Weekbladvoor hetEilandTholenen St. Filipsland kei?st- oveRöenkinq p* 144 In terra pax Vrede op aarde. Oudejaarsavondbrief. öoor ös. w. van QRiethuijzen Laat ons dan heengaan naar Bethlehem 441 441 u SS* OM TROTS OP TE ZIJN ZONDAGSDIENST ARTSEN Verkoudheid 4e Jaargang No. 6 24 December 1947 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Abonnementen 0.90 per Redactie A 494 St. Annaland Telefoon 47 kwartaal franco p.p. 1.15 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Prijs per nummer 8 cent Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord 00 meer 0.05 „Hoe zal ik U ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet?" Dit is de altijd weerkerende vraag. Hoe staan wij tegenover Christus Op deze vraag moet er een antwoord zijn in uw leven, in mijn leven Evenwel er zijn in ons ajler leven nog zoveel andere vra gen, waaraan wij de voorrang gevenWant al gaan wij het Kerstfeest tegemoet, het Kerst feest, dat van alle feesten het meest „populair" is en waarvan men in deze wereld van alles maken kan, zowel in dierbare over gevoeligheid, als ook in wereldse dartelheid en luidruchtigheid, wij staan nochtans in de harde werke lijkheid van het aardse leven. En de vragen stormen op ons af en de problemen omringen ons van nabij en van verre. Zo is het voor U in Nederland. Van uit de verte komen tot ons de berichten over datgene, wat U bezig houdt. Enigermate kunnen wij, hier, dus met U mee leven. We weten dan ook, dat het in het vaderland nog niet allemaal van zelf gaat. Een oorlog is voorbij gegaan. Maar de gevolgen zijn er nog op elk terrein. De vragen zijn -£r op maatschappelijk gebied en op het terrein van het sociale leven. Er is ontevredenheid, er is wantrouwen. De invloed van de mammon is niet gering. Ook voor U, in het Thoolse land, ging de zomer niet zonder zorgen voorbij. En ten opzichte van de toekomst rijst de vraag: „hoe zal één en ander zich ontwikkelen Dan zijn er velen ook onder U, die uit zien naar een zoon, een man, een broer, een verloofde, die sinds langer of korter tijd zich be vindt op Java of Sumatra of één van de andere eilanden En wij, die hier verkeren, onder de Indonesiërs, wij, die hier onze taak moeten verrichten, ook wij hebben onze vragen. Zeker, het is hier een prachtig land. We zien hier veel, heel veelWe genieten van de schoonheid van de natuur. De omgang met de mensen uit steden en kampongs is over het algemeen goed en wordt gelukkig steeds beter. Maar toch, maar toch het is nog geen vrede. Er klinken nog altijd schoten. Er val len mensen, er worden graven ge dolven. Gewonden worden ge bracht naar de hospitalen. Het zou anders kunnen, het zou anders moeten. En de meesten van hen, die reeds twee jaren in de tropen zijn, verlangen zeer sterk naar huis. Maar tegelijkertijd, als zij aan huis denken, komt bij velen de vraag: ,,Wat dan?" „Is er een bestaansmogelijkheid voor ons „Hebben we nog wel een toe komst, die dragelijk is?" „We hebben geen diploma's„Zijn deze Indische jaren en de tijd van onderduiken tevergeefs geweest?" Deze gedachten kunnen somber stemmen. Neen, het ziet er niet zo heel mooi uit in de wereld. Het schijnt wel, of alle goede pogingen moe ten mislukken, door lonwil en tegenwerking en door onmacht. We zien iets van de ernst en de werkelijkheid van Gods Woord, dat de aarde om der zonde wil vervloekt is en dat zij doornen en distelen voortbrengt. En de schuld is aan onze kant. Wie God ver laat heeft smart op smart te vrezen Wat kunnen we, levend in zulk een wereld zeggen, wij, zulke mensen, als wij zijn. Immers: niets! Maar nu is het grote en nieuwe, altijd nieuwe en heerlijke: God heeft gesproken en heeft Zijn be loften gegeven aan de vaderen en Hij heeft deze vervuld in de vol heid des tijds. Er waren herders in Efratha's velden en zij waren verkoren, om het eerst te vernemen de blijde boodschap, dat de Christus was geboren. De hemelse boodschap pers verkondigden het aan deze eenvoudigen: grote blijdschap, de Zaligmaker is geboren, welke is Christus, de Heere. Hij is geboren in Bethlehem. En ook toen zag- het er niet mooi uit in de wereld. Ook toen onzekerheid en verwarring alom. Maar, Christus kwam. Wij hebben Hem niet gezocht, Hij is tot de mens nedergedaald. De herders hebben elkander op gewekt, niet twijfelende: „Laat ons dan heengaan naar Bethlehem en zien het Woord, dat er ge schied is, hetwelk ons de Heere heeft verkondigd." Zij zijn gegaan en deze eenvoudigen van hart werden rijk getroost. Wat moeten wij doen, gij in het vaderland en wij, die zo ver van U zijn Wat moeten wij doen temidden van alles, wat somber is en don ker „Laat ons dan heengaan naar Bethlehem!" Daar toonde God Zijn zon daarsliefde in de vernedering van Zijn eniggeboren Zoon. En Beth lehem wijst naar Golgotha, naar het Kruis: „De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem," zegt de profeet. Bij Herri en door Hem, alleen is er heil voor zondaren. In Zijn licht zien wij het Licht. Wie zo gaat met zijn zonde en schuld zal licht ontvangen. Vele vragen blij ven, moeilijkheden zullen er altijd zijn. Maar het Kind in de kribbe, de Man van smarten, De Goede Herder wil dragen. „Komt allen tot Mij." Laat ons dan, door Gods Woord en Geest geleid, heen gaan naar Bethlehem. Daar kwam Hij tot mensen. Hij is éltijd de eerste. Wij willen met de herders trekken Naar 't uitverkoren Bethlehem Om daar het Kindeke t'ontdekken Waarvan vertelde d'Englenstem. En als wij aan Zijn krib vertoeven En daar neerknielen schuldbewust, Vertroost ons dan naar elks behoeven Breng ons onrustig hart tot rust. Sumatra, Te Velde, 8 Dec. '47. W.v.G. 4= 4 s dp, cC sjp e-C eC -ju e j, dp tjr. d'r, tjr, «4-3 ejp F&a Ab G Pfii 44i! .Aï G <o7© 4if 441 4P G G<g\ e pe 44| 441 44Ü G G Té 441 *H 441 G Q(S\ G (5) §r oo=jy<> ©oT» (0 l®>®) <5 c) V9 S) c rfè 13 - 44?. 441 44?. G (oQ G (b <gï 441 G (o 4® &2S G G p P <4C$5°0 44® G G,(ï) <d$ (06) A§-fi 44?r G <bC?i p P 44'i p PU G P pel G P pe? 44ü SS Té G (o® G(o<5\ 6T© Hebben wij in die martelende, wrede oorlogsjaren geleden voor deze wereld, die uit de rookwolken der bombardementen en uit de vuurgloed der brandende steden is te voorschijn gekomen Dat is soms de vraag die gesteld wordt. De rookwolken trokken op. De vuurgloed verbleekte. Puin bleef er over. Een wereld vol wanorde, een geest van nihilisme, een wereldopbouw, die werd gesaboteerd. Wrevel overal, de vuist van allen is tegen allen. Wrevel op de conferentie der Grote Vier, wrevel in Frankrijk, wrevel in Italië, wrevel in Indonesië, wrevel in Palestina, wrevel in Lake Success. Welke idealist voelt zich op het ogenblik voldaan Als de vrede komt, zo hebben wij naïef gesproken in de voorbije oorlogsjaren, als de vrede komt Waar blijft de vrede De vrede wordt gesaboteerd. De vrede schijnt niet te mogen komen. Het lijkt of men nooit meer uit de chaos zal geraken. Door het „in terra pax", door het „vrede op aarde" wordt een streep gehaald. Het is niet nieuw onder de zon. Er is meer wrevel geweest. De bijbel spreekt er van: „De aarde was vervuld met wrevel."' Precies zoals in deze na-oorlogse jaren, mpt zijn weinige lichtpuntjes. En toch Kerstmis 1947: wij laten bij het horen van dat woord onze fantasie de vrije loop. Wij denken daarbij aan een vlekkeloos, wit kleed over een winters-grauwe en sombere aarde; wij horen beierende klokkenklanken met de nodige roep van huis tot huis, van dorp tot dorp, van stad tot stad, van land tot land, van werelddeel tot werelddeel, maar toch Kerstmis 1947. Toch nog altijd lichtpunten, waaraan we ons kunnen, ja moeten vastklampen. Toch nog altijd eerlijke werkers, toch nog altijd mensen, die de goede weg willen, toch nog altijd resultaten, al zijn ze miniem, al lijken ze weg te zinken in de zee van teleurstellingen. Dan mogen we ons ook niet blind staren op die zee van teleurstellingen, op die chaos, op die onvrede, dan moeten we nog naar die geringe, maar toch nog bereikte resultaten zien. Dan kunnen we in die beierende klokkenklanken niet onmiddel lijk de vrede horen, dan mogen we niet enkel stil blijven staan bij de chaos, die er een wanklank aan geeft, maar dan moeten we al zal het resultaat nog zo gering zijn de gedachte aan, de wil om te geraken tot en het werken voor de vrede volhouden. (fè o S§4 V§c Üfrr e) r Oor ffe> 4 jcTo) e> 22»! o^a^o- @c) o> *5 9 <5 öo=^=> rs> ©d) 15®) Oo s<b4> (S> d) 4> a< §9, lx ■A^s <4(Vi) eJ(Vs oJfis eVb In de radio-uitzending voor de Nederlandse militairen in Indië werd Zondag het resultaat van de Kerstpakkettenactie bekend gemaakt. En de prestatie, die het tijdens de oorlog zo zwaargeteisterde deel van Nederland, het worstelende Zeeland tot stand heeft gebracht, is machtig groot. Want onze provincie stond aan de kop: 11,6% droeg ze in deze Kerstpakkettenactie bij. En wat voor ons eiland nog mooier is: Oud-Vossemeer nam de 4e plaats in van alle plaatsen beneden de 10.000 inwoners, in Nederland met 71 Oud-Vossemeer kwam op de 1ste plaats van onze Provincie van Zeeland, van Oud-Vossemeer kan inderdaad geschreven worden: „Ze leven mee met de jongens over zee Dat zal onze militairen goed doen. Zoals het Zeeuwse Bataljon 11-14 R.I. tijdens enkele afgenomen parades in Nederland uitblonk, zo blindt de gehele provincie uit, wat het meeleVen betreft. Daarop moge wij trots zijn 1 Dr. Looijsen - Tel. 49 - Tholen Dr. Vermet - Tel. 10 - Nieuw-V ossemeer Onder bovenstaande titel ontvin gen we van Kapt. Ds. W. van Griethuysen Legerpredikant te Palembang een zeer interessant artikel voor alle Eilandbewoners. De uitgebreidheid hiervan maakt het ons onmogelijk, dit in zijn ge heel op te nemen in het Oude- jaarsnummer. Vandaar dat we nu reeds een gedeelte opnemen en U daarbij dringend aanraden dit voor iedereen interessante artikel in z'n geheel te lezen. Zie ook het Oudejaarsnummer- Red.) Hoewel het nog drie weken duurt, voordat het Oudejaarsavond is, schrijf ik nu reeds, daar anders m'n brief niet tijdig bij de redactie is, om geplaatst te worden in de „Eendrachtbode", welke in de laatste week van 1947 verschijnt. Trouwens ik denk, dat het ook niet zo heel belangrijk is, wanneer de brief geschreven is. Er zullen wel heel wat artikelen geplaatst worden in dagbladen en tijdschriften, die reeds maanden te voren uit de pen zijn gekomen. van neus, keel of borst, snuift en wrijft U weg met !:44 fc) o) Op Oudejaarsavond zien we even om naar het jaar dat is voorbijgegaan. Ieder heeft daarbij z'n eigen gedachten aan wel en aan wee. Zo gaat het ook mij, die hier nu ongeveer een half jaar verkeer te mid den der militairen in Indonesië. En wan neer ik dan terugblik, gaan m'n gedach ten het eerst uit naar U, bewoners van stad en land van Tholen en St. Filips land. Van verschillende uwer ontving ik belangstellende en medelevende brieven. U begrijpt wel, dat het me niet mogelijk is, U allen persoonlijk terug te schrijven. U beschouwen daarom dit artikel, waarin ik Wil trachten op eenvoudige wijze enige indrukken weer te geven, als een brief, aan U tesamen gericht. Ik zeg daarbij degenen, die mij* geschreven hebben, hartelijk dank voor hun medeleven. Wellicht wilt U iets weten omtrent het leven der soldaten hier en ook over het werk, dat ik hier verricht. Met het s.s. „Zuiderkruis" kwam ik 5 Juli in Medan aan, waar ik echter slechts twee en een halve week ben ge bleven. Tot m'n blijdschap ontmoette ik daar enkele jongens uit m'n St. Anna- landse gemeente en ook uit Stavenisse. Vlak voor het begin van de „politionele actie" werd ik overgeplaatst naar het 8ste Bataljon van het Regiment Stoottroepen te Palembang. Daar ben ik sinds die tiid gebleven, zodat ik me nu bevind: „ergens in Zuid-Sumatra". M'n taak is precies dezelfde als van alle veldpredikers, nl. langs de detache menten en posten reizen, met de jongens spreken, Bijbellezingen houden, des Zon dags driemaal preken', zieken en gewon den bezoeken en helaas is het ook zo, dat er af en toe op een kerkhof moet worden gesproken Het is eenvoudig, die even neer te schrijven. Maar de werke lijkheid is niet zo heel eenvoudig. Im mers, om dit alles te kunnen verrichten, moeten honderden kilometers worden af gelegd per trein of per auto langs bar slechte wegen. De weg van Oud-Vosse- meer naar St. Annaland, die ik vroeger slecht vond (en die, naar ik hoop, in tussen grondig is verbeterd) (momenteel zou die weg beslist een prijs winnen dominee, als het ging om de slechtste wegen in Nederland - red.) is prachtig, vergeleken bij vele verwaarloosde wegen hier. Doordat er helaas zo weinig leger- predikanten zich beschikbaar stellen, zijn die gebieden voor ieder van ons veel te groot. Dit moest niet zo zijn. Hier immers zijn duizenden jonge leden der kerk. Zij hebben geestelijke verzorging nodig. Christus roept ook hierheen her ders. Zijn troepstem vindt weinig gehoor tot schade van de militairen, tot schade van de kerk, tot schade van heel ons volk

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1947 | | pagina 1