16
de ramp zich begon af te tekenen, heeft de Bevelhebber in de
3e Militaire Afdeling het personeel van zijn afdeling van
bewegingsvrijheid teruggeroepen.
Zo spoedig mogelijk zijn de troepen, die beschikbaar
kwamen, in de loop van die dag, telkens waar de nood het
hoogst was, ingezet. Daardoor werd de commando-voering
echter bemoeilijkt en dreigde het overzicht van hetgeen ge
beurde en hetgeen gedaan moest worden verloren te gaan.
Derhalve heeft de militaire bevelhebber op 3 Februari
1953 een hergroepering van zijn troepen bevolen, in dien zin.
dat een aantal vakken werden ingesteld, waarvan de grenzen
verband hielden met de waterstaatkundige situatie. In elk
dier vakken werd een hoofdofficier met het commando belast;
deze hoofdofficieren waren in hun vak belast met het onder
houden van contact met de civiele autoriteiten en de water
staatsdeskundigen en hadden een aantal organieke onderdelen
onder hun bevelen. In elke van de vakken werden voorts
geniedetachementen ingezet voor de bediening van boten en
vlotten en andere meer technische werkzaamheden.
Het is hier de plaats om gewag te maken van de buiten
landse miliaire hulp, die wij snel en in ruime mate mochten
ontvangen. Reeds in de ochtend van 2 Februari maakten een
aantal Amerikaanse legerautoriteiten, die daartoe uit Duits
land waren overgekomen, in gezelschap van enige water
staatsingenieurs een verkenningsvlucht teneinde de omvang
van de ramp en de behoefte aan hulp vast te stellen. Op
Woensdag 4 Februari werd de hulp effectief doordat Franse
en Amerikaanse genie-eenheden beschikbaar kwamen. Ook
van Belgische zijde is militaire bijstand verleend, grotendeels
echter in de provincie Zeeland. De Franse troepen hebben
zich zeer verdienstelijk gemaakt in de omgeving van Halste
ren en Nieuw-Vossemeer; de Amerikanen met name bij de
Sabina-Henricapolder. Voorts was de buitenlandse hulp in
het bijzonder doeltreffend door inzet van ducks en helicopters.
Met de militaire autoriteiten werd de afspraak gemaakt,
dat zij ter beteugeling van het watergeweld met name de zorg
voor de bewaking van de „stoplijn", d.i. de binnengrens van