I I I I I Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland VERSCHIJNT IEDERE VRIIDAG Nu de beslissing nadert Vergeet de NUL niet 2e JAARGANG No. 47 4 OCTOBER 1946 Uitgevers Firma C. DlELEMAN en G. HEIJBOER. Abonnementen: 0.90 per A A 1A t o j -a mi c a i j t i c a- i it Advertentien 0.10 per millimeter - Minimum 2.00 Redactie A 494 St. Annaland, Telefoon 47. kwartaal franco p.p. 1.15 Administratie Oudelandsestraat 9. Tholen, Telefoon 57. Prijs per nummer 8 cent SPierinkles tot en 2<> woorden 1.00. elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen (Slot) We zullen om tot een juist oordeel te komen over de huidige verhoudingen ons in de eerste plaats rekenschap moeten geven van wat er in al die jaren is gegroeid en welke gedachten zich hebben gevormd. Door de revolutionnaire gebeurtenissen van de laatste jaren, in het bizonder van het laatste jaar nu er een Indonesische republiek is ge vestigd, laten wij ons maar al te zeer be- invloeden en ontnemen we ons zelf een nuchter en verstandig oordeel. Het is niet omdat wij niet anders meer kunnen en er tenslotte toch een oplossing ge vonden moet worden dat wij op dit moment voorstanders zijn van een zeer vooruitstreven de politiek in Indonesië, het is een besliste keuze, die wij ook als Christen-Nederlanders o.i. moeten doen. Wat nu gedwohgen door de na de oorlog ontstane verhoudingen zal gebeuren, had vrijwillig voor de oorlog moe ten gebeuren. Toen heeft de Nederlands- Indische Regering en ook ons ministerie van Overzeese gebiedsdelen het steeds sterker wordend nationalisme in Indonesië miskend en gemeend dat het slechts was als het vlieje van de rijstkorrel" (Colijn). Velen leefde bij de gedachte dat er zo hier en daar wel enkele raddraaiers waren, met communistische ide alen bezield, maar miskenden het recht dat in dit streven school. Hier ligt misschien wel de zwaarste schuld van Nederland wat betreft het koloniale verleden. En dat het Ned. Indische Gouvernement de laatste kans niet heeft benut in de jaren 1940'42 blijft voor velen onbegrijpelijk. Want juist toen de Indo nesiërs overgevoelig waren werd het ene voor stel na het andere door den Gouverneur Generaal afgewezen. De z.g.n. motie, Wi- woho, waarin gevraagd werd om een rijks- conferentie, waar overlegd zou worden over meerdere en toenemende zelfstandigheid, werd verworpen. Een behoorlijke inheemse militie mocht niet worden gevormd, terwijl toch ook de bewindvoerders in Indonesië wel wisten hoe de zaak er met het Ned. Indische leger voorstond en het Japanse gevaar elke dag groter werd. Het Atlantic Charter, dat elk volk beloofde in de toekomst de eigen staatsvorm te mogen kiezen, werd niet van toepassing geacht voor Indonesië. Al deze dingen zijn het die we in rekening moeten brengen en op grond daarvan is het dat van uit de Kerk hier vroeger reeds meermalen dc aandacht op werd gevestigd, zonder dat echter ook deze er toe kwam in Indonesië of hier daar als lichaam over te spreken. Ik lees echter in een rede van een van de Zendings consuls van het jaar 1927: ..Het is niet de hoofdvraag of de Inlandse Christenen goede onderdanen zijn, maar veeleer of het optreden van het Nederlandse volk, een Christen- mogendheid (althans in de ogen der Indiërs) zo is, dat het een aanbeveling is voor het Evangelie. Als het ons, Nederlanders, ernst is met het brengen van het Evangelie, is het een eerste vereiste dat wij als volk tonen, dat wij met de eisen van het Evangelie ernst maken; dat het ons in onze verhoudingen tot Indië ga^t om recht en gerechtigheid. De Indiër vöele, dat de Christenen vooraan staan in deze dingen. Zo dikwijls was het anders en waren het anderen, die den weg wezen." Juist als wij als Christenen nu willen kiezen en wij moeten dit doen dan kan van ons niet anders verwacht worden dan dat wij een protest laten horen tegen elke schending der gerechtigheid op politiek, economisch en sociaal terrein. Deze houding brengt zeer duidelijke consequenties mee voor het nu. DE Kerk is het die zich verblijden moet in alles wat een volk moreel, sociaal en politiek ge zond en sterk maakt, welke consequenties dat ook moge hebben. Daarom verblijden wij als Zendingsarbeiders er ons over dat de Christe nen een werkzaam aandeel hebben in de op bouw van het nieuwe Indonesië en Christenen optreden als ministers en op andere belang rijke plaatsen staan. We zullen ons niet ontveinzen dat slechts weinig belijdende Christenen in Nederland hiervan doordrongen zijn. De stemming over de commissie-generaal in de kamers sprak in dit opzicht zeer duidelijke taal. Juist de z.g.n. ..Christelijke" partijen verzetten zich er tegen. Dit is iets wat wij alleen maar met grote droefheid en diepe schaamte kunnen ver melden. Juist vanuit de jonge kerken in Indonesië, die daar zijn gegroeid door de arbeid der Zending, wordt ook op het Nederlandse volk een beroep gedaan de Indonesiërs te erkennen in hun recht. Beter dan welke oud-Indische gasten ook kennen de zendelingen de moge lijkheden van de Inheemse bevolking en weten wat deze waard zijn. Nauwer dan één andere groep zijn zij er steeds mee in contact geweest. Deze Zendingsarbeiders nu van alle richtingen en Kerken (Herv., Gereformeerd, Chr. Gereformeerddoen al hun best de - Nederlandse christenen ervan te overtuigen dat alleen de wijze, waarop de regering deze zaak aanpakt, ook vanuit de Kerk gezien, de enig juiste is. Van deze dingen zullen wij ons toch wel ernstig rekenschap moeten geven en ons in ons oordeel niet al te snel laten verleiden door de vaak zeer onoordeelkundige pers. Ook de Synode der Nederlandse Hervormde Kerk is in het voorjaar in haar Herderlijk schrijven over Indonesië na een zeer ernstig onderzoek tot dezelfde conclusie gekomen en pleit voor een volledig opheffen van de koloniale status en een werkelijk ernst maken met het woord van de Koningin in December 1942, die spreekt van de mogelijk-, heid van een vrijwillig aanvaard rijksverband. Hier zullen we ten volle het accent moeten laten vallen op het woordje „vrijwillig". Dat betekent dus dat we niet er van te voren van uit mogen gaan dat dit Rijksverband er be slist komen moet. De Koningin stelt in dezelf de rede de mogelijkheid van het uiteengaan der beide volkeren, wanneer de tijd daarvoor rijp is. Hiermede wil ik niet zeggen dat we propaganda moeten maken voor de leus: Indië. los van Holland", want ook wij zijn van mening dat de nauwst mogelijke band tussen beide volken zowél voor Nederland als voor Indonesië het allerbeste is en hoe losser de band hoe groter de gevaren voor de toekomst. Wanneer Uw stamkaartnummer op het cijfer 0 eindigt en U sedert Jan. 1945 geen bon voor schoenen hebt ontvangen komt U in de maand October in aan merking voor een SCHOEN EN BON. We moeten ons echter van deze dingen wel terdege rekenschap geven en handelen zoals op dit ogenblik gehandeld moet worden, terwijl we den ander als volkomen gelijk waardig en gelijkberechtigd zien. Nu de beslissing nadert moeten wij een keuze doen. Het is het werkcomité ,,Kerk en Indonesië" dat kortgeleden een resolutie aan nam, die ik ten slotte hier overneem. ..Het werk-comité „Kerk en Indonesië" is bij zijn oprichting uitgegaan van de zedelijke noodzaak ener radicale opheffing van de koloniale status van Indonesië en ener vol komen gelijkwaardige en vrijwillige weder zijdse verhouding tussen het Nederlandse en Indonesische volk en spreekt daarom zij diepe bezorgdheid uit over de huidige ontwikkeling der situatie. Het is overtuigd, dat een hoe ook bedekte oorlogsverhouding tussen de beide volken een zonde jqgens Go3 en een onrecht jegens elkander moet heten en bij jongen en ouden steeds meer gewetensconflicten zal op roepen. Het doet een beroep op de Christe lijke gemeente in Nederland en Indonesië om zich de ernst van deze toestand en haar ver antwoordelijkheid daarin bewust te maken. Kennis nemende van de actie, die op dit ogenblik door de Vereniging Nederland-Indo- nesië wordt gevoerd om het Nederlandse volk zich met een petitionnement tot zijn regering te doen richten, teneinde op korten termijn tot een volgens het bovengenoemde uitgangspunt zedelijk aanvaardbare verhouding tussen Nederland en Indonesië te geraken, spreekt het Comité uit, dat naar zijn overtuiging dit petitionnement in de allereerste plaats door de leden der Christelijke gemeente en haar voor gangers moet worden ondersteund als een hun geschonken mogelijkheid om als Christe nen in Nederland hun verantwoordelijkheid in dit opzicht tot concrete uitdrukking te bren gen.1) Het ComitêVeet, he>£ het in Nederland en Indonesië een voortdurend gebed opgaat, dat beide volkeren elkander voor Gods aange zicht in een geheel nieuwe verhouding mogen ontmoeten en spreekt uit, dat dit gebed steeds weer en al veelvuldiger ook in de openbare samenkomsten der Gemeente noodzakelijk is en dat er overeenkomstig dit gebed in op rechtheid en voortvarendheid moet worden gewerkt om nu eindelijk een wederzijdse staat kundige verhouding te scheppen, waarin zuïk een nieuwe ontmoeting mogelijk wordt." Amersfoort. P. H. de Bres Ned. Herv. Pred. P.S. Het adres voor adhaesiebetuigingen is: Keizersgracht 462, Amsterdam-C.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1946 | | pagina 1