zen, worden echter al in de morgenuren berichten gehoord,
die een ernstiger taal spreken
Het begin van wat binnen enkele uren tot een dicht
noodnet zal groeien.
Een amateur uit Raamsdonkveer - PAoJLA - meldt, dat de
benedenverdieping van zijn huis onder water staat en dat hij
waarschijnlijk nog maar kort kan uitzenden. Het zal voor
deze geïsoleerde een troost zijn geweest te weten, dat anderen
nu met de nood in deze omgeving op de hoogte zijn gesteld.
Er komen meer meldingen uit de bedreigde gebieden.
PAoAA treedt als leider op en geeft meldingen en verzoeken
om hulp per telefoon door aan daarvoor in aanmerking ko
mende instanties. Ook elders in het land begint men zich,
vooral als blijkt dat vele verbindingen zijn uitgevallen, on
gerust te maken. Geen tijding betekent in dit geval bijna
zeker slechte tijding
Intussen zoekt men in regeringskringen in Den Haag
naar mogelijkheden het contact met de Zeeuwse en Zuid
hollandse eilanden te herstellen. Een hoofdingenieur van de
Rijkswaterstaat informeert bij de Chef van de Bijzondere
Radiodienst van PTT of hij juiste gegevens kan krijgen over
de situatie in Middelburg en Vlissingen. Hiervoor wordt de
hulp van PAoGVB in Den Haag, die een zender met groot
vermogen bezit, ingeroepen. De Directeur-Generaal van
PTT, de ernst van de toestand inziende, geeft toestemming
aan de amateurs onder deze abnormale omstandigheden
berichten over de watersnood uit te wisselen.
8