Van Tetterode maakte eerste ontwerp beeld Jan Wolkers
pagina 4 van 5
Op 1 februari 1953 was Maria zeven maanden zwanger van een tweede
zoon. De afspraak was dat ze in Goes zou bevallen. "Vrij kort na de
watersnood heb ik Maria naar Goes gebracht", weet Wolkers. "Over de
weg kon je er niet komen, het ging over de wateren, in hele rare bootjes
die tussen de verschillende eilanden voeren. Het laatste stuk naar Goes
ging denk ik in legerwagens, want ik herinner me dat groene zeildek. Het
was een verschrikkelijke reis. We deden dat omdat het nu eenmaal was
afgesproken, het was natuurlijk niet zo verstandig. Ik heb geen mensen
zien drijven, wel beesten. Koeien en paarden. Zo'n verschrikkelijk mooi
Zeeuws paard, zoals ik ze vaak heb getekend, zag ik daar drijven."
Uit 'Een roos van vlees': 'Uren over het grijze water. Het grijze water dat
door geen horizon begrensd werd, dat doorliep tot in de hemel. Het
regende en de regen sloeg het water vol luchtbellen, alsof er overal in dat
verraderlijke water mensen verdronken. Er dreef een paard voorbij met
zijn poten in de lucht, opgezwollen als een doedelzak. Een boomkruin
waarin een rood en grijs gestreepte matras hing waaruit zeegras puilde.
Een dobberende wieg, kinderspeelgoed, een pop zonder ogen.'
Wolkers keerde terug naar zijn toenmalige woonplaats Amsterdam, om in
het pand van het studentencorps aan de Weteringschans te helpen met
het inpakken van hulpgoederen voor het rampgebied.
In zijn eerste ontwerp voor een monument in Kruiningen heeft hij de
dodelijke kracht van het water verbeeld. "Dat is wel aardig om te
vertellen. Ik ben waarschijnlijk de eerste ter wereld die zo vroeg een beeld
van glas gemaakt heeft. Bij Van Tetterode, nu een heel geavanceerd
bedrijf, hebben ze toen heel primitief dat beeld gemaakt. Ik wilde iets uit
één stuk, maar dat kon toen nog niet, dus hebben ze van dikke plakken
glas die steeds breder werden twee golven gemaakt en daar dreef een
figuurtje tussen. Dat ontwerp werd natuurlijk afgewezen, want de
opdrachtgevers zeiden: Tedere Zeeuw die een familielid verloren is, ziet
dat daar in.' Het ontwerp heeft nog heel lang bij Van Tetterode gestaan,
maar het is verloren gegaan, bij een verhuizing of zo. Ik had nog nooit
zoiets gezien en eerlijk gezegd wist ik niet of het wel zo groot uitgevoerd
zou kunnen worden."
VERDRONKEN KIND
Als alternatief kwam Wolkers met een bronzen beeld van een jonge vrouw
die onder een deken of mantel een verdronken kindje tegen zich
aandrukt. Van het dode kind is alleen een slap handje te zien dat onder de
deken vandaan komt. "Je moet iedere sentimentaliteit vermijden",
verklaart Wolkers. "Daarom zie je van dat kind alleen het handje. Het is
een figuratief werk, maar het heeft abstracte kwaliteiten, net als de
Dokwerker of het beeld van Lely op de Afsluitdijk. Bij de meeste beelden
zie je eerst het sentimentele verhaaltje, maar hierbij zie je in de eerste
plaats een beeldhouwwerk in de ruimte." Een criticus van Het Vrije Volk
schreef nog voor de onthulling in 1957: 'In een strakke vorm spreekt een
heldere bewogenheid, zonder pathetiek, zonder sentimentaliteit.' In de
fotodocumentaire Werkkleding staat een brief afgedrukt die Wolkers ooit
ontving van een echtpaar dat het beeld in Kruiningen had gezien. 'Wij
hebben in stille bewondering gestaan voor uw werk. U heeft op geniale
wijze de droefheid van dat jonge vrouwtje met het kind onder haar
schouderdoek en waarvan slechts het kleine handje zichtbaar is, in brons
tot leven gebracht. Wij beiden waren diep ontroerd bij het zien van zulk
beeldhouwwerk.'
Voor Wolkers heeft het beeld, geeft hij nu aan, meer dan met de ramp te
maken met een ongeluk dat Maria de Roo en hem op 10 juni 1951
overkwam. De dood van hun dochtertje Eva, net twee jaar oud. "Ik heb
http://members.home.nl/tettero/ZuidHollandAVolkers.htm
10-7-2005