Mededelingenblad voor het Eiland Tholen
TWEEDE BLAD.
THOLEN
2e JAARGANG No. 7.
29 December 1945»
Thoolsche Oorlogsvrijwilligers landen op Malakka
Bij het licht van een stormlantaarn, op een ge-
improviseerde schrijftafel in de rustkamer, in een
bungalow in de buurt van Port Dixon Malakka's
kust) schrijft sergeant Verkerke van Tholen me het
volgende relaas:
„25 dagen reeds aan boord en nog geen zekerheid.
We gaan naar Java we gaan naar Japan we
gaan naar Ambon... we gaan terug naar Holland
we ga^n naar op den duur zal er geen plaats meer
zijn, waar we niet naar toe zullen gaan. Maar we zitten
nog steeds aan boord van de trotse „Alcantara", het
grote 24.000 ton metende troepentransportschip. We
zijn dit schip langzamerhand gaan beschouwen, als
onze vrind, want onversaagd voert hij ons veilig over
de grote watermassa's, óm zich door niets van de wijs
te laten brengen. We voelen ons bijna net zo veilig en
rustig, als zaten we ergens in Haarlem achter een
glaasje slecht bier of limonade. In onze scheepscantine
kunnen we limonade kopen, niet zo slecht en duur als
in Holland doch duur genoeg voor ons, daar het soldij
als sneew voor de zon verdwijnt. Dit komt echter niet
alleen, omdat die limonade zo lekker is, nee de zon
speelt hierin ook een grote rol. Schier onafgebroken
giet zij haar alles verzengende stralen over het reeds
door de steeds draaiende motoren, verhitte schip. Wie
neemt het ons kwalijk, als we af en toe de cantine
binnenglippen, om onze dorst te lessen Die heerlijke
koele limonade met daarin soms een stukje ijs, doet
ons denken aan de Hollandse winter. In de cantine
treffen we een groepje soldaten aan, mopperend op de
.steeds langer durende reis. „Ik wou, da m'n van die
schuutte afgienge". Op het dek zien we even later
tientallen jonge kerels over de reling hangen, peinzend,
doch met vol vertrouwen op de toekomst. Op het
„willdeck" is het steeds overvol. Hier is de plaats,
waar de manschappen een kaartje leggen, waar muziek
wordt gemaakt, waar men praat over alles en nog wat.
Gezellig is het daar, vooral 's avonds, wanneer de lam
pen branden. Een machtig schouwspel moet dat wel
zijn, zo'n drijvend, door tientallen lampen verlicht zee
kasteel, te zien voorbijglijden. Wc zagen een enkele
keer een groot schip passeren, doch op dusdanige
afstand, dat er niet veel van was waar te nemen.
Zo gaat het voort, dag in dag uit naar de
onbekende toekomst.
Totdat er op een namiddag, door de scheeps-
radio stilte verzocht wordt. Even later een stem, kalm,
vastberaden: „Thans kan definitief worden meegedeeld,
dat onze bestemming is Batavia." Een luid
hoera geroep weerklinkt over het schip. Vooral de
jongeren onder ons zijn vol enthousiasme. De meest
uiteenlopende uitroepen weerklinken: „Nou zullen we
Soekarno eens even een pet gaan passen" e.d. phrasen
horen we. De meer bezadigden onder ons nemen het
bericht kalm, doch met gemengde gevoels op. Wat
gaat er met ons gebeuren. Zullen wij, die dachten, dat
de oorlog afgelopen was, toch ook nog een beurt
krijgen Wat zal daar van terecht komen De span
ning door het wachten is nu echter voorbij. We weten
waar we aan toe zijn. Na een korte pauze varen we
vanuit de haven van Port Swettenham op Malakka.
Nog 2Yi dag zal de reis duren. Zaterdagmorgen
10 Nov. zullen we Batavia bereikt hebben. En waar
achtig, we stcraen Singapore voorbij... recht op
Batavia aan koers Zuid-Oost
Donderdagmiddag 8 Nov. '45: In onze hut zullen
we nog eens het kaartlezen met compas beoefenen.
„Hé," zegt plotseling degene, die het compas bekijkt:
„We varen Noord-West." Hoe kan dat nou
Vlug zijn we boven en horen daar allerlei geruchten.
„We zijn terug gezwenkt om een mijnenveld te ont
wijken." Nee, dat klopt niet. Het compas blijft steeds
W.W. aanwijzen als onze richting, 's Avonds horen
we het. Onder het eten deelt men ons mede; dat we
•m bijzondere redenen voorlopig niet naar Java zullen
§aan, maar terug zullen varen naar Singapore. Inder
daad, Vrijdag morgen gaan we daar voor anker."
Daar liggen we nu in Singapore. Bittereteleur
stelling bij de ene, opluchting bij een andere, 13 R.I.
gaat in Port Swettenham aan land en wij stomen later
weer op naar Port Dixon. Tot Dinsdagmorgen zullen
we nog aan boord blijven, dan gaan wc in Port Dixon
op Malakka aan land.
Dinsdagmorgen, 13 Nov. 5.30 uur reeds reveille,
8 uur met volledige bepakking aantreden op de voor
ons reeds zo bekende appèlplaats: het sloepei\dek, bak
boordzijde. We liggen nu nog 23 mijl uit de kust
en zullen door kleinere schepen aan land wórden gezet.
Ja reeds om 8 uur nemen we in de verte kleine
vaartuigjes waar, die hevig dobberend op de deinende
golven recht op het schip afkomen. Terwijl ze naderen,
ontdekken we, dat het de snelle stormlandingsboten zijn,
waarmee de geallieerden zoveel succes hebben gehad
bij de op verschillende plaatsen uitgevoerde landingen.
Snel gaat het, binnen minimum van tijd, als gold
het een echte, onder vijandelijk vuur uit te voeren
landing. Van het grote schip op de kleine vaartuigjes.
Onwillekeurig voelden we ons de pionniers van het
Hollandse leger, de eerste Hollandse troepen, die na
jaren weer vaste voet aan wal zetten in het verre
Oosten, het door de Jappen zo deerlijk geteisterde land.
We varen met de snelheid van een legerauto door de
hoogopsuattende golven. Het duurt nog bijna een
half uur. Hoog opschietend, dan weer dalend, snellen
de bootjes door de branding plotseling, een doffe
dreun, een harde stoot, allen tuimelen we met onze
zware bepakking door elkaar. De boot zit aan de
grond
Voordat we weer overeind gekrabbeld zijn, is de
boeg van de boot, die tevens dienst doet als loop
plank, neergelaten en dan gaan we aan land, tot het
middel in het water.
...De betovering is verbroken. We worden niet door
vijandelijk vuur ontvangen. Hoe kan het ook anders,
we zijn toch niet op vijandelijk gebied geland Gaf
deze landing ons een toekomstbeeld, van wat ons
straks te wachten staat Was dit misschien de generale
repetitie
Groeten aan allen van Serg. Verkerke.
Onze huisbrand voor de a.s. winter
Hoe staan onze kansen in verband
met invoer en productie
Wanneer geen onvoorziene belemmerende
factoren optreden, meent het Rijkskolen-
bureau voor den komenden winter 7 bonnen
voor vaste brandstof aan te kunnen wijzen.
Inmiddels zijn in het Zuiden en Westen des
lands hiervan reeds 2 bonnen gehonoreerd,
elk met 75 kg (of een dubbele hoeveelheid
cokes). In de provincies Groningen, Fries
land en Drente, alsmede voor bepaalde ge
deelten van Overijsel en Gelderland, werd dit
rantsoen vervangen door een overeenkomstige
hoeveelheid turf.
Bij voorzichtig en zuinig stoken zal men
dus de komende koude maanden voor rede
lijke verwarming kunnen zorgen, mits men
geen te hooge verwachtingen heeft van de
kwaliteit der te verstrekken brandstof. Ge
deeltelijk zal men nl. genoegen moeten nemen
met bruinkoolbriketten (sloffen) en met half-
vetkolen, daar deze zich zoo nu en dan onder
den Duitschen import bevinden.
De verschaffing van het beoogde rantsoen
kost veel zorg; er zijn of worden in totaal
meer dan 2.300.000 kolenkaarten uitgereikt.
Voor de honoreering van één bon is noodig
ongeveer 240.000 ton vaste brandstof, waarbij
dan ook de toewijzing aan kantoren, zieken
huizen e.d. is berekend, evenwel niet de be-
hoefte van onze industrie, gas-, electriciteits-
en verkeersbedrijven.
Hoe staan nu onze kansen om dit, toch
i zeer zeker nog bescheiden rantsoen, werkelijk
te ontvangen
De verkrijging van steenkool uit Duitsche
mijnen is thans zoo geregeld, dat Nederland
op de prioriteitenlijst voor de kolenverdeeling
onder de bevrijde landen op de tweede plaats
voorkomt (na Denemarken, dat zelf niet over
kolenmijnen beschikt). Ook kolenzendingen
uit de Vereenigde Staten bereiken sinds de
vorige maanden in stijgende hoeveelheden ons
land. De Amerikaansche steenkool kan echter
alleen worden gebruikt voor de industrie,
spoorwegen en gasbedrijven.
Mogen we dus, wat de invoer betreft, vrij
optimistisch zijn, dit is niet het geval met de
eigen productie. De schuld nog langer werpen
op de beperktheid der afvoermogelijkheden
gaat niet langer, want men mag nu gerust
aannemen dat het transportprobleem is op
gelost. Dit blijkt wel uit de vermindering der
kolenvoorraden bij de mijnen, die van 1 Juli
1945 zijn gedaald.van 412.000 ton tot 266.000
ton op 8 Aug. jl., en de gemiddelde dagaf-
voeren, die in de maanden Juni, Juli en Aug.
respectievelijk 7650 ton, 15600 ton en 16005
ton bedroegen. Neen, de ware schuld zit bij
de te geringe en te langzame stijging der
productie. O zeker, er is vooruitgang, doch
zeer onvoldoende, wat o.a. blijkt uit de vol
gende gemiddelde dagproductiecijfers: eind
Sept. begin Oct. 1944 was de dagproductie
ca. 7500 ton; na 5 maanden (dus in Maart
1945) rond 14000 ton; weer na 4 maanden
(Juli) 15400 ton en in de eerste week van
Aug. 16800 ton. Te begrijpen is natuurlijk,
dat de latere stijgingen geringer zijn dan de
eerste, omdat nu min of meer gestabiliseerde
toestanden zijn bereikt, terwijl men in de
eerste maanden na de bevrijding na elke aan
gebrachte verbetering een plotseling stijging
kon waarnemen. Maar wanneer zal men op
deze wijze de productie tijdens de bezetting
van ca. 34000 ton per dag hebben bereikt,
om noq maar te zwiigen van het vooroorlog-
sche dagpeil van 45.000 ton
Als redenen voor den te langzamen voor
uitgang kunnen genoemd worden materiaal
gebrek en een vermindering van het aantal
mijnwerkers met 25% (sedert Aug. 1944).
Maar insiders meenen vrii eensgezind, dat de
menschelijke factor met als gevolg lage
individueele productie de grootste rol
speelt in het kolenprobleem. En dit psycholo
gisch proces is moeilijk te dwingen, omdat het
een uitvloeisel is van jarenlangen bezettings-
druk.
S. J. SCHOT-QUIST
Rijwielhandel
g.n.
D. v. d. VELDE
Vossemeerschepoort 13
.g.n.
C. B. BIJL
Timmerman
•alemschestraat 46
g-n.
D. W. KLOMPE
F. G. KLOMPE-HAGE
•udelandsepoort 18
g.n.
J. v. d. VELDE-VAN IJSSELDIJK
Molenaar
Vlasmarkt 1
g.n.
D. MELSE
J. C. MELSE-VOS
g.n.
M. GEUZE
N. GEUZE-POTTER
Kerkstraat 16 g.n.
C. B. KODDE
J. J. KODDE-ELENBAAS
Mosselhoek
g.n.
W. L. VAN ZIJLL
CHR. VAN ZIJLL-BRANDENBURG
g-n.
Wed. A. C. VAN LUIJK-GELUG
en familie
1500 Gem. polder 10
g.n.
J. SCHOT
A. SCHOT-ROGGEBAND
Doelweg 19 g.n.
Wij wensen allen
een Zalig Nieuwjaar
OERLEMANS
Wij wensen alle vrienden en bekenden
een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar
K. C. DEURLOO
W. C. DEURLOO-JANSSEN
en kinderen
Hofstraat 34
Wij wensen vrienden en bekenden en
clientèle een gelukkig Nieuwjaar
Fam. NELISSE
Melkslijter
Aan alle vrienden, bekenden en clientèle
een gelukkig Nieuwjaar toegewenst
J. NELISSE
B. NELISSE-MENNES
Groentehandel Dalemschestraat
Aan klanten, vrienden en bekenden
wensen wij een gelukkig Nieuwjaar
Kleermakerij K. M. PRIEM
Wij \Censen alle vrienden en bekenden
een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar
H. DEURLOO
J M. DEURLOO-VAN DIJKE
•oclweg 6
A. GELUK
M. B. GELUK-GILJAM
Markt 7 g.n.
Hoogstraat
L. K. VAN DIJK
g.n.
Wal 1
Fam. C. BURGER
g.n.
P. OVERBEEKE
Assurantiezorger
Grindweg 15
g.n.
Wed. J. MELSE
g.n.
W. L. KLOMPE en Familie
Oudelandsepoort g.n.
Fam. KRAMER - Singel 62
wensen allen een gelukkig 1946 toe
M. DE LAATER, echtgenote en kinderen
wensen langs deze weg, familie, vrienden
en bekenden een gelukkig en voorspoedig
Nieuwjaar toe
Jacob Birwkestraat 17 - Curasao
Dec. 1945
Wed. C. v. d. VELDE-v. d. MALE
Doelweg 4 g.n.