Mededeelingenblad voor het Eiland Tholen
Tribunalen en
Bijzondere Gerechtshoven
Waakt
THOLEN
Ie JAARGANG No. 39
Abonnementen: f 0.75 per kwartaal
VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG
10 AUGUSTUS 1945
Prijs per nummer 6 cent
REDACTIEG. Heijboer, Nieuwstraat 494, St. Annaland UITGEVERFirma C. Dieleman, Oudelandschestraat 9, Tholen
ADVERTENTIËNf 0.10 per milimeter - Minimum f 2.00 K579 SPIERINKJES: tot en met 20 woorden f 1.00 - elk woord meer f 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen
Waarom het niet vlugger gaat.
De 19 arrondissementsrechtbanken, waar
over ons land beschikt, welke ongeveer 100
rechters omvatten, behandelden vóór den
oorlog naar schatting 10 000 strafrechterlijke
gevallen per jaar. Door de Tribunalen en de
Bijzondere gerechtshoven zullen 200 000 tot
250000 gevallen berecht moeten worden. Deze
cijfers spreken voor zich zelf. Men kan moei
lijk verwachten, dat de Tribunalen, welke
bovendien onder ongunstiger omstandigheden
moeten werken, deze menigte binen enkele
maanden verwerken, zooals sommigen toch
schijnen te eischen.
Alleen reeds het vooronderzoek stelt de be
trokken instanties voor tal van problemen,
waarvan een parket in normalen tijd niet zou
hebben kunnen 'droomen. Wij leven in een
rechtsstaat. De zaak van iederen verdachte
dient behoorlijk te worden onderzocht, wil
het mogelijk zijn op juridisch verantwoorde
wijze een oordeel te velen. En men heeft te*
maken met feiten, welke over vijf jaren ver
spreid liggen'en dikwijls verdoezeld zijn door
het verloren gaan van stukken en bescheiden,
het ontbreken van getuigen.
In het Zuiden haden de N.S.B.-ers
om nu maar de gemakelijkst aanwijs
bare gevallen te nemen nog niet veel
routine in het zoekmaken van gegevens,
doch na de bevrijding van het Noorden bleek,
dat velen onder hen zich op de een of andere
wijze van bezwarend materiaal hadden ont
daan. Men was dus aangewezen op de cen
trale archieven en het getuigenverhoor, het- j
geen tijdroovenden arbeid beteekent. Het
vooronderzoek naar de gedragingen van één
collaborateur-fabrieksdirecteur duiirt soms
een maand. Archieven moeten worden door
snuffeld, ordermappen dienen te worden uit
gespeld, de machinaties met arbeidsbureaux
moeten worden onderzocht, groote aantallen
getuigen moeten worden gehoord en dit alles,
om het dossier van een enkelen collaborateur
panklaar" te krijgen.
Het aanhouden van verdachten is eigenlijk j
slechts het kleinste onderdeel van het werk
van de Politieke Opsporingsdiensten. Het
verzamelen van bewijsmateriaal is hun groot
ste taak. En dezen omvangrijken arbeid moe
ten zij verrichten met een kleine kern van
geschoold personeel, meestal onttrokken aan
het politie-apparaat. Naast de P.O.D.'s wer
ken commissies van vooronderzoek, waarin i
juristen .bedrijfseconomen en accountants
zitting hebben. Deze, eveneens door de Mili- j
taire Commissarissen ingestelde commissies j
leiden het onderzoek in ingewikkelde gevallen,
welke zij van de P.O.D. ter behandeling ont
vangen. Nu de P.O.D.'s re^ds eenigen tijd
werken en ervaringen hebben opgedaan, waar
mede zij elkander wederzijds van dienst kun
nen zijn, wordt bij de sectie IIB van het Mili
tair Gezag een afdeeling P.O.D. gevestigd,
die voor een coördineering en eenheid van
werkwijze zal zorgen.
(Wordt vervolgd).
VOOR DEN ZONDAG
III.
„Waakt dan te aller tijd." Lukas 21 36.
Van nature leeft de mens in een geestelijke
doodsslaap. Gevallen in ons hondshoofd A~
dam zijn wij allen van nature onderworpen
aan cjen drievoudigen dood, n.l. de tijdelijke-,
de geestelijke- én de eeuwige dood, dewijl
God zelve gedreigd had: ,,Ten dage, als gij
daarvan eet, zult ge den dood sterven."
De tijdelijke of lichamelijke dood is de
scheiding van lichaam en ziel, die we hier
telkens en telkens zien voltrekken. Want het
is immers den mensen gezet, éénmaal te ster
ven en daarna het oordeel. Het „memento
mori," het „gedenk te sterven" mocht dan ook
wel bij de gedurigheid op ons hart worden
gedrukt; opdat er een haasten en spoeden
kwame, om ons levens wil, want immers de
dag, ze gaat als kaf voorbij. De dood kan
ons immers verrassen, voordat wij er erg in
hebben. Niets is er dan ook zekerder dan de
dood, en niets onzekerder dan de wijze, waar
op wij sterven zullen, en de tijd wanneer.
Zelfs van den heidensen koning van Ma
cedonië, Filippus, kunnen we lezen dat hij
een dienaar had, die iedere morgen aan zijn
kamerdeur moest roepen: „Memento mori,"
„Gedenk, dat gij sterven moet."
En, naar verluid, hadden de edelen van
Griekenland de gewoonte, wanneer er een
keizer gekroond werd, hem een marmeren
steen aan te bieden waarbij hem dan gevraagd
werd, hoe hij zijn grafsteen wenste gemaakt
te hebben. Moesten wij, Christenen, dan niet
veel meer gedachtig zijn aan het woord van
den psalmist, Ethan, den Ezrahiet: „Wat man
leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn
ziel zal bevrijden van het geweld des grafs."
En moest daarom niet gedurig het waarschu
wend woord des Heilands ons voor de ogen
staan: „Waakt dan te aller tijd."
De eeuwige dood is een eeuwig straflijden
in de hel.
Het boek der Openbaring noemt dit ook
wel de tweede dood. Zo in hoofdstuk 21 8,
waar we lezen: „Maar den vreesachtigen en
ongelovigen en gruwelijken en doodslagers
en hoereerders en tovenaars en afgodendie
naars en al den leugenaars is hun deel in den
poel, die brandt van vuur en sulver, hetwelk
is de tweede dood."
En het vreselijkevan het oordeel Gods
over de zonde in de eeuwigheid wordt ons
ook nog getekend in de woorden: „En de
rook van hupne pijniging gaat op in alle
eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en
nacht," terwijl niemand minder dan de Hei
land zelf tijdens Zijn omwandeling op aarde,
wanneer hij handelde over de buitenste duis
ternis, hiervan getuigde: „aldaar zal wening
zijn en knersing der tanden."
Diep ongelukkig is dan ook de mens, die
onbekeerd komt te sterven dewijl het toch
vreselijk wezen zal om zo te moeten vallen in
de handen van een levend God. En daarom
ook: „Waakt dan te aller tijd," opdat de dood
U niet overvalle als een schuldeiser en U niet
meeslepe naar de tweede dood, en het U
tegenklinke: „Ik zeg U, ik ken U niet van
waar gij zijt: wijkt van mij af, alle gij werkers
der ongerechtigheid."
Welk een onderscheid dan toch, gezien de
troost, die er voor de kerke Gods is wegge
legd. De verheerlijkte Immanuël, de Zoon van
God Zelf, riep het den balling Johannes op
Patmos toe, dat hij schrijven moest aan den
Engel der gemeente van Smyrna, d.i. aan den
ambtsdrager, die de leiding der gemeente in
handen had: „Wees getrouw tot den dood, en
Ik zal U geven de kroon des levens. Die oren
heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeente
zegt. Die overwint, zal van de tweede niet
beschadigd worden."
Gelukkig dan ook, wie dit door genade
heeft mogen leren verstaan. J.L.G.
Th. (Wordt vervolgd)
Ongeval
Dinsdagavond kwam de met groenten be
laden vracht-auto van Abr. Duine van Oud-
Vossemeer, na de pont reeds verlaten te heb
ben, 't talud van den veerdam opgereden, toen
opeens de motor stil viel! Daar de wagen
haakte aan een staaldraad werd weliswaar
erger voorkomen, maar toch reed de auto nog
te water. Onmiddellijk werd zij ontladen en
daarna door een andere auto op het droge
gebracht.
Onze Torenklokken
Op de verblijdende tijding dat verscheidene
torenklokken in de omgeving van Urk zijn
gevonden, hebben de burgemeesters van Tho
len, Scherpenisse en St. Maartensdijk in on
derling overleg zich met hun ambtgenoot van
Urk in verbinding gesteld om de klokken der
gemeenten gezamelijk terug te voeren naar
hunne respectieve gemeenten.
Die van Poortvliet is reeds in den toren
opgehangen, nadat ze in Groningen was ont
dekt.
Bevrijdingsfeesten
In de Vrijdagavond gehouden vergadering
van de Oranje-Vereeniging werd medege
deeld dat het bevrijdingsfeest, dank zij de vele
medewerking, doorgang kan vinden op 31
Aug. en 1 Sept. Reeds was een bedrag van
ruim 600 ontvangen, waaronder 250 van
het „Nut" speciaal voor kindertractatie. Op
tocht, muziekuitvoering, kinderspelen, enz.
zullen de hoofdschotel van het programma
vormen.
Schoolgeld
Het cursusjaar 1944-1945 heeft, wat betreft
het volgen der lessen op de H.B.S. enz. veel
bezwaren opgeleverd.
In verband daarmede deel ik mede dat be
talingen op schoolgeldaanslagen voorloopig
niet meer behoeven te geschieden. Dit advies
geldt dus alleen voor het cursusjaar 1944-'45.
De Rijksontvanger te Tholen.
Loop der bevolking
't Aantal ingezetenen opgenomen in het
bevolkingsregister daalt nog steeds. Door ge
boorte en vestiging konden 66 personen in het
Bevolkingsregister worden opgenomen, af
gevoerd echter werden 153 personen.