dat jaar hebben beleefd, zcf zien we nu terug op wat we hebben
beleefd tien jaar geleden op 1 februari en volgende dagen; ook
op wat we hebben beleefd gedurende de periode van onze evacuatie
en van onze terugkeer Het is voor ons onderling heel verschil
lend geweest. De een heeft onnoemelijk veel meegemaakt, met geen
pen te beschrijven en niet in woorden uit te drukken De ander
is er betrekkelijk goed doorheen gekomen Maar van ons allemaal,
die toen in het rampgebied woonden, geldt het - dat we op een of
andere manier de angst hebben gekend dat we verdreven zijn uit
de zo dierbare omgeving dat we vertoefd hebben onder vreemden
dat we teruggekeerd zijn naar een zwaar gehavend dorp. En men
moet het hebben meegemaakt, om te weten wat dit (en nog veel
meer) voor een mens betekent Ieder denkt aan wat hij of zij
zelf heeft doorgemaakt. En als op een oudejaarsavond gaat het
weer aan onze geest voorbij
Toch zou het niet goed zijn, als de dienst van vandaag alleen
het karakter had van een doden-herdenking en van een oudejaars
avond, Ik ben er van overtuigd, dat deze dienst ook het karakter
moet hebben van een DANKDAG, Dat klinkt misschien vreemd. Maar -
zeker na tien jaar - mag dit niet verzuimd worden, Het zou niet
volledig zijn als ook dit niet genoemd werd. Wat is er tijdens
en na de ramp onnoemelijk veel voor ons gedaan! Als ik enkele
dingen opsom: - daar waren degenen, die ons hebben helpen evacu
eren - daar was het Rode Kruis, dat ons opving en van het eerst-
nodige voorzag - daar waren de mensen, die ons als evacuees in
hun huis namen - daar waren de mannen van Waterstaat, die de
dijken dichtten - daar waren de schoonmaakploegen, die het eer
ste beetje orde gingen brengen in de chaos - daar was het hele
Nederlandse volk, dat offerde voor het Rampenfonds en dat de we
deropbouw financieel mogelijk maakte - daar was nog veel meer.,,
om heel erg dankbaar voor te zijn. En hoe verder we afkomen van
1953, des te meer zou de dankbaarheid het moeten winnen.
Maar U begrijpt; op een dodenherdenking, op een oudejaars
avond en op een dankdag kunnen we niet volstaan met enkel maar
de feiten te noemen, In de kerk willen we en moeten we het alles
plaatsen in hoger verband, het alles bezien in hoger licht. Van
daag willen we dit proberen te doen vanuit onze tekst: *HETZIJ
WIJ LEVEN, HETZIJ WIJ STERVEN, WIJ ZIJN DES HEREN Wanneer U de
moeite neemt om het hoofdstuk na te lezen, dan zult U merken,
dat Paulus in dit hoofdstuk bezig is met bepaalde moeilijkheden,
die er destijds waren in de gemeente te Rome. We zouden daar
over kunnen uitwijden, Maar het zou voor ons volkomen onvrucht
baar zijn, om er bij stil te staan, Temeer... omdat Paulus, na
dat hij bepaalde gevallen behandeld heeft, van het biezondere
komt tot het algemene. En dat algemene - dat altijd geldt en
overal en voor iedereen - dat is voor ons van belang, Laat ik de
tekst mogen plaatsen in zijn verband. Ik begin te lezen bij vers
3