MEDEDEELINGENBLAD voor het Eiland Tholen
BIJ DEN OVERGANG
Ie JAARGANG No. 7 29 DECEMBER 1944
Verschijnt iedere Vrijdag Prijs per nummer 5 cent
Redactie: G. Heijboer, Julianastraat 9, Tholen Uitgever: Firma C. Dieleman, Oudelandschestraat, Tholen
Het wentelend rad der tijden loopt onvermoeid en
onverpoosd zijn vastgestelden baan. En hoe schijnbaar
traag de wijzers van de klok zich voortbewegen, rijgen
de seconden zich aaneen en vormen dag, maand en jaar.
In weerwil van de jachtige haast, waardoor zich het
leven kenmerkt en op alles haar stempel drukt, waardoor
zelfs in breede kringen een snelle afloop van den grooten
wereldstrijd werd voorzien, staan we nu al, ongedacht,
voor de vijfde maal gereed om den drempel van het oude
naar het nieuwe jaar te overschrijden. Onwillekeurig
leent het wegsterven van een jaarkring zich tot het op
maken van een overzicht, waarvan de meest belangrijke
gebeurtenissen opnieuw aan onzen geest voorbij trekken.
Nu dit jaar op 30 October met de bevrijding een nieuwe
periode is aangebroken gaan wij zelfs onwillekeurig terug
tot 17 Mei 1940, toen het Duitsche weermachtsbericht
vermeldde, dat het eiland Tholen zich had overgegeven.
Na die tijd leek het leven nog meer een spiraal, waaraan
op het eind al meer en meer windingen voorkwamen.
De gebeurtenissen, waarvan de een al opwindender was
dan de ander, volgden elkander steeds sneller op. We
hadden in al die jaren het oorlogsnieuws, dat met meer of
minder spanning, hetzij via radio, hetzij via illegale of
legale drukpers, werd gevolgd. We namen kennis van
allerlei nieuwe instellingen als Winterhulp, Nederland-
sche Volksdienst, Landstand, Arbeidsfront en andere
fronten. We kregen een begrip van „nieuwe kuituur",
in 't kort gekenschetst met begrippen als productieslag,
vreugde en arbeid, Arische afsamming, levensruimte,
lotsverbondenheid, persoonsvereering. We ondervonden
vrijheidsbeperking in woord, geschrift en handeling. We
zagen ons beroofd van onze radiotoestellen. We zagen
de wegvoering in krijgsgevangenschap van oud-militairen,
het defileeren van W.A. en Jeugdstorm in onze dorpen
en het opsluiten van „goede werkers" in concentratie
kampen. We hebben gekend de jacht op goederéh, dieren
en zelfs menschen. We kregen de verbanning uit ons
eiland, de onderwaterzetting van ons vruchtbare land.We
zagen in de Eendracht verschillende schepen aan de ver
nielzucht prijsgegeven, we hoorden de slag, die de brug
vernielde. Al deze voorvallen troffen ons meer of minder,
naarmate wij er direct of indirect door getroffen werden.
Maar toch zal de 30ste October wel het meest merk
waardige tijdstip zijn, dat op levendige wijze in onze her
innering terugkeert. Immers, toen mochten we 't beleven,
dat de bevrijding van de vreemde bezetting een heuge
lijk feit was geworden. Niet te vergeefs wezen we er ech
ter reeds op, dat dit geenszins eene verademing over het
gansche land beteekende, want men is nog niet aan het
einde van het donkere pad. Voor onze gemeente werd de
bevrijding weliswaar uitbundig ontvangen, maar ze bracht
ook door de algeheele afsluiting van het verkeer een nood
toestand te weeg, die tal van problemen schiep. Evenwel:
„moeilijkheden zijn er om te overwinnen" en dat is ook
aan ons geopenbaard. We denken aan ons brood, dat nu
gelukkig in substantie verbeterd is. Bot* of kaas-surro
gaat misten we toch al geruimen tijd, zoodat we ons al
aan andere preparaten hadden aangepast. Melk moesten
we zelfs eenige tijd geheel ontberen, maar weldra kon in
verschillende vormen en overeenkomstig de aard van
een doelmatig gebruik op diverse leeftijden het kostbare
zuivelproduct rechtmatig worden verdeeld. Aan vleesch
wordt wekelijks wel niet een groot rantsoen verstrekt,
maar het is toch voldoende om de smaak althans niet aan
de vergetelheid te ontrukken. Water, electriciteit en gas
werden aanvankelijk niet of mondjesmaat toebedeeld,
maar thans kunnen we weer grootendeels tevreden zijn.
Groente en fruit komen onder ieders bereik. Het verkeer
over het veer wordt geleidelijk beter, zoodat we ons over
dit alles, daarbij in de eerste plaats dat we nog leven,
dankbaar gestemd gevoelen voor zooveel wat ons nog
geschonken is, dat elders in ons vaderland zal ontbreken.
De schitterende medewerking van Geallieerde zijde,
zoo door de ruime toezending van enkele levensmidde
len, als door de hulpvaardigheid, meermalen betoond bij
het verkeer over de Eendracht, stemt tot groote blijd
schap, niet alleen om het feit zelf, maar ook om de inlos
sing van een eens gegeven woord.
We blikken ook nog terug naar de gebeurtenissen,
welke nooit meer goed gemaakt kunnen worden.
In diepen ootmoed herdenken wij hen en hun lijden
zij onze trotsch. Wij denken ook aan hen, die zich nog
in handen van onze vijanden bevinden en bidden God,
dat zij de noodige sterkte mogen vinden in de voor hen
nog zoo moeilijke tijden. Wij moeten kracht putten uit
hun lijden en wij handelen in hun geest, indien wij ons in
1945 met volle kracht werpen op het werk dat voor ons
ligt. Het „Soli Deo Gloria" zij ons aller parool bij het
afscheid van het oude en voor allen, zoo volk. Vorsten
huis en Vaderland Gode's heil en zegen, het Schibboleth
bij de intrede van het nieuwe jaar.
BEKENDMAKING.
De Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat de
ingezetenen zich op Oudejaarsavond tot 9 uur buitens
huis mogen bevinden.
Tholen, 28 December 1944.
De Burgemeester voornoemd, C. van den Berge.
De Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat de
personen, die zich destijds hebben laten registreeren op
het Distributiekantoor, zich thans voor vestiging in de
gemeente Tholen ten spoedigste kunnen melden ter
gemeentesecretarie des voormiddags tusschen 9 en 12 u.
Tholen, 28 December 1944.
De Burgemeester voornoemd C. van den Berge.
Vrijdag 22 December werd te Tholen opgericht een
afdeeling van de „Gemeenschap Oud illegale Werkers
Nederland". Het algemeen doel hiervan is de krachten
der Oud illegale Werkers zoowel van hen die in lan
delijk verband georganiseerd waren, als van hen, die in
kleinere groepen of op zichzelf actief verzet pleegden
te coördineeren voor den wederopbouw van ons land.
Om voortwerkende in den geest van vertrouwen, verbon-