4 Het voorval heeft ons er niet van weerhouden de dam af te bouwen. Misschien werd voorkomen dat water zijdelings het dorp in zou lopen? Wellicht is dit verslag over onze activiteiten op Walcheren niet compleet omdat het mij onbekend is of er daar ook andere georganiseerde inzet van militairen is geweest ,al dan niet vanuit Middelburg? De volgende dag meldde ik mij weer als vrijwilliger, ditmaal voor Noord-Beveland. Colijnsplaat Het was inmiddels dinsdag.de derde dag na de stormnacht. Een kapitein van de C.O.A.K. vertrok uit Middelburg,met 2 kornetten en 3 pelotons van elk zo'n 30 man, naar Noord-Beveland. Zelf was ik één van die kornetten en de tweede kornet was Almekinders uit de Nadorst in Middelburg die ik kende van de Rijks-HBS. In zijn "briefing" aan de officieren had de majoor Potteboom gezegd dat hulp was gevraagd door Noord-Beveland waar plunderaars actief waren. Het consigne was: "gericht schieten op plunderaars, na 3 sommaties". Alle militairen kregen vuurwapens en scherpe munitie. Verder niets: geen ransel met voedsel, veldfles, geld of andere praktische dingen voor ongetwijfeld een langdurige taak in onbekend rampgebied. Misschien had het beter gekund, maar in Middelburg was slechts een school voor administratie personeel en als zodanig niet te vergelijken met een op daadkracht en snelle improvisatie getraind paraat onderdeel van de krijgsmacht. Wellicht ontbrak het aan rantsoenen en uitrusting voor zo'n expeditie? Onze exacte route weet ik niet meer. Wel dat we bij aankomst met een veerpont in Kortgene onmiddellijk werden geconfronteerd met een man die luid schreeuwend een geweer eiste om op plunderaars te schieten. De kapitein gaf hem een paar militairen mee en vestigde er zijn hoofdkwartier met 1 peloton. Hij dirigeerde Almekinders met zijn peloton naar Kats en mij naar Colijnsplaat. Dat was het laatste contact, want o.a. het telefoonverkeer was geheel ontregeld Met mijn peloton liep ik in de ijzige wind en koude, de lange afstand over verlaten dijken, langs omwegen en een grauw ondergelopen niemandsland naar het mij volkomen onbekende Colijnsplaat. Elk peloton was een allegaartje van "gestrande" militairen. Met o.a. koks, matrozen en schrijvers die geen lange marsen gewend waren en al snel uitgeput met blaren en bloed in de schoenen liepen. De meeste hadden hun "kistjes" nog in hun kazerne en liepen in uitgaanstenue, het z.g.n. "eerste grijs van de Landmacht. En wie geen overjas had meegenomen moest het verder zonder doen. Ook ik dus. Halverwege onze bestemming liep ik met niet alleen aan de koppel mijn 9mm Browning FN dienstpistool, maar ook met aan elke schouder het zware Lee-Enfield geweer van de twee zwakste militairen. Op een gelukkig moment kwam op de dijk een bestelwagen met open laadbak aanrijden. De vriendelijke man was bereid ons te helpen met transport. Onlangs, 2008, bleek dat het Piet de Buck, melkrijder en winkelier uit Kortgene was die reed met een groene Ford Thames. Hij reed de zwakkeren naar Colijnsplaat. Ook de adjudant-onderofficier de Bruin met als opdracht voor ons daar onderdak en eten te vinden.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 2008 | | pagina 4