rust-tenue komt niet aan bod, het wordt een rust-actie tenue: elk ogenblik gereed. Bij het wal mend oliepitje komen verhalen over vroe gere acties los en als het pitje door overtollig gas ploft, schrik je op, even als bij het wegrijden van een carrier, die z'n positie gaat innemen. 9 uur, half tien, tien uur, 11 uur, 12 uur... er gebeurt niets. Kwart over twaalf valt er een schot en dommelaars schrikken op. Daar gaat ie dan... nee, een tweede knal blijft uit. 1 uur komen de jongens

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1948 | | pagina 1