gelaten. Hij heeft hen vergezeld door de dood heen. We mogen vertrouwen, dat allen die den Heer toebehoorden, door Hem zijn opgenomen in de hemelse heerlijkheid. Dit kan ons troosten als wij vandaag het gemis weer zo sterk gevoelen, het kan ons kracht geven, als we zonder hen de levensweg weer gaan vervolgen. De dienst van vandaag (zeiden we) draagt ook het karakter van een OUDEJAARSAVOND, Aan onze geest gaat voorbij wat we hebben beleefd tien jaar geleden en daarna. Onderling is dat heel ver schillend, en toch zijn allerlei dingen gemeenschappelijk Had den we geen geloof, kenden we de Heer niet. dan zou het een boeiend verhaal zijn, dat we te vertellen hebben. U moet mij goed begrijpen. Ik meen dat het van belang is, ons het verhaal van de ramp te vertellen aan onze kinderen, die het zich niet meer herinneren of die pas nadien geboren zijn. Het te vertellen ook aan mensen in andere delen van het land. die het wezenlijk nooit begrepen hebben. Maar,. waarom het te vertellen als een sterk verhaal? Waarom het te vertellen om zelf interessant te zijn? Dat haalt zo weinig uit! Vanuit het geloof mogen we weten, ook bij het opnieuw beleven van wat we hebben meegemaakt *WIJ ZIJN DES HEREN*. Wij behoren Hem toe. en Hij heeft daar rekening mee gehouden. Er is geen sprake van noodlot. En er is geen spra ke van toeval. Ook in ons eigen leven blijven zeer zeker de waarom s en de vraagtekens, Maar we mogen weten, dat het de Here God is, onze Vader in Christus, die ons heeft gespaard en ge leid, die ons de kracht heeft gegeven die we nodig hadden, Op een oudejaarsavond kijken we onwillekeurig ook vooruit. Nu eveneens. We weten niet wat de toekomst ons zal brengen - in het Delta™gebied, in West™Europa, in de wereld. Maar wij zijn des Heren, Dat geeft ons moed en kracht. En dan tenslotte, gemeente: de dienst van vandaag draagt het karakter van een DANKDAG. Onnoemelijk veel is er voor ons gedaan en onnoemelijk veel hebben we gekregen. Bij de herdenking van de ramp worden we daar weer nadrukkelijk bij bepaald, En dat is goed, want wij mensen vergeten zo gauw. Laten we bewust dankbaar zijn aan allen, die op de een of andere manier ons hebben gehol pen. En laten we die dankbaarheid tonen door op onze beurt ande ren te helpen, die hulp nodig hebben. Maar - en dit wilde ik vooral zeggen laten wij niet vergeten, om de Here God dankbaar te zijn, WIJ ZIJN DES HEREN, dat is immers ook een verplichting en een roeping. En dan zijn we er niet vanaf als we op 1 februa ri, of vandaag in de kerk, Hem danken in ons gebed. Die dank baarheid moet er sté"eds zijn. En die dankbaarheid moet blijken, Helaas is dat vaak niet het geval. Er is me meer dan eens ge vraagd door mensen van *over™ water*, wat de invloed van de ramp is op het godsdienstig en het kerkelijk leven. In het begin kon dan het antwoord zijn: bij een enkele negatief, bij velen posi tief, Maar na tien jaar moeten we helaas vaststellen, dat het negatieve negatief gebleven is, en dat het positieve in vele ge™ 5

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1963 | | pagina 3