Mededelingenblad voor het Eiland Tholen
Het oude leger vuurt nog.
De dubbelganger van Montgomery.
2c JAARGANG No. 11
Abonnementen: f 0.90 per kwartaal franco per post f 1.15
VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG
25 JANUARI 1946
Prijs per nummer 8 cent
REDACTIE: G. Heijboer, Nieuwstr. 494, St. Annaland UITGEVER: Firma C. Dieleman, Oudelandschestr. 9, Tel. 57, Tholen
ADVERTENT1ÊNf 0.10 per milimeter - Minimum f 2.00 SPIERINKJES tot en met 20 woorden f 1.00 - elk woord meer f 0.05
BtT" Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
Vele lezers zullen de petitie van een aantal offi
cieren, welke zich soldaten van het „oude leger"
noemen, al gelezen hebben in de dagbladen. Dit artikel
behoorde dan ook eigenlijk vorige week al te zijn
afgedrukt in ons blad, maar ja... alles gelijk gaat niet.
Niet alleen in een vergadering van de „Jongge
borene" van de Ver. Volkeren vier de demo
cratie haar lusten bot (Iran verwijt Rusland, Rusland
verwijt Engeland). Ook in ons eigen vaderland mag
ieder z'n eigen mening weer naar voren brengen. Ge
lukkig De mening van de officieren van „ons oude
leger" was scherp en hard tegenover het tegenwoordige
Want in die petitie, gericht aan H.M. de Koningin,
spreken de ondertekenaars over de wanordelijkheid
en ondoelmatigheid van 't latids defensiebeleid. Zij
ergeren er zich aan, dat zij „miskend" werden. Zij
werden, aldus die petitie, hoewel reeds in Juni 1940
een begin werd gemaakt met de wederopbouw, zij het
dan ondergronds, zonder enig motief opzij geschoven.
Zij spreken over een ongekende slechte toestand in
ons nieuwe leger over wanorde, muiterij, insubordinatie,
vandalisme, desertie, persoonlijke eerzucht, zucht tot
avontuur, dorst naar bloedvergieten. Erkenning van de
grote ervaring van ouderen wordt principieel verwor
pen. Ernstig wordt verweten, dat de legerleiding niet
terstond is overgegaan tot het oproepen van geoefend
kader.
Begrijpelijk vinden we het wel, dat een petitie door
officieren van het oude leger in zee ging. Het valt heus
niet mee, wanneer men altijd z'n plicht heeft gedaan,
(zelfs tijdens de bezetting) en dan te moeten zien, dat,
zodra er weer gelegenheid is, in hetzelfde beroep die
plicht te doen, men zonder meer aan de kant moet
blijven toekijken. En dan bovendien te moeten toekijken
op een geheel ander geschoold en gamanierd leger, dan
het vroegere, wat er bij die heren ingeworteld zit en
dat althans voor hun gevoel voor geen verbetering
vatbaar was.
Maar onbegrijpelijk vinden we de inhoud van die
petitie en vele uitdrukkingen eruit zeer afkeurens
waardig. Want o.i. houden die heren er geen rekening
mee, hoe het „nieuwe leger" is ontstaan. Gedeeltelijk
bevrijd, geheel afhankelijk, zonder langdurige training,
meteen temidden van een fronfleger, werden de eerste
Bataljons gevormd, gevormd uit verzetslieden, gevormd
uit overtuigde vrijheidsstrijders, die voor hun over
vallen op S.D. of andere militaire objecten nooit
„kamerinspectie" hadden gehad, nooit „inwendige
dienst", integendeel, vol walging voor de Mofse
„houdingspringerij". Die bovendien tenmidden van een
leger werden gestopt, waar alles zo vanzelfsprekend,
zo zwijgend, toch zo gesmeerd, liep, dat ze bij voor
keur de vroegere „hakkenklikkerij" en de „per minuut-
groeterij" al veroordeelden.
Keuren wij die grote tegenstelling van het oude
leger ook weer aoed Neen, maar het is enkel maar
even letten op het ontstaan van het nieuwe leger.
Trouwens, persoonlijk, kunnen we het tegendeel van
vele in de petitie genoemde woorden, bewijzen. Wij
kwamen spoedig na de bevrijding in opleiding in
Frankrijk. Daar werden we getraind door officieren
van de Prinses Irene Brigade, officieren, die niet
direct „hakkenklikkerij" e.d. eisten, maar voor wie het
door ons uit eigen beweging, werd gedaan. Want
en dit ondervonden we tijdens onze diensttijd in '40
nimmer die officieren rolden eerst door de sneeuw,
voor wij het moesten doen, die officieren namen eerst
de hindernisbaa.n, voor wij er over moesten, die
officieren namen desnoods de „bren" over van de
doodvermoeide te weinig getrainde manschappen, die
officieren waren dag en nacht bezig voor hun man
schappen. Die officieren eisten ook orde en tucht, die
officieren inspecteerden ook kamers en kleding, maar
voor die officieren bleven wij toch: „heren". En voor
die officieren poesten wij desnoods te middernacht
onze wapens, onze kleding, voor die officieren gin
gen wij door het vuur.
En toen... kwamen we terug van onze cursus, toen
kwamen we bij het Bataljon: Toen hoorden we de
eerste les van een sergeant-capitulant van het leger
van 1940. Toen hoorden we ook de eerste uitdrukking
tegen een der manschappen: „Kaffer, waarom staat die
kraag open."
Evenmin als we alle tegenwoordige officieren willen
rekenen onder de groep van wie wij die goede trai
ning kregen, evenmin willen wij voor die ene sergeant-
capitulant het gehele oude leger veroordelen. Maar
toch, bij ons Bataljon terugkomend, waar vele oud
reserve-officieren het commando hadden, bleek toch
weer, dat en dit is o.i. de begrijpelijke wrevel in
de petitie die '40er officieren het niet konden ver
kroppen, dat wij met meer „gemeenschapszin kwekende
theoriën" aankwamen plus de moderne velddienst,
waarvan ze voor hun ogen zagen, dat het beter ging
en nodig was, maar waarvan zij niet voldoende op de
hoogte waren. Tot zijn lof moeten wij erbij vermelden,
dat onze eigen compagniescommandant wel begrip had
en dit ook ronduit toegaf.
Nu moeten wij ook erkennen, dat de „wanordelijk
heid" na die tijd niet is afgenomen, integendeel. Wij
mogen er echter misschien ook nog op wijzen, dat als
ze onder die wanordelijkheid verstaan, het groeten,
enz. die jonge Bataljons de inhoud reeds eerder
beschreven ook temidden van officieren kwamen,
waarvoor ze principieel onmogelijk konden groeten.
Nemen wij bijv. dan M.G., waarbij jammer genoeg, ook
haast iedereen een ster moest dragen, wilden ze iets
te vertellen hebben. Dit heeft voor het leger veel
afbreuk gedaan, wat de orde betreft. Het spijt ons
dan ook altijd nog, dat deze toch veel goed doende
instantie met sterren moest worden bezaaid, waardoor
echte militairen eventuele onbekende officieren niet
meer wisten te onderscheiden van M.G. officieren.
Tenslotte moeten wij erkennen, dat er onmiddellijk
na de vrede, meer ordelijkheid had moeten komen, daar
een depotleger niet hetzelfde kan en mag zijn, wat
„inwendige dienst" betreft, als een veldleger. Maar
dan ook niet direct met een zo enorme rantsoenver
laging, als bij ons het geval is, want dan gaat èn
bij de officieren èn zeker bij de manschappen de be
zieling èr af, wanneer ze moeten gaan denken, alleen
maar nodig te zijn, in gevaar. En dit is niet het ergste,
maar wanneer dan nog veel beloften niet worden na
gekomen, dan blijft er bij dé manschappen alleen de
slechte kant van het „nieuwe leger" over en is er van
de goede kant, gemeenschap, opoffering, enz. niets
meer te zien.
Daarom, officieren, van het oude leger, een verzoek
schrift van Uw kant is te begrijpen, enige wrevel te
billijken, maar dat verzoekschrift had o.i. moeten
luiden: H.M. Stuurt U ons heel spoedig naar een goed
Engels of Hollands trainingskamp, opdat we op de
hoogte raken met de nieuwe velddienstmethoden, de
nieuwe geest, opdat we met onze opgedane ervaringen
van '40 en de nieuwe geleerde, het nieuwe leger kun
nen helpen opbouwen en de tegenwoordige leiding er
op kunnen wijzen, dat ze geen „depotleger" moeten
behandelen, zoals een „veldleger". Die enige wrevel
had kunnen bestaan in het feit, dat dit niet eerder
gebeurd was.
Hoe het ook zij, we hopen dat zowel het „oude en
het nieuwe" tot elkaar mogen komen en in eens
gezindheid die harmonie in het leven zal worden ge
roepen, waaraan ons land zo'n grote behoefte heeft.
Tenslotte is het nog verheugend, dat „ons oude
leger" opnieuw aan het vuren is gegaan, al lijkt het
zonder oorlogsverklaring en direct met de modernste
wapens.
D-day, de dag der invasie 6 Juni 1944 was een
volkomen verrassing voor de Duitseoppercommando.
Het had er nog niet op gerekend, immers, een paar
dagen tevoren bevond Veldmaarschalk Montgomery
zich nog in het Middellandsezeegebied. Hij was met de
gebruikelijke plechtigheden door veldmaarschalk Sir
Henry Wilson in Algier ontvangen en had daarver-
schillende andere militaire hoofdkwartieren bezocht.
Fascistische agenten stelden Berlijn via Spanje er van
op de hoogte, dat Montgomery de invasiebasis ver
laten had. Hierdoor is het bewijs aan het licht gekomen
waardoor de Duitse legerleiding volkomen verrast was
door het tijdstip der invasie.
Het was echter niet Montgomery, die van Engeland
naar de Middellandse Zee vloog, maar Luitenant
Clifton James van het Koninklijke Leger, een acteur,
die een buitengewone gelijkenis met Montgomery ver
toonde. Het is Clifton James echter niet toegestaan
iets over de rol, die hij gespeeld heeft, los te laten.
Hem is geheimhouding opgelegd. Het is echter mogelijk
uit de gegevens van oorlogsreporters, die zich in het
Middellandse Zeegebied ophielden, de geschiedenis van
een van de brutaaltste staaltjes van deze oorlog samen
te stellen.
James was belast met de ontspanning voor de sol
daten in Leicester. Op zekere avond wandelde hij naar
het ontspanningslokaal in battledres en werd daar
onder luid gejuich door de troepen ontvangen zij
dachten, dat Montgomery hen een bezoek bracht. Dit
voorval werd in de dagbladen vermeld en zijn foto
trok overal de aandacht. Dit bracht de Engelse mili
taire geheime Inlichtingendienst op een idee. On
middellijk voor de grote aanval, die door Veldmaar
schalk Lord Wavell in December 1940 op het Itali
aanse leger in Cyrenaica werd ondernomen,waren de
Italianen bij de neus genomen. De Engelse comman
dant zou namelijk per vliegtuig in Malta zijn aan
gekomen. Als de Italianen in de val konden lopen,
waarom dan de Duitsers ook niet
En zo werd James er op uitgestuurd. Hij werd
speciaal getraind voor de rol die hij moest spelen. De
stem van Montgomery, zijn gebaren, zijn loop en de
hem eigen manier van groeten werden grondig ingestu
deerd. Ergens in de uitgestrektheid van de woestijn
ontmoeten deze twee mannen elkaar.
Er deed zich echter één grote moeilijkheid voor.
Clifford James miste één vinger van zijn rechterhand,
hij had die verloren tijdens de gevechten in de eerste
wereldoorlog. Het was juist de hand, waarmee hij
moest groeten, en dat zou niet onopgemerkt blijven.
Er werd dus een valse vinger voor hem gemaakt en
het spel kon beginnen.
Enige dagen voor D-day verliet „Veldmaarschalk
Montgomery" Engeland voor een inspectietocht in het
Middellandse Zeegebied. Hij werd uitgeleide gedaan
door tal van autoriteiten van de Britse Generale Staf.
In Algiers werd hij verwelkomd door veldmaarschalk
Wilson en omgeven door een Amerikaans escorte
reden zij door de met mensen bepakte straten. Een
van de reporters hoorde nog de opmerking: „Monty
is in topvorm, hij ziet er alleen een beetje vermoeid
uit". Er werden in het hoofdkwartier van veldmaar
schalk Wilson grote diners gegeven, „Montgomery"
kreeg talrijke uitnodigingen en tal van officieren werden
aan hem voorgesteld. Een ooggetuige verklaarde: „Hij
speelde zijn rol voortreffelijk".
Het complot heeft zijn uitwerking niet gemist!
THOLEN
Bekendmaking
Kosteloze inenting
Burgemeester en Wethouders van Tholen maken
bekend, dat op Woensdag 6 Februari 1946, des mid
dags 12 uur in het Wijkgebouw van het Groene Kruis
de gelegenheid zal zijn opengesteld tot kostclooze
inenting en herinenting van de ingezetenen, die zich
daartoe vóór 1 Februari 1946 ten huize van Dr. P. J.
Duinker aanmelden.
Tholen, 22 Januari 1946.
Uitslag Damcompetitie 15 e ronde
Afdeling A
J. de Heer C. J. de Korte 20
J. v. Elsacker A. J. Punt 20
Nagekomen
A. J. Punt S. Somers 02
Afdeling B
B. W. Schot H. Schot 0 02
P. Polderman J. Deurloo 02
P. Jansen I. de Heer 20
L. Jansen D. Geuze 02
Nagekomen
P. Polderman C. J. Zachariasse 02
M. Schot P. Polderman 02
Burgerlijke Stand
Geboren: 7 Jan. Izabella, d. van J. J. Bazen en van
M. M. Lindhout 10 Jan. Pieter Marinus Johan, z.
v. J. van Beek en van W. Schot. 15 Jan. Klazina
Maria Philomina, d. v. F. Verduit en van M. M. van
Rijk.
Overleden 14 Jan.: Cornelis Jan Schot, 16 jaren,
zoon van A. J. Schot en N. J. Zwagemaker.
OUP-VOSSEMEfcR
Ook in deze gemeente bennutte de jeugd de ge
legenheid tot sneeuwballen, enkele ruiten moesten het
tengevolge hiervan ontgelden, wat gezien de slechte
glaspositie niet erg plezierig is.
Vorige week werd in de Openbare Lagere School
alhier proefles gehouden ter vervulling in de vacature
van onderwijzer aan deze school, slechts een sollicitant
was hierbij aanwezig, terwijl er zich drie aangemeld
hadden.
Onlangs verdwenen in deze gemeente twee fiets
wielen, later bracht de dader een wiel, gemonteerd in
een frame, terug. Tegen hem werd procesverbaal
opgemaakt.
Bij verscheidene varkenshouders deed zich in de
afgelopen dagen het euvel voor, dat zij in alle haast
hun varken moesten slachten.
De vermoedelijke oorzaak is dat zij hun krulstaart
te vlug vet wilden hebben.
si ANINALAIVD
Uitvoering Accelerando".
Donderdag 17 Jan. hield de Muziekver. „Accelerando"
onder leiding van haar Directeur M. P. Lanooy haar
jaarlijkse uitvoering. De zaal in Hotel „Havenzicht"
was geheel gevuld, toen de Directeur-voorzitter de
aanwezigen een hartelijk welkom toeriep. Het corps
speelde vervolgens een 6-tal nummers, .w.o. de bekende
Ouverture „Antigone" van Rousseau. Na de pauze
trad de Rederijkerskamer „Eendracht" te Oud-Vosse-
meer op, in een blijspel, bestaande uit 3 bedrijven met
de titel „Gebroeders Kalkoen."
Het eerste bedrijf liet een 2-tal zeer ouderwetse win
kelmannetjes zien, handelende in garen en band, e.d.
die absoluut niets wilden weten van „met hun tijd mee-