SITUATIE RAMPGEBIEDEN 1Polder 'Nieuw Helvoet' (gedeeltelijk) De keermuren en opkistingen in Hellevoetsluis werden op 1 februari omstreeks 2.15 uur overspoeld. Het overgestorte water stroomde via de Brielse Poort, waarin de schotbalken eerst later werden gesteld, in de vestinggracht. Ook door drie in de vestingwal, ten noorden van het Dok geslagen ga ten is buitenwater in de vestinggracht gestroomd. Van deze gracht uit heeft het water een gedeelte van de polder ten zuiden van de Groeneweg en de Kouwenoordseweg dras gezet. Op 12 februari was de toestand weer normaal. 2Polder 'Oudenhoorn' Op 1 februari om 4.15 viel er een bres in de Zeedijk tussen het ge maal en de Molendijk. Het gat had een lengte van ruim 70 meter en is bij de tweede vloed op 1 februari uitgeschuurd tot een diepte van N.A.P. 5.50 meter. Tien miljoen m3stroomde hier bij elk getij in en uit, waarbij stroomsnelheden tot 3.50 m. per seconde werden gemeten. Achter het stroomgat vormde zich een kolk tot 200 meter land-inwaartsmet een diepte van 2 tot 4 meter. Om 4.45 uur was iets westelijker reeds een bres in de dijk geslagen ter lengte van 30 meter tot ongeveer maaiveld-hoogte. Ten oosten van de Hoornse Hoofden is op 1 februari eveneens een gat in de dijk geslagen. Het gat had een lengte van 35 meter en een diep te tot maaiveld-hoogte. Na deze doorbraken stroomde het water aanvankelijk in een meters dikke laag de polder in. Tijdens de tweede vloed stroomde het water om streeks 17.00 uur over de Oudenhoornse Molendijk de polder 'Nieuwen- hoorn' binnen, die eveneens blank kwam te staan. Met het herstel van de Zeedijk ten oosten van de Hoornse Hoofden werd op 2 februari een begin gemaakt. Op 7 februari was het gat tot boven gewoon hoogwater gesloten. De werkzaamheden tot dichting van het stroomgat tussen het gemaal en de Molendijk begonnen op 5 februari. Twee, aan elkaar gekoppelde, betonnen scheepjes met gelaste stalen opbouw, werden op 28 februari in het gat tot zinken gebracht, waarmee de dichting grotendeels was voltooid. Met het droogmalen van de polder kon worden begonnen. Op 29 maart was de polder weer droog. 3Polder Nieuwenhoorn(oostelijk deel) Nadat de polder 'Oudenhoorn' volgelopen was, is het water bij de tweede vloed omstreeks 17.00 uur over de Oudenhoornse Molendijk de polder 'Nieuwenhoorn' binnengestroomd. Er zijn op 1 februari nog pogingen gedaan om de polder tegen overstroming te vrijwaren door de lage gedeelten in de binnendijk met zakken zand op te hogen, doch het water steeg bij de tweede vloed zo hoog, dat de aangebrachte noodkaden overstroomden of bezweken. De polder 'Nieuwenhoorn' is op 1 april drooggevallen. 4. Polder 'Oude en Nieuwe Struyten' (gedeeltelijk) Op 1 februari, omstreeks 18.00 uur ontstond in de noord-oostelijke kade een gat van ongeveer 7 meter lengte, waardoor het water uit de polder 'Nieuwenhoorn' in deze polder liep. Slechts de noordelijke punt kwam blank te staan, aangezien de daarvóór liggende Koedijk als waterkering fungeerde. Dit gedeelte, groot 20 ha, viel op 1 april droog. Van deze situaties, zowel op 1 februari als daarna, laat deze ten toonstelling een flink aantal beelden zien.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1988 | | pagina 2