Een Woonhuis met Erfy groot 2 aren, 20 c.a. JONGE HONDEN TE KOOP ruim 1 H.A. Luzerne Klaver een één scharige rondgaande ploeg een boerenwagen breed beslag een kleppertuig bij Ir, M, A. GEUZE 500 kilo Alpha's, 250 kilo Bintjes, 25/35, DIENSTBODE Aangifte Nieuwe Leerlingen. DE JONGE SJAH VAN IRAN EN DE POLITIEKE CRISIS IN ZIJN LAND Gedurende vele maanden bevindt Iran zich in een crisis. Dit kleine stukje grond, waar de belangen van Oost en West tegen elkaar bot sen vormt gedurende vele maanden een -voort durend onderwerp van gekrakeel. De opstan dige beweging in Aserbeidsjan is er één van de oorzaken van en tot overmaat van ramp is de Iraanse commissie op de veiligheidsraad te Londen nog zo onverstandig geweest deze kwestie weer in het middelpunt van de be langstelling te plaatsen, door te protesteren tegen de steun die de Russen de opstande lingen hebben verleend. Het zijn hier de grootmachten, die om de in zijn land aan wezige olie vechten. De 26-jarige Sjah van Perzië ziet zich voor vele moeilijke vraag stukken geplaatst en zijn titel koning der koningen helpt hem hierbij weinig. Bovendien is hij nog jong en pas drie jaar aan het be wind, zodat hij dus de toekomst met een zwaar hoofd tegemoet ziet. De vader van den tegenwoordigen Sjah was een eenvoudig officier, die door zijn grote verdiensten voor het land wist op te klimmen tot ministerpresident, waarna hij zich in 1926 tot heerser aller heersers liet uitroepen. Om van zijn zoon een modern heerser te maken stuurde hij hem naar Zwitserland om daar zijn opvoeding te voltooien. Hier leerde de jonge Sjah perfect Engels en Frans spreken en werd hij een Europese gentlemen. Na vijf jaar daar te zijn geweest werd hij teruggeroepen om in de politiek van zijn land ingewijd te worden. Zijn vader, die een hard vochtig heerser was, was nu niet bepaald de aangewezen man daartoe en zo gebeurde het dat zijn zoon zich aan zijn hof niet gelukkig kon voelen. Hij had slechts één liefhebberij en dat was het autorijden, dagelijks kon men den prins met grote snelheid langs de wegen van het land zien rijden. Maar zijn vader had andere plannen met hem. Op 15 Maart 1939 trad de jonge man in het huwelijk met de beeldschone zuster van den jongen Faruk van Egypte. De feesten werden met veel praal gevierd, maar moesten voornamelijk dienen om de moeilijkheden die er op godsdienstig gebied gerezen waren uit de weg te ruimen. De grote schoonheid van de prinses kon hem echter niet boeien en hij bleef haar niet trouw. Er liepen herhaaldelijk geruchten dat hij nog steeds een harem bezat en toen hij zich openlijk met één van zijn ge liefde vrouwen in het paleis vertoonde, wilde zij met hem breken. Op aanraden van een Amerikaans psychiater, die zij in het geheim raadpleegde, trachtte zij hem weer in het rechte spoor te brengen, maar tevergeefs. Mei 1945 begaf zij zich naar haar broer in Egypte waar zij om gezondheidsredenen nog steeds verblijft. Er wordt gefluisterd, dat zij in Kairo echtscheiding heeft aangevraagd. Temidden van deze huiselijke crisessen, brak een andere crisis uit. In September 1941 werd de oude Sjah afgezet, Perzië was inmiddels door Rus land en Engeland bezet, en werd zijn zoon, die meer liberale neigingen bezat, op de troon geplaatst. De oude Sjah werd door de Engelsen ge vangen gezet op het eiland Mauritius en later op St. Helena, waar hij kort geleden is over leden. Het is dus alleszins begrijpelijk, dat de tegenwoordige Sjah, de toekomst donker inziet, vooral omdat hij weet dat het lot van zijn land geheel in handen ligt van de groot machten, voor wie hier economische en stra tegische belangen op het spel staan. BIG BILL ONTDEKT HET NAZI KAARTSYSTEEM April 1945. Met levensgevaarlijke snelheid rijdt een grote mermedeswagen door de stra ten van München. De stad is verlaten en stil, de huizen grotendeels vernield. In de verte weerklinkt het gedonder van de naderende Amerikaanse artillerie en van tijd tot tijd ver schijnen er vliegtuigen boven de stad. De val van München is nog slechts een kwestie van uren. de twee mannen in de auto weten dit en spreken geen woord. De opdracht, die zij te vervullen hebben is van de allergrootste betekenis. Plotseling stoppen zij in één van de voor steden van München voor een groot gebouw en vragen de aanwezige portier direct bij den directeur Hans Huber toegelaten te worden. Bij den directeur ontpoppen de beide mannen zich als leden van de Gestapo en zij vragen den directeur of hij soms nog interesse heeft in een zending oud-papier. Natuurlijk heeft Huber interesse, want papier is zo langzamer hand zeldzaam geworden, en Huber accep teert de zending van 66.365 kg ten volle. Voordat de heren weggaan, maken zij echter nog een voorwaarde. Het papier met zo spoe dig mogelijk verwerkt worden. Dit korte gesprek vertelde Huber aan den Amerikaansen inlichtendienst en hij vervolg de, alhoewel ik nooit lid van de partij ben ge weest zag ik toch direct dat deze zending de z.g. lidmaatschapskaarten van de partij bevatte, ik begreep dat deze papieren voor de Geallieerden van groot belang waren en be sloot ze dus te bewaren en ze aan de Ameri kanen te geven zodra deze in München waren. Huber vertelde echter niet dat de aan wezigheid van deze kaarten slechts door een toeval door de Amerikanen ontdekt zijn, hij had nl. nooit de Amerikanen van de aan wezigheid op de hoogte gesteld. Wij zeiden reeds dat de kaarten door een toeval ontdekt werden. De Amerikaanse majoor W. Brown, bij zijn mannen beter be kend als Big Bill, officier van de Amerikaanse inlichtingendienst, vond op zekere dag op een verborgen plek in het regeringsgebouw enkele zakken met de bewuste kaarten. Bills speurzin werd wakker en hij stelde een nader onderzoek in. Het spoor leidde al spoedig naar de fabriek van Huber. Deze ontving hem heel vriendelijk en deelde hem mede dat de bewuste papieren inderdaad in zijn bezit waren. Ik heb de waarde van deze papieren voor U begrepen en ze daarom niet laten ver nietigen. Mijn haat tegen de nazi's is alge meen bekend en ik ben blij dat ik U op deze manier nog van dienst kan zijn, verklaarde Huber. Big Bill vertrouwde het zaakje echter niet en vroeg zich af waarom de nazi's deze papieren ondergebracht hadden bij een man, die als anti-nazi bekend stond. Was Huber misschien geen verkapte nazi-aanhanger. De grote chaos van deze documenten bevestigde zijn wantrouwen en toen enkele getuigen hem verklaarde dat de aflevering van de papieren zeer ordelijk was geschied, stond het voor hem vast dat Huber deze chaos had aan gericht. Inmiddels verliepen enkele weken en de berichten in de Engelse kranten, schilderden Huber als een groot Nazi-tegenstander. Deze krantenberichten drongen ook tot München door en deden een storm van protest ontstaan. Het regende dagen lang brieven bij de Ame rikaanse bureaux, die inderdaad de mening van Bill bevestigden, dat Huber een verkapt nazi-aanhanger was en op zeer goede voet stond met de leidende functionarissen van de partij. Huber werd natuurlijk direct in arrest ge steld en veilig opgeborgen. Het uitzoeken van de kaarten leverde echter grote moeilijk heden op. De kaarten waren in de meest ver schillende kleuren gedrukt en allen beschre ven met een code, waarvan men de betekenis niet kon vinden. Zonder hulp van experts was het onmogelijk dit raadsel op te lossen. Verschillende Duitsers, die op dit bureau ge werkt hebben, werden gearresteerd, maar het scheen dat slechts een paar ingewijden volle dig met de zaak op de hoogte waren, Totdat men op zekeren dag een vondst deed, die de oplossing van het probleem betekende. In het regeringsgebouw vond men een codeboek en met behulp van dit werk slaagde men erin de kaarten te ontcijferen. Deze kaarten vormen een middel om alle nazi-aanhangers, waar ook ter wereld op te speuren. De nazi-bureaucratie tekende ieder partijlid driemaal op. Een maal in de z.g. correspondentiezakken, waarin alle bijzonder heden van de aanhangers werden vermeld, dan op een plaatselijke registratiekaart en ten slotte nog op alfabetkaarten, die voorzien waren van verschillende foto's. Bij het uitzoeken van de kaarten is al ge bleken, dat vele Duitsers, die in het buiten land woonachtig waren en zich hadden laten naturaliseren als ijverige nazi-aanhangers ge boekt staan. Eigenaardig was het dat lidmaatschaps kaart no. 7 verdwenen was, schijnbaar had Hitier zijn kaart reeds opgevraagd om op die manier de mythe van zijn verdwijning nog groter te maken. TOJO HOUDT HET KEUKENGEREI SCHOON Binnenkort zal ook in Tokio, evenals in Neurenberg, een internationaal gerechtshof bijeenkomen om de Japanse oorlogsmisdadi gers te veroordelen. Een van de hoofdbe- schuldigden in dit proces is de oud-minister president Tojo. Tojo, die zoals u weet zelfmoord heeft trachten te plegen is van zijn bekomen ver wondingen geheel hersteld en veilig opge sloten in de strafgevangenis van Sugamo, dat even ten Noorden van Tokio ligt. Tojo heeft veel van zijn oude arrogantie verloren en niets herinnert meer aan den vroegeren minister-president. Tojo die zich schijnbaar nog al verveelde heeft zijn bewakers om wat werk gevraagd en nu zit hij van den vroegen morgen tot den laten avond het keukengerei schoon te maken. Het keukengerei heeft er nog nooit zo netjes uitgezien en Tojo werkt eraan met een ijver een betere zaak waardig. KERKNIEUWS. Door den Kerkeraad der Ned. Herv. Ge meente te Tholen is toezegging van beroep gedaan aan Ds. E. R. Damsté van Stavenisse. „Velen geven liever trompettende een goudstuk, dan in stilte een cent" TE KOOP AANGEBODEN gelegen Dalemschestraat - Tholen. Te bevragen Bureau van dit Blad Nog een paar pracht BIJ M. HOUT Drogisterij Stavenisse TE HUUR: Te bevr. bij M. MOERLAND, Nieuwstraat St. Annaland. TE KOOP (Braban^one) (Gron. model) Zandhoeve Poortvliet TE KOOP: A gekeurd, voorgekiemd, 35-45. A gekeurd. I. VERMAAS - St.Annaland. MEVROUW ALSBACK Rozenburglaan 21, Rotterdam(0.) vraagt per 1 April EEN INWONENDE Klein gezin. Op ZATERDAG 16 MAART a.s. bestaat tusschen 2 en 4 uur ge legenheid, nieuwe leerlingen aan te geven voor de Chr. Nat. School, Boschstraat 18, bij het "Hoofd der School G. J. DRAGT. Markt 15. Leerplichtig zijn zij, die vóór of op 1 April de leeftijd van 6 jaar hebben bereikt. Het Bestuur.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1946 | | pagina 8