Mededeelingenblad voor het Eiland Tholen WAAKT Het verslagen Herrenvolk THOLEN P. T. T. Burgerlijke Stand Hoogwater Ie JAARGANG No. 34 Abonnementen: f 0.75 per kwartaal VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG 6 JULI 1945 Prijs per nummer 6 cent REDACTIE: G. Heijboer, Nieuwstraat 494, St. Annaland UITGEVER: Firma C. Dieleman, Oudelandschestraat 9, Tholen ADVERTENTIËNf 0.10 per milimeter - Minimum f 2.00 «579 SPIERINKJES: tot en met 20 woorden f 1.00 - elk woord meer f 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur aangenomen *"^G II „Waakt dan te aller tijd" Lukas 21 36 Gezeten op den Olijfberg in het midden Zijner jongeren, of staande in den tempel, openbaart de Heiland geheimen of verstrekt Hij Zijn discipelen leringen, ook voor ons ten hoogste nuttig. Hij spreekt dan met hen over het zware oordeel, dat over Jerusalem komen zou, en hetwelk ook op Gods tijd in het jaar 70 ge komen is, maar schildert dan ook als in pers pectief af de groote dag van Zijn triom fantelijke wederkomst ten oordeel, de dag der dagen. Want immers, al de wentelende oordeelen, die telkens over den aardbodem henen gaan, vormen slechts een voorspel van het laatste oordeel, dat eenmaal te wachten staat. Daarom ook, niemand kan zeggen, hoelang de thans voor ons aangebroken vrede duren zal. De geschiedenis heeft het immers telkens bewezen, dat iedere oorlog de kiem van een nieuwe oorlog in zich draagt. En, laten we ons oor slechts te luisteren leggen bij het lezen van de Apocoliksis of het boek der Openbaringen, dan weten we toch heus, dat er nog heel wat te wachten staat. De Heere wikkelt Zijn Raadsbesluiten op Zijn tijd af. De kerk des Heeren hier op aarde is dan ook in zijn wezen adventskerk, d.w.z. ze wacht op de alnaderende komst van den ge- zegenden Immanuël, Die eenmaal verschijnen zal in triomfantelijkheid op de wolken des hemels, om te oordeelen de levenden en de dooden. Wat er dan ook gebeure op de wereld, ja, de meest aangrijpende gebeurtenissen mogen plaats grijpen de kerk des Heeren weet* het, het is slechts het inluiden van het groote geroep, dat straks zal worden ver nomen: ,,Ziet, de Bruidegom komt, gaat uit Hem tegemoet Och, dat de kerk des Heeren daar in wer kelijkheid in onze dagen meer bij leven mocht. Helaas, te veel zijn de wijze maagden met de dwaze saam in slaap gevallen. Zouden ze soms eens onzacht moeten worden wakker gemaakt En is het dan ook wonder, dat de Heiland telkens en telkens bij vernieuwing weer bij Zijn spreken over ,,de laatste dingen", bij het behandelen dus van echatologische pro blemen, Zijn discipelen en daarmee de geheele Nieuw-Testamentische kerk op tal van wijze toeroept: „Waakt, ja waakt dan te aller tijd Waken is zonder slaap te zijn. De eerste Christenen konden hunne waaktijden; tijden, waarin ze zichzelf den slaap ontzegden, om op bepaalde stonden gemeenschapsoefening te zoeken met den levenden God, met hun Heere en Heiland. Dan was het een natuur lijk waken en een geestelijk waken tegelijk. Op het geestelijk waken wordt in het door ons genoemde schriftgedeelte gezien. En dit bijzonder geestelijk waken, waartoe een ieder geroepen wordt, kent in doodwerkelijke be oefening alleen Gods volk. Gelukkig dan ook, wie daartoe behooren moge. Th. J. L. G. (Wordt vervolgd) „Wanneer de Mof is arm en kaal,, Dan spreekt hij zeer bescheiden taal." Deze woorden, die we in de jaren, die thans achter ons liggen, veel hoorden, die toen misschien weinig indruk op ons maakten, omdat we de moffen niet kenden als ,,arm en kaal", die woorden komen, nu wij hier zijn als overwinnaars en het Herrenvolk verslagen is, pas ten volle tot hun recht. Deze Moffen, die wij alleen kenden als overheerschers met hun gesnauw en hun gevloek, met hun schreeuwende bevelen en hun lasterlijke verwenschingen, deze zelfde Moffen zijn nu niets meer dan kruipende slaven, die je in alles naar de oogen zien en vliegen op een wenk van je. De eerste indruk krijgen we reeds, als we Duitschland binnenrijden en onze lange colonne zijn weg zoekt door de totaal ver woeste steden. De enkele Duitschers, die nog tusschen de puinhoopen rondscharrelen en leven in de kelders van wat eens hun huis was, kijken schuw naar ons op, als we voorbij rijden. Hun bewegingen zijn angstig en onderworpen. Enkelen probeeren ons toe te knikken, maar het wordt een jammerlijke mislukking en als ze onze strakke gezichten zien met in onze oogen een gloed van vreugde over deze tocht, die voor ons een zegetocht is, wenden zij zich haastig af en strompelen voort. We rijden verder en komen op onze be- schemming aan: Een villa, buiten de stad, die het er „heelhuids" heeft afgebracht, waarvan een gedeelte schoolgebouw is, de andere helft bewoond wordt door den onderwijezer. Zijn begroeting is typeerend voor het heele Duit sche volk. „O ja, het is zeer goed, dat wij daar komen. Hij vindt Hollanders goede menschen, is vroeger veel in Holland geweest, in Rotterdam. Alles is stuk hier, maar dat is allemaal de schuld van dien „vervloekten Schweinhund" Hitier. „Nee, gaat hij dan opgewonden verder, ik ben geen Nazi, ik ben katholiek." Natuurlijk heeft hij op de zwarte lijst ge staan, maar ergens onder in een kist, goed weggeborgen, vinden we een paar boeken over Nazi-cultuur en opvoeding in Nazi geest. Een van zijn zoons is gesneuveld in Afrika, de ander is momenteel in Canada aan het hout hakken. Maar alles wil hij voor ons doen. Hij zal zelf wel met zijn gezin op de vliering wonen, dat geeft niets. „Jullie zijn soldaten en jullie moet het goed hebben." En zoo zou het verder gegaan zijn, als wij hem niet voorbijgeloopen waren, om onze uitrusting af te leggen en een slaap plaats te zoeken. Dit is een klein voorbeeld, maar zoo is het heele Duitsche volk, onder worpen, gedwee, om het maar ronduit te zeggen: hondsch onderdanig. Toch zijn hier nog scherp te onderscheiden: De jeugd en de ouderen. De eerste categorie loopt er werkelijk, we moeten het eerlijk zeg gen, ondanks alles, nog fit en veerkrachtig bij. Hieraan is duidelijk te zien, dat er veel zorg is besteed aan lichamelijke ontwikkeling, een zorg, die tijdens het Hitlerregiem is uitge groeid tot een „afgod maken van het lichaam" De ouderen echter zijn totaal gedemorali seerd. Beide groepen, zooals reeds gezegd, doen echter onderworpen, gedwee. Dit hier boven genoemd verschil echter, geeft ons te denken, in verband met de vele artikelen en meeningen die momenteel worden geschreven en uitgesproken: „Hoe moet het Duitsche volk nu en in de toekomst behandeld worden" We wachten nog tot we meer indrukken heb ben gekregen, alvorens we hierover onze be scheiden meening willen uitspreken. Thans weet, voelt en ziet het geheele Duit sche volk, dat het de oorlog, die het wilde, heeft verloren. Het zal de les die het ge kregen heeft, nog jaren moeten aanschouwen, het zou die les nimmer moeten vergeten. Een volgend maal over „Het kan ver- keeren". G.H. In de afgeloopen maand zijn door P.T.T. aangesloten bij het telefoonnet No. 9 Hotel „Hof van Holland" 39 J. Overbeeke 30 Firma A. Cense 50 C. Duine 112 B. W. Baaij 1 Rotterd. Bankvereeniging 21 Veilingsvereeniging 29 Waterleiding Mij. Het telefoonverkeer is uitgebreid tot geheel Zeeland, behalve Zeeuwsch-Vlaanderen. Geboren: 26 Juni: Krijna Cornelia en Janke Frangoise, dochters van H. J. Swierts en J. M. de Geus. 27 Juni: Leendert, zoon van J. Deurloo en J. K. van der Sande. 29 Juni: Johannes Cornelis, zoon van A. J. Schot en H. Jansen. 4 Juli: Adriana Janneke Irene, dochter van W. A. van Dam en P. Vos. Overlijden: 2 Juli: Maria Anna, 13 jaar, dochter van G. F. H. Kools en C. M. A. Bosma. 8 Juli 2.06 2.26 9 Juli 2.50 3.08 10 Juli 3.33 3.49 N.M. 11 Juli 4.14 4.26 12 Juli 4.48 5.02 13 Juli 5.26 5.36 14 Juli 6.02 6.14 Vlissingen plm. 2 uur vroeger hoogwater dan te Tholen. Berekend naar zonnetijd.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1945 | | pagina 1