gebruiken. Zijn gehele auto lag vol met rubber lieslaarzen. Deze uitgeladen hebbende, verdween
hij weer in de nacht.
Kort daarna ontdekte ik in de stroom van vrachtauto's, die op overtocht naar de eilanden
wachtten, een viertal DUWK's. Dit zijn, op vier wielen rijdende amphibie-voertuigen, en zij
kwamen van het Britse leger aan de Rijn. Zij waren bemand door Duitse militairen, onder leiding
van een onderofficier met de naam van Siegfried. Na met hem een blik te hebben geworpen op
het roerige Haringvliet, verklaarde hij zich bereid te overtocht op eigen kracht te maken. Zijn
enige probleem was, dat hij voorraden voor de Britse militairen aan boord had. Dit bezwaar werd
snel op militaire wijze terzijde geschoven, en even later doken de vier DUW K's van de dijk het
water in, met de opdracht zich te melden bij Ltz Bottema, in Stellendam. Zij hebben daar
uitstekende diensten verricht bij het ruimen van kadavers en binnenslands transport.
Kort na hun vertrek kwam de Burgemeester ons kantoortje binnen stormen, onder het geroep van
"Dat ik dit nog moet beleven". Na hem enigszins gekalmeerd te hebben, kwam de reden van zijn
opwinding: "Ik zag Duitse militairen in mijn gemeente"!
Op een zekere dag bleek, dat de inwendige dienst toch niet naar behoren functioneerde. De
dagelijkse stamppot verscheen niet op tafel, en het "zeuntje" was onvindbaar. Even later werd hij
gezien, terwijl hij uit een van de op het emplacement aanwezige goederenwagons van de RTM
stapte. Bij nader onderzoek bleek, dat een tweetal "dames" uit Rotterdam een "Maison de
tolerance" hadden ingericht in die wagon, en er nu hun dagelijkse en nachtelijkse beroep in
uitoefenden. Zij waren, vermomd als twee verpleegsters met Rode Kruis mutsjes op het hoofd
door de afzetting gekomen. Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst.
Ook verscheen op een dag een auto, waarop twee buitenboords motoren waren geladen en de
eigenaar vroeg of wij die konden gebruiken. Dit was een gift uit de hemel voor het varen over
ondergelopen land; ik aanvaardde ze dankbaar en tekende vlot voor ontvangst. De motoren
waren binnen een uur al verscheept.
Maanden later ontving ik een brief van de afdeling Comptabiliteit, met het verzoek
verantwoording af te leggen voor de inmiddels verdwenen motoren. Ik heb toen geantwoord dat
ik gaarne de verantwoording wilde dragen voor de twee motoren, die ik niet had besteld, maar
waarvoor ik wel getekend had, als ik ook de verantwoording mocht dragen voor de 150
doodskisten, die ik wel had besteld, maar waarvoor ik niet had getekend. Daarop heb ik nooit
meer iets gehoord. Mijn brief moet ongetwijfeld nog ergens in de archieven te vinden zijn.
Rond het einde van de eerste week voer ik nog een keer met de schouw op en neer naar
Stellendam, voor persoonlijk contact met LTZ Bottema, om de situatie ter plaatse te zien, en om
wensen te vernemen. De reddingswerkzaamheden waren beëindigd, en hun hoofdtaak was nu
het ruimen van kadavers. De DUWK's verleenden uitstekende diensten, hoewel zij, door het vaak
onder waterstaande prikkeldraad constant last hadden van lekke banden. Maar met Duitse
grondigheid werden zij iedere nacht weer gerepareerd, zodat zij bij het ochtendappel weer
gereed waren. Ik bleef lunchen, en tot mijn - aangename - verbazing bestond de lunch uit
kalkoenbouten, aardappelen, perziken op sap, Kerstpudding en een deugdelijk glas bier. Bottema
had namelijk Amerikaanse luchtdropping ontvangen, die in tegenstelling met de Nederlandse
droppings van brood en blikken stamppot, uit deze heerlijkheden bestonden, Het bier was
afkomstig uit de voorraden die de DUWK's aan boord hadden, en die moesten worden ontladen
alvorens zij aan het werk konden. Bottema had het bier geconfisqueerd, waarmede Siegfried had
ingestemd na de historische woorden van "Nehmen Sie es, die Englander saufen sich doch
immer steriel".
Na twee weken waren de civiele instanties in staat de taak over te nemen, en werd ons
detachement teruggetrokken en opgeheven. Wij moeten gestonken hebben als wilde zwijnen,