Wat was er gebeurd: toen wij ergens een deur uit de hengels hadden geiicht stonden daar de bewuste kaas en
wijn. Ik heb die kaas aangesneden en elk van ons tiental soldaten een stuk gegeven (behalve noodrantsoenen
van het leger hadden we geen eten bij ons). We waren allemaal die dag zeker vier of vijf maal tot onze borst in
het water gegaan en ik vond mezelf zeker geen dief...
Ik heb toen onze kapitein gevraagd om op zijn strepen te gaan staan en te eisen dat die boer zich zou
verontschuldigen, want dat we anders de volgende morgen zijn stier weer naar de stal terug zouden brengen en
dat hij hem dan zelf maar weer moest zien te redden. Gelukkig hadden kapitein én burgemeester genoeg
ruggengraat om het spel zo te spelen. De boer haalde bakzeil en dat was de enige - voor ons - onaangename
gebeurtenis in Ooltgensplaat.
Na een paar dagen voeren we weer terug naar Willemstad, waar wij een lift kregen naar het droge deel van
Nederland terwijl de engelsen weer stroomopwaarts gingen, richting Duitsland.
Mijn enige andere ervaring (op afstand) met de februari ramp was onze vriendschap met de bronswerker Ad
Braat, die o.a. het monument ("geknakt maar niet gebroken") bij de Waterpoort in Zierikee maakte en daarover
in aanvaring kwam met de kerkenraad, die het beeld afkeurde als "te hoovaardig"... Maar over Zeeland en
reiigie hoef ik U niets te verteilen!
met vriendelijke groet
i.a.a. dr B.W.Ketting
Christinastraat 33
1432 HP Aalsmeer
British Army of the Rhine