Het voordeel van de marine organisatie is, dat onder welke omstandigheden ook, die organisatie,
als van zelf in werking treedt. Na het aanwijzen van de Sergeant Machinist als Chef d' equipage,
was de inwendige dienst automatisch geregeld, alsook wachtdiensten, slaapplaatsen enz. Wij
konden ons dus volledig werpen op de hulpoperaties.
Er was nu klaarheid gekomen in de toestand in de omgeving van Hellevoetsluis. Het eiland
Putten stond vrijwel geheel onder water. Het Voornse kanaal was bevaarbaar, en de weg erlangs
kon worden bereden. Deze was inmiddels afgesloten voor niet essentieel verkeer. Op het eiland
Goeree- Overflakkee was de toestand zeer ernstig. Het eiland was grotendeels overstroomd; de
plaatsjes Oude en Nieuwe Tonge waren zo goed als weggevaagd. Dirksland was geïsoleerd,
Middelharnis en Stad aan 't Haringvliet waren bereikbaar, evenals Stellendam, dat echter onder
water stond.
Onze taak werd nu het aanvragen, ontvangen, en verschepen van goederen en materiaal voor
de hulpverlening, het opvangen van evacués, het ordenen van het haven- en scheepvaart
verkeer, alsmede de algemene coördinatie. De taak nam dagelijks in omvang toe.
Na enige dagen arriveerde Kltz van Karnebeek, die de leiding van mij overnam; ik werd tweede
man. Zijn standpunt was -zeer terecht- dat wat wij nu aan het doen waren een oneigenlijke taak
voor de marine was, en dat deze teak weer zo snel mogelijk moest worden overgedragen aan de
civiele autoriteiten. Het duurde echter nog een tweetal weken voordat zulk een organisatie er
was. Inmiddels was ook Ltz Jenison gearriveerd, die de functie van "havenmeester" kreeg
toebedeeld. Hier zij ook vermeld, dat wij voor watertransport nog steeds volledig afhankelijk
waren van de vrije wil tot deelname van de schippers van de binnenschepen. Gelukkig werden
hier, op een enkele uitzondering na, geen problemen ondervonden.
Naarmate de tijd vorderde werd de uitvoering van onze taak steeds meer routine werk. Laat mij
daarom volstaan met het melden van enige specifieke gebeurtenissen en indrukken, die een
beeld geven van de toestand en omstandigheden.
Het was op de derde dag, meen ik, dat ik contact had met de stafofficier Operaties van COZD, en
hem verzocht een vijftigtal doodskisten naar Hellevoetsluis te zenden. Het was even stil aan de
andere kant van de lijn, en toen zei hij: "Besnard, meen je dat". Ik antwoordde hem: "nee,
eigenlijk niet, stuur me er maar honderdvijftig". Het was weer even stil, en toen zei hij: "Ze komen
er naa". En de volgende dag stonden honderdvijftig lege doodskisten op de kade. Een
indrukwekkend droef gezicht. En de volgende dag was de kade weer leeg.
Ook uit het buitenland begon de hulp toe te stromen. Zo hing 's nachts boven het Voornse kanaal
en Putten een lichtschijnsel van de zoeklichten van de Britse genie (uit Duitsland gekomen)
waarmede zij de hulpacties konden verlichten, zodat die ook des nachts konden doorgaan. En in
de haven meldden zich de patrouille boten van het Royal Naval Rhine Flotilla, die onmiddellijk
werden ingezet.
Naast de stromen vrachtauto's met hulpgoederen werd nu ook bevoorraad door de lucht.
Dakota's van de KLu, en vliegtuigen van de RAF en de USAF vlogen regelmatig boven het
gehied. Reeds eerder waren helicopters actief voor reddingsoperaties. Er is, veel later wel eens
het verwijt gemaakt, dat de helicopters te laat in actie zijn gekomen. Ik acht dit onterecht. Immers,
in die dagen stond de helicopter nog in zijn kinderschoenen en waren kwetsbaar. Het uitvouwen
en opstarten van de rotorbladen was (en is) bij storm en sterke windstoten niet mogelijk of
gevaarlijk, met de kans op het verloren gaan van wieken of helicopter. En ik weet dat Ltz V.
Idzerda, met de helicopter "Jezebel" grote risico's heeft genomen om, toen het enigszins mogelijk
was, zijn helicopter de lucht in te krijgen.
Rond de derde dag verscheen 's avonds, in de stromende regen een Duitse volkswagen biffiet
RTM gebouw. Er stapte een Duitser uit, die zei dat hij iets bij zich had dat wij wel zouden kunnen