1 Weekblad voorkei Eiland Tholen en St. Filipsland VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG Het Chinese Drama. """""TH^DLEN ZONDAGSDIENST ARTSEN 29 Dec. 1. P. J. Duinker, Tholen 2. P. J. Bruynzeel, St. Filipsland 3e JAARGANG No. 7 27 DECEMBER 1946 RACtir r'ty—- Uitgevers Firma C. DlhLtiMAN en G. HEIJBOER. Abonnementen: 0.90 per n 1A Advertentien 0.10 per millimeter - Minimum Redactie A 494 St. Annaland, Telefoon 47. kwartaal franco p.p. 1.15 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen, Telefoon 57. Prijs per nummer 8 cent Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen 2.00 woord meer 0.05 Tsang-kai-sjek heeft een poosje geleden het Chi nese parlement toegesproken en gezegd, dat hij zijn baantje er bij neer legt. Het doel, dat hij zich had gesteld, China een democratisch staatsbestel te geven, zou zijn bereikt. Hoe staat het daar eigenlijk mee Het Verre Oosten is ver af. De problemen waarmee in China en in het algemeen in het oostelijk deel van Azië wordt gewonsteld, beroeren ons niet of nauwelijks. We heb ben in het Westen zo onze eigen moeilijkheden op te lossen: de verhouding tot Rusland, de atoombom en, voor ons Nederlanders, dë verhouding tot Indonesia Maar raakt dat laatste al weer niet aan de problemen, die het Verre Oosten overheersen? Japan was nog maar nauwelijks verslagen, toen we in Europa, een beetje geërgerd en geamuseerd tegelijk, vernamen, dat tussen de Kwomintang en de communisten de strijdbijl weer was opgegraven. Nadien is het rumoer verstomd tot de gevechten dezer dagen opnieuw op laaiden en we ervoeren, dat de communisten nederlaag op nederlaag leden en steeds terugtrokken. Op het oogenblik schijnt de toestand zich te sta biliseren. Wat is de oorzaak van deze burgerstrijd? Toen China in zijn nationale strijd tegen den Japan- sen indringer stond, zwegen onderling de tegenstellin gen. Een verschijnsel, dat we meer gezien hebben. Ook in ons land tijdens de bezetting. Toen het na tionale gevaar was geweken, hebben de nationale tegenstellingen hun oude plaats weer ingenomen. In China gebeurde hetzelfde. Toen de Japanners China dachten te veroveren, was China in nagenoeg dezelfde dilemma's gewikkeld, die ze nu aan het uitvechten zijn. Trouwens, daarvoor deden ze het ook niet anders en pleegden de opererende legers wreedheden, die we haast naast de gruwelen van de nazi's kunnen zetten. Maar die strijd van vóór de Japanse invasie was ook weer een vervolg van wat wij het eerste bedrijf kunnen noemen van het drama, dat nu wordt opge voerd en dat we dan het derde, maar waarschijnlijk nog niet de slot-acte kunnen noemen. En waar opende dat eerste bedrijf dan mede? Met hetzelfde motief, dat we op het ogenblik in geheel Azië zien het offensief tegen de suprematie van het Westen en het opruimen van oude verhoudingen, die een beletsel zijn voor het vestigen van de moderne twintig-eeuwse relaties tus sen de leden van de volkengemeenschap onderling. Om te beginnen het offensief tegen het Westen: ogenschijnlijk lijkt het, dat China met Tsang-kai-sjek aan het hoofd al een eind daarmee op weg is. Maar bezien we de zaken eens nader, dan blijkt, dat welis waar de vormen waaronder het Westen in China ver schijnt, zijn veranderd, maar dat in wezen de zaak dezelfde is gebleven. Zo omstreeks 50 jaar geleden stuurden Westerse Mogendheden een vloot, een expeditieleger en een politiek bestuursapparaat, dat dienen moest als een soort stolp, waaronder de economische exploitatie van dat land mogelijk werd. Dat is uit de mode. Wan neer door kapitaalimport het verschaffen van cre- dieten, het invoeren van machines, het stichten van fabrieksinstallaties het land genoegzaam is gebonden aan zijn geldschieters, mag het staatkundig onafhanke lijk heten. Zie de Philippijnen. Zo is het ook met China. Amerika stelt zich, in tegenstelling met de mogendheden van omstreeks de eeuwwisseling tevreden met een handelsovereenkomst, die China met zijn vijfhonderd millioen inwoners tot een afzetgebied maakt, bijna uit sluitend voor Amerika. Velen zijn het daar in China niet mee eens. De communisten niet, maar een groot deel van de Kwomintang evenmin. Hoe groot de bewondering van alle Chinezen, de communisten niet uitgezonderd, ook voor Tsang-kaj- sjek is, met de politiek van de Kwomintang zijn ze het niet eens en het zijn voornamelijk de groot-be zitters en de militairen, die de huidige politiek steunen. Wat de binnenlandse verhoudingen betreft, van de vijfhonderd millioen inwoners, behoort viervijfde tot de kleine boeren keuterboertjes zouden wij zeggen die uit hun achterlijke bedrijfje nog geen vijfde part halen, wat een moderne boer er hier te lande uit te voorschijn brengt. Daarbij komt, dat ze met handen en voeten zijn gebonden aan de groot-grondbezitters. Met hun grondpolitiek hebben de communisten grote vat op hen, maar op de vernieuwing van de Chinese verhoudingen zullen ze vooralsnog weinig invloed hebben. Zo zien we in China en niet alleen daar, maar in het gehele gebied van Oost-Azië, twee krachten, één die zich los wil maken van het Westen, een die de oude verhoudingen in het land wil liquideren. Ze stuiten daarbij op remmende invloeden, van binnen en van buiten; maar te keren zijn ze niet meer. Het Westen heeft zijn houding ten opzichte van hen te bepalen en het zal wijs doen, dit groeiproces niet te stuiten, maar te leiden tot een inniger samenwerking tussen Oost en West. SPOEDEISENDE RAADSVERGADERING Zaterdagmorgen, jl„ werd een spoedeisende openbare Raadsvergadering gehouden. Afwezig dhr. Goedemond. Na opening met het ambtsgebed nam de voorzitter het woord om een toelichting te geven omtrent het ene punt, dat de agenda bevatte, nl. brugaangelegenheden. Hij deelde mede, dat Weth. v. d. Berge reeds vorig jaar stappen had ondernomen om de brug zo spoedig mogelijk hersteld te zien, terwijl hijzelf later persoon lijk contact had gezocht, waarbij hem werd mede gedeeld, dat ze voor de winter hersteld zou zijn. Na dien zijn besprekingen gevoerd over een noodver- binding, waarmee men wel accoord ging, mits ze dan tolvrij was. Door de gemeente is toen aangeboden op haar kosten zelf een verbinding te maken, dan natuur lijk met het recht tol te heffen, daar het toch niet aan gaat aan de brug vrije toegang te verlenen en op de pont betalen. Het Hoofd van de dienst was toen te overtuigen en wilde dit bevorderen, terwijl afgesproken werd dit van weerszijden schriftelijk te bevestigen. Wel hebben wij deze afspraak schriftelijk bevestigd, maar ontvingen geen bevestiging van de andere partij. Nog later volgde een brief van de Minister, waarin deze mededeelde, geen bezwaar te hebben tegen een te maken noodverbinding, doch deze zelf wilde aan leggen met kosteloze overtocht, daarbij aanstippend dat het vermeend recht, waarop Tholen aanspraak maakte niet in gevaar kwam. Dit zou pas na één jaar zijn en volgens zijn inlichtingen zou de brug in Mei gereed zijn. Nog vorige week had een bespreking op het Departement plaats, waarbij men ons mededeelde principieel bezwaar te hebben tegen tolheffing, niet omdat de brug op een rijksweg ligt, maar omdat tol heffing niet rechtsgeldig kan geschieden. In 1928 dacht men hier anders over. Thans worden wij in een dwang positie gebracht, daar de chef afd. Waterstaatsrecht van het Dep. ons mededeelde, dat geen noodverbinding zou worden aangebracht, tenzij tolvrij. Men heeft blijk baar het juiste ogenblik afgewacht om deze zaak scherp te stellen, riu we geisoleerd dreigen te geraken. Wethouder v. d. Berge kreeg vervolgens hef woord en stelde vast, dat er dit jaar alles was gedaan om de huidige situatie te voorkomen. Men kan den burge meester hiervoor nimmer aansprakelijk stellen, daar onzerzijds alles is gedaan om de noodbrug deze winter klaar te doen zijn. Thans is het toppunt bereikt en wordt in Den Haag misbruik gemaakt van de macht. Hij acht het zijn plicht in de eerste plaats de belangen van Tholen te handhaven en daarnaast het algemeen belang. Hij wil de belangen der gemeente in geen geval zonder meer prijsgeven. Niemand kan nog zeggen, of we geen recht hebben. Hij wil vasthouden aan het recht. Hij beseft wel het belang, dat de omstreken van Tholen bij de regeling van den Minister hebben, doch stelde tevens vast, dat men er daar nooit een halve cent voor over gehad heeft. Thans zou mén Tholen willen opofferen; hij zal zeker niet toegeven. De heer Jansen stelde vast, dat deze kwestie een zeer moeilijke was. Hij zag het echter zo, dat de rechts kwestie was teruggebracht tot een machtskwestie. De knoop zal toch moeten worden doorgehakt. En wat gebeurd er dan Zijn ze van plan misbruik te maken van de macht, dan zal men toch bakzeil moeten halen. Hij is er dan niet voor de zaak slepende te houden. De ellende aan het veer is groot en acht het niet ver antwoord het algemeen belang op te offeren voor een finantieel belang. De voorzitter is het er niet mee eens. Als men macht over het recht zou willen laten zegevieren, dan moet ons streven zijn het recht te laten zegevieren. Als men toegeeft, dan toch zeker eerst wanneer het moet. Daarbij komt, al geeft men toestemming een nood verbinding te laten maken, het verkeer toch gestremd is en dit enkel voor voetgangers verlichting brengt. Indien men aan de noodbrug zou kunnen beginnen, is het toch nog Januari eer deze klaar is. Blijft het vriesweer, dan kan men over het ijs lopen. Als men toch moet hangen, is het beter aan de laatste boom en een reden zich tot het laatst te verzetten. Wethouder v. d. Berge merkte op, dat Nederland toch ook tegen de Duitse weermacht zich verweerd had, waarbij de heer Jansen repliceerde, dat het toch had gecapituleerd. De voorzitter vond dit geen ver gelijking. De heer Verduit stelde de vraag of Tholen in deze toestand zelf geen verbinding mocht aanbrengen, waarop de voorzitter antwoordde, dat dit juist niet kan, daar het een Rijkswerk in uitvoering is en wij geen recht hebben zonder toestemming op dit werk te komen. De heer van Westen gaf als zijn mening te kennen, dat als men toestemming gaf, men dit doen moest onder protest. De voorzitter zegt, dat het niet aangaat wel op de pont te moeten betalen en de brug tolvrij. We moeten nu toch ook rente en lening aflossen en het veer exploiteren met minder inkomsten en meer uitgaven. De heer Klompe stelde de vraag of Tholen kan beletten, dat de Waterstaat een brug legt. De voorzitter antwoordde ontkennend. De heer Klompe meent dat Waterstaat misschien toch een ver binding zal maken en meent dat we daar dan beter zelf aan kunnen meewerken. Hij gelooft ook niet, dat dit tot Januari zou duren, eer deze klaar is. De heer Berfevoets stelde voor over een noodver binding enkel diegenen toe te laten, welke hiervan noodzakelijk gebruik moeten maken en deze b.v. eerst toestemming van den burgemeester zouden moeten hebben. De voorzitter antwoordde dat dit niet ging, daar practisch ieder meent, daarvoor in aanmerking te komen. De heer Berrevoets wijst er op, hoe het dan zal gaan met zieken, waarop de voorzitter antwoordde dat er geen tussenweg is. De heer Zachariasse merkte op. dat men toch in den Haag het algemeen belang niet te hoog aanslaat, daar meer aan eigen financieel voordeel wordt gedacht. De heer de Hond wil vasthouden aan het recht. De heer Jansen is van mening, dat het finantieel be lang der gemeente in deze te hoog wordt gesteld bij het algemeen belang. Hij stelde de vraag of er geen commissie met event, een rechtsgeleerde in Den Haag de zaak der gemeente zou kunnen bepleiten. Met over leg is misschien nog iets te bereiken. De heer Klompe meent, dat men misschien een compromis zou kunnen maken, zolang de noodtoestand duurt. De voorzitter wil desnoods een commissie zen den, doch ziet het zo, dat deze zonder resultaat weer naar Tholen zal komen. De heer Jansen merkte op, dat als dit zo is, het er toch hopeloos voorstaat. De voorzitter stelde voor over zijn voorstel te stem men en daarna event, over het voorstel van dhr. Jansen (commissie - red.) Hierna werd het voorstel van den voorzitter in stemming gebracht, t.w. niet in te gaan op het voorstel van den Min. om toestemming te geven tot het bouwen van een noodbrug, met tol vrije overgang. Dit voorstel werd met 7 stemmen voor en drie tegen aangenomen. Tegen: de heren Jansen, Klompe en Zachariasse. Daarna sluiting. OPBRENGST NIWIN-COLLECTE De collecte voor de Niwin bracht in deze gemeente 302.33 op en 120 kg boeken en tijdschriften. BIJNA GEÏSOLEERD Deze strenge vorstperiode brengt voor sommige personen prettige bezigheden mee. De schaatsensport staat nu weer in het middelpunt. De ijsbaan is prima en er wordt druk op gereden. Groter dan de vreugde over dit barre seizoen is echter de narigheid, die er door ontstaat. Aan het veer is het in één woord ver schrikkelijk. De mensen lijden kou, de overtocht is allerberoerdst en de veerlui hebben dergelijke moei lijkheden niet meer gekend, na de dagen, die onmiddel lijk op de bevrijding volgden. Er wordt van alle kanten alle mogelijk moeite gedaan de passagiers toch nog over te brengen. Van auto-vervoer is geen sprake meer. De goederen die aankomen, worden onder veel gewurm zoveel mogelijk overgebracht. Het is inzon derheid voor die personen, die daar werkzaam zijn een winter om van te rillen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1946 | | pagina 1