Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland De Toren van Eabel Nu het einde nadert ZONDAGSDIENST ARTSEN THOLEN 3e Jaargang No. 28 16 Mei 1947 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie A 494 §t. Annaland Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen Telefoon 57 Abonnementen 0.90 per kwartaal franco p.p. 1.15 P -jS per nummer 8 cent Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen Sir Stafford Cripps gebruikte dit beeld in verband met de han dels-conferentie te Genéve een toren van Babel achttien ver schillende landen zullen het eens moeten worden over de onderlinge handelsbetrekkingen. Als we nagaan hoeveel voeten het doorgaans al in de aarde heeft wanneer twéé landen een handels overeenkomst sluiten, dan kunnen we ons wel een beetje indenken, dat Sir. Stafford tot het slaken van zijn verzuchting kwam. Maar goed de achttien lan den komen bijeen, om over de on derlinge handelsbetrekkingen te spreken. Dat klinkt heel mooi, maar het komt in de praktijk hier op neer, dat ze het er over eens moeten worden, hoe de betalingen aan Amerika moeten worden ge regeld. Maar waarom noemen ze het dan een handelsconferentie en waarom regelt elkdand niet af zonderlijk zijn besognes met Ame rika? Omdat in het internationale betalingsverkeer nu eenmaal niet met geld wordt betaald, maar met goéderen... en ook met diensten. Vóór de oorlog betaalden- wij, bij wijze van spreken, onze Ford- jes met stamboekvee onze si naasappelen met radiotoestellen en allerlei andere dingen met pro ducten, die wij exporteerden. Wat er aan waarde in guldens binnen kwam, ging er aan waarde in gul dens weer uit. Neen! wat er aan guldens binnenkwam, overtrof dat, wat er aan guldens uitging. Want behalve goederen, die we aan het buitenland leverden, pres teerden we ook vele diensten. Ne derlanders werkten in het buiten land en stuurden een gedeelte van hun inkomen naar hun land; scheepvaartmaatschappijen ver voerden goederen voor vreemde landen de vracht kwam ten goede aan de maatschappijen hier; wij hadden in buitenlandse onder nemingen veel geld gestoken en de renten kwamen voor een deel in ons land terecht. Allemaal geld waarvoor we begeerde buitenland se artikelen konden kopen. Maar de oorlog heeft ons en niet alleen ons, arm geheel West- Europa arm gemaakt. De meeste West-Europese staten waren vóór de oorlog crediteur-landen. Zij waren geldschieters aan het bui tenland. Na de oorlog zijn het schuldenaars geworden van dat zelfde buitenland of, om het nauwkeuriger te zeggen van Amerika. Is Amerika dan zo moeilijk te bewegen rente in ontvangst te ne men en aflossing van de gelden, die het ons leende Het moge vreemd klinken, maar het is zo! Is er geen pure liefde tot den verarm den broeder in het oude Europa? Laat me niet lachen zeggen ze in Amsterdam. De kwestie is, dat Amerika verschillende goederen ontvangt, schuldenaars hem kunnen leveren maar juist niet die, welke zijn Het wil graag tin hebben het wil wel bepaalde luxe goederen bloembollen b.v. het wil wel olie en bepaalde grondstoffen ont vangen ze graag, maar wij en onze buren kunnen ze niet leveren. We kunnen nu eenmaal niet onze dollarleningen met enkel bloem bollen aflossen. De kunst is nu een derde te vin den, die wil ontvangen, wat wij kwijlt willen en kan leveren, wat Amerika wil hebben. Een betaling langs een omweg dus. Voor de oorlog ging dat „vanzelf" en vaak langs nog meer tussenwegen, maar ook toen reeds werd die natuur lijke loop der gederen gestuit door belemmeringen, in de weg gelegd door regeringen. Goring had lie ver kanonnen dan boter. Een moeilijkheid is ook, dat de goederenstroom, zoals die voor de oorlog was, totaal is verouderd. Wat ging er vroeger tussen Duits land en Nederland heen en weer en wat wordt dat in de toekomst? Wat kan er aan de Balkan worden geleverd, als er aan kan worden geleverd en wat geven ze terug? Trouwens overal in de wereld is de economische structuur aan het veranderen. Het wordt dus in Ge néve een heel gekien tussen de landen om de kanaalltjes, waar door dt goederenstroom moet vloe ien, zo te trekken, dat de een geen last krijgt van de ander. Maar moeten is ook een ding en we hebben wel de indruk, dat in Genéve de noodzaak van overeen stemming wordt ingezien. Het is echter nog niet het zelfde, of men de noodzaak van iets inziet en of men daar ook naar handelt. We zijn er benieuwd naar, wat er te Genéve uit de bus komt. Als het maar geen Babylonische spraaKverwarring wordt! „Hoe denken de jongens over hun-terugkeer naar het Vader land..." schreven we aan één on zer vrienden in Indië. In Septem ber van dit jaar is het twee jaar geleden, dat de meeste oorlogsvrij willigers uit onze omgeving naar Indië vertrox^en. Daar de over heid deze tijd steeds weer heeft genoemd twee jaar is het be grijpelijk, dat én de jongens én de familieleden langzamerhand aan terugkeer gaan denken. Er staat in deze echter nog heel weinig vast. Hoe ontwikkelt de toestand zich verder in Indië? Hoeveel moe ten nog worden opgeleid en over gebracht om de eersten af te los sen Spelen ook hierbij deviezen 'n rol? Verschillende problemen, nog vele vragen, eer iets definitiefs zal worden vastgesteld. Ondanks dit komt echter bovenstaande vraag onwillekeurig op en hier onder wordt deze vraag door één van hen beantwoord „Wat is moeilijker om gedach ten neer te schrijven over dingen oie nog gebeuren moeten? Toch wil ik proberen het gedane verzoek op een zo goed mogelijke wijze te vervullen en een algemeen over zicht te geven van hetgeen hier onder ons leeft en gedacht wordt. De verwachtingen die gekoesterd worden over onze aanstaande terugkeer in het vaderland. Geheel volledig kan ik niet zijn. Hetgeen ik hier weergeef is dan ook bedoeld als. een schets. Ge deeltelijk moeten ook wij hier af gaan op de gegevens welke door de pers worden verstrekt. Dikwijls is het ook voor ons een gissen en het aantal geruchten over be paalde onderwerpen is dan ook sinds ons vertrek uit Nederland legio te noemen. Een van die vele is: onze aflossing Ik herinner me nog ons vertrek uit Nederland. Toen reeds werd er officieel, zij het dan mondeling, medegedeeld, dat de tijdsduur 1 Vi jaar zou wezen. Al die tijd, dat we hier in Indië zitten nebben die ge ruchten aangehouden. Een nieuwe divisie op komst betekende tevens voor velen een nieuw vermoeden op aflossing. Zo was het destijds toen October 1446 naderde. Zo was net toen Mei 1947 naderde, tin netzelfde doen we nu weer met het najaar 1947. Al deze ge ruchten zijn eenter nooit officieel geweest. Door de regering is nooit dan tot voor kort een bepaalde datum genoemd. Voor diegene, die nuchter nadacht was het echter duidelijk, dat deze termijn kort was en gezien de ontwikke ling van de toestand in Indië was het niet mogelijk. Het vertrek der Engelse Troepen maakte het noodzakelijk geoefende troepen in Indië te houden. Nu is het anders geworden. De 7 Dec. divisie welke na 6 maanden in Indië vertoeft, kan geacht worden te zijn be rekend voor zijn taak. De tweede divisie welke hier binnenkort arri veert staat officieel genoteerd ter aflossing van net K.'N.I.L. perso neel. 1 evens is nu van regerings zijde verKlaart, dat aan het einde van dit jaar zal worden begonnen met de aflossing der oorlogsvrij willigers, dienende bij de K.L. en Mariniers. De nieuwe demobilisatieregeling, welke enige tijd geleden versche nen is, de voor studenten open gestelde mogelijkheid om zich te laten inschrijven voor het nieuwe studiejaar, hebben onze hoop ver sterkt. Algemeen wordt dan ook ver wacht, dat verschillende onder delen voor het einde van dit jaar thuis zullen zijn. Natuurlijk zijn er optimisten en pessimisten, maar hun aantal is deze keer gering. Vanzelfsprekend heeft het aflos singsschema bij velen weer het oog op de toekomst gevestigd. De terugkeer in het burgerleven brengt de nodige problemen mee. I Velen verkeren niet in de gunstige V omstandigheden om bij hun terug keer direct in een werkkring te stappen. Van regeringszijde zijn de nodige beloften gedaan. Ook door het geven van cursussen tracht men deze overgang te ver gemakkelijken. Niettegenstaande dat zal het een grote overgang be tekenen. Daarbij komt nog het feit, dat een bepaald aantal niet meer in hun laatste werkkring wensen terug te keren. Misschien hebben ze te veel van de wereld gezien en is daardoor het verlan gen opgewekt naar iets beters dan voorheen. De bezettingsjaren zijn oor zaak geweest, dat een vaste werk kring niet mogelijk was. Anderen hadden hun studie's pas voltooid of waren ondergedoken. Zij allen keren straks in de maatschappij terug. Met de nodige zorg en ook het nodige verlangenVerlan gens die niet altijd vervuld zullen kunnen worden. Hierdoor is het oog van een bepaalde groep in Indië gevallen. Een niet onbelang rijk percentage zullen zeker, wan neer hiertoe de mogelijkheid wordt geopend, terugkeren naar Indië De troebelen maken een vast om lijnd plan wel niet mogelijk, maar ondanks dat bestaat nog altijd een grote werkgelegenheid voor iemand, die vooruit wil komen. Meer perspectieven in algemene zin. Een bestaan, dat in normale tijd uitsteekt boven Nederland. Anderzijds een vrijer en onafhan kelijker leven, wat deze jaren a.h.w. automatisch aangekweekt hebben. Daarnaast is er nog de groep, hoewel klein, welke bereid is het dienstverband als militair, bij voorkeur beroeps, te verlengen. Dit vindt zijn oorzaak (m.i.in de volgende feiten 1. Het ontbreken van een vaste werkkring in Nederland of het niet bevredigen van het vroe gere beroep. 2. Het vrij zorgeloze bestaan als militair. 3. Door het ontgroeien van de sfeer, waarin' men opgegroeid is. Dus het zich niet meer thuis gevoelen in de dorpsge meenschap en de drang iets over te houden van hetgeen ze al deze jaren gezien hebben. 4 Ongunstige berichten uit Ne derland wat betreft financiële positie, enz. Dit geldt ook voor hen die terugkeren naar Nederland. Ook die groep zal feker trachten de nodige verandering te krijgen. De grote -steden zullen zeker meer aantrekkingskracht hebben dan voorheen. Een zeker percentage, die werk ten als landarbeider of daar aan verwant, zullen trachten werk te vinden als fabrieksarbeider of rijksdiensten. Dat dit verlangen er is, kan geweten worden aan het feit, dat het werk van bovenge noemde groep voor de oorlog te weinig gewaardeerd werd en de tenopzichte van anderen zo slechte loonpositie. Benevens de gunstiger afstekende arbeidstijden en ont spanningsgelegenheid van hen die werken in de grote bedrijven en steden. Dat is nu wel veranderd, maar het oude vergeet f men nu eenmaal niet gauw. De mogelijk heid van slagen is natuurlijk de andere factor welke een rol speelt. Door het ontbreken van de nodige vooropleiding zal dit niet altijd mogelijk zijn. Een zeker percen tage zal dus gedwongen worden tot hun oude beroep terug te keren. Van regeringswege is de mogelijkheid tot omscholing in het vooruitzicht gesteld, maar dit is nog niet helemaal geregeld. Door het gebrek aan^ werk krachten dat ontstaan is wegens de dienstplicht van 3 lichtingen heersen er geen bepaalde zorgen over wergelegenheid. Meer op de voorgrond treedt de reeds boven genoemde verlangens tot bepaalde werkobjecten. Ik zou het haast willen samenvatten als een drang naar meer en beter. Het voldoen aan verlangens, die deze jaren opgewekt hebben. Gelukkig is naast deze groep nog altijd een andere bij wie de nodige belangstelling voor het oude niet ontbreekt. Bij wie het grootste verlangen is zo spoedig mogelijk weer aan de slag te gaan. Weer normaal mens te worden. Die deze periode willen afsluiten als gedaan zonder verdienste. Die getracht hebben hun plicht te doen Dr. P. J. Duinker te Tholen Dr. Bruijnzeel te St. Filipsland. en dat zeker straks weer zullen doen. De periode van 3 jaar dienst verband beteekent dan ook voor het allergrootste gedeelte het aan breken van de dag om weer nor maal burger te kunnen worden. Wegens het ontbreken van de nodige inlichtingen kunnen we ons over de ontvangst in Nederland geen juiste indruk vormen. Ongetwijfeld is deze niet meer hetzelfde als toen we weggingen (Sept. 1945). We weten onze plicht te hebben vervuld. Het enigste waarop we dan ook reke nen is het nodige medegevoel en begrijpen. De rest,komt dan van zelf." HERIJK DER MATEN EN GEWICHTEN Burgemeester en Wethouders van Tholen maken bekend dat dit jaar voor de herijk van maten en gewichten zitting zal worden gehouden in het gymnas tieklokaal der U.L.O.School te Tholen op Maandag, 19 Mei 1947, van 1316 uur voor de letters A t.e.m. F; op Dinsdag, 20 Mei 1947, van 1012 en van 1316 uur voor de letters G t.e.m. P; op Woensdag, 21 Mei 1947, van 1012 en van 1316 uur voor de letters Q t.e.m. Z. Aan belangstellenden wordt in herinnering gebracht 1°. dat de maten en gewichten schoon, droog en roestvrij moeten worden aangeboden om onderzocht te kunnen worden; dat ijzeren maten van binnen en van buiten ge verfd dienen te zijn, koperen gewichten afgewassen en ook de gaten gereinigd; dat ijzeren gewichten niet gepotlood mogen zijn, doch roestvrij moeten zijn gemaakt en daar na ingewreven met gekookte lijnolie 2°. dat de maten en gewichten vóór 1 October 1948 gestem peld moeten zijn met de letter r en dat er, bij verzuim of verhindering om van de zit ting gebruik te maken, nog gelegenheid bestaat maten en gewichten te laten herijken aan het ijkkantoor te Middel burg, op de 2den Donderdag en den daaropvolgenden Vrijdag der maand van 9 12 en van 12H— 16H uur 3°. dat de maten en gewichten, welke zijn gestempeld met het afkeuringsmerk, a niet in winkels, enz. mogen worden teruggebracht 4°. dat ten bate van 's Rijks schatkist betaald moet wor den voor het onderzoek der maten en gewichten (keur loon) en voor het justeren der gewichten (justeerloon en 5°. dat de milligramgewichten niet op de herijkzitting, maar alleen-aan het ijkkantoor her ijkt kunnen worden. (De ge-

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1947 | | pagina 1