J clL e v€ Id
In Weekend Totaal van 16 mei 2003 las ik uw oproep over de
Watersnoodramp van 1953.
Ik ben geboren op 1 februari 1930 te Rotterdam, maar woonde op
de rampdag in Nieuw-Helvoet aan de Moriaanseweg
xs Morgens vroeg werden we gewekt met de roep door Dirk t'
Gilde die van zijn werk kwam, de Supper fosfaatfabriek in de
Botlek: "het water komt, het water komt". Inderdaad het water
liep al door de toen nog aanwezige goten.
Ik werd die dag 23 jaar en voor het eerst sliep mijn verloofde
bij ons. Samen met mijn zwager Leen van Buren, een E.H.B.E-er
is hij met een geleend ketelpak naar Hellevoetsluis gegaan.
Het water stond al erg hoog in sloten. Daar is het, wat Nieuw-
Helvoet betrof niet hoger gekomen.
Zelf moest ik me als lid van de E.H.B.O. met tas en gele band
melden op het Baantje bij het gemeentehuis op Hellevoetsluis.
Het water was daar al een eind gezakt. Er waren vier mensen
verdronken, die opgebaard lagen in het gemeentehuis aldaar.
We moesten als ehbo-er dienst doen bij de sluizen waar een
grote groep mensen bezig waren om de zandzakken, die onder de
Nieuw-Helvoetse- en Roekanjse duinen door anderen mensen waren
gevuld. Deze zakken werden, in een voor de vloed weer opkwam,
als hulpstuk gebruikte oude roeiboot gegooid. Veel hadden we
toen als ehbo-er niet te doen, als enkele wondjes verzorgen.
Van de rest van de zondag herinner ik me weinig, koud en
verdrietig om het verdrinken van de voor ons bekende personen.
xs Maandagsmorgens vroeg moesten we present zijn op het
tramstation van Hellevoetsluis. Nu wisten we beter als op de
zondag van de omvang van de ramp. Daar kwamen op het
havenhoofd de eerste slachtoffers aan van Goeree-Overflakkee
We begeleiden ze in bussen naar het veilinggebouw in den Briel
en Barendrecht.
Wat een verdriet. Kinderen die hun ouders kwijt waren, velen
verloren familieleden. Een oude vrouw herinner ik me nog goed.
Ze kwam hoofdschuddend van de boot en zei in het Flakkeese
dialect: "Eerst met een vliegtuge, toen met de bote en nou mit
een busse". Ze was met een helicopter van het dak gehaald en
was van haar levensdagen nog nooit van het eiland afgeweest.
Toen het Rode Kruis deze taken van ons overgenomen had,
maakten we van de aangevoerde hulpgoederen pakketjes, meest
baby kleertjes om mee te geven in de bussen. Ook voedsel en
drinken werden uitgedeeld.
Van Maandag- op Dinsdagnacht hebben Arie Felman en ik bij
particulieren langs de deuren dekens opgehaald voor de