Mededelingenblad voor het Eiland Tholen
Een Kerstverhaal.
THOLEN
OUD-VOSSEMEER
ST. ANNALAND
2e JAARGANG No. 6
Abonnementen: f 0.75 per kwartaal franco per post f 1
VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG
21 DECEMBER 1945
Prijs per nummer 6 cent
REDACTIE: G. Heijboer, Nieuwstr. 494, St. Annaland UITGEVER: Firma C. Dieleman, Oudelandschestr. 9, Tel. 57, Tholen
ADVERTENTIËNf 0.10 per miïimeter - Minimum f 2.00 SPIERINKJES tot en met 20 woorden f 1.00 - elk woord meer f 0,05
0^- Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
De Kerstboodschap van Hare Majesteit.
Hedenavond om 8 uur'zal H.M. de Koningin
over de beide radiozenders van Hilversum een
Kerstboodschap tot het Nederlandse volk rich
ten. H.M. zal tevens een woord tot de Land
en Rijksgenoten in de Overzeese Gebiedsdelen,
spreken.
26 December 1944.
Snerpend snijdt de wind over de kurkdroge Rijks
straatweg Rotterdam - Den Haag. Het vriest knapjes.
Gebogen loopt een jonge vrouw over die weg, pro
berend om de scherpe wind niet helemaal in haar
gezicht te krijgen, maar ook weer niet te diep bukkend,
opdat het 3 jarige kind, dat ze op haar rug heeft
gebonden, zoals we dat op een Indisch plaatje zien,
die scherpe wind niet in het smalle gezichtje krijgt.
8 uren ïs de vrouw al onderweg. Reeds vroeg is ze
er op deze 2e Kerstdag op uit gegaan om iets extra's
te krijgen van een of andere vriendelijken boer. Het
3 jarig dochtertje aan haar hand is ze de lange tocht
te voet begonnen. Maar het kind kon het niet lang
volhouden en de moeder had geen tijd om langzaam te
lopen. Doch ze was voorbereid. Een flinke wollen
doek had ze meegenomen en ze bond het kind op
haar rug. de beentjes in de zijden van de moeder.
4 uur had 2e gelopen, hier en daar gevraagd bij een
boer om wat eten, tot ze er één aantrof, die haar een
stukje spek had gegeven. Nu sukkelde ze terug, ver
moeid, afgetobd van de lange reis, het tengere kind
zwaar op haar rug drukkend. Gisteren had ze het
plan opgevat. Ze wou persé iets extra's hebben met
de Kerst. In de kleine huiskamer was het gisteren
ook al zo koud geweest en het was alles even somber.
Haar man, weggevoerd bij een razzia, ergens in
Duitsland. De vele gedachten hadden haar gisteren zo
treurig gestemd, het kind had zo gesmeekt om nog
een boterham. En ze had het besluit genomen: morgen
zou ze er op uit gaan. Die vermoeiende tocht is nu
haast ten einde. Ze woont in Overschie. Die gedachte
doet haar het laatste beetje energie verzamelen en ze
ziet de mannen in de zwarte uniform niet eens staan,
tot haar een luid: „Halt" wordt toegebulderd. Ver
schrikt staat ze stil, kijkt op en klemt krampachtig
het stukje spek gewikkeld in een stevig papier, vaster
onder haar arm. Landwacht of Landsman, wat
is het. Dat was in die tijd practisch eender. „Wat
heb je daar," snauwt de zwartgeuniformeerde, „geef
op". Meteen wordt het pakje uit haar hand gerukt,
het papier eraf gescheurd en dan O, juffie, spek,
zwart gekocht natuurlijk? Maak dat je wegkomt."
Het vrouwtje, dat onderweg het kind al van het
lekkere maal, dat straks wacht, heeft verteld, haast
nog meer voor zichzelf dan om het kind, dat gekermd
heeft van de kou richt zich op, wanhoop in haar
ogen. Onwillekeurig strekt ze haar hand uit naar het
pakje, op haar lippen ligt het: „Toe mijnheer, alsje
blieft", maar dan als zou ze bijna een slang aan
geraakt hebben, trekt ze haar hand terug, richt
zich nog hoger op, en met vuurschietende ogen spuwt
ze enkel op de droge straatweg, loopt daarna
veerkrachtig de Landwacht voorbij. Deze, even ver
bouwereerd, doet een stap in haar richting, bedenkt
zich zeker en schatert het dan uit. De vrouw kijkt
niet om, het kind huilt op haar rug. Enkele minuten
later is ze thuis. Het verkleumde meisje wordt op de
grond gezet en schreit: Moeke krijgen we nu lekkers,
waarvan U zo mooi verteld heeft?" Dat is te veel
voor het vrouwtje. Wanhopig laat ze zich op de
vloer vallen en schreit, schreit: O God, waarom dat,
waarom Het meisje verwondert, vraagt: „Wat
doet moeke nu Krijg ik nu m'n warme dekentje?"
Maar moeke hoort het niet, ze schreit haar wanhoop
uit, tot het koude kopje van het meisje op mama's
schouder gelegd wordt, de kleine armpjes rond haar
hoofd en het kindermondje zegt: „Moeke, papa zal
die boze man wel krijgen hoor!" Dat brengt haar
tot de werkelijkheid terug. Ze neemt een deken van
het bed, wikkelt het kind er in en neemt het op haar
schoot op de divan en vertelt vertelt de kleine het
Kerstverhaal. Van het Kindeke Jezus, dat in de kribbe
lag, waar eenvoudige herders naar kwamen kijken
en van de wijze mannen, die veel geschenken brachten
in die eenvoudige herberg. En als het meisje ietwat
verwarmd met grote ogen het verhaal aanhoort en
er tussendoor vraagt: „Kreeg dat kleine Kindeke toen
fijne boterhammen moeke, toen drupten 2 grote tranen
uit tnoeke's ogen op het kinderkopje en onbegrijpelijk
voor het lieve kleine meisje zegt ze meer voor zichzelf:
Wat buigt ge u neder, o mijn ziel,
Waarom dus gans verslagen?
Alsof op u al 't donker viel
Der donkerste aller dagen!
Besterft ons lamplicht op zijn pit,
Die uitgaat van de droogte,
Wij hebben beter licht dan dit,
In d'opgang uit de hoogte (Luk. 1 78)
De middagkost was zeker schraal:
Elk onzer nam hem zuchtend;
Niets bleef er voor een avondmaal,
En niets voor morgenuchtend.
Maar beter lijfs- dan zielenood!
Zo de aardse broodstaf faalde:
Kom, heffen we aan van 't Hemels Brood,
Dat uit den hemel daalde!
Een handvol kools, wat havergort
Moest onze jongens voeden;
Hun zak is hard, hun deken kort;
Toch slapen zij, die bloeden!
Vrouw! klaag niet tot den hemeltroon,
Hoe arm wij 't nu hebben
Denk aan Gods eigen lieve Zoon,
Die neerlag in de krebbe
O Jezus Christus! Zoon van God,
Voor ons in 't vlees gekomen!
Hebt gij het in een beestenkot
Op aard voor lief genomen:
Dat doet het hart van d'arme goed,
Dien Gij Uw heil verkondigt.
En zonder vreze nadren doet,
Al heeft hij veel gezondigd.
Het meisje is in slaap gevallen. Moeke drukt zacht
een kusje op het voorhoofdje.
Ergens in een wachthok vertelt een Landwachter
aan een maat z'n „mop" met het vrouwtje. Op de
kachel, gloeiend van gestolen kolen, wordt even later
een pan gezet en het stukje spek sist en pruttelt er in.
Maar ook in deze straat, evenals in de straat waar
het vrouwtje en het meisje verkleumd van koude op
de divan zitten, striemt de koude snerpende wind, doet
de vensters „praten", de thermoter dalen, tovert
de bloemen op de ruiten
Bekendmakieg.
De Burgemeester van Tholen zal op Zaterdag den
29en December 1945 des middags te 12 uur, ten Ge
meentehuize aldaar, één hoop Compost publiek ver
kopen.
Inlichtingen bij den Districtsopzichter.
Opening Schipperschool te Tholen.
Vrijdagavond werd de Schipperschool voor de
binnenvaart alhier geopend.
De heer J. Verkamman heette als voorzitter der
Vissersvereniging allen hartelijk welkom inzonder
heid den Edelachtbaren Heer Burgemeester v. d.
Hoeven en wees er op dat nu dan het moment was
aangebroken, dat ook de Thoolse vissers blijk konden
geven, met de geest van den tijd te willen meegaan
voor wat betreft maatschappelijke ontwikkeling.
Dankbaar was hij gestemd thans in staat te zijn
de leden een kans te kunnen bieden tot verdere maat
schappelijke ontwikkeling. Veel zal nu afhangen van
de wil der leerlingen. Tevens richtte hij een woord
van dank aan B. en W„ die bereid waren gevonden
een schoollokaal te willen afstaan. Ook de heren
onderwijzers werd dank gebracht voor hun bereidheid
deze taak op zich te willen nemen. Hij wekte de
leerlingen op vol te houden en te denken aan het
motto der vlag v. d. Ver. „Helpt Elkander"
Hierna werd het woord gevoerd door den heer
Burgemeester A. J. v. d. Hoeven, die betuigde blij
te zijn, dat hij hierbij tegenwoordig was. Hij memo
reerde hoe nu bijna *3 jaar geleden de heer Spaander
man hem reeds over plannen voor een te stichten
school sprak en het toén aan hem overgelaten werd
verder in die richting werkzaam te zijn. De heer
Spaanderman heeft nu de voldoening, na overleg met
het fonds voor de Binnenvaart te Amsterdam, deze
cursus te kunnen beginnen. Hij bracht hem daarvoor
dan ook dank. Tevens wilde hij ook een woord van
dank richten aan het fonds voor de Binnenvaart te
Amsterdam, dat direct bereid was kaarten en boeken
beschikbaar te stellen. Ook aan de vissers vereniging
een woord van dank voor de bereidwilligheid de taak
van peetvader op zich te willen nemen. Hij wekte
ook de leerlingen op te denken aan de woorden:
„Kennis maakt macht" en deze cursus dan ook met
liefde voor het vak te willen volgen.
Hiermede verklaarde hij de school voor geopend.
De voorzitter der vissersvereniging dankte spreker
en sprak de wens uit, dat alle cursisten mogen slagen.
De heer Foppen dankte namens alle onderwijzers
voor het vertrouwen in hen gesteld en wekte ook de
leerlingen op de wil te tonen deze cursus goed te
doen slagen.
Uitslag Competitie Thoolsche Damclub.
Afdeling A
J. van Elsacker J. de Heer
1 -1
A. J. Punt M. C. Meerman
2-0
Nagekomen
W. de Kok D. de Vos
0-2
A. Geluk J. van Elsacker
0-2
Afdeling B
J. Deurloo I. de Heer
0-2
M. Schot P. Jansen
0-2
K. J. Schot L. Jansen
0-2
B. W. Schot P. Polderman
1 - 1
Nagekomen
P. Jansen K. J. Schot
0-2
In verband met de oproep ter vervulling van de
betrekking van onderwijzer met Landbouwakte aan de
Openbare Lagere School alhier, meldden zich slechts
2 sollicitanten aan.
Zaterdag bezocht het eerste elftal van de voetbal
vereniging S.V.O. een militair elftal te Bergen op
Zoom en won met 7-2.
In een op Zondag te Burgh gespeelde match tegen
de plaatselijke vereniging aldaar, was de eindstand
6-3 voor Burgh, wat voornamelijk te wijten was aan
de wel wat zwakke opstelling van S.V.O., waarvan
enkele spelers vervangen moesten worden door het
oplopen van blessures te Bergen op Zoom.
Donderdag 13 December keerde de heer van der
Eyk, die vanaf het begin van den oorlog als loods in
Engeland vertoefde, bij zijn gezin terug en geniet nu
een welverdiende vacantie.
St. Annalands nieuwe Burgemeester
geïnstalleerd.
Vele sprekers vergelijken vorige installatie.
Vele vlaggen wapperden Zaterdag jl. toen het tijd
stip was aangebroken, dat de Heer F. M. Boogaard,
als burgemeester van St. Annaland geïnstalleerd zou
worden. Het bleef die Zaterdag enkel bij de officiëele
installatie op het gemeentehuis en het vlaggen der
dorpsbewoners. De burgerfestiviteiten zouden tot
gisteren bewaard blijven.
De raadzaal van het gemeentehuis, evenals de gang
tot buiten het gebouw, was geheel gevuld met be
langstellenden. Familie, vrienden, collega's, secretarie-
personeel van andere plaatsen en vele ingezetenen
waren aanwezig. Het was dit keer ook een heel andere
installatie dan die van 1 April 1943, toen, zoals de
wnd. Burgemeester A. J. Bierens het in z'n openings
woord uitdrukte, „een door den bezetter opgedrongen
functionaris werd geinstalleerd," thans is echter een
door H.M. de Koningin volgens de wettelijke voor
schriften, burgemeester voor deze gemeente benoemd.
Dhr. Bierens sprak vervolgens in 't kort over de
bezettingsperiode en de beproevingen die deze gemeente
in die tijd had te doorstaan. Hij verzocht de aanwezigen
op te staan en enkele ogenblikken stilte te betrachten
ter nagedachtenis van de dorpsgenoten, die tijdens de
bezetting en onmiddellijk na de bevrijding het slacht
offer werden. Hij wees op de materieele schade, tijdens
de bezetting, veroorzaakt door bominslag en door de
ergste beproeving; de evacuatie, waarvan men nog
dagelijks de ongemakken ondervindt, de zware taak,
die hij had tijdens de geallieerde militaire bezetting, tot
de algehele bevrijding een feit was. Spr. dankte al het
gemeentepersoneel, voor de prachtige samenwerking
en verklaarde, dat het hem aangenaam was, dat thans
een definitieve burgemeester is benoemd, in het bizon
der, omdat dhr. Boogaard dit ambt zal gaan bekleden.
Vervolgens las hij het Koninkl. Besluit voor, waarin
de benoeming van dhr. Boogaard door H.M. de Ko
ningin, was vervat.
Zich daarna speciaal tot dhr. Boogaard wendend,
sprak dhr. Bierens „Het is een hoge onderscheiding
voor U om tot Burgemeester der Gemeente Sint-Anna-
land te zijn benoemd, temeer daar U het ambt van
Secretaris blijft bekleden. Het is een erkenning van
de Regering, dat gij ook gedurende de bezettingsjaren
U als een goed vaderlander hebt gedragen en dat gij
geacht wordt de vereischte capaciteiten voor een
bestuursfunctie te bezitten."
Tenslotte wees spr. op de grote eisen, die ook aan
een burgemeester gesteld worden in een tijd van
wederopbouw, hoe de ingezetenen echter dhr. Boo-
1 gaard goed kennen en dhr. Boogaard de ingezetenen,
hoe hij er vast van overtuigd is, dat de bevolking
steeds om raad en voorlichting bij den nieuwen burge-
meester zal kunnen komen. Dhr. Bierens hoopt dat de
nieuw benoemde, het nieuwe tijdperk blijmoedig mag
beginnen, dat er vruchtbaar mag worden samen
gewerkt met de nieuwe tijdelijke gemeenteraad, tot
heil der gemeente. Hierna deed hij dhr. Boogaard de