Weekblad voor het Eiland Tholen en St. Filipsland
Amerika-Rusland.
Berechting van Eiland-Bewoners.
2e JAARGANG No. 43
6 SEPTEMBER 1946
"""V'
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer. Abonnementen: 0.90 per AA nm inn
Advertentien 0.10 per millimeter - Minimum 2.00
Redactie A 494 'St. Annaland, Telefoon 47. kwartaal franco p.p. 1.15
Administratie Oudelandsestraat 9. Tholen. Telefoon 57. Prijs per nummer 8 cent SPierinkt" tot 20 clk woord I
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
Europa dacht weer gerust te kunnen zijn: het vlieg-
tuig-iqcident Joego-SlaviëAmerika leek geregeld. Dit
blijkt niet zo te zijn. Daarover zullen we nu niet uit
weiden. Laten we het eens breder bekijken. Deze zaak
trof ons meer als een symbool van wat de huidige
wereld te zien geeft dan als een aanleiding tot de
derde wereldoorlog, waar de gehele mensheid op
schijnt te wachten en als hoedanig het ultimatum, dat
Amerika stelde," reeds werd gedoodverfd.
Het wel wat respectloze overvliegen van de Ame
rikanen en het zeker wat te sngl naar de vuurwapenen
grijpen van de Joego-Slaven, tekenden als het ware
de twee stromingen, die de wereld van vandaag te
zien geeft. De eerste, die we gemakshalve de Ameri
kaanse zullen noemen, wil vrijheid vrijheid van
armslag bij het opbouwen van de verstoorde handels
betrekkingen, bij het ontsluiten van nieuwe grond
stoffen-gebieden; bij het stichten van nieuwe productie
centra; bij het inrichten van iedere samenleving, zoals
het betrokken volk dat goeddunkt kortom, de vrij
heid van zakendoen, om er alle partijen beter van te
laten worden. Daarbij weten ze, dat een klant die het
„goed doen kan" wenselijker is, dan een klant, die
wel wil kopen, maar niet kan betalen. In het kort
gezegd, wil deze groep een samenvoeging van de ver
schillende volkengemeenschappen tot een geheel, dat,
met handhaving van de zelfstandigheid, tot onderlinge
samenwerking komt, waarbij alle delen wél zullen
varen al zullen de eerste tientallen jaren de span
ningen ook tussen fyjn niet ontbreken.
In de tweede groep, die we de Slavische zouden
kunnen noémen, zijn juist de tegenovergestelde tenden-
zen aan het werk. Alles wat onder de Russische
controle staat, is potdicht; alle „vreemde" invloed
wordt geweerd. Bij de reusachtige taak, die de Sowjet-
Unie zich heeft gesteld, een industrie-apparaat op te
bouwen, dat eerlang het Amerikaanse moet over
vleugelen, treedt het niet naar buiten om producten uit
te wisselen. Het past de onder zijn invloed gekomen
staten in het tegelwerk van zijn economische bouw en
maakt de belangen van die volken ondergeschikt aan
het grote belang van de Russische staat, zo men wil,
aan dat van de Rus zelf. Het sluit zich niet alleen op
in zijn economisch-geografisch gebied, maar steekt ook
z'n grijparmen naar buiten naar de Bosporus, naar
de Donau, naar West-Europa via zijn geestverwanten,
naar het Zuiden, naar Iran, naar het Oosten, naar
China. Zij wekt angst bij de zwakken, wantrouwen bij
hen, die onderlinge samenwerking wensen, haat bij de
sterkerafkeer bij allen. Gevoelens, die wederkerig
heersen.
De gevoelen van „anderen" zijn te verklaren, maar
die van de Rus mogen we niet ontkennen. Het volk
herinnert zich goed, hoe aan haar wieg de witte
legers stonden, die werden gesteund door het Westerse
kapitaal. Het herinnert zich goed, hoe het werd ge
hinderd door de inmenging van petroleum- en andere
industrie-koningen, hoe het bereiken van haar vol
wassen leeftijd werd bedreigd, door de vernietigingswil
van Hitier in haar oogen oorspronkelijk een instru
ment, dat door de Westerse mogendheden slechts aan
de macht werd gelaten, omdat men verwachtte, dat
het zich tegen Moskou zou keren.
Wanneer er zulk een mentaliteit heerst, ligt het
bevel tot vuren los in de mond, wanneer ten opzichte
van de grenzen een zekere nonchalance voorkomt.
We maken er ons niet druk om de kwestie, waar
het om ging, is alweer geregeld.
Maar de menselijkheid stelt aan de volken een
ander ultimatum. Een ultimatum, dat luidt: respeeteert
eikaars zelfstandigheid, laat uw gedragingen niet leiden
door wantrouwen en richt uw werkzaamheden op het
welzijn van de gehele mensheid. Want anders zullen
binnen weinig jaren slechts enkele van de laatste
voortbrengselen van uw „beschaving", noch van de
een. noch van de ander ook maar iets doen over
blijven.
En hoe zullen mensen dit laatste dan nog tegen
houden
Zoals vrijwel algemeen bekend is het vier
de Tribunaal te Zierikzee gevestigd. Dit Tri
bunaal behandelt de meeste politieke deli-
quenten van ons eiland. Door het niet tijdig
ontvangen of ter inzage krijgen van verslagen
der zittingen, ook door weinig plaatsruimte,
is het niet altijd mogelijk alle betreffende
rechtzaken op te nemen. We doen echter ons
best aan de verlangens onzer lezers te vol
doen om ook hieraan onze aandacht te beste
den. Bovenstaande delen we slechts mede,
opdat niet de mening gevormd wordt, dat
slechts willekeurige gevallen worden gepubli
ceerd. Voor we hieronder een verslag laten
volgen van de laatste zitting te Zferikzee, be
richten we nog dat W. Snoep te St. Annaland
onmiddellijk in vrijheid is gesteld na veroor
deling tot een boete van 1000.en ontzet
ting van rechten. Ook dit bericht was reeds
vorige week naar den drukker, maar kon we
gens plaatstekort niet afgedrukt worden met
vele andere copie.
Zitting Tribunaal van 28 Aug. Een 6-tal
zaken werden behandeld, w.o. 3 van eiland
bewoners n.l.
1. Pieternella Tichem te Scherpenisse,
was reeds in 1935 lid der N.S.B. drie harer
dochters werden lid v.d. jeugdstorm, één ver
spreidde N.S.B. lectuur. Beschuldigde schreef
brieven met als ondertekening: „Met Mussert
houzee" e.d. n.a.v. een propaganda-speech v.
wijlen Joseph Goebbels. Beschuldigde geeft de
haar ten laste gelegde feiten toe en de uitla
tingen in een brief aan een „kameraadske"
betwist zij niet. In deze brief spreekt zij de
hoop uit, dat de Fuhrer het mag beleven, dat
alles goed komt. „Jammer dat hij het niet
heeft mogen beleven hoe goed het gegaan is",
merkt de voorzitter op, die haar verder toe
voegde: „vond U het geen bezwaar uw drie
dochters toe te staan lid te worden van de
Nat. Jeugdst. Beschuldigde zag er geen
militairisme in.
Mr. v. Dirven verdedigde deze beschuldigde
die in 1935 al lid was, zonder Duitse invloed
of oorlog. De door haar geschreven brief te
kent de mentaliteit, vrouwelijk medelijden met
een „held", een typische vrouwelijke adora
tie voor sterke mannen. Waar de overheid
thans pleit voor de reconstructie der gezinnen
der p.d. doet pleiter een beroep op het trib.
om dit gezin waarvan de man bij de W.A.
was dus nog niet vrijkomt, zo sp. m. te hereni
gen.
2. Krina Heijboer te St. Annaland werd in
1941 lid v.d. N.S.B. en van de N.S.V.O.,
werkte in de keuken bij de Wehrmacht op
Stavenisse, ging vriendschappelijk om met de
Duitse soldaten, klaagde Jac. Goedegebuure
aan, omdat deze „Oranje boven" zong bij
den N.S.B. burg. v.d. Weele, waardoor een
geldboete van ƒ10.aan de vaderlandslie
vende werd opgelegd. Besch. was door Steke-
tee tot de N.S.B. gekomen en via de bewe
ging tot de N.S.V.O. Ook had zij zich opge
geven voor verschillende werkzaamheden,
o.a. om gewonden in lazaretten te bezoeken.
Maar dat had zij nooit gedaan, wat de voorz.
jammer voor de gewonden vond. Wel had ze
5 mnd. in de keuken gewerkt voor de Wehr
macht, ter vervanging van een vriendin. Ver
schillende getuigenverklaringen klopten niet
met wat besch. nu vertelde, hetgeen de voorz.
de opmerking ontlokte, dat het beter was een
beetje meer open kaart te spelen. Besch. gaf
toe vriendschappelijk met D.soldaten te heb
ben omgegaan. „Over de frequentie zullen we
ons maar niet verdiepen," meende de voorz.
De kwestie met Mej. Goedegebuure, die haar
sloeg en de kinderen opstookte, toen beschul
digde haar toevoegde dat ze zelf ook „Oranje
boven" moest zingen en het niet alleen de
kinderen moest laten doen. Mej. Goedege
buure is later voor dit feit veroordeeld. Besch.
die overstuur was liep naar v.d.Weele, groep
leider, i.p.v. naar de Ned. politie. „Hoe vond
u uw optreden", vroeg de voorz., beklaagde
zweeg, waarna de voorz. haar toevoegde
„Hebt U er geen woorden voor?" Mr. van
Hasselt wenste aan de feiten weinig te tornen:
alleen over de motieven die haar aanleiding
gaven tot aansluiting, wilde spr. pleiten.
Door de propagandist Steketee was zij tot de
N.S.B. gekomen en via deze beweging in de
N.S.V.O. getippeld. De kwestie met Mej
Goedegebuure zag pleiter in het juiste licht
geplaatst, niet zo zwaar, want hij zag daarin
een uitlokking. De zaak werd voorts via Ned.
instanties berecht. Waar beklaagde 20 mnd.
geinterneerd is geweest, hoopte pleiter dat
haar geen verdere vrijheidsberoving zal wor
den opgelegd.
3. Betje A. Nelemans te St. M'dijk, werd
in 1942 sympth. en in 1944 gewoon lid van
de N.S.B., sloot zich aan bij de N.V.D. en de
Landstand, schreef artikelen in de Landstand,
druipend van genegenheid voor den Führer,
maakte een gedicht op de Oostfronthelden,
waarvoor zij een dankschrijven van Mussert
ontving en schonk in 1941 kledingstukken
t.b.v. D. soldaten die in Rusland vochten.
Als motief voor aansluiting tot de N.S.B.
gaf zij op de slechte toestanden op agrarisch
gebied. „En zijn sedert de bezetting deze al
verbeterd, inform, de voorz. De landbouw
inkomsten waren tijdens de bezetting beter,
meende besch. maar de voorz. dacht, dat
zulks wel aan de oorlog lag. Besch. was voor
1940 presidente van de Boerinnebond in Zee
land, welke organisatie, na ontbonden te zijn,
overging in de Landstand, waarin zij alleen
„landvrouw" .was. Wist u niet, dat u de zijde
koos van den vijand, door dat lidmaatschap",
merkte de voorzitter op. Mr. van Dirven
merkte bij de verdediging op, dat zijn cliënte
de feiten heeft toegegeven, met uitzondering
van het feit, dat zij geen functie in de Land
stand heeft vervuld. Zij is lid van de N.S.B.
geweest en de andere feiten vloeiden uit haar
lidmaatschap voort, veel meer dan uit nat.
soc. gezindheid. De daden zijn klaarblijkelijk
een gevolg van een bijzonder temperament en
aanleg, een „conflict d'opinion". Wat zij
schreef mag men niet kwalificeren als erger
lijke persproducten; zij was te goeder trouw
door de schoonklinkende nat. soc. leuzen.
Waar de verpachter van haar boerderij er
geen bezwaar in heeft, dat zij de leiding daar
van weer op zich neemt, i.p.v. haar 22 j. zoon,
vraagt pleiter spoedige invrijheidsstelling van
zijn cliënte, die van 18 Mei 1945 geinterneerd
is geweest.
Uitspraak van alle 3 zaken op 11 Sept. a.s.