Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland Een blijde ontmoeting THOLEN 6 DECEMBER 1946 3e JAARGANG No. 4 Uitgevers Firma C. dleleman en G. HeijBOER. Abonnementen 0.90 per Redactie A 494 St. Annaland, Telefoon 47. kwartaal franco p.p. 1.15 Administratie Oudclandsestraat 9, Tholen, Telefoon 57. Prijs per nummer 8 cent Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen Advertentiën 0.10 per millimeter - Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Het „Ereveld". Vrijdag jl. ontvingen we een brief van sergeant- fourier A.H.P. die aan boord van de „Bloemfontein" op 8 October jl. naar het Verre Oosten voer: Van Amsterdam naar Tjandjong Priok, toen 'naar Singapore vandaar naar Bangkok, toen weer naar Batavia, waar hij het geluk had, de jongens van 14 R.I., de Thoolse oorlogsvrijwilligers aan te treffen. Daar het de familie, vrienden en kennissen ongetwijfeld bijzonder zal inte resseren, geven we hieronder een uittreksel van z'n brief, waarin P. van zijn ontmoeting met de vele bekenden vertelt ook van het bezoek aan het „Ereveld". „Gistermiddag (20 Nov.) liep ik door Batavia en wie zag ik daar aan komen Herman Evertse Ik sprong natuurlijk onmiddellijk op hem af en hij ver telde me, dat het hele Bataljon in Batavia lag. Ik was natuurlijk ontzettend blij en na een kwartiertje met hem gepraat te hebben, liftte ik naar de beneden stad en had al gauw het gebouw, waar drie compagnieën lagen, gevonden. Terwijl ik aan de ingang even stond te praten, kwam Hendrikse (Oud-V.?) naar buiten die me onmiddellijk mee naar binnen nam. We liepen een kamer op en daar zag ik die bekende, vertrouwde gezichten: Jantje Kot, Rook Rijnberg, A. W. Hage, van 't Hof en nog verschillende anderen. Het was een lawaai van jewelste, iedereen vertelde, iedereen vroeg. De eerste ogenblikken kon ik alleen maar rondkijken en lachen, zielsgelukkig weer bij het oude troepje te zijn, te merken, dat je er bij hoorde, zoals vroeger; te merken, dat er niets boven „die ouwe derde compie" ging. Bijna onmiddellijk begon het over die goeie ouwe tijd uit Fourpes, Polygoon, Zaamslag, Duitsland, Haar lem. Die geest, die echte goeie geest, juist van de 3e compie, overheerst allen nog. Ze vertelden en vroe gen, ze vroegen en vertelden. De uren vlogen voorbij. Jammer was het, dat Henk Dijkslag al vertrokken was en dat Verkerke de stad in was. De andere dag was ik 's morgens om half elf weer in de beneden-stad, weer bij de jongens. En nu was Verkerke er wel. Eén van de jongens bracht me bij hem. Het eerste wat ik van hem zag, was een ge weldig gebruind bovenlijf, hij was blijkbaar ijverig aan het schrijven, want hij bemerkte niets van mijn binnen komen. Ik liep rond de tafel heen, bleef voor hem staan en eindelijk keek hij op en keek ik in het oude vertrouwde vechtjassen-gezicht van Verkerke. „Alle machtig Pape, ben je daar eindelijk", kreeg ik te horeri. Na een poosje gepraat te hebben, gingen we naar Meester Gornelis, waar volgens Verkerke nog een kans was, Henk Dijkslag te ontmoeten. We kwamen er, maar D. was al vertrokken als kwartiermaker naar Padang. Toen stelde ik Verkerke voor het vliegveld Tjilititjan te bezoeken, waar de gesneuvelden van de verschil lende Bataljons, die rond Batavia gelegen hebben, begraven liggen. Toen we er aankwamen, bemerkte ik, dat men het geen kerkhof wilde noemen. „Ereveld" stond boven de poort, die de ingang vormde,, ge schreven. Het veld is omgeven met een witgeverfd muurtje van misschien een meter hoog. In het midden van één zijde is een eenvoudige poort gemaakt, waar boven de letters staan. We liepen door de poort en stonden meteen voor de graven. Ik overzag het geheel: ruim honderd soldatengraven, allen precies gelijk. Aan het hoofdeinde van het graf een witgeverfd houten kruis, waarop een rood-wit-blauwe band, naam van den overledene, zijn geboorte- en overlijdensdatum. Langzaam liepen we de graven langs, lazen de namen en onderdelen, wezen elkaar dan plotseling op een- bepaald graf 11-14 R.I. dan de naam. En staande bij dit graf, begon Verkerke te vertellen van die morgen, toen zijn peleton op patrouille ging naar de uitgangs stelling. Plotseling klonk een geweerschot en deze soldaat die achterop liep, viel zonder geluid te geven, neer. Eén van de anderen sloop terug om hem op te halen, toe hij slechts halverwege was, werd hij in z'n been geschoten. Een derde man ging terug, terwijl de anderen in dekking bleven en de schuilplaats van den sniper probeerden op te sporen. De derde man kreeg een schot in het onderlijf en viel ook neer. Na minuten lang geluidloos wachten verscheen eindelijk een helm boven het dijkje, daarna een hoofd en schouders. Daar hadden de jongens op gewacht, een salvo met de bren weerklonk, de helm vloog meters hoog de lucht in en de Jap (want later bleek het een Jap te zijn) werd zo goed als onthoofd. Beide anderen bleven in leven, maar deze soldaat was recht in het voorhoofd geschoten en ogenblikkelijk dood. Zo vertelde Verkerke me verschillende verhalen, tragische, maar ook komische. We liepen verder tot ik eindelijk de naam zag, waar ik van het begin af naar had uitgekeken: C. J. Manteau, Sld. 11-14 R.I., overleden 24-7-46. Een eenvoudig grafpaaltje, zoals al die anderen, in niets onderscheidde het goed onder houden graf zich ook van die anderen, behalve, dat er een half verdorde bouquet bloemen op lag. Een laatste groet van het 3e peleton. Daar vertelde Ver kerke met het verhaal van zijn ongeluk, zoals ik het al kende. Graf no. 81; no. 82 was Jan de Nooyer. Zo rustig lagen ze daar naast elkaar op het Ereveld, het vliegveld Tjilititjan. Achter op het kerkhof is een eenvoudige gedenkzuil geplaats. We verlieten het kerkhof, het „Eereveld", ieder met zijn eigen gedachten. Zaterdag 23 November zaten de jongens al op de „Ruys", die hen naar Sumatra zou brengen. Ik zag o.a. nog Jan v. d. Male, die zei zich de „kosse" naar me te hebben gezocht, C. Geluk, Deurloo, Bazen, Bram Ligtendag, Jan de Viet en anderen. Die paar dagen bij de jongens, waren het mooiste van heel de reis. Ze nemen het leven kalm op, ze genieten een blakende gezondheid, ze groeten alle familieleden en bekenden hartelijk.!" INGEZONDEN MEDEDELING Nederlanders! den De overeenkomst van Cheribon verbreekt i eeuwenoudenband tussen Nederland en Indië. Nederland en Indië hebben elkaar echter nodig Nederland mag Indië niet loslaten, want dit zou millioenen Indonesiërs beroven van een ordelijk be stuur, bescherming tegen terreur en willekeur, welvaart, medische verzorging, etc. Indië mag Nederland niet loslaten, want dit zou het reeds zwaar getroffen Nederland een zijner grootste bronnen van welvaart ontnemen, hetgeen werkloosheid en armoede voor het Nederlandse volk zou betekenen. Nederland en Indië behoeven elkaar ook niet los te laten, indien zij een overeenkomst aangaan binnen de grenzen, welke gesteld zijn in de verklaring van de Koningin van 7 December 1942. De Commissie-Generaal heeft deze grenzen over schreden en heeft dus de Nederlandse en de Indo nesische belangen geschaad. Deze overeenkomst mogen wij dus in dezen vorm niet aanvaarden. N.R.C. Motto: Wij eisen handhaving van de Rijkseenheid. Van het Comité, dat zich met een manifest tegen de overeenkomst: van Linggadjati richtte gaat thans een levendige actie uit. Er is een beroep gedaan om brief kaarten met zoveel mogelijk handtekeningen te zenden naar den secretaris den heer E. J. Van Rees-Vellinga, van Kijfhoeklaan 5, Den Haag. Een Indischman. BERECHTING EILANDBEWONERS Uitspraken van 20 Nov. 1946: Johannis David v. d. Velde, landarbeider te Tholen; geen verdere internering; ontz. rechten. Gerard Heijboer, landarbeider te St. Annaland; geen verdere intern, en ontz. rechten. Leendert Goedegebuure, landarbeider te St. Anna land; 9 maanden intern, eind. op 4 Sept. 1947 en ontz. rechten. Jochem Roukema, transportarbeider te Tholen: geen verdere interh. en ontz. rechten. Morgenzitting van 4 Dec. 1946 De lange lijst met beschuldigingen ingebracht tegen Jacobus Anthonie de Rijke, arbeider te St. Maartens dijk, hield in, dat hij zich aangesloten had bij de N.S.B., begunstiger van de Jeugdstorm is geweest, als inkoper voor de Wehrmacht heeft gewerkt, de Duit sers geholpen heeft met het opzoeken van parachu tisten, verder dat hij op onderscheidene wijzen voor deel van de vijand heeft getrokken en blijken van in genomenheid met dezen heeft gegeven. Besch. was bijzonder goed van de tongriem gesneden Zijn mooi opgezette verhalen, die met engelengeduld aangehoord werden, hadden alle de bedoeling de be schuldiging te verzachten, Hij meende, dat hij een goed Nederlander was en vond ook, dat de Duitsers niet in ons land thuis hoorden. Zijn vrouw die als getuige gehoord werd, verklaarde dat hij een goeden naam in het dorp had; dit werd echter niet bewezen door de blikken die van en naar de publieke tribune werden geworpen. Tijdens de verdediging kon besch. nog z'n mond niet houden. Mr. Kuypers uit Bergen op Zoom stelde de feiten op orde en vroege clementie. Nathaniël Luijk, landbouwer te Poortvliet: werd ten laste gelegd dat hij lid is geweest van de N.S.B. en de N.V.D.. hulp aan den vijand heeft verleend door als Oostlandboer te gaan werken in de Baltische staten; zich in z'n uniform in het openbaar heeft vertoond en een brief heeft ondertekend heeft met „Heil Hitier" en „Hou zee". Op z'n uniform scheen hij erg trots te zijn geweest. Mr. Kuypers meende, dat de man slachtoffer van de N.S.B.-Propaganda is geworden en zodoende geduren de den oorlog verkeerd ingesteld geweest is. Ver dediger vroeg invrijheidsstelling bij de uitspraak. DIRECTEUR POSTKANTOOR THOLEN AFSCHEID Ter gelegenheid van het feit, dat de directeur van het* PTT-kantoor teTholen, de Heer Bronts den dienst ging verlaten per 1 December j.]„ heeft deze afgelopen Zaterdag van zijn personeel te Tholen en dat van de overige kantoren van het eiland afscheid genomen. Het personeel drukte onder het aanbieden van bloemen en een stoffelijk blijk van waardering in warme bewoordingen de sympathie uit, die de Heer Bronts genoot en dankte hem voor het vele goede, dat hij voor den dienst en voor het personeel in een reeks van jaren heeft gedaan. De inspecteur der PTT reikte den scheidenden directeur tot dank en waardering voor hetgeen deze functionaris in dienst van het bedrijf heeft verricht, den afscheidspenning uit. De korte plechtigheid werd besloten in een dank woord van den heer Bronts. Wij wensen den Heer Bronts een lang en rustig leven toe in goede gezondheid. RIJWIEL ONTVREEMD Ten nadele van den landbouwer, den heer J. v. G., alhier werd Maandag 2,Dec. jl. te Bergen op Zoom een rijwiel ontvreemd. Bij het doen van een bood schap te B.o.Z. plaatste de zoon van den heer v. G. het rijwiel voor een winkel, doch bij zijn terugkomst bleek het fietske verdwenen te zijn. De politie werd hiervan in kennis gesteld. BEZOEK VAN ST. NICOLAAS Daar St. Nicolaas op zijn naamdag natuurlijk niet overal tegelijk kan zijn bracht hij, vergezeld van Zwarte Piet, Dinsdag 3 Dec. jl. een bezoek aan Tholen Des namiddags na schooltijd kwam hij, gezeten in een jeep, het veer over, waarbij hij met luid gejuich door de kindéren werd ontvangen. Bij de firma Beukelaar in de Brugstraat vond de officieele ontvangst plaats, waarna onder grote belangstelling der jeugd nog een rijtoer door de stad werd gemaakt. BESTUUR WATERSCHAP VRIJE POLDERS Als gezworen werd gekozen dhr. C. A. C. Aartsen en als Dijkgraaf herbenoemd C. Bierens. GELUIDSVERSTERKER IN DE KERK Zaterdagavond 30 Nov. jl. werd hier in de Ned. Herv. Kerk een proef genomen met een geluidsver sterker op het spreekgestoelte. Naar verluidt heeft het Kerkbestuur het voornemen een definitieve versterker te plaatsen. ONGEVAL Door een moment van onachtzaamheid kreeg Maan dag 2 Dec. jl. een kind van de familie S- alhier, de kans om een pot met kokendhete thee omver te trekken. Met verschillende brandwonden aan borst en voetjes moest het jongentje opder doktersbehandeling worden gesteld. GODSDIENSTONDERWIJS Naar verluidt zal er binnenkort weer een aanvang worden gemaakt met het geven van Godsdienstonder richt door een Herv. predikant op de Openbare Lagere School in deze gemeente. ^Bijzonderheden hierover worden nader bekend gemaakt.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1946 | | pagina 1