TWEEDE BLAD
Oudejaarsavondbrief
4e JAARGANG No. 7
31 DECEMBER 1947
THOLEN
EENDRACHT-BODE
(Vervolg)
Daarom past het de Christenen in de
eerste plaats schuld te belijden. Ook als
wij politieke leidslieden zijn. Ik begrijp
soms niet, hoe men het als Christen ver
antwoorden kan, zulke grove beschuldi
gingen te uiten, ook al is er op bepaal
de punten critiek geoorloofd. Verschil
lende oorlogsvrijwilligers hebben mij met
een zekere verheuging gezegd, dat zij ge
durende de gehele actie geen schot heb
ben gelost. Anderen vertelden mij dank
baar, dat zij in hun Indische jaren nog
geen mens hadden gedood. Zeker, als
er opgetreden moet worden, dan doet de
.soldaat dat, als het moet streng. En in
lange tijden van al maar wachtkloppen,
en patrouillelopen, geestelijk en lichame
lijk afmattend, denkt en zegt de militair
die voornamelijk de dingen van dichtbij
ziet wel eens: „Laat het vlugger gebeu
ren als het er toch van moet komen".
Dan gaat het met minder offers gepaard.
Maar zij, die in het vaderland over actie
spreken of schrijven, op een toon, als
of het even een wandelingetje is, moe
ten wel bedenken, dat een soldaat ook
gewetensconflicten kent en soms in be
paalde situaties iets doen moet, waarover
hij later tobt. Als men een korte tijd
geestelijke verzorger werd in het leger,
zou men hier wel meer van weten uit ge
sprekken onder vier ogen. Een soldaat
is geen gevoelloze machine. Hij heeft
een hart, hij heeft een geweten!
Genoeg hierover, want ik vraag te veel
ruimte van de redacteur.. U wilt nog iets
weten over dit land? Hoe het hier is,
kah niet volkomen beschreven worden.
Iets'kan men er van zien op foto's maar
toch is dat nog niet de werkelijkheid.
Hier is nog de ongerepte natuur, hier zijn
de oerwouden, waarin het léven en de
strijd van de dieren, groot en klein. Hier
zijn de kali's, de grote en de Tdeine stro-,
men, die overal in dit land te vinden zijn.
Hier verheffen zich de bergen en de heu
vels. Alles is hier mooi in de natuur.
En dan het mensenwerk: de rijstvelden
de sawah's en de ladangs op de hellingen
der heuvels. En er wordt gelukkig weer
gewerkt Dan zijn er de fabrieken, de
olievelden, de kolenmijnen en de rubber
plantages. De olie vloeit weer en de
kolentreinen vervoeren tonnen brandstof
voor de tin mijnen op Banka. Hier zijn
harde werkers geweest, die de schatten
halen uit de bodem' van dit rijke land.
Of dit tet} opzichte van de bevolking
vooral in het begin altijd op de juiste en
'"verantwoorde wijze is geschied, kan en
wil ik niet beoordelen. Maar wel is het
zo, dat een en ander .in latere tijd wel
vaart ook aan de mensen hier, heeft ge
tracht. Er zijn scholen gebouwd en er
staan prachtige ziekenhuizen. Jammer,'
dat in de jaren die achter ons liggen,
zoveel is verwaarloosd.
En de bevolking. Men treft hier aller
lei rassen aan: Palembangers, Batakkers,
Javanen, handeldrijvende Chinezen en
Brits-Indiërs, Menadonezen enz. Hoe
staat de -gewone Indonesische bevolking
tegenover ons? Dat is in een woord niet
te zeggen. In sommige kampongs werdej^
de militairen toegejuicht. Ook zijn er
dorpen waar men het niet durft doen uit
angst voor wraak der rondzwervende
benden, die niet gering zijn. Ook zijn er
t^el Indonesiërs, die ons met een zekere
verbittering zien. Merkwaardig is, dat
van de krijgsgevangenen hier, wanneer
ze vrijgelaten worden, negentig procent
er zeker niet aan denkt, weer terug te
keren bij de gewapende scharen. Velen
t blijven als werkkrachten graag bij de
militairen.
Nu nog iets over de soldaat zelf en dan
in het bijzonder de oorlogsvrijwilliger.
Hoe is de stemming
In het begin van deze brief heb ik
daarover reeds iets geschreven. Beschouw
hem als een gewpne Nederlandse kerel.
Hij heeft harde jaren achter de rug. De
meesten zijn daardoor flinker doortas
tender en sterker geworden. In veel, wat
ze aanpakken, zullen ze slagen. Overig
gens zijn ze precies als de anderen: goede
en kwade buien, somberheid en vrolijk
heid, critiek en goedkeuring. Soms krijg
ik wel eens de indruk, dat er in Neder
land gedacht wordt, dat ze hier in deze
jaren in een soort hoerastemming ver
keerden. Dat is een verkeerde gedachte.
Zeker, er zijn allerlei mensen geweest,
die hen bezocht hebben, waarover dan
genomen voor de geïllustreerde, bladen.
Ze waren wel mooi. Alleen gaven ze
niet immer de werkelijkheid weer! Een
en ander was in elkaar gezet, alsof het
werkelijkheid was. Wanneer we eenvou
dig zeggen, dat de stemming goed was,
ondanks allerlei gerechtvaardigde of on
gerechtvaardigde klachten, ^lan is dat
voldoende. Zo was het tenminste sinds
Juli, toen ik hier ben aangekomen, bij de
gemiddelde soldaat. Ik geloof wel, dat
daar nu enigszins verandering in geko
men is. Sinds de order „Staakt hèt vu
ren" zijn maanden verlopen. Er moet
altijd maar gepatrouilleerd worden en
altijd maar wacht gehouden. Dagen
wacht! Dat is geestelijk en lichamelijk
afmattend. Er komen steeds gewonden
_J?ij en er sneuvelen mannen. Er is wei
nig, zeer weinig, al te weinig gelegenheid
tot ontspanning. Bijna geen goede boe
ken geen gezelschapsspelen enz. enz. Zo
wordt he.t leven eentonig. Wat besluit
de Veiligheidsraad, wat beslist de Re
gering? En maar wachten, wachten, vaak
op zeer eenzame posteh zonder comfort;
een kaars, een olielampje, anderhalve
stoel, weken en maanden lang.' En de
vraag komt op: „Waar blijft alles, dat
uit Nederland voor ons gezonden wordt,
want daar wordt zoveel over geschreven,
ook in de militaire bladen? Eh dan de
vraag, de grote vraag: „Wanneer gaan
we eindelijk eens naar huis? Een bittere
tijding was he,t, toen- werd bekend ge
maakt, dat de oorlogsvrijwilligers nog
tot het voorjaar moeten blijven. En qok
daar zullen ze wel doorkomen, als rege
ring en legerleiding maar eens precies
konden zeggen: „Voor die en die datum
zijn de oorlogsvrijwilligers thuis." Ze
moeten vastheid en zekerheid hebben.
Wanneer die mededeling op ondubbel
zinnige wijze gegeven kan worden, zou
dat, daar twijfel ik niet aan, spyèholo-
gisch een goed effect hebben. Maar nu
zijn de meesten het beu geworden. Ze
houden ons aan het lijntje! „We gaan
„afgeknapt" naar huis! De gevolgen blij
ven niet -uit. Er zijn er, die er onver
schillig onder worden en het op zedelijk
gebied zo nauw niet meer nemen. Wan
neer er niet beter gezorgd wordt voor
gezonde ontspanning, zal dit door blijven
gaanWe weten nu allen wel, dat Ne
derland niet heel veel kan doen, arm als
het is. Maar hier zijn grote maatschap
pijen die, dank zij „bloed, zweet en tra
nen" van de soldaten, weer werken. Ver
schillende beambten krijgen goede rant
soenen. Zij eten, drinken en roken be
hoorlijk. De vraag komt bij mij op: „Kan
het niet iets minder, zodat Jan soldaat
wat meer kan ontvangen?" Kunnen deze
grote maatschappijen, met zoveel invloed,
dan niet finantieel eens een flink offer
brengen? Met dankbaarheid zij vermeld,
dat een enkele Mij. wel eens iets gedaan
heeft vóór het leger.
Tenslotte de grote vraag. Wat gebeurt
er met de O.V.W.ers na de demobili
satie Hier zijn jonge mensen, die in
de wereldoorlog in sommige gevallen een
paar jaar ondergedoken waren. Een vak
leerden zij toen niet. Als ze straks terug
keren. hebben ze drie of meer jaren van
militaire dienst achter de rug. Wat moe
ten ze beginnen? Hier zijn jonge mannen,
wier studie onderbroken is? Is het nog
mogelijk, om weer opnieuw te beginnen,
nu ze er zo lang „uit" zijn? Zeker, ik
spree'k ook militairen die zeggen. „Mij is
reeds werk aangeboden" of „ik kan ge
woon we§r op de boerderij of in de zaak
van'm'n vader."
Maar het aantal dergenen', die het
niet weten, is groter! Zo zijn er op het
ogenblik werkelijk jongens, die daar niet
luchthartig over spreken, maar ex over
tobben en"s omber gestemd zijn
vooral nu de demobilisatie weer^ werd
uitgesteld. Deze dingen wegen hun zeer
zwaar.
Gelukkig wordt fn Nederland hieraan
ook gedacht. En dat niet alleen, maar er
wordt aan gewerkt. Alles, wat in de bla
den over deze zaak geschreven wordt,
lezen de soldaten met aandacht. Laat het
daarom zo zijn, dat de persmensen in dit
opzicht zich bewust zijn van hun verant
woordelijkheid, opdat aan de vrijwilligers
niet weer iets wordt voorgespiegeld, wat
toch niet vervuld kan worden. Ik spreek
nog al eens, jongens uit Twente, dus uit
de textielstreek, en uit Limburg, dus uit
het kolengebied. Zijvragen: „Zitten er
ook arbeiders in evenredig aantal in de
verschillende commissies, arbeiders, die
iets van onze vragen, begrijpen?"
later artikelen verschenen in de bladen.
Maar wij zijn immers nuchtere Nederlan
ders, die dergelijke stukken critisch le
zen? Ik weet dat er bij deze bezoeken ook
wel eens andere stemmen naar voren zijn
gekomen. Ik weet ook, dat er door en
voor persfotografen hele scenes in el
kaar zijn gezet. Er worden dan foto's
Ik ben me bewust, dat er fouten ge
maakt zullen worden zowel door de
terugkerende militairen, als ook door hen
die zich bezig houden met de toekomstige
belangen van hen. Wie werkt, maakt
fouten! Maar toch moeten wij allen, heel
ons volk, medewerken, opdat er geen
schare jonge mensen in Nederland komt,
met al de gevolgep. daarvan.
Ik stel me voor, dat op de duur,
misschien vele van deze mannen, wanneer
het voor hen in Nederland „niet meevalt"
en „niet meeloopt", bereid zijn te gaan
werken in een of andere functie in In
donesië Thans wordt hun gezegd:
„Wanneer ge hier blijven wilt, moet ge
diploma's hebben." Zou het niet zo kun
nen, dat zij een opleiding krijgen in Ne
derland van b.v. een jaar en dat hun dan
hier een kans wordt gegeven, om hier te
arbeiden, maar nu als burgers? Wat zij
dan missen aan parate theoretische ken
nis, wordt toch tot op zekere hoogte
weer goed gemaakt door hun ervaring
hier. Zij kennen nu de tropen: Zij zijn
hier gehard. Zij kennen de bevolking,
de gebruiken en gewoonten.
De meesten van hen kennen heel wat
van het Maleis. Zou het zo'n groot
vraagstuk zijn, wanneer Overheid,
maatschappijen en planters
zich hier achter zetten, overwegend, dat
deze oorlogsvrijwilligers zich vele opof
feringen hebben getroost in moeilijke ja
ren?
Hoe het ook zij, er moet begrip en goe
de wil zijn bij de terugkerende en bij hen,
die zij ontmoeten in Nederland. De over
heid en ook de Kerk hebben hier een
taak. Maar niet minder heel het Ne
derlandse volk. De Riders moeten zich
er bewust van zijn, dat hun weerkerende
zonen anders zijn geworden, dat ve
len van hen andere verlangens hebben
dan vroeger. Hier moeten zij niet met
harheid en koppigheid tegen in gaan,
maar trachten te begrijpen in echte
Christelijke liefde.
Mijn brief is heel erg lang geworden.
Ik. heb getracht LI een indruk te geven
van het leven en de gedachten van de
militairen hier. Samenvattende kan ik
zeggen: We zitten hier in een schoon
rijk land. Het kan hier goed konien. Dat
leert ons de omgang met het gewone volk.
Ik heb het, wanneer ik schreef over de
militairen het meest gehad over de vrij
willigers, eenvoudig omdat ik met hen
het meest in aanraking kom. Deze groep
is wel eens een „vergeten leger" genoemd.
Gelukkig zijn de gedachten in dat opzicht
in Nederland wel heel wat veranderd.
In allerlei opzicht is Indonesië nog in
verwarring en onrust. De O.V.W.er
wacht. En het wachten duurt hem lang
Is het te verwonderen, dat hij zegt: „als
er nog een actie moet zijn, laat het dan
vlug zijn, voordat we allen lichamelijk en
geestelijk afgetobt- zijn?"
Hij ziet voornamelijk de dingen, die
dicht bij zijn, die voor' ogen zijn. Het is
hem niet kwalijk te nemen, dat hij wel
eens verwijtend uitroept: „Er is al tijd
te veel getreuzeld!" Inderdaad zo'n leven
op deze wijze is niet lang meer vol te
houden.
Nochtans zie ik met verwondering en
soms met bewondering, dat deze mannen,
uitzonderingen daargelaten ondanks
teleurstelling, ondanks het feit, dat hun
veel onthouden is, ondanks de zeer wei
nige ontspannings gelegenheden, ondanks
het feit, dat zij nimmer verlof hadden,
ondanks de zeer trage werking van ver
schillende bureaux (goederen voor mili
tairen uit Nederland verzonden zijn in
4 weken in Batavia, maar verzending
uit Batavia naar de posten schijnt maan
den te moeten duren) ondanks de weer
uitgestelde demobilisatie, zich ook nu
nog vrij goed houden en zich er door
slaan. Maar een vrolijke stemming is
er niet. Daar is het ver vandaan. De
boog kan niet altijd gespannen zijn. Het
is hoog tijd!
Ik eindig lezers. Ik heb zeer veel van
Uw geduld gevraagd. Nu ik deze brief
nog eens door lees, lijkt het me, dat ik
misschien beter andere dingen had kun
nen schrijven in meer opgewekte toon.
Maar dat komt wellicht nog. Er kan
van hier uit over zeer vele zaken ge
schreven worden, mooie en lelijke. Even
wel het kan ook z'n nut hebben, om een
indruk te krijgen, hoe hier de werkelijk
heid. is in het leven van de eenvoudige
soldaat. Niet, opdat we nu gaan klagen
of beklagen of opstandig worden, maar
"om, ziende de harde werkelijkheid, a 1-
len te bidden, te werken, de schou
ders er onder te zetten tot nut en zegen
van Nederland en Indonesië in de onze
kerheid verwarring en armoede van deze
wereld.
Gemeenteleden van St. Annaland,
vrienden uit stad en land van Tholen, ik
wens U allen een door God gezegend
1948. Dit 'jaar zij voor U allen voor
spoedig in de goede zin des Woords.
Hij, „Die alle dingen regeert", redde
ons land uit de grote moeilijkheden. De
Kerk van Jezus Christus worde gebouwd
door Zijn Woord en Geest. Aardse rij
ken gaan voorbij Z ij n K o n i n k r ij k
k o m e
Zuid Sumatra, te Velde 12 Dec. 1947
Ds. W. van Griethuysen
Legerpredikant 8 R.S.
Veldpostkantoor Palembang
STEMMEN VAN LEZERS.
Buiten verantwoordelijkheid van de
Redactie.
Geachte Lezer, lezeres.
In enkele gemeenten op ons eiland is
de film „De Witte Engel" vertoond,
uitgaande van het Nederlandse Rode
Kruis. Aafi deze hoofdfilm ging een korte
voorfilm vooraf, die ons een beeld gaf
van gebeurtenissen in de. Overzeese ge
biedsdelen. Allen, die deze fimvoorstel-
ling hebben bijgewoond, zullen ook wel
gezien hebben, welk een grote nood en
ellende er heerst onder deze bevolking.
Kunnen wij dit zonder meer aanschou
wen?
Het Rode Kruis 'doet haar uiterste
best om het leed zoveel mogelijk te leni
gen! Zouden wij hun dan niet helpen?
Bedenk eens, als wij in zo een toestand
verkeerden, Zouden wij dan niet blij zijn
geholpen te worden?
Ginds wachten zij op hulp en zouden
wij hen tevergeefs laten wachten?
Nee, dat kan en dat mag niet! Laten
wij deze mensen helpen en hun nood en
ellende helpen verzachten. Denk er ook
eens om, wat het Rode Kruis voor andere
wat het ook voor ons land gpdaan heeft.
Wij kunnen iets doen. Wij kunnen het
Nederlandse Rode Kruis steunen door
lid te worden. Het is nodig! Ginds over
zee smeken zij om hulp.
Daarom het parool:
Allen lid van het f?ode Kruis
L.G. te Stav.
O
Redactie en
Administratie
wenschen allen een
voorspoedig 1948.
W. BLAAS
Timmer- en aannemersbedrijf
g.n.
Markt
Wed. J. MELSE
C. B. BIJL—GEBRAAD
Timmerman
Dalemsestraat 46
M. DE BRUIN—VAN VOSSEN
Bebouwdendam 30 q.i
P. OVERBEEKE
g.n.
p.f. - p.r.
J. M. SCHOT
J. SCHOT—PERESTAM
Walstraat 24
A. QUELLHORST
Heren- en Damesconfectie
g.n.
J. A. SAKKO
Schildersbedrijf
g.n.
Familie, vrienden, bekenden en cliëntèle
een gelukkig Nieuwjaar toegewenst
C. L. DE KORTE—SCHOT
Stoofstraat 2 Coiffeur
M. S. MARICO—v. d. BURG
Hoogstraat 24 g.n.
JAC. VERKERKE
Bier- en Limonadehandel
Hoogstraat g.n.
Firma L. J.. Melisse
wenst familie, vrienden, bekenden en
cliëntèle een gelukkig Nieuwjaar
Hoogstraat 30
J. N. EVERAERS—SCHOT
Bakkerij g.n.
H. NELISSE—DE VOGEL
wensen familie, vrienden, bekenden
en cliëntèle een gelukkig Nieuwjaar
Hoogstraat 50
B. S. NELISSE—SCHOT
wensen familie, vrienden en bekenden
een gelukkig Nieuwjaar
Hoogstraat 50
J. DEURLOO
J. K. DEURLOO—v. d. SANDE
Bosstraat 15 g.n,
C. HAZEN
A. HAZEN—VAN EEKELEN
Vlasmarkt 6
Familie, vrienden en bekenden een
gelukkig Nieuwjaar toegewenst
J. v. d. VELDE
H. v. d. VELDE—IJSELDIJK
Vlasmarkt 1
C. VAM OEFFELEN
E. v. OEFFELEN—v. ELZAKKERS
wensen familie, vrienden, bekenden en
cliëntèle een zalig Nieuwj^lar toe
Kerkstraat
Alle vrienden, bekenden, ook in Ned.
Indië wens ik een gelukkig en voor
spoedig Nieuwjaar
M. I. J. CONTANT - Kerkstraat 26
M. GEUZE
Rijwielhandel p
Kerkstraat 16 g.n.
Aan familie, vrienden, bekenden en
cliëntèle een zeer voorspoedig 1948
toegewenst {*S.
M. TAZELAAR—GEUZE
Bakkerij
C. v. d. JAGT
Levensmiddelenbedrijf g.n.
M. v. d. EIJJK
F. v. d. EIJK—BEUKELAAR
wensen familie, vrienden» bekenden
en cliëntèle een gelukkig Nieuwjaar
Slagerij Kerkstraat
Wij wensen familie, vrienden, bekenden
en cliëntèle een gelukkig Nieuwjaar.
M. QUIST
Drogisterij - Hoogstraat 2
Vrienden, bekenden en cliëntèle een
gelukkig Nieuwjaar toegewenst
G. P. CONTANT—GELUK
Dalemsestraat
Aan onze klanten, kennissen en' vrienden
een gelukkig Nieuwjaar toegewenst
J. NELISSE-MENNIS
M. QUAAK
Dalemsestraat 9
g.n.
Bakkerij „DE TOEKOMST"
wenst allen een gelukkig Nieuwjaar toe
Dalemsestraat
Wed. M. B. A. DE KORTE
Coiffeur
Dalemsestraat g.n.
M. JANSE
P. JANSE—QUIST
Dalemsestraat
g.n.
g.n.
Familie M. P. COOMANS
Dalemsestraat g.n.
Familie MOERDIJK
Molenvlietsestraat 16 g.n.
Firma J. C. v. d, STEL
Dalemsestraat 30 g.n.
L. W. JANSE
J. B. JANSE—v. d. SLIKKE
Schildersbedrijf
Dalemsestraat g.n.
Wij wensen vrienden en bekenden
een gelukkig Nieuwjaar toe
A. P. M. VOETS
Stoofstraat 5
J. VOS
Metselaar-Aannemer g.n.
A. G. ENGELVAART
J. J. ENGELVAART-BAL
Stoofstraat 9-11 g.n..
J. J. SCHOT
D. SCHOT—VAN DUIVENDIJK
Markt 6
g.n.
Familie, vrienden en bekenden een
gelukkig Nieuwjaar toegewenst
Gezusters VAN 'T HOF-GELUK
Stoofstraat
L. M. SCHOT
B. C. SCHOT—DE ROOIJ
Markt 3 g.n.
Familie NUIJTEN
went LI een Zalig Nierjwjaar
Markt
A. GELUK
M. B. GELUKj^GILJAM
Markt 7
g.n.
g.n.
Wij wensen familie, vrienden, bekenden
en cliëntèle een gelukkig 1948 toe
RIÉDIJK
N. RIEDIJK—GELUK
Oudelandsestraat 20
A. C. M. DEURLOO
P. C. DEURLOO—BAAIJ
wensen familie, vrienden en bekenden
een gelukkig Nieuwjaar
Hoogstraat 32
F. DE RONDE
J. C. P. DE RQNDE—PRIEMES
W. L. VAN ZIJLL
CHR. VAN ZIJLL—BRANDENBURG
g-n-
Wij wensen alle vrienden en bekenden
een gelukkig Nieuwjaar toe
K. C. DEURLOO
W. C. DEURLOO—JANSEN
Hofstraat 34
B. W. SCHOT
J. SCHOT—HOUT
Coiffeur - Bebouwdendam 7 - g.n.
D. W. KLOMPE en Echtgenote
Oudelandse poort 18 g.n.
J. SCHOT en Echtgenote
Molenvlietsestraat 50 g.n.
M. VERDULT—DE WIT
Zalig Nieuwjaar
Alle vrienden, bekenden, ook in Ned.
Indië een gelukkig Nieuwjaar toegewenst
K. M. PRIEM - Kleermakerij
Firma A. J. DE WIT-ANDRIESSEN
E. VAN RIJSSEL
Handel in Wijnen en Gedistilleerd wenst
cliëntèle een gelukkig Nieuwjaar
Stoofstraat
P. C. BIJL
N. J. BIJL—VERMAAS
ELLY g.n.
Kerkstraat 14 Tholen
A. C. BURGERS
A. BURGERS—OVERBEEKE
Hoogstraat 53 g.n.
Des Heeren onmisbaren zegen toegewenst
bij de intrede van het nieuwe jaar
J. L. GELUK
H. Chr. School
P. G. CONTANT—JANSEN
Kerkstraat 26 g.n.
Fa. O. J. CONTANT ZONEN
Meubelen en Ijzerwaren
wensen cliëntèle een G. N. toe
Kerkstraat 22
W. F. v. d'. STEL—BIJL
wensen familie en vrienden een
gelukkig 1948
Dalemsestraat 46
W. PERESTAM—VERKERKE
Gelukkig Nieuwjaar
Venkelstraat 13
J. VAN DIJK
M. VAN DIJK—SLAGER
Electr. Smederij
Oudelandsestraat 17 g.n.