17
het water op zich zouden nemen; hierdoor werd het mogelijk,
dat de waterstaatsdeskundigen meer aandacht konden geven
aan de voorbereiding van en het toezicht op het eigenlijke
dijksherstel.
Krachtens een beslissing van de regering is de militaire
bijstand in algemene zin beëindigd op 17 Februari 1953, des
voormiddags om 6.00 uur.
Hoewel de hulp, die ons van Italiaanse zijde geboden is,
niet gerekend kan worden tot de militaire bijstand, schijnt
het hier de plaats daarvan melding te maken. Deze hulp is
wel bijzonder waardevol geweest. Gedurende een periode
van meer dan een maand heeft een detachement van onge
veer 160 brandweerlieden bijstand verleend met geëigend
materiaal, vooral in Zevenbergen en omgeving. Later zijn
van Italiaanse zijde ook pompen met bedienend personeel
beschikbaar gesteld, met wier hulp de droogmaking van de
geïnundeerde gebieden beduidend kon worden versneld.
III. Herstel van de schade.
Anders dan de eerste hulpverlening, die zich voornamelijk
op plaatselijk en provinciaal niveau afspeelde, zal het defini
tief herstel van de schade in nationaal verband moeten
geschieden.
Hoewel aanvankelijk gevaar bestond voor een te sterke
centralisatie bij de afwikkeling van schadegevallen (bij voor
beeld aan gebouwen en huisraad), met andere woorden ge
vaar voor een te beperkt gebruik van de decentralisatie
mogelijkheden, die ons staatsbestel biedt, is later gebleken,
dat dit gevaar is geweken. Een practische decentralisatie
werkt tot grote voldoening van de betrokkenen.
De rampperiode heeft opnieuw bewezen, van welke
eminente betekenis een goed ontwikkeld en goed georgani
seerd gemeentewezen is. De plaatselijke autoriteiten bleken
over een groot natuurlijk gezag te beschikken en het volste
vertrouwen van de bevolking te genieten. Door de gemeente
besturen ook formeel in te schakelen bij de uitvoering van