dagen die
1 februari
volgden
1953
De
op
Jan de Vries, werkzaam bij de N.T.F. vertelt over
PAGINA 16
WEEKBLAD ACTIEF
DONDERDAG 2 FEBRUARI 1978
Reddings- en bergingswerkzaamheden door militairen
Een aantal mensen uit onze omgeving was in 1953 betrokken bij de gevolgen van de Waters
noodramp in Zeeland en de Zuidhollandse eilanden. Zo werden o.m. funktionarissen van de
Rijkspolitie tijdelijk gedetacheerd naar het rampgebied. Daarnaast - en daar willen we u op
deze pagina een indruk van geven - waren een aantal chauffeurs van de N.T.F. met hun wa
gens ingezet om het groot aantal verdronken dieren op te ruimen en daarvan het transport
verzorgen naar de destruktiebedrijven. Wekenlang reden de, noodgedwongen ,open' vracht
wagencombinaties af en aan naar o.m. de Thermo Chemische Fabriek in Bergum. Eén van
de mensen die er bij was is de heer Jan de Vries, die nu woont aan de likmounewei nr. 6 in
Bergum. Eind van dit jaar hoopt de 63-jarige heer De Vries op een 50-jarige loopbaan bij de
N.T.F. te mogen teiugzien. Eén van de meest indrukwekkende gebeurtenissen tijdens zijn
langdurige loopbaan bij dit bedrijf zijn ongetwijfeld de weken geweest waarover hij u, aan
de hand van door hem zelf gemaakte foto's, een aantal herinneringen vertelt.
foto's 1 en 2
Overal rondom de grote top-
schuur, waarvan de zijmuren
door het watergeweld waren be
zweken, lagen de dode dieren
van boerderij Munters in de Sa-
tinapolder bij Dinteloord. Het
apart gebouwde, nieuwe woon
huis is een rui'ne, en onbegrij
pelijk zijn soms de dingen die
gebeuren, want op de slaapka
mer boven in de bijna geheel
vernielde woning werd de 70-ja-
rige boer gered. Hij had zijn bed
niet verlaten, denkende dat zijn
einde gekomen was. Toen zijn
redder hem kwamen halen, was
hij bewusteloos.
foto 3
Vlakbij de boerderij stond een
dubbele arbeiderswoning. Toen
de redders op plm. 40 meter
genaderd waren om de bewoners,
vader, moeder en twee doch
ters, te halen, waarbij de sterke
waterstroom hun telkens weer
meters terugsloeg, zakte het huis
in elkaar. Van de verdronken be
woners werd niemand terugge
vonden, de foto geeft de droog
gevallen overblijfselen weer.
met een daar aanwezige, in werk
pak gestoken man. Later bleek
dat de burgemeester te zijn. In
eerste instantie wilde hij geen
adressen verstrekken omdat we
op zondag kwamen.
Later, na telefoon van andere in
stanties, veranderde de man als
een blad aan de boom.
In verband met laatstgenoemde
ook nog even hoe de katholie
ken in Son er over dachten. Daar
werd op zaterdag een cirkulaire
van de pastoor aangeplakt met
de mededeling "dat door de ver
schrikkelijke omstandigheden
dispensatie tot verzuim der zon
dagsplicht werd verleend om de
H. Mis bij te wonen."
Enkele chauffeurs maakten van
die dispensatie geen gebruik en
gingen tijdens de rit van Son
naar het rampgebied in Ouder-
bos naar de kerk.
foto 8
Met onze betrekkelijk kleine
wagens, wij konden 10 koeien la
den, gingen wij meestal twee
maal per dag v.v. van Son (Des
tructor N.C.B.) naar de verdron
ken polders om te laden en wij
losten op het terrein van de des
tructor in Son. Daar werden met
een kraan de kadavers op grote
open vrachtauto's geladen en
gingen dan naar Bergum en ook
wel naar de Gekro in Rotterdam.
De grote open wagens, nood
breekt wetten, trokken op hun
route naar Bergum veel bekijks.
Het heeft plm. 6 weken geduurd
voordat de laatste kadavers in de
destructor verdwenen waren.
Gelukkig kwam vlak na de
stormramp een winterperiode en
mede doordat de beesten in zout
water verdronken waren, werd
de stank zeer beperkt en brak er
geen epidemie uit.
Wel had het tot gevolg dat wij
op spiegelgladde wegen (er werd
toen bijna niet gestrooid) de
route Son-Tilburg-Breda-ramp-
gebied v.v. viermaal per dag af
legden.
Het werden 12 dagen om nim
mer te vergeten. De allereerste
keer reden we van Bergum op
dinsdagmiddag 3 februari naar
Son en we brachten die eerste
nacht door in een hotel in 's
Hertogenbosch, de wagens ston
den in de grote markthallen,toen
we daar 's morgens de wagens
weghaalden beleefden we de
grootste tegenstellingen die
in een mensenleven mogelijk zijn;
het was daar namelijk ook op
vangcentrum van geredden en je
zag er de ellendigste tonelen van
diepe smart als bleek dat perso
nen van een gezin, die vermist
waren, toch verdronken bleken
te zijn, en ook waren er tonelen
van grote vreugde als afzonder
lijk geredden elkaar toch weer
terugzagen als soms de hoop al
was opgegegeven.
Toen we voor de twee keer naar
het rampgebied moesten, gingen
we zaterdagsavonds half acht uit
Bergum en door felle sneeuw
jacht en gladde wegen, waren we
pas half drie zondagsmorgens in
Best, waar we in hotel 't Hof
je" enige uren konden slapen en
om acht uur zondagsmorgens
gingen we de water- en modder-
woestijn in.
Om nimmer te vergeten.
foto 4
Was ook nabij Dinteloord. Bij de
grote suikerfabriek gingen we bi
eb langs een smalle weg de
polder in en konden dan de
wagen soms waren we er wel met
10 wagens tegelijk - vol laden.
Als de vloed opkwam, moesten
we de berging tijdelijk staken.
De foto laat zien dat de vloed
weer komende was, het wegdek
was al weer onder water verdwe
nen. Wij hadden deskundige en
ter plaatse goed bekende mensen
van de gemeente mee, zodat er
voor ons en de wagens niet te
veel gevaar was.
foto's 5 en 6
Een grote berg kadavers, die
door militairen in voer-vaartui-
gen uit de ondergelopen boerde
rij werden gehaald en die drij
vende in lange rijen met de po
ten aan elkaar vast gemaakt
naar de wal werden gebracht,
een grote hijskraan gooide de
dieren op een hoop en wanneer
wij een wagen vol hadden, kon
den we bijna niet zien dat de sta
pel dieren kleiner was geworden.
foto 7
Hier stonden we op zondagmor
gen in de buurt van Steenbergen
in een lange rjj kadavers te la
den. Op de foto Y. Koopman en
H. Jager.
Dat de zenuwen een behoorlijke
rol speelden en dat de kommuni-
katie te wensen overliet, bleek
op die dag. We moesten ons op
het gemeentehuis melden voor
de adressen en kregen fikse ruzie