- 3 -
De mannen, die Jozua in een hinderlaag heeft gelegd, trekken de
stad binnen en steken haar in brand. Zó is Ai volkomen versla
ge ft We kunnen wel zeggen, dat óók bij de tweede poging om het gat
v,- n Ouwerkerk te sluiten, alles op alles is gezet: veel mensen,
veel materiaal, geen risico's nemen. Hoe de operatie Vier-maal-
Phoenix verlopen is, hoef ik U niet te vertellen. De overwinning
is behaald!
Nu ia er echter nóg iets. Bij de tweede poging, om Ai te verove
ren, hebben Jozua en zijn mannen ten volle gerekend met God. Ook
om het welslagen van de sluiting bij Ouwerkerk is gebeden. Dat al
le ingenieurs en alle dijkwerkers het gedaan hebben, zou ik niet
durven beweren. Dat het gedaan is door velen, die thuis horen in
de Vierbannen-polder, staat wel vast.
Maar, hoe het zij, de overwinning is behaald. Dat is het heugelij
ke feit, waarvoor de fluiten en sirenes loeiden, de klokken luid
den. Dat is het heugelijke feit, dat ons allen nog vervult.
En nu? Door de radio is herhaalde malen gevraagd, om Zaterdag 7
November de vlag uit te steken. In andere delen van het land is
dat gebeurd. Op Nieuwerkerk heb ik niet één vlag gezien, terwijl
we onderling daarover toch geen afspraak hadden gemaakt. Zijn we
dan niet blij? Natuurlijk wel! Wie zou niet blij zijn, nu de span
ning is gebroken, nu het gevaar (althans voor een groot deel) is
afgewend, nu nieuwe mogelijkheden zijn geopend. Maar...ar zijn men
sen, aan wie wij dagelijks denken. En door een gebeurtenis als van
Vrijdagavond worden we des te sterker bepaald bij die honderden,
die niet meer kunnen vlaggen.
Bij het heugelijke feit, dat wij mochten beleven, passen andere ui
tingen. Twee dingen wil ik noemen, vóórdat we tot het voornaams te
komen
In de eerste plaats: onze waardering voor allen, van hoog tot
laag, die zich hebben ingespannen, om de overwinning te behalen.
Zeker, geld verzoet de arbeid. Maar het is toch geen kleinigheid
om maandenlang van huis te zijn met slechts om de veertien dagen
een weekend. En het is toch geen kleinigheid, om 's nachts en bij
slecht weer buiten te moeten werken. Laten wij deze mannen niet
vergeten.
Het tweede; dat het ons goed heeft gedaan, hoe velen in Nederland
hebben meegeleefd. Wij spraken van het "vergeten eiland", en in
het verleden vaak terecht. Op het ogenblik zijn we niet vergeten.
Bij deze belangstelling moet in het bizonder genoemd worden, dat
onze Koningin van harte heeft meegeleefd. Dat Zij in de afgelopen
maanden ons eiland enige keren bezocht, heeft ons getroffen.
Ver daar bovenuit gaat de belangstelling, die Zij toonde, door bij