Vinke-Vermazen A.M. Van: Wim en Minke Beudeker [wm.beudeker@planet.nl] Verzonden: woensdag 21 mei 2003 15:23 Aan: Vinke-Vermazen A.M. Onderwerp: ramp 1953 Geachte mevrouw, In het jaar 1953 was ik dienstplichtig sergeant. Na een oproep van mijn commandant voor vrijwilligers heb ik mij opgegeven om op de eilanden hulp te verlenen. De commandant wilde, gezien de toestand, ons niet door middel van een dienstbevel daar heen sturen. Gelukkig was het aantal vrijwilligers van de M-compagnie uit de Hojelkazerne in Utrecht groot genoeg om militair vervoer in te schakelen Dat is dus gebeurd in de week na de rampnacht. Na een reis van 10 uren is het ons gelukt om op de gegeven plaats aan te komen. Dat was Middelharnisop het eiland Overflakkee. Het was al laat in de middag, maar toch, na een noodkreet uit Stad aan het Haringvliet, zijn we lopend daar heen gegaan omdat daar de dijk, die de toegang gaf naar de Stad, op doorbreken stond. •s plaatselijke autoriteiten hadden al veel voorwerk gedaan zodat we meteen aan het erk konden om de dijk aan de binnenkant te verstevigen. De bakker bakte extra brood, de vrouwen en de meisjes uit het dorp deelden de belegde broodjes rond. Zodoende konden we doorgaan tot het werk was voltooid. Geweldig We hadden de hele dag nog niets te eten gehad Na een moeizame terugtocht waren we weer op onze basis teruggekeerd. Omdat wij de moed hadden opgebracht ons als vrijwilliger op te geven was onze legerdominee met ons meegegaan. En dat was maar goed ook; we hadden anders geen onderdak gehad. In een oude schuit konden we de eerste nacht slapen Omdat alles nat was, ook het stro, was het raadzaam om alles aan te houden, inclusief de zware militaire overjas. Vrijwilligers van de Intendance troepen hadden een lagere school gevorderd, deze omringd met zandzakken en het water weggepompt. Stro op de grond, met de rest van het stro de kachels aangemaakt. Een benzine aggregaat werd op het lichtnet aangesloten, we zaten ^^us niet ^Bjer in het donker. Alles was wel op halve kracht, want het aggregaat leverde slechts 110 volt (echt Amerikaans)De rest van de week hebben we onze krachten ingezet bij het lossen van hulpgoederen en daarna evacueren van de bevolking. Voor wie die hulpgoederen nu waren was niet duidelijk, zoals zoveel onduidelijk was in die dagen. Iedere dag lopend naar het havenhoofd over een modderig dijkje en 's avonds weer terug. Voor mij was dat in het donker. Omdat ik verantwoordelij k was voor de manschappen die daar werkten, ging ik ieder dag als laatste weg waarna de Militaire politie het gebied onder controle nam. Bij mijn aankomst in Middelharnis was het eten op, ieder dag weer. De dochter van een beurtschipper kwam op een dag naar mij toe en vroeg of ik wel eten kreeg. Nee, dat kreeg ik niet. "Mama, deze militair heeft geen eten gehad". Dat was voor haar moeder het teken om boterhammen klaar te maken. Op een echte stoel zitten en boterhammen eten. Dat was lang geleden. De evacuatie de volgende dagen liep voorspoedig. Er werd niet gesproken, door niemand. Kinderen en baby's, iedereen leek verdoofd. Geen baby die huilde, zelfs niet de baby die ik overhield. Hij of zij bleek van 4

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 1