Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland
Na twee jaar!
Oud-Vossemeer - Openbare Raadsvergadering op 28 Maart 1947.
Pa asovier denking.
Verleider of Leider?
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
Over begroting, baldadigheid, bestrating, kermis, benoeming havenmeester, enz.
3e Jaargang No. 22
4 April 1947
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Abonnementen 0.90 per
Redactie A 494 St. Annaland - Telefoon 47 kwartaal franco p.p f115 Advertentiën 0.10 per millimeter - Minimum 2.00
Administratie Oudelandsestraat 9. Tholen - Telefoon 57 Prijs per nummer 8 cent Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
„Heer, wij zijn indachtig, dat
deze verleider, nog levend gezegd
heeft: na drie dagen zal ik op
staan." Matth. 27 63.
De weg vol van lijden is voor
de Hemelse bruidegom voorbij.
Hij, die op zich genomen had om
aan des Vaders' wil te voldoen
opdat voor de uitverkorenen een
weg des behouds zou ontsloten
worden, is weggelegd in het graf,
dat uit een-rots gehouwen was. De
vijanden hebben gejubeld door
wat zij nog durven zeggen: „Wij
gedenken wat deze verleider ge
zegd heeft dat hij na drie dagen
zou opstaan."
Hoe diep zijn deze dienaren
van de tempel gezonken, dat zij
nog smalend spreken over Dien,
die in het graf rust.
Wat waren zij ver afgedwaald,
ja verbeten op den Christus, den
van God gezondene. „Deze ver
leider", zo smadelijk spreken zij
van Hem. Wat is de mens toch
diep gezonken; hij is horende doof
en ziende blind. Hadden zij niet
verbaasd gestaan als Hij sprak en
waren zij niet verwonderd geweest
als zij zijn wonderen zagen En
toch die verontwaardiging als Hij
hen aanzegt, dat de Christus Gods
in Hem verschenen is. Zo ver
ontwaardigd waren zij dat men
Hem verleider van het volk noemt,
terwijl Hij alleen toch hun zielen
en die van ons kan leiden langs
gebaande en ongebaande wegen.
De leiders van Israël waren ver
leiders en Hij die gekomen was
om de verstrooide kudde bijeen te
verzamelen, die dus de ware
Leidsman was, werd zelfs nog
gesmaad tot in het graf. Zij waren
toch bevreesd, dat hetgeen Hij
gesproken had, in vervulling zou
gaan. Vandaar de verzegeling van
het graf en de wacht, die daarbij
was gesteld. Daardoor werkten zij
juist mee aan de bevestiging der
waarheid, dat Christus waarlijk
is opgestaan.
De wachters vluchten vol ont
zetting naar de stad, toen Christus
de kluisters van het graf verbrak.
De dienaren des tempels mogen
hem beschimpen, maar laten zij
Hem vrezen ook. Want de waar
heid Gods breekt door; die is niet
met menselijke kracht te stuiten.
Het ongeloof moest het tegen
Hem afleggen. Al heeft het Hem
tot in de dood achtervolgt; Hij is
en Hij blijft Overwinnaar.
Pasen, dat woord doet ons
denken aan dat Goddelijk wonder,
door den Vader aan den Zoon
verricht. De Vader wekt den
Zoon op als hoogste goedkeuring
van het werk, dat Hij gedaan
heeft en de Zoon staat op en ver
heerlijkt de daad des Vaders. Aan
de overdenking van het: gekrui
sigd, gestorven en begraven mag
het opgestaan uit de doden niet
ontbreken.
De opstanding van Christus is
en blijft de ruggegraat van Gods
kerk, daar rust de blijdschap van
ons geloof. Dat wonder wordt elk
jaar herdacht in het midden der
gemeente, daarover waren de
'vrouwen, die het graf bezochten
en de discipelen met verrukking
verheugd; daarom zal ook heden
het Siön Gods verheugd zijn dat
hun zielsvriend de dood heeft ver
slonden en dat de opstanding van
Christus een zeker pand is van
hun zalige opstanding.
O, gij die dien Opgestanen
Heiland liefhebt, gedenk dat gij
eertijds duisternis waart, maar
nu licht zijt in Hem, vertroost en
verblijd door Hem. Gij, die met
Christus opgewekt zijt, zoekt
steeds de dingen, die boven zijn,
waar uw Borg is, zittende ter
rechterhand Gods.
Als gij dan straks sterft, dan
zult ge ervaren niet tevergeefs ge
loofd te hebben. Er wordt hier
Paasfeest gevierd, maar het is
geen ongerepte vreugde, de zonde
bevlekt en tempert de vreugde.
Doch rondom de troon des Lams
is nu reeds eeuwige verheuging,
die ook het deel zal worden van
allen, die in Hem hun zielverlus
tiging vinden. Werpe de Heere
dan ook op dit Paêsfeest bij aan
vang of vernieuwing Zijn licht in
ons duister hart, ontbinde Hij de
boeien, verbreke Hij de kluisters,
zodat wij uit de greep van den ty-
ran der duisternis, verlost worden
en gerechtvaardigd, vrijgemaakt
van de eeuwige dood, zodat
Christus ons geworden is een
kracht Gods tot zaligheid. Als
wij dat mogen weten, dat onze
ziel een woonstede Gods in den
geest is geworden, dan ja, dan
kunnen en mogen wij door 's
Heeren genade waarlijk Pasen
vieren.
Jezus Christus, Heil der aarde
Bron van wijsheid, licht en kracht
Niets haalt bij Uw dienst in waarde
Niets bij 't heil, door U gebracht
Wat Gij d'Uwen hebt bereid,
Blijft en duurt in eeuwigheid
Zalig, die naar U zich noemen
U als Heer' en Heiland roemen.
St. Filipsland Ds. de L.
Begin April 1945 Uit de grote
steden trekken de hongerende
colonnes naar het platteland om
eten te halen. Het hout wordt uit
de huizen gesloopt om het weinige
voedsel gaar te krijgen. Die stokerij
maakt vele huizen praktisch onbe
woonbaar. Met verlangende, ook
telkens weer teleurgestelde ge
zichten zitten honderden mensen
naar de berichten te luisteren van
soms Geallieerden vorderingen,
soms ook stilstand der bondge
noten. Voor een huis ligt een
oude man op zijn knieën en schept
met z'n beide, tot een kom ge
vormde handen, een soort soep
van de straat op. De oude had
geluk: een transport naar een uit-
deelpost van de centrale keuken
verloor „voedsel". Een zonder
zout gekookte aardappel kost
1.één Consi 4.—.
Begin April 1947... Een stroom
van zwarte voedings- en genot
middelen vloeit de grote steden
binnen. Mijnwerkers en transport
ondernemingen offeren een vrijen
Zondag en zwart kost één mud
vetnoten 20.De boven geko
men radio brengt een reportage
over de kolenslag en de krant ver
telt rare dingen over textielcoupu-
res, smokkelarij en zorgelijke fi
nanciële toestanden.
Is er in de grond van de zaak
dus na twee jaar weinig veran
derd?
Toch wél! De oorlog heeft op
de stroom van het sociale leven
veel schuim doen boven drijven en
velen zijn door dat schuim be
smeurd. Maar dat schuim is bezig
te verdwijnen. Het verzamelt zich
op de plaatsen, waar het zich
naar de wetten der natuur behoort
te bevinden: in stilstaande poelen,
terzijde van de stroomdraad. Maar
hoe staat het met die stroomdraad
zelf?
Toen we in de oorlog de ont
bindingsfactoren, in ons nationale
leven zich hoe langer hoe meer
zagen manifesteren, troostten we
ons met de gedachte, dat alles na
de bevrijding wel beter zou wor
den. Maar na de bevrijding leek
het wel of dat vuil van alle kanten
los kwam. We troostten ons wéér
en zeiden, dat alles wel in gere
gelde banen zou komen, als we
weer aan het werk konden gaan.
En over dat „alles aan het werk",
daar mogen we niet over moppe
ren zeker niet in onze omge
ving. Waar wordt nu het meeste
geproduceerd?
Wanneer we als laatste normale
jaar 1938 nemen, dan bedroeg de
algemene productie-index voor de
industrie ontleed aan een offi
cieel orgaan plus minus 80
in December 1946, tegen plus mi
nus 32 in Augustus 1945. De
mijnbouw gaf ultimo 1945 een
productie van ruim 1/3 van 1938
en kwam in 1946 op een niveau
van ruim 80 te staan.
Cement haalde in November
1945 de 100 van 1938, daalde
toen vrij scherp tot de helft in Fe
bruari 1946; kwam in JuniOcto
ber 1946 zelfs niet onaanzienlijk
boven 1938 uit, maar zakte in
1947 tot 25 Dakpannen, met
selstenen, straatklinkers en kalk
zandsteen moest van nul afkomen.
De dakpannen kwamen in de
herfst van het vorige jaar tegen de
100 aan. de kalkzandsteen
haalde omstreeks denzelfde tijd
45 Daartussen in lagen de
overige genoemde bouwmateria
len. De winter geeft echter, voor
al in cement, een daling te zien.
De katoenspinnerijen moesten't
na de bevrijding ook van nul op
halen. Ze kwamen in Januari even
boven de 50 de kousen- en
sokkenindustrie tot plus minus 3/4
Mevr. Lindenbergh-Klooster,
te Oud-Vossemeer
Dr. Bruijnzeel St. Filipsland
van 1938; katoen, en linnenweve
rijen tot de helft van ons uitgangs
punt.
Het aantal wachtgelders daalde
van 2 maal het aantal in '38 tot
nog geen 10 eind '46; het aantal
werklozen tot de helft van 1938,
vóór het invallen van de winter.
Rooskleurig zijn de cijfers dus
nog niet maar ze gaan omhoog!
En dat is het voornaamste. Van
die productie moet een grote ach
terstand worden ingehaald, onze
invoer betaald en ons leger hier en
in Indië worden bekostigd. Geen
wonder, dat er nog genoeg over
blijft om ontevreden over te zijn.
Maar als die ontevredenheid dan
meteen de prikkel is, om uit de nog
schaarse mogelijkheden te halen,
wat er in zit wel, dan hebben
we een kans... langzamerhand
weer tegen de wal op te klauteren.
Aanwezig voorzitter, secretaris en alle
leden.
De voorzitter opent de vergadering
waarop de notulen worden vastgesteld.
Daane meent in verband hiermede te
moeten opmerken dat de muur o/d Molen
over een lengte van 13 m is verlaagd,
terwijl hij meent dat volgens het rapport
van dhr. Blaas de muur over 15 m moest
worden verlaagd en daar de lengte niet
in de notulen staat vraagt hij wat nu de
werkelijke lengte van verlaging is, waar
op de voorzitter antwoordt dat dit zal
worden nagezien.
Ingekomen stukken: Dhr. J. v. d.
Klooster deelt mede de benoeming tot
lid van het Algemeen Armbestuur aan te
nemen, evenzo dhr. Istha.
Dhr. M. J. de Rijke deelt mede de
benoeming tot lid. van de Commissie tot
Wering van Schoolverz. aan te nemen;
evenzo de heren G. Jeroense en Jac.
Boonman.
Het ontvangen rapport van het Verifi
catiebureau over de rekening 1944 wordt
verder in handen van de commissie tot
nazien van de rekening gèsteld.
Van de Z.L.M. werd een schrijven
ontvangen betreffende het bouwen van
een landbouwschool te Scherpenisse. Aan
de gemeenten zal hiertoe subsidie ge
vraagd worden, berekend naar de opper
vlakte van de gemeente. Eenstemmig
wordt hiervan het grote nut ingezien.
Vervolgens de rapporten van de com
missie tot nazien van de begrotingen.
Betreffende die van het algemeen arm
bestuur bevat het rapport geen op- of
aanmerkingen, terwijl de begroting van
het W.A. eveneens na toelichting geen
aanleiding gaf tot op- of aanmerkingen.
Deze worden dan ook aldus vast
gesteld.
Dan komt ter tafel het rapport betref
fende de gemeentebegroting 1947.
De begroting werd sluitend gemaakt
zij het ten koste van de algemene reserve.
Het rapport vermeldt verder dat ge
meente-eigendommen hoger zijn verze
kerd, terwijl verzocht wordt toe te zien
op de paraatheid van het brandweer
personeel. Gevraagd wordt of het waar
is dat bij de brand van Geuze de brand
weer eerst een half uur na waarschuwing
vertrok, waarop de voorzitter mededeelt
dat de bemanning zeer spoedig klaar
was-maar dat de tractor niet zo snel
klaa!*Kon zijn door bevriezing. Mede
gedeeld wordt dat herziening van de
brandweer op het eiland waarschijnlijk is.
Dan zou de plaatselijke brandweer alleen
voor de kom te zorgen hebben, terwijl 2
speciale posten voor buiten de gemeenten
zorgen.
Dhr. v. Gorsel merkt in verband hier
mede op, dat dit niet goed is. Hoe eerder
de spuit bij een brand is, hoe beter. Dhr.
v. d. Klooster vraagt: „voor het geval
wij worden aangewezen op Tholen hoe
dat dan moet gaan met b.v. de Hollaire-
polder". Dhr. Istha vraagt of de ge
meente zich neer moet leggen bij het plan
van 2 centra's. Dit wordt door den voor
zitter ontkennend beantwoord. De Raad
moet het geld beschikbaar stellen dus kan
hierin meespreken.
Dhr. Istha meent dat het onzin is bij
een brand van even buiten de gemeente,
de spuit in de gemeente blijft toekijken,
terwijl de anderen van elders moeten ko
men. Dhr. Daane meent dat het beter is
de eigen boontjes te doppen.
In het rapport wordt verder gewezen
op de toestand bij het slachthuis. Alles is
hier rommelig. Gewezen wordt op het
opstapelen van stenen door Vaders en
gevraagd wordt of hier toestemming voor
is verleend. De Voorzitter zegt dat hier
op toegezien zal worden, waarop dhr.
Daane opmerkt dat het goed is dat dit
eens in het rapport staat en zegt, dat on
geveer 14 a 15 jaar geleden daar twee
varkenshokken stonden netjes aan de
greppel, terwijl deze in 1945 verspreid
over het terrein zijn geplaatst, waarom
worden die niet terug op hun plaats ge
zet. De stenen van Vaders hadden hele
maal niet aan de ingang van het slacht
huis mogen komen. Laat de raad nu eens.
een uitspraak doen over heel dit rom
meltje.
Dhr. v. Driel zegt dat deze stenen in
1946 zonder vergunning op dit terrein
zijn geplaatst. Het spijt ook hem dat het
gemeenteterrein door zo velen wordt
misbruikt. De hekken staan altijd open,
terwijl ieder er maar oploopt. Hij meent
echter dat door dhr. Vaders vergunning
is gevraagd om de put voor zijn hekje
op te schuiven, zodat hij niet meer over
gemeenteterrein in zijn woning behoeft te
komen.
De voorzitter, stelt voor dit alles aan
te houden.
Dhr. v. d. Klooster zegt, dat Mevr.
Lindenbergh-Klooster indertijd verzocht
een garage naast het gebouw van Ge
braad te mogen neerzetten, wat gewei
gerd is. Nu zet Gebraad hier .echter al
lerlei materiaal, waarmee de jeugd des
avonds gaat slepen, en de straat barri
caderen.
De voorzitter meent dat misschien
hieromtrent voorschriften kunnen wor
den gemaakt. Voor het onderhoud van
straten en wegen is geraamd 1600.
waarop dhr. Daane meent, dat deze
winter aan de straten in de gemeente wel
voor 10.000 schade heeft berokkend.
De wegen zien er verschrikkelijk uit.
Dit komt door de enorme zware vrachten
die hierover komen. Van de zomer ging
het wel, maar nu is het bar. Hij stelt voor
i bij G.S. te protesteren over het toelaten
van dergelijk zware vrachten. De voor
zitter zegt, dat er bij de vergadering van
burgemeesters op zal worden gewezen.
Dhr. Daane zegt dat de Dorpsweg er
zo netjes bij lag en nu is het een schan
daal. In dit rapport wordt vervolgens
geinformeerd naar de verstrekking van
gelden aan oorlogsslachtoffers. Dit is
echter een zaak van het bureau voor oor
logsslachtoffers, de gemeente is slechts
tussenpersoon.
Dhr. v. Gorsel meent dat ieder zijn
boeltje opruimt, ieder die hiertoe in staat
is moet dit ook doen. Hij zegt dat er
oorlogsslachtoffers zijn die best voor
zichzelf kunnen zorgen.
Dhr. Daane vraagt of het zin heeft
hiertegen te protesteren, waarop de voor
zitter antwoord dat alleen de mening
kan worden weergegeven.
Na deze discussie wordt de begroting
1947 aldus vastgesteld.
In afwijking van de agenda wordt
eerst punt 12 behandeld, omdat hiertoe
dhr. Blaas is uitgenodigd voor het geven
van inlichtingen betreffende de bespre
king verniewing bestrating onder de
Molen met kostenraming. Dhr.. Blaas
meent dat o.. d. Molen voor de wonin
gen de rommel weg zal zijn. Dhr. v.