Wcekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland
Vergeten .J
MM
Onze
Kroonprinses
Jarig
EEN EREPLSCHT
STICHTING 1940-1945
Berechting
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
3e Jaargang No. 26
2 Mei 1947
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie A 494 St. Annaland Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen -Telefoon 57
Abonnementen 0.90 per
kwartaal franco p.p. 1.15
P -jS per nummer 8 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
,,Wij zijn er zeker van, dat uit
eindelijk het recht zal zegevieren."
Zo sprak de Grote Man van het
Britse Rijk op 17 Juni 1940. Zo
sprak Churchil in één van zijn
grote reden, zonder daarin iets te
verbloemen van de buitengewoon
hachelijke toestand, waarin Europa
terecht was gekomen door de
schier onoverwinnelijke Blitzlegers
van Hitler. En in het laatste kwar
taal van hetzelfde jaar: „Nooit
hebben in de geschiedenis van
menselijke conflicten zovelen zo
veel aan zo weinigen te danken."
Churchill doelde toen op de
„Batle of Brittain' de grootse,
afschuwelijke slag, het overwinnen
of sterven van het Britse Rijk.
Zijn we vergeten, wat aan deze
woorden is voorafgegaan Kun
nen we het ons niet meer voor
stellen, dat een gering aantal
Engelse piloten tot in de dood toe
vochten om de Duitse vernieti
gingsraids te bezweren Zijn we
vergeten, dat Engeland toen een
20-tal bommenwerpers per nacht
kon uitsturen, verouderde bom
menwerpers, want Engeland
begon 8 jaar later aan z'n oor
logszuchtige plannen", dan de
vredelievende Fuhrer.
Zijn we vergeten, dat er van die
20 X 4 personen de helft nog niet
op hun bases terugkeerden Kun
nen we het ons absoluut niet meer
indenken, dat pilotenvrouwen, ook
ingedeeld bij een luchtmachtgroep
werkten, op het „planningbord"
tevergeefs wachtten op de terug
keer van hun echtgenoot, de tijd
van terugkeer op dat bord on
ingevuld bleef
Zijn we vergeten, dat duizen
den mannen het kor envan ons
volk in de concentratiekampen
een afschuwelijk einde vonden
Zijn we vergeten, dat duizenden
mannen en jongens, die zich met
hand en tand tegen de overwel
diger verzetten, die met levens
gevaar een bonkaart voor Uw
ondergedoken zoon, een persoons
bewijs, een veilige schuilplaats
zochten en vonden, de honderden
die hierdoor voor de vuurpeletons
werden gedaagd
We behoeven niet ver uit de
buurt te gaan. Ook in onze om
geving zijn er slachtoffers. Wie
herinnert zich de stille jonge man
in Tholen niet, die vanaf het begin
alles deed wat hij kon om de vij
and tegen te werken.
Stil en rustig, onopvallend, was
hij slechts een kleine schakel in
het grote verzet, maar hoe klein
dan ook, onmisbaar voor velen,
die zich op eigen persoonsbewijs
niet meer buiten konden vertonen.
Flij zorgde er voor en z'n verzets-*
werk noodzaakte hem door om
standigheden naar elders te ver
trekken. Zat hij daar stil Nee,
meer dan ooit te voren ging hij
op in het verzetswerk, het werd
een dag- en een nachttaak het
kostte hem eindelijk zijn leven.
Een Duitse kogel maakte er een
eind aan.
Een stille, haast onbekende held
was niet meer en de nabestaanden
ontvingen het dr.oevige nieuws
maanden later. Is dit alles ver
geten? Wordt een ander mede
lijden opgewekt. Een medelijden
van vergeving en barmhartigheid
voor mensen die tijdens de bezet
ting aan de vijandelijke kant ston
den En dreigt die barmhartig
heidsactie zo sterk te worden, dat
de werkelijke „helden" worden
vergeten Dat mag nooit en hoeft
ook niet al is men dan een Chris
ten.
Twee jaar is het geleden, dat
ook het laatste deel van ons land
na een periode, donkerder
dan de zwartste nacht, uit de greep
van een dolzinnige tyran werd
verlost. De herdenkingsdag der
bevrijding zal steeds herinnerin
gen op moeten roepen uit die tijd,
ze zal niet minder moeten vervul
len van grote en diepe dankbaar
heid aan allen die hieraan mee
werkten en hierbij het leven gaven
Mogen ze vergeten worden
NOOIT.
„Wil, o Alzegenaar
Een vrolijk hart ons geven
Opdat wij met elkaar
In vrede immer leven
Behoedt ons land en volk
Voor elke oorlogswolk
Geef steeds een wijs beleid
Aan macht en overheid.
We zitten er weer middenin:
de tijd van collectes, een bijdrage
hiervoor, een speldje kopen ten
bate van een ander doel. „Het
staat niet stil". Dat gaan we te
gemakkelijk zeggen. „Dit keer
maareens overslaan". Een niet al
te waardige tactiek, want er zijn
er, die dit telkens weer herhalen:
„Dit keer weer eens overslaan".
Een land dat zo over de gehele
linie verarmd is, dat op ieder ge
bied herstel en opbouw vraagt,
moet zich door een totale hulp
weer op richten. Vraagt men U
een bijdrage voor getroffen ker
ken, voor verwoeste Sanatoriums,
voor T.B.C.-bestrijding, het is een
plicht, die iedereen moreel aan
voelt, om hieraan steun te ver
lenen.
Iets te mogen geven aan de
Stichting 1940-1945 is een eer.
(lees ons hoofdartikel). De Stich-
ting en (daardoor alle Nederlan
ders) heeft een dure belofte ge
geven, die ze na moet komen:
„Wij zorgen voor de nagelaten
betrekkingen van hen, die in de
strijd tegen de bezetter kwamen
te vallen." Maakt U er zich niet
af met: „Ambtenaren leven hier
lekker van", of „Daar moet het
Rijk voor zorgen.' Het Rijk gaf
vorig jaar 7 millioen. De Stichting
moet er in 1947 2 millioen bij heb
ben. Daarvoor hebben wij allen te
zorgen. In de dagbladen hebt u de
verantwoording kunnen lezen over
het vorig boekjaar. Zij hebben
niets te verbloemen. Die mensen
komen voort uit het verzet en zul
len U niet beschamen. Wijst de
collectanten, die U in de a.s. week
de week van herdenking een
bijdrage vragen niet de deur, maar
GEEFT allen naar vermogen. Het
verdriet door het verlies van een
Woensdag jl. vierde Prinses
Juliana haar 38ste verjaardag. Een
blijde dag in het Nederlandse
volksleven. Prinses Juliana neemt
bij het Nederlandse volk een grote
plaats in. Waarom Door Haar
grote eenvoud, spontaan meeleven
en ongedwongen hartelijkheid.
God stelle Haar nog vele, vele
jaren tot rijke zegen voor Vorsten
huis en Vaderland.
familielid kunnen we de nabe
staanden niet ontnemen, maar wel
hun zorgen verminderen door onze
bijdrage.
Een bijdrage aan de Stichting
1940-1945 EEN EREPLICHT
ZITTING VAN DEN
TUCHTRECHTER
TE THOLEN
op 24 April jl.
Een reeks overtredingen van de
vastgestelde prijzen kwam aan de
orde, o.a. voor het te duur ver
kopen van verse haring, waarbij
als eerste gedagvaarde werd ge
hoord L.M.S. te Tholen en als
getuigen optraden Mej, C.D. en
dhr. B. de K., terwijl eveneens de
ambtenaren der C.C.D. de heren
Labruyére en Noordhoek werd ge
hoord. Gedagvaarde zag zich een
boete opgelegd van 35.Voor
hetzelfde feit: P.A.S. 20.
S.B. 25.—P.B. 20.—; en J.B.
20.allen te Tholen; J. A.
20.—; C.v.d.K. 20.— P.v.D.
20.allen te Oud-Vossemeer;
A.W. 20.— en M.v.d.B. 20.—
te Stavenisse; F. A. H. 20.te
St. Maartensdijk; F. J. S. 20.—,
C.d.G.- 20.—, M.K. 20.— en
A.v.V. 15.allen te St. Anna
land.
M.B., bakker te Tholen had
zich te verantwoorden voor 3 fei
ten, nl. geen prijsaanduiding, re
ceptenboek afwezig, te dure ver
koop van gebak. Boete voor deze
3 overtredingen 150.
P.H.S. te Poortvliet werd be
schuldigd van het kopen van shag
zonder bon. Deze zaak zal nader
worden onderzocht.
S.S. te Tholen zag tegen zich
een boete geëist van 20.omdat
zijn goederen in de etalage niet
waren geprijsd. Eveneens v.d.V.
te St. Filipsland voor hetzelfde
feit 25.—.
ZITTING VAN DEN
POLITIERECHTER
TE THOLEN
op 25 April jl.
J.K. te Stavenisse stond terecht
wegens het xerhandelen van wol
in strijd met de Distributiebe
palingen, alsmede voor het kopen
van een schapenvacht zonder ver
gunning. De eerste werd voor
nader onderzoek aangehouden.
Voor het tweede geval trad als
pleiter op Mr. v. d. Hoeven. De
off. eiste een boete van 25.
Uitspraak 20.of 10 d. hecht.
Voorts stonden terecht voor het
verkopen van textielpunten op
verschillende tijdstippen A.K.G. te
Stavenisse, en M.J.O. te St. A.
en A.C.v.L. en Mej. E.L. te St.
Annaland voor het kopen van tex
tielpunten. Voor G. trad als ver
dediger op Mr. v. d. Hoeven die
naar voren bracht dat G. door
evacuatie reeds zwaar gedupeerd
was.
De off. eiste tegen E.L. 10.
of 5 d. en tegen v.L. 20.of
10 d. tegen M.J.O. 50.of
20 d. en 2 maanden voorw.
Tegen G. te Stav. 8 maanden
gevangenisstraf.
Uitspraak: E.L. 10.sub.
5 d.h.; C.v.L. 20.sub. 10 d.h.
M.J.O. 30.sub. 15 d. en een
voorwaardelijke gev. straf van
2 maanden met 3 jaar proeftijd.
G. 3 maanden gevangenisstraf.
J.P.C. te Scherpenisse stond
terecht voor het zich toeëigenen
van verschillende goederen, toe
behorende aan Mej. Hartog, Kie
vit, v.d. Have, Rijstenbil bij welke
zij in dienstbetrekking was. De
off. constateerde dat dit niet uit
armoede was geschied en eiste,
rekening houdende met de leeftijd
van verd. een voorwaardelijke ge
vangenisstraf van 3 maanden met
een proeftijd van 3 jaar.
Tussen Mej. M.S. en Mej. de
H. te Tholen waren over en weer
harde woorden gevallen. Als ge
tuige was opgeroepen Mej. C.W.
F., Mej. M.S. werd veroordeeld
tot een boete van 20.— sub
10 d. h.
C.J. te Tholen wegens beledi
ging van een politieambtenaar in
functie op 25 Dec. jl. De off. eiste
tegen hem een boete van 30.
sub 15 d.h. De rechter uitspraak
doende legde hem een boete op
van 25.sub. 10 d.h.
C.v.B. te St. Filipsland stond
terecht voo r het feit, dat deze
eigendommen, zoals effecten,
spaarbankboekjes, polissen, enz.
onder zijn berusting bewaard had,
toebehorende aan Mej. N. aldaar,
terwijl hij deze spullen üad be
horen in te leveren bij het Ned.
Beheersinstituut. Als getuige werd
nog gehoord de echtgenote van
N„ die bevestigde dat deze zaak
op haar aanvraag was geschied.
De off. achtte het echter een zeer
schuldige zaak en eiste 1 maand
gevangenisstraf. De Pol. rechter,
rekening houdende met verd. leef
tijd veroordeelde hem 'tot een
boete van 500.
J.M. te St. A„ die in dienstbe
trekking had gestaan bij J.M. te
St. Annaland was Overgegaan tot
handtastelijkheden evenals laatst
genoemde naar aanleiding van
loon, welke J.M, nog te goed had,
doch waartegen v.d.J. inbracht van
Dr. L. D. A. Looysen, te Tholen
Mevr. Dr. Lindenbergh-Klooster,
te Oud-Vossemeer
zijn knecht meer te goed te heb
ben, dan deze van hem moest
ontvangen. De off. stelde vast dat
over en weer klappen waren ge
vallen. Hij eiste dan ook vrijspraak
voor J.M. De pol. rechter oor
deelde conform de eis.
M.S. te Tholen stond terecht
voor hét kopen van boter, buiten
de distributie-bepalingen om. Eis
60.of 30 d. Uitspraak con
form de eis.
C.L.G. landbouwer te Tholen
stond te recht naar aanleiding van
een overtreding van de werk
geversovereenkomst. Hij had nl.
loon uitbetaald van 0.80 per uur,
terwijl hij niet meer dan 70 cent
had mogen betalen. Gedagvaarde
schetste de vele moeilijkheden in
het bedrijf, \*jral in het drukke
seizoen en wees er op, dat vele
arbeiders naar Brabant worden
getrokken.
De off. begreep de moeilijkhe
den ten volle en wilde in dit geval
een boete opleggen ter waar
schuwing. Hij verzocht dan ook
de pers, hieraan publiciteit te
geven, dat er in het vervolg zeer
streng zal worden opgetreden.
Immers het loon is vastgesteld,
zowel voor de arbeiders als voor
de werkgevers. Dit moet thans
voor allen duidelijk zijn. De loon
regeling is vastgesteld en zekere
bekendheid is hieraan gegeven en
moet worden nageleefd.
Alle landbouwers zullen dan
ook na deze datum een zeer
zware straf ontvangen.
Eis 75.sub 30 d. Uitspraak
50.sub 20 dagen.
C.B.K. te Tholen stond terecht
voor hetzelfde feit. Eis 50.
sub 20 d h. Uitspraak conform
de eis.
TRIBUNAAL TE ZIERIKZEE
1. J. Ampt te Oud-Vosse
meer, was in de functie van opper-
schaarleidster zeer actief geweest
voor de Jeugdstormorganisatie.
Verschillende marsen op het
eiland Tholen, vrnl. op St. Anna
land waren door haar geleid.
Besch. zei, dat ze op een zekere
dag, zonder dat hieraan een hand
gemeen of ruzie was voorafge
gaan, door een zekere de W. te
Oud-Vossemeer in een sloot ge
reden was. de W. werd hiervoor
gestrafd, zodat het tribnaal veilig
aannam, dat verd. deze zaak had
aangebracht. Dit bleek echter niet
juist te zijn.
Uitspraak 7 Mei a.s.
2. Quist te St. Annaland was
in 1941 toegetreden tot de N.S.B.
en bracht het bij de W.A. tot
wachtmeester. Hij had een kader
cursus gevolgd bracht het ver
volgens bij de Jeugdstorm via
vaandrig, kompaan, opperkompaan
en hopman tot gesalarieerd streek-
leider. Verd. had in het jeugd
werk een kans gezien om vooruit
te komen. Q. was bovendien be
gunstigend lid van de Germaanse
S.S. en deed zelfs een poqina om
in S.S.-verband naar het Oost
front te worden gestuurd. Dit
werd echter afgewezen, omdat hij
voor de jeugd „onmisbaar" geacht
werd. Bij de verspreiding van de
„Zeeuwse stroom" en tijdens
W.A. marsen was verd. een haan-