1953 De watersnood van 1 februari 1953 werd als enige in de 20e eeuw veroorzaakt door hoge stormvloed. Zo werd bij Hoek van Holland 385 cm (bijna 4 meter) boven Normaal Amsterdams Peil (NAP) gemeten, terwijl normaal ongeveer bijna 1 meter was. De extra verhoging door de storm was dus ongeveer 3 meter. Bij Vlissingen kwam het water tot 4,55 meter boven NAP. Het zijn deze rampen die steeds weer aanleiding waren tot vergaande beveiligingswerken. Het is dan ook heel zuur te weten, dat Rijkswaterstaat op 29 januari 1953 de Nota Afsluitingsplannen der Tussenwateren presenteerde met daarin voorstellen om de zeearmen in de Delta, op de Westerschelde na, af te dammen. De wind, het water en de zee De Noordzee is in het noorden veel breder dan bij ons en bij bijvoorbeeld Bretagne. Het water stuwt dus op naarmate het zuidelijker komt. Ook speelt de wind en de windrichting daarbij een rol. Het normale getij wordt bepaald door maan en zon. De maan, die het dichtst bij de aarde staat, oefent de grootste aantrekkingskracht uit op het water. Als zon en maan met de aarde op één lijn staan (bij nieuwe en volle maan) is de aantrekkingskracht maximaal en spreekt men van springtij Komt er dan een storm overheen dan komt het water nog hoger. Gemiddeld eens in de twee jaar hebben we een lage stormvloed, die de dijken gemakkelijk aankunnen. Gevaarlijker, maar ook zeldzamer zijn middelbare (eens in de tien tot honderd jaar) en hoge stormvloeden (eens in de honderd tot duizend jaar). Sterke noordwesterstormen, die lang aanhouden hebben duidelijk effect op de waterstanden. Richting, sterkte en duur van de storm worden bepaald door de depressiekoers, de snelheid waarmee die passeert en de sterkte van de drukdalingen. Een traag passerende depressie, waarin de luchtdruk snel daalt en die in zuidoostelijke richting over de Noordzee trekt, is het gevaarlijkst. Zie de kaartjes op bladzijde 5. Men zegt, dat op de ochtend van 31 januari niemand verontrust was. Bij een laag springtij was de waterstand eigenlijk normaal. Er werd niet eens hoger water voorspeld dan een recordstand van 3,92 m uit maart 1906. Ook het weerbericht was gewoon voor de tijd van het jaar: aanvoer van koudere lucht, komst van een regenfront, met toenemende wind tot hard. Maar het zou snel veranderen. In de middag. Het leven in het Deltagebied gaat gewoon z'n zaterdagse gang. Her en der staan festiviteiten op het programma, zoals in Kortgene met de opening van het nieuwe gemeentehuis. Commissaris van de Koningin jonkheer A.F.C. de Casembroot moet in zijn dienstauto wachten tot het water in de Zankreek gezakt is, voordat het veer Wolphaartsdijk-Kortgene hem naar Noord-Beveland kan overzetten. Er zijn wel grote problemen bij de veerdiensten als gevolg van de wind en het hoge water. De passagiers van de provinciale boot die 's avonds nog om 20.30 uur vanuit Katseveer naar Zierikzee vaart, komen zeeziek en met doodsangst in de ogen van boord. Dat schrijft PZC- redacteur Rinus Antonisse, schrijver van het boek "Februariramp 1953" (Uitgeverij Uniepers) in "de Ramp", een bijlage bij de Provinciale Zeeuwse Courant (24 januari 2003)geweid aan de Watersnoodramp van 1953. 4

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 2008 | | pagina 4