Mijn moeder was heel flink en probeerde alle obstakels weg te duwen. Je kon
met dat vlot omslaan of tegen iets aankomen waardoor je kon omslaan. We
dreven richting Ouwerkerk met de stroom mee. Waarheen? Het regende en het
werd nacht, een vreselijke nacht. Je hoorde psalmen zingen, maar ook vloeken!
Je hoorde mensen om hulp roepen, maar je was machteloos, zelf kon je ook elk
moment in de golven verdwijnen. Gelukkig konden we een vrouw redden, die al
in het water lag!
Op maandag kwamen we in de buurt van de Rampaertsedijk oostelijk van
Ouwerkerk, maar tussen ons vlot en het stuk dijk lag wel een 15 meter
wrakhout, dode beesten enz. Wat zijn daar ook veel mensen verdronken, bijna
aan land, bijna behouden. Je was immers zo vreselijk koud en uitgeput, je benen
wilden niets meer! Over de pakken stro hebben we planken gelegd en zo als
kruipende kwamen we aan land! Achter een hoopje nat stro lagen we. Steeds
spoelden er mensen aan, kinderen die hun ouders hadden zien verdrinken.
En ouders die geen kinderen meer hadden. Op de duur waren er wel 30 mensen
Een koe die nog leefde, werd gemolken, en er was melk voor de baby's en de
kleine kinderen
Een eind verder was er een groot gat in de dijk. Er stonden mannen te roepen dat
we daar overheen moesten dan konden we in het huisje van Joz. Verton komen.
We strompelden er naar toe en aan een soort touw over het water van een 20
meter breed gat waren we aan de overkant! In het huisje waren we met een
honderd mensen. Sommigen waren er heel ernstig aan toe. In de nacht van
maandag op dinsdag was er een openbaar gebed geweest. Iedereen was er heel
rustig van geworden. Wat waren we blij dat mijn vader aanspoelde, ook hij had
een vrouw gered uit het water en heel zijn hand opengehaald, al zijn pezen
waren doorgesneden. Zijn hand ging al opzetten door het zwaar
verontreinigende water. Dinsdagmiddag werden de zieken opgehaald, ook mijn
vader die meteen naar het Gasthuis in Goes gebracht is voor 6 weken.
Ondertussen zochten wij in grote spanning de dijk af naar onze Han!
Achteraf is Han op zijn vlot tegen bomen in een boomgaard aangekomen
omgeslagen en door de koude verdronken! Hij was zo dapper en kon zo goed
zwemmen!.Mijn fijne broer Han waar ik het meeste mee optrok, hij was maar
een paar jaar ouder, was er niet meer.
Een schipper uit Yerseke, Hubrecht Koster heeft ons gered en we werden in
Goes bij heel goede mensen ondergebracht. Elke dag gingen mijn moeder en ik
vragen bij het Rode Kruis of mijn broer Han gevonden was, en haar moeder,
haar broer, en haar zuster. Nee, die met haar dochtertje Willie, en mijn
vriendinnetje, al in het begin bij het instorten van hun huis verdronken is.
Neefje Jan die met zijn truitje aan een spijker bleef hangen en neefje Leen van 5
jaar oud, die met de huishoudster naar de Kerkstraat gestuurd werd en daar nooit
aangekomen is. Neef Jacob Hendrikse die met nog een broer en hun vader op
hun vlot het stroomgat uitdreven, de Oosterschelde op. Toen ze aan land
kwamen in Yerseke, was Jacob, 19 jaar oud, van kou en uitputting gestorven
3