Drie maanden na de Ramp toen we inmiddels in Zanddijk in Veere tijdelijk woonden is onze Han aangespoeld en moest mijn vader hem identificeren. Toen moesten mijn ouders het aanvaarden, hun kind was er niet meer. Alles waar ze samen zo hard voor gewerkt hadden was weg .Maar dat viel in het niet bij de verliezen!Al die maanden waren de lijsten gekomen van het Rode Kruis: Vrouw gevonden ongeveer zo en zo oud, kind gevonden die en die kenmerken, al die tijd had mijn moeder hoop gevoeld, elke avond uit de deur gekeken als ze de deur op het nachtslot deed: Komt hij er misschien aan? Het is nu 50 jaar geleden en de Ramp werd een markering in de tijd. Veel maatschappelijke gevolgen waren er. Oom en Tante Hendrikse gingen naar de Noord-Oostpolder om een nieuw leven op te bouwen. Oom en Tante Kees Kooyman emigreerden naar Canada, Oom en Tante Dorst begonnen een fruitteeltbedrijf in Marknesse. En wij keerden weer naar Nieuwerkerk om voor de tweede keer aan de wederopbouw te beginnen, maar zonder Han. Mijn moeders haar was zwart voor de Ramp, ze was toen nog maar net veertig, na de Ramp spierwit. Tengevolge van de ontberingen en de kou had ze T.B.C. opgelopen wat zich enige jaren na de Ramp openbaarde. Weer moest ze haar huis in Nieuwerkerk, we waren inmiddels teruggekeerd en hadden het huis van de buurman Klompe gekocht, verlaten om te kuren in Zonnevanck voor twee jaar. En ik deed de huishouding, ik was toen 15, 16 jaar, het was heel druk, behalve de boerderij hadden we ook nog een loondorsbedrijf. Liever was ik toen een opleiding gaan volgen, maar in die tijd werd daar niet naar gevraagd. Je deed het gewoon en met liefde. Eén op de zes inwoners van Ouwerkerk en Nieuwerkerk verloren het leven. Er zijn zoveel verhalen en dit is er èen van. De Ramp moet een teken blijven van het feit dat we in een land wonen dat beschermd moet worden tegen de zee. Velen van mijn generatie zijn nu pas in staat om hun verhaal te vertellen en kunnen hun gevoelens min of meer uiten. Het is heel goed om de krachtdadige gebeurtenissen in je leven te gebruiken om anderen ook in moeilijke omstandigheden terzijde te kunnen staan. Wat schieten we daar in te kortWij mochten nog in leven blijven en daar mogen we de Heere wel heel dankbaar voor zijn! We waren immers niets beter dan al die mensen die moesten verdrinken. Nu na 50 jaar komen de herinneringen boven. De Watersnood heeft ons ook nu nog veel te zeggen. Een datum alleen kan ons daar niet bij bepalen. Dat moet de Geest van God inwendig doen. De Watersnood leert ons: Het leven is een damp; de dood wekt ieder uur. Zijn we dan bereid? WAAKT W.J.Verton-Kooyman, Nassaulaan 22,4301 MX Zierikzee, 0111-415577 E-MAIL; LJVERTON@ZEELANDNET.NL 4

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 2002 | | pagina 4