Schouwen-Duiveland, Goeree-Overflakkee, Tholen en Sint-Philipsland nagenoeg helemaal, Voorne-Putten en de Hoekse Waard voor een groot deel. In Noord- en Zuid-Beveland, Walcheren, de Biesbosch, Rozenburg, het eiland van Dordrecht en langs de Vlaamse kust vinden kleinere overstromingen plaats. In Zeeland vallen 873 doden, van wie 525 op Schouwen-Duiveland (91 in Ouwerkerk, 289 in Nieuwerkerk). In Zuid-Holland vallen 686 slachtoffers, van wie 481 op Goeree-Overflakkee (305 in Oude Tonge); Noord-Brabant telt 254 slachtoffers; in de rest van Nederland komen 22 mensen om het leven. Veel slachtoffers vallen door instortende huizen. Er verdrinken 20.000 koeien, 12.000 varkens, 1.750 paarden, 165.000 stuks pluimvee en 2.750 schapen en geiten. Het reddingswerk komt maar langzaam op gang. Het duurt een paar dagen voordat bekend is dat Schouwen-Duiveland eigenlijk niet meer bestaat. Vissers zetten zich in om met hun boten mensen van losgeslagen daken te halen. Pas in de loop van maandag 2 februari krijgt men zicht op de ramp en wordt de hulpverlening gecoördineerd. Uit het rampgebied worden 72.500 mensen geëvacueerd. Ruim 47.000 gebouwen zijn beschadigd, waarvan 10.000 zeer ernstig of onherstelbaar. De schade bedraagt 1,5 miljard gulden. Een oppervlakte van 136.512 ha staat onder water en 16.815 ha raakt drassig. In Zuid- Holland hebben de dijkdoorbraken samen een lengte van 17,5 km, in Noord-Brabant 6,7 km en in Zeeland 17,7 km. Marjon de Hond: "Zoveel natuurgeweld, in buitengewone meteorologische omstandigheden. Als ik uit mezelf kon treden, zou ik er als meteoroloog misschien enthousiast over kunnen zijn. Maar dat kan ik niet. Laatst was ik in Ouwerkerk. Met m'n rug naar de zee, keek ik over het polderlandschap. 1835 doden. Het is niet voor te stellen, als je het niet hebt meegemaakt. Hier past alleen stilte na de storm" Uit de film: "De Ramp" De heer Van Mourik woonde in Capelle, een gehucht in de buurt van Zierikzee. Aan de hand van foto's en oude ansichtkaarten laat hij zien hoe het straatje met de twintig huizen die het dorpje telde, er toen uitzag. Er woonden ongeveer honderd mensen van wie er veertig omkwamen. Slechts een paar huizen stonden nog overeind. Van Mourik vertelt hoe hij uren ronddreef op de resten van hun klompenschuurtje. Meneer Bolijn uit Ouwerkerk vertelt het verhaal van zijn moeder. Zij zat 24 uur op een paal voordat ze, blind van het zoute water en totaal verkleumd, gered kon worden. Voor haar 16- jarige zoon Leen kwam de redding te laat, hij was halverwege de nacht van vermoeidheid van de paal gevallen en in het donkere water verdwenen. Zijn lichaam werd nooit gevonden. Mevrouw Verboom-Van Dienst die toen in Capelle bij Zierikzee woonde, nu 63 jaar, zag een buurvrouw met haar pasgeboren baby in haar armen wegdrijven. Nog ziet ze het dekentje van het kindje wapperen in de wind. De vrouw is met haar kind verdronken, mevrouw Verboom werd gered en door een bootje en naar Zierikzee gebracht. 7

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 2008 | | pagina 7