MEDEDEELINGENBLAD voor het Eiland Tholen BEVRIJDINGSGEDACHTEN Ie JAARGANG No. 3 1 DECEMBER 1944 Verschijnt iedere Vrijdag Prijs per nummer 5 cent Redactie: G. Heijboer, Julianastraat 9, Tholen Uitgever: Firma C. Dieleman, Oudelandschestraat, Tholen Eindelijk is de dag gekomen. Dat ons stadje is bevrijd Van de handen der Verdrukkers; Daarom zijn wij nu verblijd. Vier en een half jaar bezetting. Onder Duitsche heerschappij En vertrapping onzer rechten Onder ruwe dwing land ij Na een tijd van bange zorgen. Bukkend onder 's vijands macht, Strijdende voor ons Oranje, Biddend werken in Gods kracht. 't Is haast nog niet te geloven, Nu de dag ons tegenlacht. Dat de vrijheid is verkregen, Reeds zo lang door ons verwacht. Ieder lacht nu, kindren zingen, Alles heeft Oranje op, De Canadeezen kwamen binnen, Onze vreugde stijgt ten top. Alle werk is nu ten einde Van het ondergrondse front, Weg is nu de Duitse Weermacht En we staan op vrije grond. Hartelijk danken we ook alle Stille strijders zonder lef. Voor hun werk en voor hun offers, Steeds gebracht uit plichtsbesef. Ook voor finantieele offers, Zo spontaan bijeengebracht, Willen w allen hartelijk danken. Die verhoogden onze kracht. Onze strijd is nu ten einde: Vaderland is nog in nood, 't Heeft ons aller kracht nog nodig Want door EENDRACHT zijn we groot. Koningin, wij blijven wachten. Biddend uitzien tot den dag, Dat Gij weerkomt in ons midden. Dan ontplooien wij den vlag. Wappre spoedig onze driekleur Over heel ons Vaderland En de band zij weer Vereenigd: GOD, ORANJE en NEDERLAND. Van 30-10-1944. UITTREKSEL rede van Hare Majesteit de Koningin, op Dinsdag 28 November 1944 voor Radio Oranje. Na een korte inleiding over de bange tijd waarin we leven, richtte Hare Majesteit in de eerste plaats het woord tot onze landgenooten in Bezet gebied, sprak een woord van waardeering tot onze spoorwegmannen en was vol vertrouwen omtrent de eenheid van ons volk in dat gebied, opwekkend tot onderlinge hulp. Er was gezorgd voor opgeslagen voedsel en er zou zoo spoedig mogelijk gezorgd worden voor aanvoer van dat voedsel en andere benoodigdheden. Zich tot het bevrijde Neder- landsche gebied richtend, sprak Hare Majesteit een woord van lof en dank tot de dappere jongens, die nu als oorlogsvoerenden medestrijden aan de zijde der bond- genooten. Hoe er eigenlijk een gebonden vreugde was in de bevrijde deelen van ons land, door de ellende in het nog bezette deel. Vervolgens richtte Hare Majesteit zich tot de bewoners van Walcheren en Zeeuwsch- Vlaanderen, die nu worstelen tegen het binnen stromen de water. Alles wordt in het werk gesteld om dijken te repareeren. Walcheren en Zeeuwsch-Vlaanderen zullen herrijzen. Zoodra de oorlogvoering dit zal toelaten, zal ook de volle aandacht besteed worden aan de getroffen steden en dorpen in de andere provincies. Meer en meer zullen de vervoersmoeilijkheden worden opgelost, daar mee ook de grootste vernielingen, waardoor thans de inwoners aan weer en wind zijn blootgesteld. Een beroep doende op de mijnwerkers, maande Hare Majesteit hen aan tot ijver en doorwerken om de hoog gestegen nooden te lenigen, anderen door hun productie te laten produ- ceeren in het belang der voedselvoorziening. Waar ge werkt kan worden zij AANPAKKEN DE LEUZE. Hare Majesteit richtte tenslotte het woord tot de huis moeders, die haast alles ontbreekt en verzocht de land bouwers te helpen waar zij maar konden met al hun vermogen. Laten allen doordrongen zijn van deze be proeving, dan, door samenwerking en saamhoorigheid: ook daarin de overwinning. De ure der geheele bevrijding zal komen. LEVE HET VADERLAND. Voor St. Annalandeen oude bekende. ,,Tout passé" alles gaat voorbij", zoo eindigden wij onze laatste circulaire, toen per 12 April 1942 „in opdracht van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied en in verband met de papier- schaarschte" ons plaatselijk Nieuwsblaadje verboden werd. We zijn verheugd nu openlijk te kunnen schrijven (onze dorpsgenooten was het direct al bekend) dat het enkel en alleen verboden werd, omdat we weigerden een uitspraak van Mussert op te nemen en niet wegens papierschaarschte. Onmiddellijk na het verbod bracht de uitgever een bezoek bij N.S.B.er-kringleider v. d. Weele, die ons genoemde uitspraak wou laten opnemen. Hij bekende er voor gezorgd te hebben, dat het blad werd verboden. Het antwoord was: „Tout passe alles gaat voorbij en onze tijd komt." N.S.B.er v. d. Weele is jammer genoeg gevlucht, maar U kunt zich indenken, dat het voor onze dorpsgenooten en voor ons een groote voldoening is weer een blad te kunnen uitgeven. Het viel toen werkelijk niet mee, ons blad, waarop vrijwel ieder in 't dorp geabonneerd was, verboden te zien. Maar het was ons liever financieele schade te lijden en een graag gelezen blad te moeten missen, dan propaganda te maken voor Toon Mussert. Vele abonne's boden ons aan het abonnementsgeld door te betalen. Hoewel we dat toen niet aanvaarden, danken wij hen langs deze weg voor hun aanbieding en medeleven. Tout passe Veel zal niet terugkeeren. Het ergste is wel de lange lijst van overleden dorpsgenooten. Zelf werden we ook zwaar getroffen door het overlijden onzer moeder, die ons een trouwe steun was bij de vorige

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1944 | | pagina 1