Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland
Ex-Burgemeester VAN DER WEELE staat terecht
Dagvaarding.
Berechting.
De verdediging.
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
Wij hebben BEZWAAR tegen de nasleep van een FESTIVAL
3e Jaargang No. 33
20 Juni 1947
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Fïeijboer Abonnementen 0.90 per Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00
Redactie A 494 St. Annaland Telefoon 47 Prijs per nummer 8 cent Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen Telefoon 57 kwartaal franco p.p. 1.15
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
Hadden we twee jaar geleden dit op
schrift boven onderstaand artikel ge
plaatst, dan zou hierover ongetwijfeld
groter interesse bestaan dan nu het geval
is dat is begrijpelijk nochtans
meenden we dat van deze vooraanstaan
de, over het gehele eiland bekende
politieke deliquent een wat uitvoeriger
verslag gegeven moest worden, dan we
gewend zijn. Daarom bracht' ik Woens
dag j.l. voor de eerste maal een bezoek
aan het tribunaal Zierikzee, een tribunaal
dat zeker niet de slechtste naam heeft
onder de vele tribunalen, die Nederland
jammer genoeg rijk is, integendeel het
behoort eerder tot de beste van ons land,
wat objectiviteit betreft, wat degelijk
onderzoek en ook wat rechtvaardigheid
aangaat. En deze naam hebben ze niet
in het'minst te danken aan de rustige,
degelijke leiding van haar president
Mr. van Nieuwenhuijzen, die geruime
tijd als gijzelaar in de Duitse concentra
tiekampen doorbracht en daardoor wel
iets weet van de gruweldaden der Duit
sers en hun handlangers.
Op een dergelijke rustige en objec
tieve wijze, werd dan ook Woensdag
middag de zaak van v. d. Weele behan
deld, waarvan U hieronder een verslag
aantreft.
Na voorlezing verzoekt de voorzitter
aan de secretaris de dagvaarding voor te
lezen, waaruit het volgende blijkt
Matheus Cornells Oan der Weele, te
St. Annaland had zich in 1935 als lid
aangesloten bij de N.S.B. daarbij de
functies van Groepspenningmeester,
groepsleider, gemachtigde voor de onder
kring Tholen uitgeoefend en zich bij de
navolgende aanverwante organisaties
aangesloten Weerafdeling, (weerman),
Ned. Volksdienst, (buurtschap St. Anna
land), Ned. Verbond van Sibbekunde
korps Nat. Soc. Ambtenaren; had gepro
pageerd voor nat. soc. periodieken als
„Vova„De Zeeuwse Stroom" en
„Ontwakend Volk", propaganda-biljet-
ten aangeplakt in alles blijk gegeven
van socialistische gezindheid de eed van
trouw aan de leider der N.S.B. afgelegd;
N.S.B. instructiekampen te L'unteren be
zocht vergaderingen der N.S.B. bijge
woond Nat. Jeugdstorm door geldelijke
bijdrage gesteund geabonneerd op bo
venstaande N.S.B. periodieken artike
len van zijn hand in „De Z. Str." laten
opnemenmedewerking verleend tot de
V. -actie te St. Annaland bij zijn in
stallatie tot burgemeester der gemeente
St. Annaland op 1 April 1943 in het
openbaar verklaart, dat er een verenigd
Europa zal komen onder leiding van het
grote genie Adolf Hitler en er dan zal
zijn een volkenbond van alle germaanse
en aanverwante rassen. Voorts, dat hij
in z'n functie van burgemeester de be
noeming van N.S.B.ers en van personen
die naar zijn oordeel voor het nat. soc.
waren, bevorderde; getracht heeft hulp
aan een handlanger van de vijand te ver
lenen; een brief zond aan (Je Kringleider
van Zierikzee in Januari, dat een zekere
IJsseldijk uitgesloten werd van het bij
wonen ener vergadering der Z.L.M.
een brief aan de Kringleider Xe Zierik
zee, dat het Hoofd der School te St.
Maartensdijk een felle tegenstander is,
dat enige „kameraden" door de Burge
meester van die plaats niet in Winter
hulp werden opgenomen als blokhoofd
dat een Zaadhandel te Zwijndrecht wei
gerde zaad te verkopen aan leden van de
N.S.B. dat hij voordeel heeft getrokken
uit de door de vijandelijke bezetting ge
schapen toestand en zijn radiotoestel
mocht behouden.
Na deze dagvaarding zegt de voor
zitter, dat het Tribunaal er nog aan toe
wil voegen, dat besch. door middel van
zijn lidmaatschap burgemeester is ge
worden, waar hij anders niet voor in
aanmerking was gekomen.
De voorzitter zegt, dat hij overigens
van het uitgebreide dossier slechts een
bloemlezing wil houden. Na een korte
inleiding vraagt hij waarom Besch. in
Mei 1940 niet bedankte.
Besch. „Op de morgen van de 10 Mei
heb ik Hitier als het ware vervloekt, eer
het echter avond was, werd ik opgepikt,
wat me diep griefde en waardoor ik be
ledigd was. Daarna werd ik door de
Duitsers uit Ellew.dijk bevrijd. E. en a.
maakte mij ten hunne opzichte dank
baar."
V.: „U hebt dus persoonlijke dank
baarheid boven landsbelangen gesteld
Besch. „De terugtocht was eigenlijk
afgesneden."
V. „Later hebt li de eerst door U
vervloekte man geëerd Besch. „Ja".
Op een desbetreffende vraag, zegt
verd. geen anti-semiet te zijn geweest.
V. „Ik zal U straks uit het dossier
aantonen, dat het tegendeel het geval
was."
Besch. „Ik sprak over de tijd van voor
en onmiddellijk na '40, later werd ik door
de Duitse propaganda wel wat bein-
vloed, wat anti-semitisme betreft. De
verschillende functies bij de N.S.B. waar
genomen, werden voorts door verdachte
toegegeven. Hij zegt, dat hij de eed aan
Mussert niet persoonlijk heeft afgelegd,
daar ze door omstandigheden te laat bij
de plechtigheid kwamen. „Maar toch
Uw handtekening gezet", repliceert de
voorz.
Dat besch. N.S.B.ers zou hebben be
noemd kan hij zich niet meer herinneren.
Besch. geeft toe de instructie-kampen
te hebben bezocht en de Nat. Jeugd
storm te hebben gesteund, eveneens ver
spreiding van nat. soc. periodieken.
De voorzitter merkt op, dat hij door
z'n vooraanstaand N.S.B.er zijn, burge
meester is geworden. Besch. „Ik denk
wel. dat het geholpen heeft".
V.: LLhebt hiervoor cursussen gevolgd
en examen gedaan.
Besch. „Ja, een schriftelijke cursus,
die niets te betekenen had, maar tevens
10 maanden op de secr. te Dinteloord
gewerkt."
V. „Zeker bij een kameraad Was
het nat. soc. nog niet duidelijk genoeg
voor U, toen ze U. als electricien, tot
burgemeester benoemden
Besch. „Nee m. de V. op Scherpenisse
ken ik wel drie soortgelijke gevallen van
burgemeestersbenoemingen.
Vervolgens worden besch. diverse pas
sen, contributie-bewijzen, enz. getoond,
waarvan hij erkend dat ze door hem on
dertekend zijn of hem toebehoren.
De voorzitter behandeld daarna enkele
getuigen-verklaringen, waarbij o.m.: Een
proces-verbaal in verband met afscheu
ren van propagandabiljetten.
Besch. had de politie verzocht hierop
toezicht te houden. Later werden de da
ders nog met 50.— beboet. Voorts een
lijst van personen door besch. opgemaakt
voor uitzending van arbeiders naar
Haamstede in Jan. '44. Besch. antwoordt
hierop „Dit is door alle burgemeesters
op het eiland gedaan." Een verklaring
van get. Moerland omtrent de activiteit
van besch. bij de gehouden V.-actie
wordt doorhem erkend. Eveneens het
uitsteken van de vlag op Musserts-ver
jaardag. Door een zekere Jasperse werd
verklaard, dat besch. hem een pistool
op de borst gezet had en uitgeroepen
„Ik zal je doodschieten." Besch. ontkent
dit en zegt, dat hij uit St. Maartensdijk
komend door personen werd uitgelachen.
Hij heeft daarop iets terug gezegd,
wat weet hij niet meer toen Jaspers
schreeuwend terugkwam. Besch. pakte
daarop iets uit zijn zak, „mogelijk een
van m'n werktuigen, misschien de sol
deerbout, maar met een revolver heb ik
niet gedreigd, daar deze toen nog niet
in mijn bezit was."
De zitting wordt 'daarop verdaagd tot
half twee.
Na heropening gaat de voorzitter ver
der met het behandelen van het lijvige
dossier. Of op de bovengenoemde lijst
speciale personen waren geplaatst? Besch.
antwoordt ontkennend. Een verklaring is
er ook van v.d.Repe, dat de boerenleider
Snoep aan eerstgenoemde vertelde, dat
v.d.Weele een brief aan het Arb. bureau
had geschreven, waarin vermeld, dat
zijn zoon gemist kon worden en voor ar
beidsinzet in aanmerking kwam. Besch.
ontkent dit en zegt; „Ik heb wel bemid
deld om deze ruzie op te lossen."
Vervolgens zegt de voorzitter, dat het
Nieuws- en Advertentieblad van Heij-
boer, volgens verklaring, door toedoen
van besch. werd verboden. Besch. had
bij de uitg. een uitspraak van Mussert
gebracht, die Heijboer weigerde op te
nemen. Evenzo een advertentie van v.d.
Male en Keur. Nadat Heijboer bericht
had ontvangen, dat zijn blad verboden
was, is hij naar besch. gegaan en heeft
daar o.m. gezegd, dat het zijn schuld
was, wat besch. volgens deze verkla
ring toegaf, dat besch. daarop ant
woordde: „Het algemeen belang gaat
voor het persoonlijk belang.", aldus deelt
de voorzitter mede. Besch. antwoordt
hierop, dat hij van e. en a. wel afweet,
maar ontkent geadviseert te hebben, het
blad te verbieden.
Verder een afschrift van een door hem
zelf geschreven brief, waarin twee predi
kanten, nl. Ds. v. Griethuysen en Ds. de
Bres, worden opgegeven aan de Kring,
als hebbende de synodale boodschap in
zake behandeling der Joden door de Duit
sers van de kansel voorgelezen. Besch.
zegt, dit op verzoek van het Gewest
gedaan te hebben.
Eveneens worden de relletjes bespro
ken, die in Aug. 1941 te Scherpenisse
voorvielen, waarbij, zoals de voorzitter
opmerkte „Quist ook nogal aan de felle
kant was." Besch. zegt, dat hij hier later
bijkwam en wel een steen in z'n hand
heeft gehad omdat ook hij werd bekogeld
Overigens vond hij het optreden van de
W.A. daar schandelijk en „het is dan ook
niet meer voorgekomen."
Het schrijven van artikelen in boven
genoemde periodieken wordt door besch.
toegegeven.
De voorzitter vraagt vervolgens of de
installatierede, zoals die in de „Thoolse
Courant" werd afgedrukt de juiste is.
Besch. antwoordt bevestigend: „De ver
slaggever ontving op zijn verzoek een
afschrift." „Daarin", aldus de voorzitter
wordt door U beweerd, zonder aanziens
des persoons de gemeente te zullen lei
den. Later blijkt echter, dat U de bewe
ging voortrekt."
Aangaande de benoeming van N.S.B.
personen, zegt de voorzitter, dat door
besch. drie personen in een Landstand
commissie werden benoemd, die pro-Duits
waren volgens verklaringen, waarvan 1
zelfs boerenleider was.
Besch. antwoordt, dat dit niet veel te
betekenen had, daar deze slechts eens
per jaar of zoiets bij elkaar kwam."Daar
entegen had hij een ander geval, dat ge
tuigen kon, dat door besch. geen N-S.B.-
ers in de eerste plaats werden benoemd
en wel inzake een onderwijzersbenoeming
aan de O.L.S. Tijdens z'n burgemeester
schap werd een onderwijzer gevraagd
waarop 20 sollicitanten ingingen, waar
onder een N.S.B.-er, die door Middel
burg werd aanbevolen. Uit godsdienstige
overwegingen werd door hem echter een
ander benoemd, nadat door die onderwij
zer was verklaard toe te zullen treden als
lid van het Opvoedingsqilde. „Deze on
derwijzer is thans nog op St. Annaland",
aldus besch. „en hieruit blijkt toch wel
voldoende, dat aan N.S.B.ers geen voor
rang werd verleend. Ook is een persoon
benoemd tot luchtbeschermingscomman
dant, die later zelfs illegaal voorman
bleek te zijn. De voorzitter stelt besch.
verder enkele vragen omtrent de kwestie
Hage van St, Maartensdijk, in verband
staande, met de zaak Droogendijk. Hier
over weet besch. zich weinig te herinne
ren en zegt buiten dit geval te staan. Op
enkele andere beschuldigingen omtrent
doorgeven van berichten, antwoordt hij
dat in die tijd als z'n plicht te achtten dit
door te geven aan het Gewest, zonder er
direct strafzaken van te willen maken.
De voorzitter merkt op, terugkomende
op de W.A.-activiteit en relletjes dat
besch. die volgens een brief schijnbaar
nogal mooi vond, door „met genoegen
kennis te kunnen geven, dat de tegenstan
der de W.A.macht gevoeld heeft."
Toen de eigenaar van een woning be
zwaar maakte tegen een in het gebouw
in te richten clubhuis, meende besch.
dat het dan wel via Duitse instanties in
orde zou komen, zegt de voorzitter.
Besch. antwoordt hierop, dat hij dit deed
om de event, verantwoording van de
eigenaar of te wentelen. Omtrent het
doorgeven van de namen der predikanten
in 1940 zegt de voorzitter: „De door de
kerken afgekondigde boodschap had U
toch te denken kunnen geven, U als
christen".
Verder: „Was U vrouw ook lid Ja.
„Kinderen lid van de Jeugdstorm Ja.
Na nog enkele beschuldigingen van
minder ernstige aard te hebben door
lopen, zegt de voorzitter: „U had er
direct na de bezetting nog bezwaar tegen,
dat men U voor landverrader uitschold.
Hoe staat U daar nu tegenover
Besch. „Volgens het Wetboek van
Strafrecht zie ik dat niet direct in als
landverraad, al hebben we veel misdaan."
V.: „Maar in ieder geval verleende U
toch opzettelijk hulp aan de vijand."
Besch.: „Ik ben me in het algemeen
wel schuldbewust, maar voor landver
rader zijn m'n bedoelingen te goed
geweest
V.: „De Duitse bedoelingen waren
anders minder goed en daardoor hebt U
mede grote schade aan ons land be
rokkend. U, uit Christelijke kring, van
een richting, die toch zeker een andere
overtuiging had, moest dit toch weten".
Daarna worden aan de echtgenote,
van besch. die eveneens aanwezig is,
enkele vragen gesteld omtrent het ver
mogen, waarna de voorzitter aan de ver
dediger, Mr. Roelofs, het woord geeft.
Mr. Roelofs wijst er in zijn inleiding
op, dat er ook gunstige verklaringen
voor besch. zijn en is dan ook overtuigd,
dat deze in vele dingen te goeder trouw
handelde. Wat het anti-semitisme be
treft zegt Mr. Roelofs, dat besch. voor
de bezetting en ook nu niet anti-Joods
meer is en stipt daarna enkele punten uit
de dagvaarding aan, t.w. dat het Weer
man zijn, voor besch. slechts een for
mele kwestig betrof, dat hij de benoeming
van N.S.B.ers niet heeft bevorderd, wat
blijkt uit de benoeming van de onder
wijzer en het luchtbeschermingshoofd dat
besch. niet kon dulden, dat N.S.B.ers
niet gelijk als de andere mensen werden
behandeld, vandaar dat hij wel eens be
richten doorgaf, maar altijd te goeder
trouw. Wat het voordeel halen betreft
door zijn N.S.B.schap, merkt de ver
dediger op, dat besch. in tegenstelling
met vele anderen nu juist geen voor
deel van zijn lidmaatschap en burge
meester zijn heeft gehad., wat ook wel
blijkt uit de financiële positie.
„Deze man is fout geweest", zegt Mr.
R„ maar heeft toch geen daden gedaan,
die tegen menselijkheid indruisen, hij was
„in een soort verdoving en wilde hande
len in overeenstemming met zijn ge
weten." De voorzitter: „Maar dan toch
een kwaad geweten".
De verd. gaat verder met gunstige
feiten op te noemen voor besch., o.a. dat
hij volgens een verklaring wist van een
ondergedoken radiotoestel, maar het niet
aanbracht, dat hij tijdens de evacuatie
de bewoners meerdere malen terwille is
geweest, (ook daarvan enkele getuigen
verklaringen), dat hij te goeder trouw
handelde, zoals van het secretarie-perso
neel wordt verklaard, waar een illegaal
pamflet werd aetikt door een ambtenaar,
waarop deze door besch. werd betrapt,
maar niet verder oprakelde dan een
waarschuwing. „Men behoefde slechts
Dr. Bruijnzeel, te St. Filipsland
Dr. Duinker, te Tholen
een normale N.S.B.er te zijn", aldus Mr.
R. „om heel anders op te treden".
Andere getuigen ontkennen niet, dat
besch. een idealist was, maar toch heeft
hij niemand verraden. Gedurende z'n
Burgem. periode is geen enkele onder
duiker opgepakt, evenmin een illegaal
werker. Integendeel: de verhouding in de
gemeente werd steeds beter. Tenslotte
wijst Mr. R. nog op twee feiten, nl. wat
het geval Jasperse betreft, besch. nog
geen revolver had, ten tweede wat het
geval Heijboer betreft, beiden, zowel
besch. als Heijboer, ter goeder trouw ver
klaringen hebben afgelegd, maar dat in
een onderlinge twist altijd meer gezegd
wordt dan gedaan en dit in andere om
standigheden zo heel anders klinkt, waar
na Mr. Roelofs verzoekt met boven
staande rekening te willen houden bij de
uitspraak.
Tenslotte geeft de voorzitter besch.
nog gelegenheid iets tot zijn verdediging
aan te voeren, waarbij deze opmerkt: „U
moet me in m'n persoon niet te groot
aanslaan. Het was slechts een kleine ge
meente, waar ik over ging als men daar
naast bijv. een kringleider van een grote
stad zet, er is wel gesuggereerd, dat ik
al die leden op St. Annaland heb gefokt,
maar dat is niet juist. Een groot aantal
zijn lid geworden door economische over
tuiging. Verder is de interneringstijd van
26 maanden voor mij zwaar geweest, m'n
zaak is geheel weg, grote kapitalen
moeten nog worden afbetaald, mijn gezin
heeft me hard nodig, waarom ik, al weet
ik straf verdiend te hebben de grootste
clementie van U vraag."
Het Tribunaal bepaalde de uitspraak
op Dinsdag 24 Juni a.s.
zeggen VIER Raadsleden van St. Filipsland.
Dinsdag jl. kwam de Gemeenteraad te
St. Filipsland in openbare vergadering
bijeen onder voorzitterschap van burge
meester de Jonge; wnd. secr. dhr. de
Rooij. Afwezig met kennisgeving wet
houder van Dijke.
De voorzitter opent de vergadering
met een welkomswoord en zegt, dat deze
is bijeengeroepen op verzoek van de
raadsleden Mol, Quist, Verweijs en den
Engelsman. Spr. stelt voor het punt,
waarom deze vergadering wordt gehou
den aan te houden tot na het behandelen
van de lopende zaken, waartegen geen
bezwaar wordt gemaakt.
Aan de orde komen dan de ingekomen
stukken, t.w.
Een verzoek van het Bestuur der afd.
„Het Groene Kruis" ter plaatse om ver
hoging van de gem. subsidie. Momenteel
wordt door de gemeente 200.be
schikbaar gesteld, zegt de voorzitter.
Door de afd. werd bij dit verzoek wel
een begroting overgelegd, maar geen
rekening.' Hierom hebben wij verzocht
en deze is me zo juist overhandigd, waar
om B. W. voorstellen dit verzoek aan
te houden tot deze rekening nader is
onderzocht. Niemand bezwaar.
Een verzoek om een verhoogde bij
drage door het Verificatie-bur. v. N. G.
in verband met verhoging van het sala
ris der ambtenaren. Dit verzoek wordt
met alg. st. ingewilligd.
Een schr. van Kerkvoogden waarin
wordt medegedeeld, dat in een verg. van
dit college op 16 April jl. werd besloten
een torenklok aan te kopen. De kosten
zouden met passende inscriptie 750.-
bedragen. In deze brief wordt vervol
gens gewezen op het gemis van een to
renklok en dat dit ook een gemeentebe
lang is: brandalarm, aangeven van de
tijd, luiden bij begrafenissen, enz. en ver
zoeken tenslotte het Gemeentebestuur 'n
bijdrage te willen verlenen, hetzij door
middel van subsidie, hetzij door een bij
drage ineens.
B. W. stellen voor, hierop niet te
moeten ingaan, omdat zij ten eerste van
mening zijn, dat de Kerk voldoende mid
delen heeft deze onkosten in z'n geheel
te dragen en ten andere ook andere
richtingen met een dergelijk verzoek zou
den kunnen aankomen. Dhr. Mol zegt
zich hiermede volkomen te kunnen ver
enigen, temeer, daar het Kerkgenoot
schap slechts een gedeelte behoeft te be
talen, daar ook hiervoor van Rijkswege
vergoeding wordt gegeven. De voor
zitter zegt, dat dit oij indiening van het
verzoek nog niet bekend was. Dhr. Mol
vraagt of hier wel eens gesproken is over
een zgn. trommelrem, ter vervanging van
een torenklok.
De voorzitter zegt, dat volgens de gem.
werkman het houtwerk teveel beschadigd
zou worden. Dhr. Stormezand werpt
hier tegen in, dat het volgens de gem.
opzichter wel mogelijk is. Het kan goed
5 jaar mee.
Dhr. Mol vraagt of het bekend is,
wanneer een momenteel gekochte klok
wordt afgeleverd. De voorzitter ant
woordt: op het einde van dit jaar.
Z. h. st. wordt vervolgens besloten
bovengenoemd verzoek af te wijzen.
Vervolgens: een verzoek van de Ouder
commissie der O.L.S. om de woning van
ondeiwijzer C. J. Leune te restaureren,
daar genoemde commissie ter ore was ge
komen, dat dhr. Leune naar een andere
plaats zou solliciteren, indien z'n woning
niet werd opgeknapt. Gezien de perso-
neelsschaarste verzoekt de Oudercom
missie nu de meest noodzakelijke verbe
teringen aan te brengen. B. 6 W. stel
len voor dit voor kennisgeving aan te
nemen.
De voorzitter merkt nog op, dat dit
geen gem. woning betreft en voelt het
gezegde van dhr. Leune aan als een drei
gement. Dhr. Stormezand vindt ook, dat
het geen fooienstelsel moet worden. Z.h.
st. wordt het verzoek afgewezen.
Binnengekomen is de rek. van het
Burg. Armbestuur. De voorzitter stelt
voor een commissie te benoemen, die deze
rekening kan nazien. Aangewezen wor
den de heren Guiljam, Verweijs en den
Engelsman.
Voorts van hetzelfde college een aan
bevelingslijst voor een nieuw bestuurs
lid, in verband met de vacature Noort-
hoek. Op de aanbeveling zijn geplaatst
1. M. den Engelsman en J. Verweijs.
Laatstgenoemde wordt met 4 tegen 3
stemmen gekozen en aanvaardt zijn be
noeming. Idem, wegens per. aftr. van
dhr. M. J. Nelisse. Op de aanbeveling
komt naast eerstgenoemde dhr. P. Bolier
voor. Dhr. Nelisse wordt met 5 tegen 2
stemmen benoemd.
Voorts gk. raadsbesluit verz. fraude
risico Waarborg Mij.
Een voorstel van B. W. aan dhr.
Everaers als brandweercommandant met
ing. van 1 Jan. 1947 een vergoeding toe
te kennen van 75.per jaar.
Dhr. Mol vraagt in dit verband of er
geen vrijwillige brandweer meer is. De
voorz. antwoordt, dat deze vervallen is,