W eekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland West-Europa's Toekomst Vergeet de TWEE niet! Het ligt aan henzelf 3e JAARGANG No. 3 29 NOVEMBER 1946 Uitgevers Firma C. dleleman en G. Heijboer. Abonnementen 0.90 per Redactie A 494 St. Annaland, Telefoon 47. kwartaal franco p.p. 1 15 Adverteatlen °-10 Per 2-°° Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen, Telefoon 57. Prijs per nummer 8 cent Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen Nog een maand en het jaar 1946 staat voor de deur. Misschien kwam bij het schrijven van deze regels de Oude-jaars-stemming wel wat vroeg over ons. De dagen worden kort en donker; wat de natuur aan feestelijkheid mist probeert de winkelier goed te maken. En bij het aan schouwen van het moois, zegt de optimist, dat het toch al stukken beter is dan een jaar geleden, terwijl de pessimist vindt, dat we in datzelfde tijdperk al meer hadden kunnen bereiken. Wanneer we onze ogen van de straat- etalage's richten naar de dingen, die de UNO etaleert, bekruipen ons dezelfde gevoelens van pessimisme en optimisme van kregel, dat het met „die vrede" niet harder opschiet en van tevredenheid dat er ondanks de grote tegenstellingen toch nog enkele resultaten zijn geboekt. Omtrent de vredesbepalingen met de sate- lieten van Duitsland is men op weg om gereed te komen. Begin 1947 denkt men het Reich" zelf onder het mes te nemen. Dat eerst de „kleinen" aan de beurt kwamen, tekent de hele verhouding. Het Centrale probleem: de voorwaarden aan Duitsland en wat daarmede, direct en zijdelings verband houdt, de nieuwe ordening van Europa, durfde men niet aan de orde te stellen, vóór men elkaar bij de conferenties over de „kleinen" grondig had getest. Nu zal het er dan van komen. Maar boven de toekomstige conferentiezetels han gen nü al de wolken van het conflict: de Oostgrens, de garanties, die Frankrijk eisen zal, de manier waarop de schadeloosstellingen voldaan zullen worden, om er een paar te noemen: De vrede met Duitsland is een der sluit stukken van de organisatie van de vrede. De Geallieerden hebben bewezen, dat ze een oorlog konden organiseren, die tot de over winning op het slagveld leidde. Zullen we ook een vrede kunnen organiseren, die op de duur leidt tot het opnemen van Duitsland in de West-Europese Statenfamilie Dat is geen eenvoudige zaak De Duitsers, die in eerste aanleg zelf ver antwoordelijk zijn voor het bewind, dat hen 12 jaar en de buurstaten 6 jaar lang teisterde. De grote nabuurstaten, mede verantwoor delijk voor de opkomst en de vestiging van dat bewind, doordat ze hebben nagelaten in te grijpen, toen het nog tijd was en ze een woord en verdrag schendende bende psycho- pathen haar gang liet gaan, ja er nog enige tijd een verbond mee sloten. Het Duitse volk boet nu voor die houding. De huizen zijn in puin gesmeten, de middelen van voortbrenging vernietigd, talloze doden gevallen. Dat is gebeurd in het land, dat de rampspoed van een tweede wereldbrand heeft ontketend. Het is verstandig met een schone lei te beginnen. Daarme willen we niet zeg gen, dat de Duitsers enkel hun eigen schade te boven moeten komen, zonder hen de ver plichting op te leggen ook de medezorg te dragen van wat zij bij hun buren hebben kapotgemaakt. Zij moeten als adspirant-lid worden ingeschakeld in de wederopbouw van Wanneer Uw stamkaartnummer op het cijfer 7 eindigt en U sedert Jan. 1945 geen bon voor schoenen hebt ontvangen komt U in de maand November in aan merking voor een SCHOENENBON. Europa. Laten zij er blijk van geven te passen in een democratische samenleving der vol keren. Later kan dan nog bezien worden of zij een stem mogen hebben in het kapittel. Dat moet afhankelijk gesteld worden van hun prestaties en hun bereidheid ten opzichte van de Europese zaak. De Duitse vrede is ten slotte een Europese zaak, zeker een West- Europese zaak. Natuurlijk heeft Amerika aanspraken, natuurlijk heeft Rusland aan spraken, dat valt niet te ontkennen. Maar de organisatie van een duurzame vrede zal ook afhankelijk zijn van de organisatie van een duurzame, zij het bescheiden welvaart. En die welvaart wordt niet verkregen, door een land te gebruiken als uitbuitingsobjectvooral ten bate van de Grote Mogendheden. Hoe dan Met een bescheiden welvaart kan West-Europa gediend zijn, maar slaat die de Duitsers weer niet naar het hoofd Uit kijken is de boodschap Dat is wel zeker aan de conferentietafel van straks zal het Europa van het Westen de zwakste stem hebben en de Duitse vrede is in de eerste plaats een West-Europese zaak Er was eens Met deze woorden be ginnen de meeste sprookjes van oude tijden, verhalen om voor te lezen aan kinderen over mensen of dieren met hun deugden en on deugden, dapperheid en lafhartigheid. Juist in deze tijd staan dergelijke verhalen weer in het middelpunt. Er was eens zo beginnen wij ook dit artikel. Er was eens een tijd, waarin ons volk door vreemde soldaten en eigen burgers werd uitgeknepen, ja zo uitgeperst, dat er tenslotte maar een heel klein beetje levensvocht meer overbleef. Het was de tijd, dat we aan een rechtvaar dige zuivering dachten. Toen kwam de andere tijd, waarin die rechtvaardige zuiverings-ge- dachten in daden konden worden omgezet. We hoeven hierover niet uit te wijden. Er is al genoeg over geschreven. Dit jaar kregen we de mededeling te horen, dat er op een bepaalde datum 40.000 politieke delinquenten voorwaardelijk of na uitspraak zouden worden vrijgelaten. En in het nu bijna afgelopen jaar hebben we vele verslagen van Tribunaal zittingen kunnen lezen. We zagen ook dik wijls een lijst van voor- of onvoorwaardelijk in vrijheid gestelden en de politieke delin quenten kwamen in groter of kleiner getale in onze gemeenten terug. Door Kerk en Over heid werd er op aangedrongen, de terug gekeerden weer in de samenleving op te nemen. Zo sterk zelfs werd op barmhartigheid aangedrongen, dat er bij sommige bewoners de vrees kwam, dat de politieke delinquenten met groter medelijden en hartelijker ontvan gen zouden worden, dan oorlogsslachtoffers en mensen uit concentratiekampen. Zover is het nog nietDat is ook niet nodig, integen deel Wel nodig is echter, dat we ons bij de genomen maatregel van de Overheid neer leggen. In het begin van dit jaar schreven we in een artikel „De negen letters", dat we er wellicht op terug zouden komen, hoe de poli tieke delinquenten te ontvangen. Dat we dit nu eerst doen, komt niet, omdat we deze week geen ander nieuws hebben, nee, het dacht ons goed, het hele geval eerst eens te laten bezinken. Nu komen we er wel op terug. Hoe ze te ontvangen Vragen we dit aan mensen, die tijdens de bezetting hun zoon zagen weg gesleept door S.D.ers of medeburgers, dan is er begrijpelijk van hen maar één ant woord: „Die kunnen wij nooit meer ont vangen Wie zal het hen kwalijk nemen Ver geten we niet, dat we mensen zijn Aan de andere kant, vergeten we ook niet, dat het de Overheid was, die deze maatregel heeft genomen. Laten we het overwegingen van barmhartigheid noemen die de regering leiden bij haar besluit. Dat hoeft geen zoet sappigheid, ook niet een genade-voorrecht- overweging te zijn. Barmhartigheid is een zaak van recht en als zodanig wezenelement van de democratie. De een zal dit gemakke lijker aanvaarden, dan de andere. Deze barm hartigheid is momenteel veel makkelijker te aanvaarden voor het merendeel, dan twee jaar geleden. In die tijd hebben we immers ook het onrecht gezien bij deze zuivering. We zagen, dat de grote aannemers in vrijheid werden gesteld, dat een gewone arbeider, die vrijwillig bij de Weermacht ging werken (dus fout was) wel gevangen werd gehouden. Was die grote aannemer dan niet veel zwaar der fout? We zagen, dat een gewone N.S.B.- er vijf jaar internering werd toebedeeld, we zagen nog kortgeleden, hoe de z.g.n. „beul van Amersfoort" 4 jaar krijgt. U kunt er mij niet van beschuldigen tijdens de bezetting pro-fascistisch te zijn geweest en ook nu nog niet, maar als we eerlijk willen zijn, voor het recht op willen komen, dan moeten we toch zeggen, dat vele uitspraken onbegrijpelijk zijn, dat er nog verscheidene N.S.B.ers, die zon der iets meer op hun geweten te hebben dan het lidmaatschap, nog wel vastzeitten, in tegenstelling tot lui, die er duizenden guldens rijker van geworden zijn. Daarom is naar onze mening, die barm hartigheid veel gemakkelijker te aanvaarden, dan in het begin, dus is het ook makkelijker hen te ontvangen. Hierbij komt echter nog iets anders kijken. Er zijn ons gevallen bekend van terugge keerde politieke delinquenten, die hoewel te laat, reeds tijdens de bezetting inzagen, wat het regiem was, dat ze toegedaan waren. Die behoren nu zeker tot de „lichte geval len". Er zijn er ook, die uit angst of om andere reden (we kunnen moeilijk aannemen principieel, anders hadden ze als N.S.B.er bedankt) op een aan hen gedaan dringend verzoek toe te treden tot de S.S. of Land wacht, bedankten. In ons eiland waren die er

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1946 | | pagina 1