Rhittem Arnemuiden 3 Normaliter zou dat wel zo zijn, maar het was inmiddels wel duidelijk geworden dat we in een enorme ramp zaten en ik vond daarom dat iedereen, zonder onderscheid van rang, moest werken. Ik aarzelde. Herhalen als dienstbevel? Dan was deze beroepsmilitair, bij opnieuw weigeren, in het cachot beland. Ik liet het maarzo, niet wetende dat we nog 10 dagen onvrijwillig in eikaars gezelschap zouden blijven, doch gelukkig zonder verdere incidenten. Met onze schoppen en een grote hoeveelheid lege zakken gingen we in een legertruck naar de Westerscheldedijk bij het Fort Rammekens bij Rhittem. Het was bitter koud aan het grote water en we werkten hard, al was het alleen maar om warm te blijven. Zakken vullen, zak op de rug, lopen en dan dumpen in een van de vele diepe gaten in de dijk. We zijn doorgegaan tot diep in de nacht, op de pikdonkere dijk waar het schrale licht van een stationair draaiend motorfietsje ons koude werk moest bijlichten. Maar in dat weinige licht, stak een schop dikwijls in de hand die een zak openhield en dan rolden de "godvers..." over de dijk. In de vroege donkere ochtend kwam de legertruck ons weer halen. Na een paar uur slapen, daarna wassen en ontbijt in de kazerne, gingen we met de legertruck, schoppen en een nieuwe hoeveelheid lege zakken naar Arnemuiden. Wij kozen de oostelijke rand van het dorp Arnemuiden bij een café en de spoorlijn, vermoedelijk het begin van de Sloedam. Destijds slechts een smalle dam met naast elkaar een fietspad, verkeersweg en de spoorlijn. Het water stroomde iets verderop snel en krachtig van zuid naar noord, haaks over de verbogen spoorlijn en dat veroorzaakte een brede waterval die zover het oog reikte, oostelijk Walcheren inundeerde. Het haastige water maakte een lispelend en boeiend geluid, alsof het plezier had en ons een geheimpje wilde vertellen. Om nooit te vergeten! Wij stonden ademloos te kijken naar dit imposante natuurgeweld. De grond onder ons trilde Hier was het oppassen! Het geweld typeerde eigenlijk al direct het nutteloze van enige actie want met mankracht en schop was hier weinig of niets tegen te doen. Er stond een lege platte spoorwagon. Was hier het station? We stapelden door ons gevulde zakken op de wagon die dan telkens over het spoor werd geduwd tot zo dicht mogelijk bij het gevaarlijke water. Zo bouwden we daar op de iele rand een preventieve halfronde lage dam, dwars over de spoorlijn. Aan de cafébaas vroegen wij een cognacje tegen de snijdende kou, maar het antwoord was een absoluut "nee". Het werd er niet beter op.... Al enige tijd stonden 3 oudere mannen in klederdracht, met de handen diep in de zakken, te kijken hoe wij zwoegden met die zware spoorwagon. Nu denk ik: "zagen zij hoe nutteloos ons werk was?". Voor ons werd het zwijgende drietal hoogst irritant en ik zag op afstand dat de sergeant in het peloton, een harde en gedecoreerde veteraan, net terug van het Nederlandse V.N. Detachement in de Koreaanse oorlog 1951/53, naar ze toeliep. Hij zal wel zoiets hebben gezegd als "haal g.v.d. je klauwen uitje zak en doe wat, want we zijn hier voor jullie!" Dat ging fout, want ik zag hoe de sergeant plotseling uithaalde en een kerel hard op zijn wang sloeg met de platte kant van zijn schop. Daarna dropen ze af.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 2008 | | pagina 3