DE RAMP VAN 1953
SLACHTOFFERS EN SCHADE
iD
De ramp is vele malen beschre
ven. Al in 1953 verscheen het
eerste boek, een uitgave ten
bate van het Rampenfonds,
met een handgeschreven
woord vooraf van koningin Ju
liana: „De ramp die ons volk ge
troffen heeft, vervult ons met
onuitsprekelijke deernis." Met
de veertigjarige herdenking in
zicht zette de Zeeuwse journa
list Kees Slager zich aan het
schrijven van een dikke pil. Hij
interviewde tweehonderd oog
getuigen en speurde in archie
ven. Zo'n totaaloverzicht was
er nog niet. Het boek van Slager
ontnuchtert. Zijn conclusie
komt hard aan: de ramp had
niet zoveel slachtoffers hoeven
vergen, als de dijken niet waren
verwaarloosd, als er eerder en
beter was gewaarschuwd, ais
dijkgraven en burgemeesters
niet hadden geslapen of geaar
zeld, als de hulpverlening niet
zo chaotisch was geweest. De
schuldvraag is nooit echt aan
de orde is gesteld.
Het Nederland van veertig jaar
geleden bestaat niet meer.
Maar degenen die de ramp aan
den lijve hebben ervaren, zullen
het leed en de verwoesting
nooit vergeten. En bij de vraag
naar het „waarom" komen ze
misschien niet verder dan een
stilzwijgen. Koningin Juliana
sprak in haar radiotoespraak op
8 februari 1953 deze universele
woorden: „Het raadsel van het
waarom is alleen bekend aan
Hem God doet thans een
beroep op onze geestelijke
veerkracht en op ons vertrou
wen in Hem."
5. Beeld uit Nieuw-Vossemeer (West-Brabant),
waar vijftig mensen verdronken.
6. De ramp betekende ook de dood van tienduizen
den koeien. Overal spoelden de gezwollen cadavers
aan.
7. Militairen werden ingezet voor het dijkherstel.
Zandzakken vullen en sjouwen bleek een zwaar kar
wei.
De watersnood van 1953 is de grootste natuurramp die Nederland
sinds eeuwen trof. Er verdronken 1835 mensen en tienduizenden
dieren; circa 72.000 mensen moesten geëvacueerd worden. De
schade aan huizen, boerderijen, gebouwen, landerijen en zeewe
ringen werd geschat op anderhalf miljard gulden. Het zwaarst ge
troffen werden de eilanden Goeree-Overflakkee en Schouwen-Dui-
veland. Het duurde tot november voordat alle dijkgaten weer dicht
waren. Het verdere herstel duurde jaren. Het Deltaplan van 1957
stelde nieuwe veiligheid in het vooruitzicht. Pas met de ingebruik
neming van de stormvloedkering in de Oosterschelde in 1986 was
die een feit.
(vervolg van pagina 16)