Jan Overeenkam Het raadsel De Gaulle „Dolle Jack" ontstemd te vullen. Het is eigenlijk maar gogd, dat er in de bladen nog geen ruimte is voor de lijst kleine misdaden, die zo langzamerhand de lengte van een waslijst krijgt. Er zijn nog meer symptomen, die erop wijzen, dat de oorlog een deel van ons volk moreel achteruit heeft gebracht en dat wij lelijk zijn verwilderd. Horen daar ook de ongelukken bij, die steeds weer bij de militaire •oefeningen voorkomen Het communistische Kamerlid, Koejemans, stelde er de Min. vragen over, doch de beantwoording was zo onbevredigend, dat de Eerste Kamer er een interpellatie over toestond. Woensdag jl. is echter weer eens duidelijk gewor den dat ook de goede eigenschappen, die in ons volk leven, juist door de oorlog en in de oorlogstijd aan het licht zijn gekomen. Tijdens de Duitse bezetting toch, tussen 1940 en de bevrijding, hebben vele Neder landers de Geallieerden geholpen door ondergrondse organisaties. Een deel van deze hulp, welke veel tot de bevrijding heeft bijgedragen, bestond uit het ver lenen van bijstand aan Geallieerde piloten, die boven Nederland werden neergeschoten. Honderden van deze vliegers werden verborgen door leden van de verschil lende ondergrondse bewegingen, die hen eventueel naar Engeland terug leidden. In Nederland alleen hebben meer dan 10.000 personen hun deel bijgedragen om deze gevallen piloten in staat te stellen te ontsnappen aan de vijand. Speciale ondergrondse organisaties werden in het leven geroepen om neergeschoten Amerikaanse en Britse piloten terug te zenden; teneinde deze loyale hulpverlening na te speuren heeft Mis-X (Military Intelligence Service United States Army) gedurende meer dan een jaar in Nederland onderzoekingen uit gevoerd om al deze hulp aan het licht te brengen en om een en ander blijvend vast te leggen. De twintig decoraties, die op 4 September in Den Haag zijn uit gereikt, vertegenwoordigden de hoogste onderscheiding, welke de Amerikaanse regering aan buitenlandse staatsburgers kan verlenen; Vrijheidsmedailles (Medals of Freedom) met gouden of* zilveren palm. De Amerikaanse Ambassadeur en hoge autoriteiten van de Nederlandse Regering woonden deze plechtig heid, welke door een défilé ter ere van allen, die voor de zaak van de vrijheid streden, werd gevolgd, bij. Zulk een plechtigheid hebben wij nu en dan nodig, om het geloof in ons volk te kunnen behouden, om niet in de put te raken, om ons gevoel van eigenwaarde terug te krijgen en om niet tot wanhopige conclusie te komen, dat het mis gaat met Nederland dat we naar de chaos toedraaien. Het Nederlandse volk kon, deed en kan nog wel wat goeds Ook de wetgevende machine kan vlugger draaien, als dit gewenst wordt geacht. Dat blijktIn korte tijd is het wetsontwerp tot instelling van de commissie- generaal voor Indië behandeld en nu door de Eerste Kamer met 2914 stemmen aangenomen. De Eerste Kamer nam voorts nog het noodwetje aan, waardoor de gemeenten Deventer, Nijmegen, Gelsen, Odoorn, Ottersum, Voerendaal en Zwijndrecht binnenkort ter stembus kunnen gaan. Beter laat dan nooit Die de ontwikkelingen in Frankrijk nauwkeurig gadeslaat zal het opgevallen zijn, dat in de vier ^maanden, dat de Gaulle is afgetreden hij een groot deel van z'n verloren prestige teruggewonnen heeft. Het is in de laatste weken al meerdere malen voorgekomen, dat, wanneer het portret van De Gaulle ergens zicht baar wordt, het aanwezig publiek in een geestdriftig applaus losbarst. Het is eveneens al voorgekomen, dat grote groepen mensen onder de roep van „De Gaulle aan de macht" in optocht de Champs Elysees op marcheerden, terwijl de bezoekers van de vele daar staande restaurants hen geestdriftig toejuichten. Waaraan heeft de Gaulle zijn nieuwe populariteit te danken. Voor een groot gedeelte zeker wel aan het feit, dat het de regering Gouin niet gelukt is, haar be loften na te komen. Zij beloofde immers nationalisering van de grote industriën, maar nog steeds zijn de sleutelindustriën in Frankrijk niet genationaliseerd en van het door de regering Gouin aangekondigde spaar programma heeft men tot dusver ook nog niets ge merkt. Voor een groot gedeelte is de roep naar de Gaulle ook te danken aan het feit, dat hij tijdens zijn terugtrekking uit de staatsaangelegenheden een hou ding heeft aangenomen, die bij zijn tegenstanders achting heeft verworven. Een man als de Gaulle had overal bij kunnen gaan, hij had leider van een partij kunnen worden of goed betaald medelid van een politieke kliek, wiens hoofd doel is uitbuiting door de politiek. De Gaulle heeft zich echter verre van deze groepen gehouden. Met zijn bescheiden generaalspensioen 26.000 francs (vergeleken met de tegenwoordige inflatieprijzen is dit niet veel) heeft hij de zaken rustig aangekeken. Men zou hem in dit opzicht kunnen vergelijken met Stalin. Hij zwijgt, wacht af en neemt een sphinx- achtige houding aan. Maar ondanks de weinige woor den, die hij aan het graf van Clemenceau gesproken heeft, glijdt zijn schaduw over Frankrijk en er is bijna geen gesprek tussen politici, waarin niet de vraag gesteld wordt: „hoe lang zal het nog duren voor de Gaulle weer terug komt Ook hoorde men dé laatste tijd dikwijls de mening verkondigen, dat nu er een nieuwe regering gevormd moest worden, het heel goed mogelijk was, dat de Gaulle als president van de staat, weer terugkwam. Merkwaardigerwijze is men daarbij in socialistische kringen ook al van mening veranderd en in de pers van deze kring wordt de Gaulle her haaldelijk geprezen. Algemeen vraagt men zich momenteel af of de regering Gouin wel juist gehandeld heeft om de Gaulle als redder van het vaderland uit fiancieel oogpunt zo slecht te behandelen. Meermalen zijn vriênden en aan hangers van hetn bij de regering geweest om meer pensioen voor'den generaal los te krijgen, echter zon der resultaat. Zeer verstandig was het daarom ook van de Gaulle zich niet politiek te binden. Het was voor hem zeer eenvoudig geweest, voorzitter van de M,R.P. de grootste partij in Frankrijk te worden. De Gaulle echter zag in dat het beter was boven de partijen te staan, dan zich bij een van" hen aan te sluiten. Dat de Gaulle echter nu al terug zou komen, is van de velen verkeerd gezien. We hebben kunnen lezen, dat Bidault er in geslaagd is een nieuwe regering te vormen, waarin communisten en socialisten zijn opge nomen. Bidault is daarbij minister-president en zal ook het ministerie van voorlichting overnemen. Het,is te hopen voor Frankrijk, dat dit kabinet wel zal slagen. Hiermee is echter nog niet uitgedaan, dat de Gaulle nooit meer een portefeuille zal bezitten. Ellie had een scène gemaakt ze had gedreigd ze had hem gesmeekt niet te gaan en het was alleen de vrees voor de lachende soos-vrienden geweest, die hem zijn zin had doen doordrijven. Want lachen zouden ze, als ze hoorden, dat hij, John, die zoo'n groten mond had opgezet, te elfder ure voor een autotocht met .dollen Jack" had bedankt. Nee hoor, ze zouden er geen plezier van hebbenJohnie had alle stormen kunnen bezweren hij had voet bij stuk gehouden... Gunst, het was ook de moeite niet waard hoe rustig en zeker werd de wage* be diend Als ware hij uit marmer gehouwen, zoo zat Jack achter het stuur; kalm en zeker gleed de wagen over den weg, draaide onbe rispelijk het groote hek uit. Wat dat nu dolle Jack peinsde John. Zou dit de zelfmoord zijn, waarmee Ellie hem had trachten te weerhouden mee te gaan Geruisloos gleden ze voort. Jack makkelijk achterover gegleden, alsof hij in een club zat, John, lekker ineengedoken, liet zich behagelijk wiegen. Plotseling richtte Jack zich op. „Heb je een sigaret bij de hand 'k Zou warempel in slaap vallen bij zoo'n gangetje lieve deugd, we rijden nauwelijks de dertig kilometer!" Johnie schrok op. „Het gaat mij hard ge noeg, waarom moeten we vlugger Jack had de sigaret opgestoken en zwijgend trok hij den wagen in de laatste versnelling. De weg was vlak, het uitzicht wijd, 't kon geen kwaad. Harder ronkte de motor nu, als een groot lint trok de straat onder hen door. Jack boog zich iets voorover. „Vijftig", zei hij rustig. „Laat zoo maar", antwoordde John. Een glimlach was het antwoord en Johnie zag, dat Jack méér gas gaf. Met snelle sprongen schoof de manometer vooruit vijftig, zestig, zeventig, tachtig honderd Onrustig volgde John den Wijder. Het scheen hem toe, dat de weg op hem toe sprong... Plotseling hoorde hij boven het lawaai van den motor en van den suizenden wind, die langs de auto sneed, een kreet, die hem door merg en been ging. Jack had zich aan het stuur uit zijn gemakkelijken zetel op getrokken en half staande, half liggend, hield hij het rad vast. De sigaret, die Jack zoeven had opgestoken, werd wild bebeten. Kramp achtig omklemden de handen het stuur Dat was dolle Jack Johnie stootte hem aan... hij bemerkte het niet. Hij wou schreeuwen, om zijn aandacht te trekken, om hem te beduiden, dat ze vaart moesten minderen Jack scheen doof hij staarde recht voor zich uit, de oogen onnatuurlijk groot op den weg gevestigd. De snelheidsmeter wees honderddertig Hon derddertig kilometer en straks zouden zij bij den onbewaakten overweg zijn Een kar kwam aan, regelrecht vloog de zware wagen erop toe, doch de chauffeur lachte hij lachte! Toen begreep John die lach dat was de lach van een waan zinnige Dit zou het einde zijnEen oogenblik slechts scheen John met lamheid geslagen, toen trachtte hij de remmen te grij pen. Tevergeefs Jack greep zijn arm, omklemde die met ijzeren greep en grijnsde. Met één hand hield Waarde lezers, ik haal er Kees maar niet eens bij. Het is toch hopeloos. We krijgen niet eens een plaats je zo groot als het jeugdhoekje om onze gedachten op papier te zetten en onze lezers voor te leggen. En dat al enige weken. En dat, vólgens den redacteur, vanwege de grote gemeenteraadsverslagen. Die nemen de hele krant in beslag. Zo ook deze week. Een halve krant wethouders. Of die dan zoveel beter zijn dan Kees en ondergetekende? Volgens den redacteur zeker wel. Die zit maar met een grote schaar achter zijn tafel, als wij aankomen met ons praatje of schrift. En die knipt er telkens een stukje uit, zodat er tenslotte niets overblijft. Net of er niet genoeg is, waarover gepraat kan worden in ons bekend verband. Net of het op ons eiland net zo vredig is als bij de vredige Parijse vredesconferentie. Of er soms niets gaande is in de ene, de andere en een derde gemeente op ons eiland. Of de gemoederen de laatste tijd niet iet-of-wat beroerd zijn. En dat rond Konninginnedag en wethou ders verkiezigen. Hoe bestaat het. Rond die twee vreug deverschijnselen onrust. Dat houdt in, dat we beroerd weinig geleerd hebben. Een heel klein beetje hoe genaamd niets.Tijdens de bezetting, tijdens de oorlog, tijdens die beroerde tijd, konden we eendrachtig zuch ten, eendrachtig wijzen (naar Engelse vliegtuigen) eendrachtig verafschuwen. En nu in vredestijd, kun nen we geen eendrachtige vrede houden. En dat van wege dikwijls te verhitte gemoederen, Omdat we vele dingen oppervlakkig bekijken. „Van-horen-zeggen-op- hitsen.". En te weinig contact met elkaar zoeken. Liever er meteen een rommeltje van maken, dan nagaan wat de oorzaak is. Met desnoods verlochenen van principe en dergelijke. Omdat we een of ander zelf zo graag willen. De tegenstander-vaderlander-mede-eilandbewo ner dan meteen maar in het „zonnetje" zetten. Zonder respect voor een anders mening. Zonder eerst ook eens met tegenstanders te overleggen, enz., enz. Aan de schaar van de redacteur denkende, wou ik nog maar even zeggen, dat we er zo niet komen. Dan komen we niet op de plaats, waar de oorlog ons naar toestuwde. Integendeel. Dan komen er ook op ons eiland weer blauwe, rode, groene, gele en meer kleurrijke har nassen. Niet dat ieder hetzelfde harnas moet dragen. In geen geval! Liefst geen één harnas, draag gewoon een jasje van gepaste kleur. Een eventuele botsing met jasjes is tenslotte niet zo hard. Dat is wel het geval, wanneer harnassen botsen, dan hoor je het knersen, dan kraakt het. Zoiets brengt onkosten mee en onkosten derven de winst, zodat we geen voordelig saldo kunnen boeken. Laat ik ophouden, want als de «.baas van 't zaakje" het epistel van me langer ziet worden, komt de schaar in botsing met dit papier, die baas zal misschien van dit geharnas niets begrij pen. Hij waardeert mijn harnas-standpunt misschien niet en als hij is als zovele anderen respecteert hij het niet eens, wat juist de oorzaak is van harnasbotsingen. En dat wou ik nu juist zien. Respect voor andere kleu ren, begrip, contact zoeken, ook al wordt men het dan niet geheel eens, dan is er toch overleg geweest. Daar kan veel mee bereikt worden. Eet gepofte poters samen op, maar laat ze niet verbranden, meent Jan. hij den razend-voortsnellende wagen op den weg. Reeds zag John den overweg in de verte hij zag een trein, die langzaam kwam aan- puffen Met den moed der wanhoop trachtte John nogmaals vrij te komen, doch krachtiger nog werd hij vastgehouden. Ja dit was het einde Een slag, die daverde door de gansén omtrek Toen werd het nacht Johnie is er goed afgekomen. Hij kwam bij in zijn bed. „Lichte hersenschudding; heeft niets te betekenen", had de dokter gezegd. „En die blauwe striem op je pols zal ook wel over gaan Hoe kom je erbij, jezelf zo bont en blauw te knijpen Johnie wist het niet... Hij kon toch aan iedereen niet vertellen, dat het rijbewijs- examen hem deze nachtmerrie had bezorgd Heden overleed, na een langdurig gedragen lijden, •onze innig geliefde en zorg zame Man, Vader, Behuwd- en Grootvader Frans Willem ANTHONISSE, in den leeftijd van 53 jaar en 4 maanden. Uit aller naam, G. AnthonisseHartog. Scherpenisse, 30 Aug. '46. Rijksstraatweg 433 H.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1946 | | pagina 7